donderdag 31 mei 2012

Jonge coureurs naar de piste lokken is poepsimpel
De provincie Antwerpen heeft ze inmiddels al gehad, de pistekampioenschappen voor zijn ingezeten koersende tieners. De opkomst was zelfs met enige goede wil amper bevredigend te noemen. In Wilrijk kwamen 33 aspiranten (zes twaalf-, elf dertien- en zestien veertienjarigen) opdagen. In Hulshout maakten op 9 mei veertien nieuwelingen en op 23 mei elf junioren hun opwachting. Dat zijn er alvast veel te weinig, waarbij vooral de nodige kwaliteit ontbrak. Voor de beloften en de eliten zonder contract worden geeneens nog provinciale kampioenschappen georganiseerd.
De outdoor wielerbanen zijn hoegenaamd niet hot bij 's lands koersende tieners. Aan de kampioenschappen op de weg neemt zowat het tienvoud deel. Omdat ze daartoe verplicht worden.
Het is hier al eerder aangekaart maar kan men dezelfde onzachte dwang niet toepassen voor de baankampioenschappen? Door bijvoorbeeld (voor de meesten haalbare) kwalificatietijden op te leggen voor een deelnameticket aan de kampioenschappen op de weg en de interclubs? Helaas staat het bij voorbaat vast dat de traditionele clubs daar niet voor te vinden zullen zijn.
Sommigen zouden er op die manier achter komen dat ze op de wielerbaan vaardig zijn en het bijgevolg graag doen. En die schaalvergroting zou ook de indoormeetings in de winter op de Blaarmeersen ten goede komen. Ook daar zijn het (meer) dezelfden die je tegenkomt. Als dat geen denkoefening waard is, dan weet ik het niet meer.
Niet zo heel lang geleden werd steen en been geklaagd over het feit dat er in ons land geen wielerbanen waren om de ontwikkeling van jonge talenten te bevorderen. Bij mijn weten zijn er op dit ogenblik zowat een dozijn asfalten ovalen die te sporadisch en te ongecoördineerd aangewend worden voor het doel waarvoor ze werden gebouwd: betere coureurs vormen!
Soms worden in één en dezelfde week (soms op dezelfde dag) meerdere meetings georganiseerd terwijl de coureurs slechts aan één meeting per week mogen deelnemen, wat een bijzonder dunne spoeling in de hand werkt en de waarde van de prestaties minimaliseert. Wie zo'n meetinkje op zijn naam schrijft, moet ervan uitgaan dat hij een Pyrrusoverwinning heeft behaald. Er bestaan geen lokale richttijden noch vergelijkende tabellen voor de verschillende geijkte afstanden die een geleverde prestatie juist in kaart kunnen brengen.
Zo'n dertig jaar geleden haalde men meer houvast aan het verloop en de uitkomst van de meetings op de aftandse buitenpiste van Langerbrugge, waarop niet uitsluitend regionale maar vooral uitsluitend nationale confrontaties werden georganiseerd.
De beschikking over de wielerbanen van Affligem (240 m), Alleur (400 m), Beveren-Waas (400 m), Brugge (333,33 m), Gilly (250 m), Hulshout (384 m), Peer (400 m), Rebecq (333,33 m), Rochefort (400 m), Stene-Oostende (333,33 m), Wilrijk (333,33 m) en Zemst-Elewijt (377 m) wordt dus slecht benut.
Bij de twaalf komt vanaf 1 juli nog de Wielerpiste Defraeye - Sercu, een juweeltje van bouwondernemer-wielermecenas Marc Demeulenaere, in Rumbeke bij.
Hopelijk inspireert dit tot een volledig herdenken van het reilen en zeilen op de outdoor wielerbanen. Anders zijn zij gedoemd om tot het Bokrijk van het wielrennen te verworden.

woensdag 30 mei 2012

Ismaïl N'Diaye boft dat hij geen ... coureur is
Ismaïl N'Diaye, een 28-jarige Senegalese middenvelder die na de competitiematch van zijn ploeg KV Kortrijk tegen A.E.C. Mons op 11 februari betrapt werd op doping, komt weg met een berisping. Hij riskeerde nochtans een zware boete en een schorsing van twee jaar want het betrof effectief een positieve controle en geen geval van problemen met whereabouts, waaraan Xavier Malisse en Yanina Wickmayer al eerder ontsnapten.
Ook Ismaïl N'Diaye ontkomt. Moest hij voor mij (zwaar) gestraft worden? Néén, indien zijn goeder trouw bewezen en dat zal dus wel. Het VDT (Vlaams Dopingtribunaal) was van oordeel dat Ismail het product niet gebruikte om zijn prestaties op het veld te verbeteren noch om het gebruik van andere middelen te maskeren. In dat geval is de juiste beslissing genomen.
Stel evenwel dat een koersende leeftijdsgenoot (zoals Gaetan Bille, Gert Dockx, Jens Keukeleire, Klaas Lodewyck, Dennis Vanendert, Sep Vanmarcke,...) hetzelfde voorheeft, zouden zij met hetzelfde begrip en identieke omzichtigheid zijn ontkomen?
De dopingbestrijding mag inderdaad geen heksenjacht zijn. Doping moet in de kiem gesmoord worden. Vooral aan de koersende jeugd moet men laten weten dat het misbruik van stimulerende middelen "not done" is.
Retorische vraag: werd er vorige zondag een medische controle georganiseerd na afloop van het kampioenschap van België voor junioren in Heusden-Zolder? Kennelijk wel, maar deze zouden nog vaker en ook op minder voorspelbare momenten (zelfs in het regionale circuit) moeten gebeuren.
Vijftig jaar geleden ...
Armand Desmet won bijna de 45ste Giro
Vijftig jaar geleden stond een Belg op het punt de 45ste Giro te winnen. Neen, niet de regérende wereldkampioen Rik Van Looy (die de voorgaande jaren nochtans vierde, elfde en zevende was geworden) maar wel zijn meester-helper Armand Desmet.
Mantie had twee jaar eerder al de Vuelta van 1960 moeten gewonnen hebben. De Waregemnaar begon als drager van de amarillo-leiderstrui aan de voorlaatste dag maar het kwam ploegleider Berten De Kimpe beter uit dat zijn chouchou Frans De Mulder won. Zijn Machelen grenst aan Deinze, de vestigingsplaats van Fietsen Groene Leeuw, de ploegsponsor waarvan De Kimpe de zaakvoerder was. Er werd een lelijk complot gesmeed tegen de bovendien aan het zitvlak gekwetste Armand Desmet, die zijn leiderstrui alsnog moest doorgeven aan zijn frère-ennemi Frans De Mulder. Ook de recent overleden Arthur Decabooter werd erin betrokken.
Het pijnlijke voorval deed Armand Desmet in 1961 naar de rode garde van Rik Van Looy overstappen. Ook daar wachtte hem een overwegend ondergeschikte rol, waarbij hij bij gelegenheid zijn eigen kans mocht gaan. In de Giro van 1962 werd hij door zijn vertwijfelde kopman in de aanval gestuurd. Mantie was dag na dag niet uit de voorste gelederen weg te slaan. Zo werd hij vijfde in zowel de tweede, de derde als de vijfde rit. Tijdens de zevende rit naar Montevergini sloeg hij zijn slag. Hij ontsnapte met Henry Anglade (Fr.) en Giuseppe Sartore (It.). Het trio reed minstens vier minuten van de anderen weg. Manten werd dagwinnaar én afgetekend leider. Zes dagen later en bij het ingaan van de enige rustdag, aan de vooravond van de slotweek, was hij nog steeds de trotse bezitter van de roze trui. Hij keek de zware Dolomietenritten onbevreesd tegemoet en zou die eveneens getrotseerd hebben indien de ploegleiding, inzonderheid Lomme Driessens, beter op hun tellen gelet hadden. Tijdens de rustdag werd voor 's anderendaags een zware sneeuwstorm aangekondigd. Lomme had de communiqués veronachtzaamd zodat zijn discipelen in onaangepaste kledij aan de huzarentocht begonnen. Misschien had Armand Desmet zich, als drager van de roze trui en de slordige Driessens een beetje kennende, zelf van de omstandigheden moeten vergewissen. Dat hij het niet deed, kwam hem duur te staan want hij en de zijnen geraakten één voor één doorweekt, onderkoeld en tot opgave gedwongen. Slechts vier van de zes cols zouden beklommen worden. Op de eerste col, de Passo Duran (1600 m.) zorgde de slagregen voor een modderstroom. Op de tweede, de Forcelle-Staulanza (1773 m.) sneeuwde het zo overvloedig en was het zo ijselijk koud dat Rik Van Looy en zijn meeste helpers al snel de weinige huizen opzochten om zich te verwarmen. Mantie, met de onherkenbare roze trui om de schouders, bleef koppig op de barricade, zelfs al kwam hij ten val en moest hij tweemaal een wiel wisselen. Hij bereikte de finish op de Passo di Rolle achttien minuten na dagwinnaar Vincenzo Meco de finish, waar hij zijn kleinood moest afstaan aan Graziano Battistini, die eveneens een kwartier van hem was weggereden. Manten viel terug naar de tiende plaats in de tussenstand en mocht zich lelijk in de steek gelaten voelen. Toch bracht hij begrip op voor zijn abdicerende maats (Willy Schroeders, Edgard Sorgeloos, Martin Van Geneugden, Rik Van Looy, Guillaume Van Tongerloo) en weigerde hij het begrip "verraad" in de mond te nemen. Aan zijn zijde hield hij enkel de Nederlander Huib Zilverberg (die de achtste rit had gewonnen en ook in de aansluitende Tour een dagzege zou behalen) over en tijdens de resterende dagen manifesteerde hij zich als de morele winnaar. In de nog zwaardere etappe van Moena naar Aprica trotseerde hij een zelfs een duik in het ravijn om achtste te worden. De volgende dagen deed hij nog beter in Pian del Resinelli (zevende) en in Frabosa Soprana (derde), prestaties die aangeven dat hij in normale omstandigheden de Giro van 1962 zou gewonnen hebben. Ook in de Alpen bleef hij knap overeind maar een verbetering van zijn tiende plaats zat daar niet aan vast.
Armand Desmet werd het jaar daarop vijfde in de Tour. Net als in de Vuelta en in de Giro kon hij in het hooggebergte de besten volgen maar er niet van wegrijden. En dat was nodig want in de tijdritten liep hij te veel averij op. Dat verklaarde zijn achterstand van zowat een kwartier op de ongenaakbare Jacques Anquetil. Aansluitend had Manten in Ronse wereldkampioen kunnen / moeten worden. In de slotronde nam hij zijn kopman Van Looy op sleeptouw op de Kruisberg en toen hij even omkeek, stelde hij vast dat de tweevoudige wereldkampioen de rol had moeten lossen. Manten is er heilig van overtuigd dat hij wereldkampioen zou zijn geworden indien hij op zijn elan was doorgegaan maar hij ... durfde niet. Het zou als een even groot verraad zijn opgevat als wat men de doorspurtende Benoni Beheyt een kwartier later in de schoenen schoof.
Armand Desmet werd op 23 januari 81 jaar. Hij voert al enkele decennia een slopend gevecht met zijn kwakkelende gezondheid. Met de hulp van een nieuwe lever plooit maar breekt hij niet en zo wil hij het nog een tijdje houden, gekruid met sappige verhalen uit de tijd van toen.
- "Ik stel vast dat wij in onze nostalgische verhalen almaar rapper rijden dan wij toendertijd in werkelijkheid deden."

dinsdag 29 mei 2012

West-Vlaamse afdeling van WBV werd nièt geviseerd
Ook tijdens een interview, naar aanleiding van mijn 37ste Wielerjaarboek, op de West-Vlaamse regionale zender WTV-Focus heb ik de Wielerbond zwaar op de korrel genomen.
Dit is één van de West-Vlaamse verantwoordelijken, tevens inrichter van één der mooiste jeugdwedstrijden in de provincie, in het verkeerde keelgat geschoten. En ik moet ootmoedig toegegeven: hij heeft niet alle ongelijk.
Het gevoel leeft immers dat daarin de West-Vlaamse afdeling wordt geviseerd. Niets is minder waar! Ik bezondig mij niet eens aan chauvinisme wanneer ik stel dat West-Vlaanderen globaal gezien over de beste coureurs, de beste inrichters én de beste afgevaardigden beschikt.
In mijn striemende kritiek op de Wielerbond voelt klager zich persoonlijk aangesproken en hij vreest dat er dat in West-Vlaanderen wel meer zullen doen. Ten onrechte! Het is inderdaad niet omdat de "bisschoppen" (van de koers) zwaar in de fout gaan dat het hele "geloof" (in de koers) niet deugt. Inderdaad niet maar wel de "kerk" (van de koers) moet zijn aanpak grondig bijsturen, anders zal iedereen zich van het "geloof" (in de koers) afkeren.
Het product "koers" is in-con-tour-na-ble op voorwaarde dat de positieve krachten (de coureurs, de inrichters, de afgevaardigden en de welwillende helft van de clubleiders) zich beter groeperen om zich af te zetten tegen de mistoestanden die door het "Vatikaan" van de Globelaan worden opgedrongen.
Toch is het zo dat zelfs de West-Vlaamse afdeling van Wielerbond Vlaanderen af en toe in eigen voet schiet door onomzichtig omspringen met de beschikbare knowhow. Zo is Kurt Doom, één van de meest onderlegde afgevaardigden en een gouden informaticus, volledig gestopt als afgevaardigde. Noël Declerck houdt het ook al langer voor bekeken als bediener van de fotofinish maar hij bleef - en gelukkig maar - op de barricade als gewone afgevaardigde.
Beide heren voelden zich onheus bejegend in hun volontaire aktiviteiten. Zij die daarvoor verantwoordelijk zijn (ik ken ze bij naam en toenaam) moeten beseffen dat hun stuitende hardvochtigheid het "geloof" (in de koers) wel degelijk gerichte schade toebrengt.
Roep om meer Topcompetitie klinkt almaar luider
Een Topcompetitie voor nieuwelingen bestaat al. Niemand kan weerleggen dat Herman Vanspringels Diamond, de Ardennenkoers in Harzé-Aywaille, de Memorial Remi Van Vreckom in Denderwindeke, Polleur-Stoumont-Polleur, de G.P. Jemeppe-sur-Sambre en de Affligem Classic tot de mooiste koersen van deze categorie behoren. De Ardennenkoers in La Gleize was dat evenzeer maar wordt helaas niet meer georganiseerd en werd niet vervangen, waarom niet door de Haspengouw Tour, die op paasmaandag in Borlo perfect samenvalt met de finale der Ster van Zuid-Limburg. Limburg is de enige provincie die van een manche in de Topcompetitie voor nieuwelingen verstoken blijft, net als van een provinciaal kampioenschap. Van de Topcompetitie maakt ook de tijdrit van Adinkerke deel uit. Daardoor geniet hij veel betere bezetting dan die van Opoeteren en Borlo. 
Het kampioenschap van België voor junioren in Heusden-Zolder heeft bevestigd dat dit de koersen zijn die onze talenten opschudden én beter maken. De 17- en 18-jarigen verdienen evenzeer een Topcompetitie om dezelfde redenen als de nieuwelingen.
De Beker van België daarentegen heeft een veel armer deelnemersveld omdat de sterkste clubs er met hooguit slechts zes van hun beste elementen mogen aan deelnemen. Nogal wat andere clubs komen af met één valabele coureur, vergezeld door soms slechts drie anderen opdat eerstgenoemde startgerechtigd zou zijn. Die meeste van die ... chaperons gauw uit de wielen worden gereden. Aan een Topcompetitie kunnen alle clubs met àl hun beste elementen deelnemen.
Men moet de lijn doortrekken naar de beloften, die meer dan hen lief is in de bestaande Topcompetitie moeten optornen tegen beslagen eliten zonder contract en zelfs parkerende contractrenners als daar zijn Frédéric Amorison, Gediminas Bagdonas, Steven Caethoven, Huub Duyn,... Zelfs Sven Nys (vijfde in het Circuit de Wallonie) mengde er zich tussen maar stelt zich vrij innemend op tegen de jonge beloften. Je kunt het vergelijken met jonge masters en bachelors die in een groot bedrijf gedropt worden tussen ploegbazen en afdelingshoofden die niet vaardiger maar wel ervaringsdeskundiger zijn. Veel uitwisseling tussen deze twee groepen hoef je niet te verwachten. De ouderen zullen hun wijsheid liever voor eigen welzijn aanwenden. In hun plaats zou ik net hetzelfde doen. Nog een ongerijmdheid: deze Topcompetitie is voorbehouden aan eliten zonder contract tot 26 jaar waardoor Joeri Calleeuw, de regérende kampioen van België van de eliten zonder contract, er niet mag aan deelnemen in tegenstelling tot de gecontractreerde 26-plussers omdat de wedstrijden van de Topcompetitie onder het dure 1.2 - label worden gereden.
Een Topcompetitie voor uitsluitend beloften, die provinciaal geselecteerd worden, zou de onderliggende verhoudingen beter in kaart brengen en de scouts naar nieuw proftalent een beter inzicht geven, zeker indien er een tijdrit van minstens dertig kilometer onderdeel van is.   
De traditionele clubs zullen zich, zoals ze al doen met die van de nieuwelingen en er soms hun beste elementen met zachte dwang weghouden, ongetwijfeld krachtig verzetten tegen een Topcompetitie voor junioren en beloften omdat ze er als club niet beter van worden en omdat ze de coureur ondergeschikt zien aan hun vereniging. Ze verliezen de essentie van hun bestaan uit het oog: zij moeten er zijn voor de coureur in plaats van omgekeerd. 

maandag 28 mei 2012

Kwikzilveren Dries Van Gestel
Bij al die herrie backstage, die naar de buitenwereld misschien toch weer herleid wordt tot een storm in een glas water zelfs al zou er meer aan de hand zijn, vergat ik nog bijna het hoogstaande sportieve vanaf kwart na drie in Heusden-Zolder. Het werd dus op een relatief selectieve omloop met evenwel te weinig wind een crème van een koers, één van de mooiste kampioenschappen die ik ooit zag tegen extreem hoge snelheid (ruim 44 km./u.) betwist en met een winnaar die er toch hoog bovenuit stak.
Balen B.C. had zijn lesje uit de Ster van de Vlaamse Ardennen geleerd en de gelederen gesloten. Van meet af aan namen zij het heft in handen en gaven het niet meer af. Ze domineerden de koers en eigenlijk is dat een beetje jammer want een kampioenschap van België is tenslotte een individuele koers en geen interclub. Balen B.C. is een smeltkroes van een traditionele en een moderne club. De eigen talenten worden versterkt met gerichte aanwervingen. Dit levert een brede kern op waarmee zij het voor zichzelf en voor hun sponsors waarmaken. Ook de andere clubs, met ongeveer dezelfde middelen maar met minder traditie, doen dat. Door de jaren heen is het een onomkeerbaar gegeven geworden dat de beginselen van een kampioenschap worden vertrappeld.
Heusden-Zolder 2012 leek een copie van Wielsbeke 2011 te worden. Jonas Rickaert provoceerde een blitzstart en zijn spitsbroeder Seppe Verschuere was vanzelfsprekend op de hoogte. Kenn Nuyts was de derde blauw-gele aanblazer. Lorenzo Blomme, Gianni Colpaert, Tijs Delbaere, Vincent De Sy, Quinten Hermans, Daan Hoeyberghs en Dante Van Hooydonck waren de enigen die konden aanpikken. In het eerste uur werden 45,9 km. afgelegd. De tien reden tot anderhalve minuut weg van een almaar meer weifelend peloton, waaruit Nathan Van Hooydonck wegreed maar hij kreeg Dries Verstrepen als een blok aan het been. Ook Miel Pyfferoen probeerde er de gang in te houden maar hij kreeg te weinig steun. Bij die ontwikkelingen zag het almaar beter uit voor de vluchters gewonnen spel hadden. Tot aan het moment dat er enkele niet meer wilden of niet meer konden doorzetten. De voorsprong werd snel gehalveerd en bij halfkoers werden ze gevat. Of ongeveer want de volgende vlucht kwam in het verlengde van de vorige tot stand. Daan Hoeyberghs was de enige die er opnieuw bij was. Hij en vijfentwintig anderen zonderden zich in drie schijfjes af. Veel kracht van beslissing ging er evenwel niet van uit en dat besefte ook Dries Van Gestel die in zijn eentje op avontuur trok. Hij was niet de kamikaze voor wie men hem hield maar ontegensprekelijk de sterkste van de namiddag. Zijn voorsprong schommelde constant rond de halve minuut. Op minder dan een halfuur van het einde zetten Matthias Vandewalle en Cedric Verbeken  een tegenaanval op. Arjen Livyns (een getalenteerd motorcrosser die door een aanslepende kwetsuur overstapte naar het wielrennen) zat er als dood gewicht tussen. Naderhand kregen zij versterking van Jan Logier, Julien Van den Brande en Nathan Van Hooydonck maar ook met hun zessen kwamen ze nauwelijks dichter.
Tegen deze kwikzilveren Dries Van Gestel bleek geen kruid gewassen. Twee weken eerder werd hij in Arendonk op haast identieke wijze kampioen van Antwerpen. In Heusden-Zolder werd hij geïnspireerd door Thomas De Gendt, die daags voordien de Giro had opgeschud. Net als zijn illustere voorbeeld verlegde hij zijn limieten. Dat alles pijn deed, was de vanzelfsprekendheid zelve, het tegendeel zou verdacht zijn. Hij voelde zich zo goed dat hij het snel naderende peloton anticipeerde toen het in de ruime kopgroep niet lekker liep. Hij wilde daarmee enkele anderen uit hun kot lokken maar ze lieten op zich wachten. Dries stond er helemaal alleen voor maar bracht zijn mission impossible tot een goed einde met één van de strafste nummers die de jongste jaren in het jeugdwielrennen werden opgevoerd. Het was nog maar zijn tweede overwinning maar dat wordt in overtreffende trap goedgemaakt door zijn derde plaats in de Trofee van Haspengouw (de openingsmanche der Beker van België) en zijn achtste in de Course de la Paix (waar een matige zestiende plaats in de tijdrit hem van het eindpodium hield).  Bizar toch dat laatste. Deze jongen is kennelijk beter in een "één tegen allen" dan in een "één tegen één" want in het kampioenschap van Antwerpen tijdrijden werd hij slechts zesde op 32" van de ruim één jaar jongere Nathan Van Hooydonck, die in Heusden-Zolder zijn eerste accessiet was op het podium. Niet kunnen tijdrijden? Kom nou, zeker bij hem moet het eerder tussen de oren dan in de benen zitten.
Trouble in Paradise ?!
Heusden-Zolder - zondag 27 mei bracht tenslotte een verblijdende wielerdag met het spetterende en supersonische kampioenschap van België van de  jongens. Niets wees er aanvankelijk op dat het nog zo'n gunstige wending zou nemen.
De toeschouwers, die grif acht euro neertelden, werden op zoek naar een valabele parkeerplaats door de geïrriteerde politionele ordediensten van het kluitje naar het riet gestuurd, zo ook de zeldzame supportersbussen.
Géén kwaad woord over het inrichtende wielerclub Chasse Patat behalve dat ze - allicht op andermans commando - de betalende toeschouwers aan één aankomstzijde deed wijken voor de veel plaats innemende VIP-tent. Van rijke tafelen was daar overigens geen sprake. Die zijn kennelijk afgeschaft (een wijze beslissing!) en dat had ik moeten weten, mijn oprechte excuses voor deze al bij al lelijke uitschuiver. Die koerswijziging was ook te merken aan de geringe opkomst van de bobo's en de pipo's en hun aanschurkend gevolg. Een achterpoortje om ze, met de rug naar de renners, binnen te laten was niet nodig. Vooral de vrouwelijke touch ontbrak in de free drink&tapas - zone. Hoe zou dat toch komen?
De voormatch van de vrouwelijke juniores was ronduut slaapverwekkend. De jonge meisjes, chapeau nochtans dat zij voor deze loodzware sport kiezen, leden aan koudwatervrees en enkel de spannende finale kon iets maar niet alles goedmaken. De aansluitende cérémonie protocolaire lagin dezelfde lijn en verliep overigens in een bedrukte stemming. Tot overmaat van ramp mislukte een dubbele poging om de nationale hymne te laten weerklinken. Het had veel van twee keer ... één minuut stilte. De eerste minister van het wielrennen kon er niet om lachen en maande de luttele jongens van de schrijvende pers om dat publiek geheim uit te lekken. Aangezien ik niet tot de pers behoor maar wel tot het klootjesvolk werd mij dit niet gevraagd en dus doe ik dat graag uit eigen beweging. Een sneer naar de club die weliswaar in de fout ging maar die toch een respectabel bedrag neertelde om dit kampioenschap vrijwel feilloos te "mogen" organiseren.
Er was één en ander aan voorafgaan. In de VIP-tent ontspon er zich een vlammende discussie over het (niet) gevoerde beleid tussen Swa Vercammen (de nog altijd geschorste maar in beroep gerecupereerde voorzitter van Wielerbond Vlaanderen) en Tom Van Damme, die binnenkort zijn tweejarig nationaal voorzitterschap viert (of betreurt?). Allerlei verwijten, zelfs doorspekt met het begrip "ontslag", vlogen in het rond. "Ik spring uit mijn vliegmachien". Doèn jongens! Vraag is wie dat, in het licht van de federalisering, bij wie dat kan afdwingen. Zou er revolutie op til zijn? Dit heerlijk verbaal duel tussen de eerste minister en de minister-president van de koers, werd na afloop van de mislukte cérémonie protocolaire van de meisjes in de schaduw van een klein tentje iets discreter werd voortgezet.
Het is langer geweten dat de KBWB-RLVB niet opgezet is met het doen en laten van Wielerbond Vlaanderen. Zou de ene partij de ... voogdij over de andere hebben? Om daar wat aan te doen werd de in Heusden-Zolder spoorloze Hans Vandeweghe, goede vriend van ... Tom Van Damme, bij Wielerbond Vlaanderen tot grote ergernis van de daar gestelde lichamen in de maag gesplitst als chef de bureau. Van Damme heeft altijd volgehouden dat hij met die coup-de-théâtre niets te maken heeft. Nice try, mister Tom! Kennelijk heeft die ingreep nog niet het gewenste effect geressorteerd en wil men nu een stroomversnelling toedienen.Vandaag, zowaar op sinksenmaandag, zouden al eerste knopen doorgehakt worden. Morgen, overmorgen dus of is het zo hoogdringend? Worden die ingrepen even (sic) doortastend als die van de VN in Syrië? Neen, nòg minder want tenslotte zijn partijen partners in crime of frère-ennemis zoals je wil.

Thomas De Gendt nu reeds levende legende
Grootste onderscheiding zat er dan toch niet in. Daarvoor moest alles in de perfectste plooi vallen. Thomas De Gendt had zijn lot niet helemaal in eigen handen en niet alle omstandigheden aan zijn kant. Na zijn delirium op de Stelvio moest hij als enige goed geklasseerde met de wagen in plaats van met de helikopter naar zijn hotel. Het kostte hem drie kostbare uren recuperatie. Maar Thomas zal er niet om malen: een heroïsche én historische dagzege die hem naar het eindpodium voerde, waarvan hij zelfs over de hele lengte van zijn loopbaan amper durfde van te dromen.
Ryder Hesjedal, die in de lange (42,5 km.) tijdrit van de Tour 2011 te Grenoble nog 3'27" inboette op De Gendt, reed in Milaan, op het roekeloze af, de tijdrit van zijn leven en zat nooit schoner op zijn fiets. De 31-jarige Canadees heeft afgelopen winter hard aan zijn pijnpunt gewerkt. Ook Joaquin Rodriguez bevestigde zijn enorme progressie in deze discipline maar deed over de (naar 28,2 km. ingekorte) afstand toch nog 55" meer dan Thomas De Gendt maar zijn tweede plaats, die hem wel de pole position in de UCI - World Tour oplevert, was nooit in het gedrang. Michele Scarponi was dus voor Thomas De Gendt de challenger, die hij overtuigend (53") klein kreeg. Thomas was op de slotdag sterk maar niet uitmuntend, dat kon je ook bezwaarlijk verwachten op zijn day after.
Hij zal ootmoedig toegeven dat hem in de 96ste Giro niet meer toekwam dan de derde eindplaats. Hij beschikte ook niet bepaald over het sterkste team, dat bracht de ploegentijdrit al meteen aan het licht. In Verona werd hij met Vacansoleil-DCM zeventiende op tweeëntwintig. Over de 32,2 km. deed het zowat 1'10" meer dan het winnende Garmin-Barracuda en 1'09" meer dan Team Katusha. Het zette Thomas meteen in de luwte, volgens hem het ideale recept om er in een grote ronde sereen alles voor doen zonder expliciet met de uitkomst bezig te zijn. Ook tijdens de volgende veertien dagen kon De Gendt geen enkele keer tijd terugnemen op Hesjedal noch Rodriguez. Op Alpe di Pampeago reden zij, en nog enkele anderen, zelfs dikke minuut van hem weg. Toch schoof hij in de tussenstand een plaatsje dichter maar behalve John Gadret (-4") zou hij de zes anderen niet meer kunnen passeren. Thomas leek in verval en aan de vooravond van de koninginnenrit was dat geen prettig vooruitzicht. Zelfs een nog altijd toe te juichen top-tien leek in het gedrang. De Mortirolo en de Passo dello Stelvio werden evenwel zijn hemel in plaats van zijn hel. Wat er hem de komende jaren ook nog te beurt valt, géén koersdag zal nog meer en beter worden dan zaterdag 26 mei 2012 wanneer hij zijn naamkaartje op de Stelvio neerpootte naast dat van Fausto Coppi (1953), godbetert Aurelio Del Rio (1956), Charly Gaul (1961), Graziano Battistini (1965), Jose Manuel Fuente (1972), Jean-René Bernaudeau (1980), Franco Vona (1994) en zowaar Jose Rujano (2005). Enkel een eindzege in een grote ronde kan Thomas' exploot op de Stelvio ooit nog overtreffen maar de mogelijkheid dat dit gebeurt, wil De Gendt zelfs niet uitgesproken hebben.
De komende weken zullen vooral maar niet uitsluitend (de training wordt zeker niet versmaad) in het teken staan van zijn huwelijk op zaterdag 30 juni met Evelyn (zus van Davy) Tuytens, zowaar op de dag dat in Luik/Liège/Luttich/Liegi de 99ste Tour begint. Die zogezegd slechte planning van dé dag van zijn leven heeft hem een andere topdag opgeleverd, want de Giro was zijn alternatief voor de afgeblazen Tour. Vanaf 18 augustus is er de Vuelta, die hij in dezelfde geest als de Giro zal aanpakken maar waarin anderen de verwachtingen onnodig hoog zullen spannen. Thomas zal zich evenwel niet laten opjagen maar de innerlijke rust van de outsider bewaren om vanuit de luwte op te rukken, zo is hij op zijn best. Hopelijk mag hij dat doen met dezelfde ploegleiding als in de Giro.

zaterdag 26 mei 2012

Vaarwel, El Toro ...
Je bent 75 jaar jong, je voelt je goed, je verzorgt je en gaat er prat op dat je nog tegen een gematigde snelheid geregeld fietstochtjes onderneemt. Het is eindelijk schitterend weer en je bent niet te houden voor je escapade op twee wielen langs het jaagpad in Zevergem (De Pinte). Je had het beter niet gedaan want in volle euforie begeeft je kennelijk toch niet zo gezonde hart. Daarvoor moet je evenwel geen 75 jaar geworden zijn want daags voordien liet de amper 43-jarige Chris Sterkens (Turnhout) het leven op de Mont-Ventoux.
- "Een schone dood", durven sommigen daarvan te zeggen want het overkwam hen tijdens zowat het liefste wat ze deden, het is dus waar maar voor beiden decennia te vroeg want ze genoten (nog) zo intens van hun korter of langer leven.
Arthur Decabooter was een geweldig coureur die ik tijdens mijn jongste jaren, kortzichtig als ik toen was, evenwel niet in mijn hart droeg. Hij bestond het immers om aan de poten van de troon van Rik Van Looy, mijn absolute jeugdidool, te zagen. En bij gelegenheid stootte hij de keizer zelfs van zijn sokkel, vooral die keer in 1960, toen hij na Dwars door België in Waregem reeds als 23-jarige de grote Ronde van Vlaanderen won. "Zijn" Ronde van Vlaanderen die hij ook al in 1955 (liefhebbers) en in 1958 (onafhankelijken) op zijn naam had gebracht.
Tijdens de lente van 1960 ging hij op zijn elan door. Met de maats van Groene Leeuw monopoliseerde hij, onder het commando van Berten De Kimpe, de Vuelta. Hij won twee ritten en werd eindwinnaar met de punten. Eén en ander deed hij zo spraakmakend dat de Spanjaarden hem met de koosnaam "El Torro" bedachten. In die dagen zag hij er ook uit als een ... stier!
Zelfs al won hij in 1961 vooral de Omloop Het Volk, E3 Harelbeke en de G.P. van Denain toch ging Tuur even snel als hij gekomen was. Na dat jaar had hij het beste al gehad, zelfs al won hij in 1964 nog Kuurne-Brussel-Kuurne en (na 1958) opnieuw Nokere Koerse.
Toch bleef hij zich tijdens de nadagen van zijn topperiode nuttig maken voor Groene Leeuw. Zo hielp hij zijn (aanstaande) schoonbroer Walter Godefroot in Vilvoorde 1965 kampioen van België worden door de opkomende metronoom Eddy Merckx af te houden.
Arthur De Cabooter was ontzettend populair én geliefd. het werd als een groot onrecht ervaren dat hij, onder invloed van de almachtige keizer van Herentals, in 1960 noch 1961 geselecteerd werd voor het wereldkampioenschap op de weg. Er werd zowaar tegen betoogd.
Tuur De Cabooter was één van de vele jonge goden die in de late jaren vijftig en de vroege jaren zestig hun prille status niet lang konden volhouden. Toch bleef hij tot en met 1967 op de barricade want "ik koers toch zo graag meneer". In een tjokvol Gents Kuipke nam hij eind dat jaar afscheid van zijn publiek. In 2007 werd "zijn" Gavere geïnaugureerd als Dorp van de Ronde voor die Ronde van Vlaanderen. Op die dag werd Arthur gehuldigd en verscheen er een tweede boekover hem, getiteld "Arthur - El Toro Decabooter - een Flandrien uit de sixties".
Arthur Decabooter was gehuwd met Nicole Standaert, een zus van Micheline, de vrouw van Walter Godefroot. Hij was eeuwig jeugdige lieve man die van fitheid zijn handelsmerk maakte.
Hij kwam altijd uiterst beleefd uit de hoek, sprak zacht zonder onvertogen woord en was dus hoegenaamd niet de briesende ... stier die hij als coureur wel eens durfde te zijn. Het was een genoegen om hem af en toe, meestal in het gezelschap van de ook al 69-jarige Walter Godefroot, terug te zien. Met El Toro's afsterven verlies ikzelf ook opnieuw enkele van mijn laatste brokjes jeugd, maar we moeten verder en zullen ons over enkele uren in Heusden-Zolder weer (te) jong voelen.
Thomas De Gendt kàn de Giro winnen
Thomas De Gendt kan, na de koninginnenrit, de Giro helemààl winnen op voorwaarde dat vandaag alles in de juiste plooi valt. Dat begint bij zijn fysieke recuperatie de voorafgaande nacht en de innerlijke rust in zijn hoofd. In het verleden was Thomas daar een grootmeester in maar dit is een ongekende situatie, waarin het gegeven dat hij helemaal "niets te verliezen maar alles te winnen heeft" de bovenhand haalt. De vorm van de dag bepaalt alles en die heb je - in tegenstelling tot in de onzalige vorige decennia - niet meer zelf in de hand. De plot waarop het niet moet maar mag gebeuren is Thomas De Gendt alvast genegen: een tijdrit rond Milano over uitsluitend vlakke wegen waarop hij de grote molen onbeperkt kan ontwikkelen, enkel de vele bochten kunnen het voor hem eventueel iets te technisch maken en de verschillen drukken. De grote molen is zijn favoriete ding, geen enkele klimmer kan er beter mee om als hij maar vraag is hoe zijn benen reageren op de abrupte overschakeling van klein naar groot. Het is evenwel een hindernis die ook zijn concurrenten in egale omstandigheden moeten nemen.
Hoe liggen de verhoudingen? Ik bleef erbij dat Ryder Hesjedal niet de betere tijdrijder is, voor wie de insiders hem houden. De Canadees is te hoekig voor deze opdracht, waarin hij nog geen enkele keer scoorde. Daarbij komt nog dat hij onder druk moeilijk presteert: zijn minste dagen in deze Giro waren deze waarop hij de roze trui droeg. De beide Italianen zijn uitgeteld maar niet Joaquin Rodriguez, die op de Stelvio de medewinnaar van de dag werd en met het goedmaken van veel tijd in de laatste kilometers bewees dat het mentaal goed zit met hem. En vooral: als tijdrijder heeft hij hard gewerkt tijdens het tussenseizoen. In de weliswaar korte (9,3 km.) en meer geaccidenteerde van het Baskenland, waarin hij zijn pole position in de tussenstand moest verdedigen, werd hij zesde op amper 22" van zijn overwinnaar, Olympisch kampioen Samuel Sanchez. In deze Giro telt hij meer voorsprong, 2'18". Het betekent dat Thomas over elke kilometer bijna vijf seconden minder moet doen dan Joaquin. De vorm van dag zal bepalen of dat veel of weinig is.
Hoe het ook afloopt, minstens het podium (zeker de derde plaats, waarvoor hij op Michele Scarponi "slechts" 27" moet goedmaken, wenkt en dat is - in combinatie met de gewonnen koninginnenrit - oneindig veel meer dan hij bij de afrit in Denemarken: zijn grenzen verleggen voor een eindstek in de top-25.
Het geloof in Thomas De Gendt groeide vanaf het moment dat hij, aan de vooravond van de slotweek, plots twaalfde stond in de tussenstand. Aangezien hij een grote ronde altijd beter beëindigt dan begint, behoorde zelfs een top-vijf tot de mogelijkheden. Toen hij op de Alpe di Pampeago de favorieten anderhalve minuut moest laten wegrijden, leek hij te zullen parkeren in de top-tien. Het leek zelfs niet uit te sluiten dat hij op de Stelvio een patat van jewelste zou incasseren die hem in de eindstand zou terugdringen. De patat was inderdaad op de afspraak maar Thomas deelde ze uit in plaats van te incasseren. Weten de notoire tenoren er zich wel raad mee?
Op dag dat Arthur De Cabooter ging, kwam de topcoureur Thomas De Gendt. Wat het verband mag zijn? De Waaslander woont in Semmerzake met zijn vriendin Evelyn (zus van ex-renner Davy) Tuytens. Zaterdag 26 mei zal in het Gaverse gemengde gevoelens ontlokt hebben. 
Ryder Hesjedal, de betere tijdrijder? Een fabeltje! 
Maak Ryder Hesjedal in godnaam niet beter dan hij is. Gisteren deed hij een goede maar geen gouden zaak door van Joaquin Rodriguez (+13"), Michele Scarponi (+16") en Ivan Basso (+36") weg te rijden. Toch zou hij er goed aan doen om dat vandaag, in de koninginnenrit, overtreffend te herhalen, anders waait er voor hem wat.
Deze etappe kan zoveel ingrijpender zijn dat de afsluitende tijdrit er misschien niet meer toe doet. Dat kan dan vooral goed nieuws zijn voor Ryder Hesjedal want het is een fabeltje dat hij een begenadigd tijdrijder is. Als klassementsrenner behaalde hij zijn beste eindnoteringen in de Tour van 2010 en 2011, zesde respectievelijk achttiende. Dat werd niet ingeleid door bemoedigende resultaten in de lange tijdrit. Zo werd Ryder in Pauillac 2010 slechts 51ste op 6'40" van Fabian Cancellara (Joaquin Rodriguez werd daar beschamend 153ste op 10'17") en in Grenoble 2011 61ste op 4'56" van Tony Martin (Ivan Basso werd daar 33ste op 3'47"). Joaquin Rodriguez heeft inmiddels hard gewerkt aan zijn pijnpunt. Zo werd hij in de tijdrit van het Baskenland, waarin hij zijn leiderspositie moest verdedigen, knap zesde op 22" van Samuel Sanchez.
En wat is Michele Scarponi waard als tijdrijder? In de Giro van 2011, waarin hij tweede en naderhand eerste werd, werd hij op 4" van Vincenzo Nibali tweede in de korte klimtijdrit van Belluno naar Nevegal en zestiende op 1'28" van David Millar in de afsluitende tijdrit rond Milaan.
Ryder Hesjedal telt in de tussenstand amper 17" achterstand op Joaquin Rodriguez en 1'22" voorsprong op Michele Scarponi en 1'28" op Ivan Basso. Daar moet nog aardig wat tijdvoordeel bijkomen, anders riskeert de Canadees in de afsluitende tijdrit de rekening gepresenteerd te krijgen. Dat beseft hij en daarom zal hij er in de koninginnenrit van vandaag alles aan doen om ongenadig toe te slaan. Als hij dat nog kan tenminste want veel overschot heeft hij bergop niet ten opzichte van zijn drie opponenten. Zelfs een opgefokte Italiaanse putsch, met de dolgedraaide tifosi in steun, behoort tot de mogelijkheden. Dat Ryder Hesjedal nu al gewonnen spel heeft, is dus hoogst voortvarend.    

Lotto Ridley Tour: olie zal bovendrijven !
Niet in de schaduw van het kampioenschap van België voor junioren maar er minstens evenwaardig naast is er het hele weekeinde van Sinksen de Lotto Ridley Tour. Helaas ontbreken nogal wat toppers. DJ-Matic Kortrijk geeft zelfs au grand complet verstek omdat deze driedaagse voor renners en begeleiders moeilijk in te passen was want na de G.P. Brouwerij Houtsaegher (Koksijde, 2 juni) vertrekken ze meteen naar Italië voor deelname aan de Trofeo Squillario, waarin Edward Planckaert vorig jaar vierde en Jordi Warlop zesde werd. Behalve Warlop zullen dus ook onder anderen Arne Clicteur, Emiel Planckaert, Jens Teirlinck, Wiebren Plovie (weliswaar zes weken out door een elleboogbreuk opgelopen bij een zware val in de finale van het kampioenschap van Vlaanderen) en last but not least Enzo Wouters ontbreken. Enzo is nog altijd de regérende kampioen van België en op Hemelvaartdag mocht hij van onder die driekleur de kant-en-klare Vlaamse trui halen. Drie dagen later won hij op even majestueuze wijze de tweede manche der Beker van België in Imde-Wolvertem. Daags na zijn voorspelbare winst in Mol had ik hem graag zien evolueren in de korte tijdrit te Goetsenhoven en vooral in de koninginnenrit rond Banneux. Het zou ons nog wijzer gemaakt hebben hoe ver zijn rijk potentieel reikt.
Ook het Young Cycling Team van Patrick Verschueren is er in de Lotto Ridley Tour helaas niet bij en dus ook niet Cedric Beullens, Ward Jaspers, Sander Pauwels, Ignace Vancampenhout en Thimo Willems.
Ook onder anderen Maxim Bollé (de kakelverse Vlaamse kampioen bij de eerstejaars), Raphaël Ceurens, Igor Decraene, Alfdan De Decker, Aidan Neirynck, Stef Rogier, Arno Van der Beken, Wesley Widar,... hadden een meerwaarde betekend voor het toch nog knappe deelnemersveld.
Het is evenwel zoals altijd: "les absents (aur)ont tort" en er zijn genoeg anderen om er een spetterend driedaags wielerfeest van te maken, niet in het minst door de aanwezigheid van vijf buitenlandse teams: de nationale selecties van Luxembourg, Groot-Brittannië en Denemarken alsook de Nederlandse (topclubs voor die categorie) Westland Wil Vooruit en RSC de Zuidwesthoek.
Het medeorganiserende Balen B.C. is er vanzelfsprekend wel maar dan zonder zijn eerste coryfee, Charlie Arimont maar Brent Briesen, Simon Claeys, Dennis Delmotte (dagzege?), Yannick Peeters, absolute topfavoriet Senne Leysen en Jordi Van Dingenen.
Dit sterkste collectief krijgt, behalve van de buitenlanders, tegengewicht van onder anderen Maxime De Poortere, Thibault Devoldere (een sterke tijdrit kon de basis vormen voor een spraakmakend klassement), jeune premier Robbe Ghys, Gianni Wytinck,...
Hou evenwel vooral ook Vincent Peeters in de gaten. Na een drukke winter in het veld sneed hij de wegcompetitie pas eind april aan maar het verhinderde hem niet om bijna telkens het podium te bestijgen, evenwel nog niet de de hoogste trede: derde in St. Joris, derde in het kampioenschap van Antwerpen, vierde in het kampioenschap van Vlaanderen en tweede in Imde-Wolvertem. Vincent
krijgt bovendien assistentie van sterke DCM-GB - maats Thomas Demolder, Steff Hermans, Robin Jacobs, Ferre Peeters en Beau Wouters.
Tenslotte is er het sterke blok van U.C.S. Crabbe-Performance, aangevoerd door Milan Menten, Thibaut Panis en Jeroen Scheepers.
Deze boeiende driedaagse wordt vandaag in Mol ingestoven met een grote ronde van 33 km. waarna vijf lokale ronden. Goetsenhoven (met wielermecenas Eddy Bielen als exponent) brengt een korte matinale tijdrit en een kortere namiddagrit. Op maandag is er de koninginnenrit rond Banneux, waarbij zelfs La Redoute niet wordt ontweken. De olie zal bovendrijven, wees daar maar zeker van!

vrijdag 25 mei 2012

Mega-interessant junioren-kampioenschap !
Het kampioenschap van België voor junioren, gelukkig niet opgesplitst in eerste- en tweedejaars, wordt mega-interessant. Naar verluidt zou het parcours, waarmee de meesten vertrouwd zijn door hun deelname als nieuweling aan de manche der Beker van België, relatief selectief zijn. Het plannetje oogt alvast aantrekkelijk in een achtvorm, zodat men de renners in de onmiddellijke buurt van start en finish elke ronde tweemaal ziet passeren. Er is ook de ongewone afstand (135 km., verdeeld over vijftien ronden van elk negen kilometer) plus het specifieke karakter van een kampioenschap dat ervoor zorgt dat de achterdeur permanent openstaat. Hopelijk wordt er in Heusden-Zolder, behalve afgevallen, ook aangevallen wat vorig jaar in Wielsbeke (dat bovendien getrakteerd werd op een fijn gesmaakte act van bodypainting) zeker het geval was. De eerste bepalende ontsnapping hield stand tot het einde en voerde Daan Myngheer, Mike De Bie en Brecht Ruyters naar het podium. Ook Michael Cools (zesde) en Benjamin Declercq (achtste) maakten van die geslaagde uitval deel uit, ze kennen dus het klappen van de titelzweep.
Er zijn zowat tweehonderd gegadigden in deze provinciale onderverdeling: Antwerpen (32), Henegouwen (7), Limburg (18), Luik (17), Oost-Vlaanderen (47), Vlaams-Brabant (22) en West-Vlaanderen (43). Tussen de zeventien "Luikenaars" staan tien jongens die in Vlaanderen (meestal Limburg) gedomicilieerd zijn maar die omwille van hun sportief asiel bij U.C.S Crabbe-Performance als Walen beschouwd worden. Het leverde Wannes Heylen (in Vosselaar woonachtig) de titel van kampioen van ... Wallonië en Wouter Leten (woonachtig in Bocholt) van kampioen van ... Luik opleverde. Ik kan mij voorstellen dat de andere Waalse clubs met die ontwikkeling allesbehalve opgetogen zullen zijn.
Wouter Leten kan dus beweren dat hij de enige Limburgse junior is die een provinciaal kampioenschap gereden én gewonnen heeft. Hoe Kafkaiaans, ik heb het al eerder aangeklaagd als het Brussel-Halle-Vilvoorde van de koers.
Per club onderverdeeld geeft dit: Balen B.C. (19); Avia en DJ-Matic-Kortrijk (elk 18); U.C.S. Crabbe-Performance (15); Onder Ons Parike (11), Cube-Fintro (10); Thompson (9); S.V. Deerlijk, Sport & Steun Leopoldsburg en S.C.V. Marchovelette (elk 6). De ruim dertig overige clubs tellen vijf of minder vertegenwoordigers, die daarom niet kansloos zijn want zij hoeven zich om niets of niemand te bekommeren.  
Balen B.C. beschikt behalve kwantitatief ook kwalitatief over het sterkste blok met zowat de helft coryfeeën als daar zijn Jenthe Biermans, Bruno Geuens, Michael Goolaerts, Jonas Rickaert, Dries Van Gestel, Matthias Van Gompel, Jochim Vanreyten, Seppe Verschuere, Dries Verstrepen,... maar dat kan evengoed problemen als voordelen opleveren. En zo hoort het eigenlijk want een kampioenschap is een individuele koers maar tegen de onderlinge hand- en spandiensten kan de wedstrijdjury helaas niet optreden want ... bewijs het maar!
De andere stevig(st)e blokken dan:
Avia met Tiesj Benoot, Michael Cools, Kevin Deltombe, Lindsay De Vylder, Dieter Verwilst,...;
U.C.S. Crabbe-Performance met Johan Hemroulle, Wannes Heylen, Wouter Leten, Jens Vandenhoudt,...;
Cube-Fintro met Tom Bosmans, Merlijn Decoster, Laurent Pieters, Otto Vergaerde,...;
DJ-Matic Kortrijk met Benjamin Declercq, Maxime Farazijn, Edward Planckaert, Miel Pyfferoen,...;
Onder Ons Parike met Ruben Pols, Niels Tondeleir, Jasper Van der Schelden,...;
Tieltse Renners met Enzo Demasure, Jelle Rutsaert, Cedric Verbeken,...
Piet Allegaert (Jonge Renners Roeselare), Ciske Aneca (Brugse Velosport), Gert-Jan Decoster (DCM-GB Vorselaar), Tanguy Degroeve (S.V. Deerlijk), Gert-Jan De Sy (V.C. 't Meetjesland - Knesselare), Jasper Dult (Thompson), Bavo Haemels (C.T. Schriek), Quinten Hermans (Young Telenet - Fidea), Jan Logier (Molenspurters Meulebeke), Brent Luyckx (Team Ciclismo Mondial), Glenn Rotty (Wielerteam Waasland) en last but not least  Nathan Van Hooydonck (Hoboken W.A.C.) staan geïsoleerder of zelfs helemaal alleen maar dat nadeel kan in hun voordeel ombuigen want zij hoeven zich niet te bekommeren om medestanders.
Indien er iemand anders dan de vele voornoemden wint dan mag men van een absolute verrassing gewagen.
Vooral Balen B.C. heeft de sleutel in handen. Na de toch wel pijnlijk verloren Ster der Vlaamse Ardennen zullen de gelederen hergesloten zijn en zal elke groot ego het collectief vooropstellen, wat persoonlijk succes daarom nog niet uitsluit. Benieuwd welke vroege ontsnapping de Balen-muur zal slopen.
RETRO
De 46-jarige erelijst van deze Belgische wegkampioenschappen herbergt meer vluchtige passanten dan kampioenen in de dop zoals Rik Van Linden in 1968 (die daarmee de meest beklijvende van ... 74 overwinningen behaalde), Eddy Planckaert 1977, Carlo Bomans 1981, Edwig Van Hooydonck 1984, Tom Steels 1989, Frank Vandenbroucke 1992, Jurgen Van de Walle 1995, Stijn Devolder 1997 en Jurgen Roelandts 2002. Over de vijf meest recente kampioenen (Jens Debusschere in 2007, Arthur Vanoverberghe in 2008, Joaquim Durant in 2009, Jasper De Buyst in 2010 en Daan Myngheer in 2011) is het nog veel te vroeg om uitsluitsel te geven.
Kampioenschappen van België op de weg: 
instuif te Heusden-Zolder
Zondag openen in Heusden-Zolder de junioren (17- en 18-jarigen) de reeks kampioenschappen van België op de weg. Daarna volgen nog dat van de contractrenners (Geel, zondag 24 juni), de aspiranten (Deinze, zondag 5 augustus), de nieuwelingen (Tervuren, zondag 29 juli), de eliten zonder contract en de beloften (Wielsbeke, zondag 19 augustus). Op woensdag 15 augustus zijn er voor alle categorieën de nationale kampioenschappen tijdrijden in de wondermooie omgeving van de Lac de l'Eau d'Heure te Boussu-lez-Walcourt (Froidchapelle), dertig kilometer bezuiden Charleroi.
In de gouden jaren van het jeugdwielrennen werden enorme sommen opgehoest om een wegkampioenschap van België te mogen organiseren. De jackpot van weleer is een vetpotje geworden, tot spijt van de fanfare van honger en dorst die weer au grand complet zijn opwachting zal maken voor de rijkelijke buffetten. Sommige bobo's en pipo's zul je via een achterpoortje, en indien mogelijk met de rug naar de koers gekeerd, rond de middag de VIP-ruimte met hun aanschurkend gevolg zien binnenglippen om er in de vooravond overvoldaan weer te verdwijnen. Koers zonder coureurs, ziedaar hun natte wensdroom. Neen, ze zijn absoluut niet allemaal zo maar die verkozen onverlaten zijn wel medebepalend voor de versnelde vrije val waarin het vaderlandse jeugdwielrennen is verzeild.
Bizar overigens dat dit kampioenschap van België voor junioren wordt betwist in een provincie, waar er geen geld is om een provinciaal kampioenschap voor nieuwelingen en junioren te organiseren. Eigenlijk zou men dit niet mogen toelaten. Een coureur die niet deelneemt aan zijn provinciaal kampioenschap wordt toch ook uitgesloten van deelname aan het kampioenschap van België?
In de nationale media zal er, op enkele lijntjes na, weinig van merken zijn van dit BK want de nationale sportbladzijden hebben een zee van ruimte nodig voor de trainerscarrousel en voor de (sic) levensbelangrijke interland België - Montenegro, een godbetert oefenmatch voor de kwalificatieronden van de Wereldbeker 2014 in Brazilië. En dat laten wij zomaar in onze maag splitsen. Opdoeken die handel en opzeggen dat abonnement op die (voetbal)kranten.

donderdag 24 mei 2012

Andrea Guardini verstomt Mark Cavendish én Mario Cipollini
Sakkerse Andrea Guardini! Op de laatste kansdag van de spurters zette hij Mark Cavendish een neus en snoerde hij Mario Cipollini de wijde bek.
In zijn schijnbaar gemakkelijkste spurt van deze Giro werd de regérende wereldkampioen vol op zijn waarde geklopt. Andrea Guadrini lijkt de sleutel ontdekt te hebben om het slot van de Brit te ontwrichten en hem de zegepas afsnijden.
Anticiperen is zijn recept, dat wil zeggen vanachter de rug van Cavendish een fractie eerder beginnen spurten, over hem heen flitsen en hem op die manier een mentale tik toedienen. Mark schrok zich een hoedje en kreeg in Vedelago een volle fietslengte aangesmeerd. Dat heeft hij nog niet meegemaakt. Na die ene keer zal het verrassingseffect wel al weg zijn, maar toch.
Voor Mark Cavendish was het verlies dubbel: een vierde dagzege vandaag en de rode leiderstrui van de puntenstand allicht zaterdag. Hij kon het niet hebben en maakte misbaar alsof zijn overwinnaar hem geschoffeld had. Niets daarvan, het was pure frustratie die zijn groot ego geen goed deed. Dit kan een keerpunt zijn want in de Tour, als hij er aan de vooravond van de Olympische wegrit in "zijn" Londen al aan deelneemt, krijgt hij nog meer concurrentie op zijn bord.
Evenwel niet van Andrea Guardini, over wie ik het hier en nu vooral hebben. Hij behaalde drie weken vòòr zijn 22ste verjaardag zijn eerste dagzege in de Giro. Mario Cipollini was "reeds" tweeëntwintig jaar én zeventig dagen toen hij dat op 1 juni 1989 voor mekaar kreeg. Andrea heeft dus voorsprong genomen op Mario, wat natuurlijk niet betekent dat hij over pakweg vijftien jaar diens absolute record van 42 dagzeges zal verbeterd hebben. Toch zal Cipollini nu wel anders piepen over Guardini. In zijn dagelijkse column mekkerde hij voortdurend op de jonge bolide van Farnese Vini, die zich - op één van "zijn" fietsen" (daaraan kon het dus - sic - niet liggen) - behalve in Horsens (tiende) en in Cervere (29ste) geen enkele keer bij de eerste honderdvijftig geklasseerd had. Mario dreef zijn kritiek op Andrea zo ver dat hij aanbood om op zijn 45ste wederop te treden om hem te helpen Cavendish te verslaan. Een utopie die Andrea dus niet nodig heeft. In het tijdklassement was hij de vice - rode lantaarn op ruim vier uur van Joaquin Rodriguez en daar zal morgen en overmorgen allicht nog een vol uur bijkomen. Enkel de Spanjaard Miguel Minguez telt nog wat meer achterstand en met hem kan hij tijdens de drie slotdagen een weinig stichtend duel aangaan om in Milaan als hekkensluiter te worden beschimpt.
Voor Andrea Guadrini was dit al de achttiende én belangrijkste zege als contractrenner. De vorige successen waren al evenmin kermiskoersen maar vooral elf dagzeges in Langkawi (vijf in 2011 en zes in 2012) en verder in 2011: één in Qatar (op Francesco Chicchi en Theo Bos behaald), twee in Turkije (op Tyler Farrar, Kenny van Hummel, Andre Greipel, Alessandro Petacchi,...), één in Slovénie (op Alessandro Petacchi, Jens Keukeleire,...) , één in Portugal (op Elia Viviani, Danilo Napolitano,...) en één in Padania. De Adonis uit de wijde omgeving van Verona wordt de komende tien jaar een vaak uitgesproken naam, zeker weten!

woensdag 23 mei 2012

OmegaPharma - Quick.Step wil (met Expo Floor Coverings
een bisnummer in de Hel van het Noorden
Zondag wordt Paris Roubaix voor beloften verreden. Zeven weken na het delirium met de contractrenners is EFC-OmegaPharma-Quick.Step tuk op een bisnummer. Gerry DruytsYves Lampaert, Florian Senechal (Fr.), Christophe Van Cauwenberghe, Louis Verhelst en Jens Wallays moeten daarvoor instaan. Om dat doel te dienen worden de grote middelen ingezet. Dankzij Patrick Lefevere zal elke voornoemde renner kunnen beschikken over een very special Specialized -fiets. De wielbasis is langer en zowel de voor- als achtervork is uitgerust met zogeheten 'dempers'. Onder het stuurlint is schokdempende gel aangebracht. Er wordt gereden met de wielen en de tubes van de grote jongens. De tubes zijn 27 millimeter dik en hebben een licht profiel. Elke jongere zal dus als een jonge Tom Boonen de kasseien kunnen trotseren.
Behalve EFC-OmegaPharma-Quick.Step nemen nog meer Belgische ploegen deel. Ovyta-Eijssen-Acrog doet een beroep op Sean De Bie (die met een knalprestatie een zoveelste stap kan zetten naar profwaardigheid), Giorgio en Lorenzo Derycke (wiens grootvader Germain in 1953 deze topklassieker won), Frederik Frison, Jens Vandenbussche en Tim Vanspeybrouck. Lotto-Ridley U23 doet het allicht met Ruben Boons, Jorne Carolus, Daniel McLay, Niels Reynvoet, Jef Van Meirhaeghe en Nicolas Vereecken. Soenens-Construktglas wil er het beste van maken met Jasper Baert, Niels Godderis, Xandro Meurisse, Joeri Persoon, Andres Saelens en Dries VannevelIdemasport kandideert vooral met Antoine Demoitié (een omhooggeschoten Waals talent: dagwinnaar in de Triptique des Monts & Chateaux, de Carpathia Couriers Tour en de Triptique Ardennais). Last but not least is er Bontranger-Livestrong, geleid door Axel Merckx, met Jasper De Buyst en Jasper Stuyven (die zich al jaren op deze koers toespitst en vorig jaar als neo-belofte tweede werd).
Vast op de afspraak zijn uiteraard de betere Franse clubs, waarbij Vendée U (aangevoerd door Pierre-Henri Lecuisinier, de wereldkampioen junioren van 2011) het meest in het oog springt.
Rabobank wordt aangevoerd door Dylan van Baarle, recentelijk eindwinnaar van Olympia's Tour. Veronachtzaam ook Leopold-Trek niet met de Italiaan Eugenio Alafaci en de Luxemburger Bob Jungels (de wereldkampioen tijdrijden junioren van 2011 en als neo-belofte meteen eindwinnaar van de Triptique des Monts & Chateaux) als troeven.
Even memoreren naar de uitslag van zondag 29 mei 2011. De Nederlander Ramon Sinkeldam (Rabobank) was die dag de grote gevierde. Op het podium mocht hij, met een symbolische kassei in de hand, neerkijken op Jasper Stuyven en de Amerikaan Jacob Rathe. Arnaud Démare (als 20-jarige neo-prof al vier keer winnaar op de internationale kalender) werd vierde en Andrew Fenn vijfde. In de top-25 werden nog elf Vlamingen teruggevonden: Louis Verhelst (6de), Tim Declercq (10de), Kevin Van den Noortgate (11de), Jorne Carolus (12de), Gijs Van Hoecke (13de), Nicolas Vereecken (16de), Matthias Allegaert (17de), de inmiddels gestopte Dries Beatse (18de) en Jef Van Meirhaeghe (23ste).
Nog twee andere Vlamingen maken op twee (weliswaar gemotoriseerde) wielen hun opwachting op de kasseien van het Noorden: de gepassioneerde fotografen Marc Vanhecke en Mario Varrewaere. Ook zij zullen daar hoog scoren.
Thomas De Gendt (b)lijkt de hoge verwachtingen in te lossen
Op de openingsdag van de Ronde van België (met een overwinning van Andre Greipel, een aangekondigde kroniek) begon ook de 96ste Giro, die eigenlijk al zestien ritten bezig was.
De eerste zes van de vice-koninginnenrit zijn nagenoeg ook de eerste zes van de tussenstand, enkel Benat Intxausti geraakte er nog tussen. Toch is het aantal kandidaten op de eindzege gereduceerd tot de vier (Rodriguez, Hesjedal, Basso en Scarponi) die binnen anderhalve minuut geklasseerd staan, de anderen tellen minstens dubbel zoveel achterstand. Joaquin Rodriguez behaalde een tweede dagzege maar komt daarmee geen stap dichter bij de eindzege, wel bij die met de punten waarin hij nadert tot op één eenheid van Mark Cavendish, voor wie een eventuele vierde dagzege morgen niet zal volstaan want daarna volgen nog twee zware bergritten, waarna de Spanjaard meer punten zal totaliseren dan de regérende wereldkampioen. Ryder Hesjedal leek de beste zaak te hebben gedaan, als de theoretische beste tijdrijder consolideerde hij zijn ideale uitgangspositie. Ivan Basso liet zijn discipelen tevergeefs zwoegen om zijn rivalen af te matten maar dat bekocht hij bijna zelf en Michele Scarponi toonde zich karaktersterk nadat hij meermaals door krampen overvallen werd. Benieuwd hoe die verhoudingen zich nog vertekenen op vrijdag en vooral op zaterdag met de koninginnenrit naar de Passo dello Stelvio na de al even gevreesde Mortirolo.
De top-tien wordt vervolledigd door overwegend onverwachte namen, die refereren naar de schrale bezetting van de 96ste Giro. Rigoberto Uran werd door Johan Bruyneel aangewezen als de runner up onder de klassementsrenners, de feiten stellen hem alweer in het gelijk. Benat Intxausti, ooggetuige bij het smartelijk ongeval van zijn boezemvriend Xavier Tondo, is daarin het lelijke eendje want indien hij in zijn vorige grote ronden al niet opgaf dan eindigde hij niet bij de eerste vijftig. Domenico Pozzovivo, dagwinnaar in Lago Laceno en ook bijna dertig, lijkt zijn negende plaats van 2008 te kunnen verbeteren. Paolo Tiralongo, bijna vijfendertig en nooit dichter dan vijftiende (in 2005) pareerde een tik. Sergio Luis Henao, een bijna 25-jarige nog onbekende Colombiaan en aan zijn eerste grote ronde toe, lijkt gemaakt voor dit werk. En dan is er last but not least Thomas De Gendt, die onze verwachtingen inloste en van de twaalfde naar de negende plaats oprukte. Indien hij in de twee restérende zware bergritten standhoudt dan kan hij in de afsluitende tijdrit rond Milaan een gooi doen naar de top-vijf, waarvan hij op dit moment hoguit honderd seconden verwijderd is. "Als" doet altijd mee maar heeft nog nooit een koers gewonnen, zou Rik Van Looy daarvan zeggen. Wat er evenwel ook gebeurt (en zelfs al incasseert hij nog een nooit uit te sluiten patat) Thomas' Giro kan  reeds lang niet meer stuk en lijkt hoe langer hoe meer tot de tweede Vlaamse klassementsrenner naast Jurgen Van den Broeck te ontwikkelen. De Gendt rijdt ook nog de Vuelta want in de begindagen van de Tour treedt hij in het huwelijk. Een zogezegd ongelukkige planning waarvan hij almaar minder spijt heeft.
Zoveel spijtiger is de dreiging van een weer ersatz-winnaar van de bergprijs met de weliswaar verdienstelijke Matteo Rabottini, dagwinnaar op Pian dei Resinelli. In de tussenstand staat hij 55ste op 1u.20'53" van Joaquin Rodriguez. Rabottini puurde zijn punten uit twee vrijgeleides. Zijn goed recht natuurlijk maar niet sportief allesbehalve hoogstaand. Wanneer zegeviert in deze de logica en kent men de punten van de bergprijs toe volgens de tijdopname op de cols? Met de beschikking over transponders is dat een koud kunstje.
Gérard Bulens strikt nog een co-sponsor, nu nog de coureurs
Aan de vooravond van de Ronde van België is general manager - ploegleider Gérard Bulens er warempel in geslaagd om nog een co-sponsor te strikken voor zijn team: de mobiliteitsorganisatie Touring.
- "We kaderen dit nieuwe initiatief in onze langetermijn-visie over mobiliteit. Fietsen wordt een steeds belangrijker verplaatsingsmiddel voor heel veel mensen", aldus Touring. "Bovendien zit het fietstoerisme sterk in de lift en dat kunnen wij alleen maar toejuichen. Vergeet niet dat Touring in 1895 werd opgericht door een groep wielertoeristen en dat wij elk jaar tal van fietsevenementen steunen in heel het land."
Die keuze kan bezwaarlijk op basis geweest zijn van de in 2012 behaalde resultaten want die zijn ronduit gênant. In de betrouwbare Cycling Quotient Ranking haalt geen enkele discipel de top-honderd. Bert De Waele, de minst slecht geklasseerde, vindt men terug op rang 112, de tweede van het team, Davy Commeyne, op rang 302 en vervolgens Reinier Honig op positie 478. In de ploegenstand komt het team uit op de 33ste plaats. Niet te verwonderen met zo'n schrale bezetting. Op de internationale kalender werd amper twee keer gewonnen: Frédéric Amorison won de Vlaamse Pijl in Harelbeke (de eerste manche van de zelfverklaarde Topcompetitie van de eliten zonder contract & de beloften) en Kevin Claeys vorig weekend de heropgestane Ronde van Limburg en toch niet goed genoeg bevonden voor deelname aan de Ronde van België, (sic) l'embarras du choix allicht. De verdienstelijke Baptiste Planckaert is er daar gelukkig wel bij.
In Bulens' Mannshaft staan zelfs twee coureurs die in 2012 nog géén enkel CQ-punt achter hun naam kregen en de meeste anderen doen het dus amper beter. Men moet zich de vraag stellen op welke basis deze coureurs gerecruteerd werden en of het niet jammer is dat zij zo systematisch de weg barreerden van jongere contractrenners (Matthias Allegaert, Joeri Calleeuw, Dries Depoorter, Timothy Dupont, Kess Heytens, Jeroen Hoorne, Timothy Stevens, Frederik Verkinderen, Benjamin Verraes,...) die zo'n kans wel verdienden en misschien ook zouden gegrepen hebben. Men moet zich daarbij vragen stellen zonder antwoorden te geven. In dit verhaal wik ik immers mijn woorden, anders worden ze nog tegen mij gebruikt ook.
En oh ja, inderdaad het Team Buelens onderscheidt zich des te meer in het veldrijden met Sven Nys als absolute coryfee en Vincent Baestaens en Sven Vanthourenhout als bescheiden secondanten.
Melden er zich nu nog enkele co-sponsors?
Onverkwikkelijke Balense story in de Tour de Himmelfart
In de Tour de Himmelfart, waaraan ze de jongste jaren telkens rimpelloos deelnamen en met nogal wat vette prijzen aan de haal gingen, hebben de Belgische nieuwelingen en meer bepaald die van Balen B.C. een onverkwikkelijke story op hun dak gekregen. 
Hun Nederlander Pascal Eenkhoorn, ook een begenadigd veldrijder, had bij de eerstejaars drie van de vier ritten (waaronder de tijdrit) gewonnen en leidde afgetekend in de tussenstand alsook in de bergprijs. Dat stak de Deense wedstrijdjury, die voor de helft bestond uit leden van Herning CK, danig de ogen uit. De derde dagzege van Eenkhoorn werd voorafgegaan door een valpartij, waarvoor Pascal verantwoordelijk werd gesteld. Dit was volkomen uit de lucht gegrepen, getuigden ook de meespurtende renners van C.T. Menen. Toch werd de Nederlander van Balen B.C. gedeklasseerd als winnaar van de rit en uitgesloten van deelname aan de afsluitende etappe zodat hij in de tussenstand verdrongen werd door Mathias Norsgaard Jörgensen, inderdaad uitkomend voor Herning CK of wat had u anders gedacht?
Balen B.C. weigerde deze onrechtvaardigheid te ondergaan en trok ook zijn andere discipelen Vincent Blancke, Daan Farrazijn, Jens Van den Wouwer, Gilles Van der Auwera en Yannick Versavel niet zonder spijt uit de wedstrijd terug. In hun verhaal van "samen uit, samen thuis" volgden de tweedejaars Charlie Arimont, Jens Berckmans, Steff Cras, Kevin Heylen, Ruben Van Bouwel en Jens Verheyden in hun kielzog en verlieten op hun beurt uit de koers. De Denen mochten ze hebben, hun Pyrrusoverwinningen.
Naderhand kon op de website van de organisatie gelezen worden dat Pascal Eenkhoorn volledig werd uitgesloten omdat hij verbaal door het lint was gegaan en dat hij daarbij zelfs de Deense politie viseerde. Het was vooral dat laatste wat men niet kon hebben. 
Er zal dus bijzonder veel diplomatie nodig zijn om Balen B.C. ooit nog terug te zien op het Deense hoogfeest van de koers tijdens het verlengde weekend van Hemelvaart.
...
Het voorval gelijkt een beetje op hetgeen de Belgen in de Tour de France van 1937 overkwam. Roger Lapébie werd er enorm bevoordeeld door de wedstrijdjury. Zo werden zomaar de geplande ploegentijdritten zonder boe of ba afgeschaft omdat de Belgen daarin erg goed waren.  De 23-jarige Gino Bartali had in de Alpen de gele trui veroverd maar moest na een val opgeven. Sylvère Maes, de winnaar van 1936, nam de leiding over. Zijn belangrijkste concurrent werd de Fransman Roger Lapébie. Maes kreeg stuitend te maken met het Franse chauvinisme en werd overdreven bestraft voor lichte overtredingen, Lapébie viel net het omgekeerde te beurt. Pertinent was dat Maes bij een spoorwegovergang met dichte slagbomen werd geconfronteerd terwijl er géén trein op komst was. Nog het ergst van al was het gedrag van de Franse fans, die Maes en zijn kompanen uitscholden én fysiek aanvielen. In Bordeaux verliet de volledige Belgische ploeg de 31ste Tour, die Roger Lapébie aldus een Pyrrusoverwinning zou opleveren. De Fransen hielden vol dat Lapébie hoedanook Maes zou verslagen hebben. Sylvère werd naar verluidt in eigen land nog hartstochtelijker toegejuicht dan bij zijn ware triomfen in 1936 en 1939.
Lang leve de dit jaar mega-interessante Ronde van België 
De Ronde van België, één van 's lands oudste (ritten)koersen, heeft de tand des tijds dan toch doorstaan én overleefd! Met bijzondere dank aan Rob Discart die er op het meest kritische moment zijn bekwame schouders onder zette en dit monument van definitieve uitroeiing (samensmelting met de Eneco Tour) behoedde.
Deze rittenkoers werd voor het eerst in 1908 verreden en vervolgens met uitzondering van de beide wereldoorlogen jaarlijks tot en met 1981 georganiseerd, meestal als het verbindingsteken tussen de Ronde van Vlaanderen en Paris-Roubaix. In de jaren tachtig kwamen er kinken in de versleten kabel, die vanaf vanaf 2002 door een sterkere en onverslijtbare glasvezel vervangen werd en weer jaarlijks doorgang vond met een eigen plek op de kalender eind mei / begin juni.
De 82ste editie wordt mega-interessant, alle verhoudingen in acht genomen zelfs interessanter dan de 96ste Giro, die niet meer spannende dagen zal gekend hebben.
Mega-interessant dus om deze redenen:
het heroptreden van de inmiddels uitgetreden numero uno van de wereld Philippe Gilbert, van regérend wereldkampioen tijdrijden Tony Martin (op 1 mei toch reeds tweede in Frankfurt) en van last but not least Jurgen Roelandts, die al op de openingsdag in Down Under voor màànden werd uitgeschakeld en daardoor een waarschijnlijk eclatant klassiek voorjaar aan zijn neus zag voorbijgaan;
 de absolute favorieten Lars Boom (winnaar in 2009) en Lieuwe Westra;
 het uur van de revanche voor Matti Breschel, Stijn Devolder (winnaar in 2008 en 2010), de uiteindelijk toch van doping verschoonde Alexandr Kolobnev,...
 het rendez-vous van de spurters onder anderen Adam Blythe, Kris Boeckmans, Francesco Gavazzi, Andre Greipel, Jurgen Roelandts, Kenny van Hummel, Michael Van Staeyen, Boy van Poppel, Maxime Vantomme,...
 de curiosa Iljo Keisse (de ontegensprekelijke regérende keizer van het ovaal), het verenigd gild der beste veldrijders Niels Albert, Wietse BosmansTom Meeusen, Sven Nys, Rob Peeters, Zdenek Stybar (een valabele kandidaat op de ... eindzege, let op mijn woorden!), Dieter en Michael Vanthourenhout, Sven Vanthourenhout, Klaas Vantornout (derde in de heropgewekte Ronde van Limburg), Gianni Vermeersch (recentelijk winnaar in Hooglede), Philip Walsleben, Bart Wellens,...;
• last but not least is er ook Niko nestor Eeckhout (die op 16 december zowaar tweeënveertig jaar wordt, wat er hem niet van weerhield om Wanzele en vooral de Omloop der Nederlandse Kempen te winnen);
 de jeune premiers Jetse Bol, Jens Debusschere, Timothy Dupont, Jan Ghyselinck, Daniël Peeters, Pieter Serry, Tom Van Asbroeck, Kenneth Vanbilsen, Francesco Vancoppernolle, Niels Vandyck (dag- en bijna eindwinnaar in de Ronde de l'Isard d'Ariège), Guillaume Van Keirsbulck, Bert Van Lerberghe, Jelle Wallays, Niels Wytinck...
Een beetje jammer toch dat Kenny Deketele en Gijs Van Hoecke (de wereldkampioenen ploegkoers) in dat rijtje ontbreken, deze Ronde van België past kennelijk niet ideaal in het plaatje van hun voorbereiding op de Olympische Spelen in Londen.

dinsdag 22 mei 2012

Overbodige rit, een meldpunt van Thomas De Gendt
Met alle respect maar ook en niet in het minst de zestiende rit van Limone dul Gara naar Falzes was dus wat je kunt noemen een overbodige dag in de 96ste Giro. De klassementsrenners namen er na de rustdag nog een snipperdag bij en wie (behalve zij die de fondsen bijeen collecteerden om de 96ste Giro naar hun contreien te lokken) kan hen ongelijk geven bij het besef van de vijftienduizend hoogtemeters die zij tijdens de resterende dagen nog te overwinnen krijgen.
Ion Izagirre, die als tiener ook aan veldrijden deed, mag dan een 23-jarige tweedejaarsprof zijn met toekomstperspectieven, een sieraad op het palmares is hij voorlopig niet. Het is niet uitgesloten dat hij het alsnog wordt maar dat zal dan allicht niet als klassementsrenner maar als dagwinnaar zijn. In de lente leerde men hem in onze regio kennen want in Gent-Wevelgem reed hij ruim tweehonderd kilometer in de aanval en werd toch nog vijftiende. Eerder klasseerde hij zich zestiende in Tirreno-Adriateco en eind april won hij de korte tijdrit in de Vuelta a Asturias. In deze Giro was hij nog niet dichter geëindigd dan de veertiende plaats (negende rit).
De fletse gebeurtenissen naar Falzes hielden dus een zoveelste stilzwijgend pleidooi in om de grote ronden in de toekomst te reduceren tot vijftien in plaats van éénentwintig dagen. Omdat het het strijdvuur zou aanwakkeren en omdat het de notoire klassementsrenners zou uitnodigen om jaarlijks aan twee in plaats van één of zelfs aan de drie grote ronden mee te doen.
Bijna mag je stellen dat de 96ste Giro pas morgen begint. We weten nog lang niet wie hem zal winnen, wel al (een beetje) wie hem verloren heeft. Van Belgische kant kan Thomas De Gendt voor de verrassing zorgen door veel hoger te eindigen dan men veertien dagen geleden voor mogelijk hield. Zoals hij het tempo aangaf op de late korte maar steile bult van de dag die - in weerwil van stijgingspercentages tot 12% - toch nièt meetelde voor de bergprijs had het veel van een sollictatie naar aandacht tijdens de slotdagen van de Giro. Thomas heeft de karakteristiek dat hij een grote ronde sterker eindigt dan hij eraan begint. In de Tour van 2011 was het niet anders. Dat belooft! Misschien schuilt in hem de langverbeide opvolger van Johan De Muynck, die de Giro van 1978 won nadat hij die van 1976 in onverkwikkelijke omstandigheden verloor aan de invloedrijkere Felice Gimondi. De Muynck was in die mooie dagen achtentwintig respectievelijk dertig jaar, De Gendt wordt er zesentwintig op 6 november. Dat betekent theoretisch drie extra jaren groeimarge.

zondag 20 mei 2012

Matteo een aardje naar zijn vaartje Luciano Rabottini
Matteo Rabottini godbetert, een niet meer zo jonge (°14 augustus 1987) tweedejaarsprof, heeft de tweede echte bergrit in de 96ste Giro gewonnen. Net als de andere weinig gevierde Colombiaan Miguel Angel Rodriguez en Costa Ricaan Andrey Amador kon hij een langdurige vlucht in een precieuze dagzege omzetten. Hij moest daarvoor 151 km. in de aanval rijden, aanvankelijk met de Fransman Guillaume Bonnafond en daarna met de uit de favorietengroep opdoemende Joaquin Rodriguez, die zijn voorsprong op zijn concurrenten voor de eindzege wat wilde uitdiepen. Aangezien een dagzege hem daarbij niet kon helpen (géén bonificaties) liet hij Matteo Rabottini kennelijk als eerste door de finish rijden. Die had het weliswaar dubbel en dik verdiend, Rodriguez stelde dus een schoonmenselijke daad maar de sport wil het anders. Joaquin deed het overigens niet zomaar, hij gaat er vanuit dat Farnese Vini hem tijdens de slotweek steun zal bieden indien de gelegenheid zich zou voordoen. Matteo Rabottini, die in 2009 nochtans kampioen van Italië bij de beloften werd, is overigens géén sieraad als dagwinnaar in de Giro. In de vorige veertien ritten eindigde hij nooit dichter dan de 30ste plaats op de achtste dag in Lago Laceno.
Matteo is de zoon van Luciano Rabottini, die in de jaren tachtig de Giro negen keer anoniem uitreed. In 1986 stond hij meer in de schijnwerpers toen hij een lange vlucht in Tirreno-Adriateco zegevierend afsloot en verlengde in de eindzege ten nadele van de verbouwereerde Francesco Moser. Zijn zoon heeft het dus van geen vreemde. In zijn bestjaar werd Luciano ook zesde in Milano-Sanremo en negende in de Giro di Lombardia (al vijfde in 1981). Luciano werd in Beyne-Heusay (nabij Luik) geboren omdat zijn ouders vanuit de Abruzzen tijdelijk emigreerden om hier als gastarbeider aan de kost te komen. In tegenstelling tot nogal wat anderen behield hij de Italiaanse nationaliteit en keerde naderhand naar de laars terug, anders had België vandaag zijn eerste dagzege in de 96ste Giro behaald.
Dan toch Tom Bosmans in de Vlaamse Ardennen
Niet Ruben Pols (Onder Ons Parike) noch Dries Verstrepen (Balen B.C.) maar wel Tom Bosmans heeft de Ster van de Vlaamse Ardennen op zijn palmares bijgeschreven. Het was de forward van Cube-Fintro, het derde sterkste blok dat Balen B.C. in de ploegentijdrit van Erwetegem overigens het dichtst (+12") benaderde, die zijn slag thuishaalde. Hij schoof in de selectieve slotrit rond Michelbeke mee in de bepalende ontsnapping, hield er de gang in en kon zich best vinden in de allereerste zege van Gertjan De Sy, een almaar beter presterende discipel van de bewonderenswaardige (niet zo) kleine club V.C. Meetjesland Eeklo.
Weinigen zullen het Tom Bosmans, overgekomen van Edegemse, misgunnen. Hij verkeert al de hele lente in goede doen en werd eindelijk beloond voor zijn inspanningen. Ook in de Vlaamse Ardennen keek hij op geen inspanning om zijn doel te bereiken. In Erwetegem mislukte het op de valreep, in Michelbeke herbegon hij en zijn volhouden werd, met uitblinker Matthias Van Beethoven in steun, dit keer beloond. Niemand die dit nog voor mogelijk hield en het bewijs dat je, zeker als tiener, altijd moet uitgaan van je eigen mogelijkheden en een beetje rekenen op de meezittende omstandigheden. Zo stond Ruben Pols, met nog amper drie trawanten, wat geïsoleerd, een excuus dat Dries Verstrepen al minder kon inroepen want Balen B.C. eindigde compleet en zal dit als een zure nederlaag ervaren met tenoren als, behalve Dries zelf, Alexander Geuens, Lennert Hoefkens en Seppe Verschuere
aangevuld met de célèbre inconnu Arjen Livyns en de met de meforme kampende Laurent Wernimont. Het zal Balen B.C. enkel maar nog meer op scherp zetten voor komende zondag in Heusden-Zolder, waar je er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid mag van uitgaan dat een geel-blauwe wint. Op een relatief selectief Limburgs parcours krijgt Balen B.C. opnieuw te maken met onder anderen de op een wielerwolk levende Tom Bosmans en de op revanche beluste Ruben Pols. Er zijn evenwel ook hen die er in de Ster der Vlaamse Ardennen omdat ze op dat ogenblik in de Trofeo Karlsberg (D.) en de Driedaagse van Axel (Ned.) aan de slag waren. Heusden-Zolder 2012 kan à la Wielsbeke 2011 een kampioenschap van België worden met verrassend hoge spektakelwaarde.
Alles komt toch nog goed voor Robert Gesink
Hij leeft dus nog, Robert Gesink. Weinigen die de jongste maanden bij zijn doen en laten stilstonden. Daarvoor had hij er tijdens het begin van zijn zesde campagne voor Rabobank te weinig van gebakken maar daar bestond een gegronde verklaring voor. Op 18 september 2011 liep hij op training een gecompliceerde beenbreuk op en de revalidatie vergde ontzettend veel tijd. De lente van 2012 begon te vroeg voor Robert die net vòòr het Baskenland ook nog ziek werd en meteen wist dat hij zijn ambities in de Ardennen en in Nederlands Limburg mocht dimmen. Uit het oog, uit het hart...
Daar deed hij dus veel aan in de Tour of California. Het zat er overduidelijk aan te komen toen hij er de tijdrit van zijn leven reed. Over de zowat dertig kilometer deed hij amper 39" meer dan de winnaar David Zabriskie. Het verschik met Jens Voigt (-16") en Tejay Van Garderen (-5") hield hij nog kleiner. Op alle andere klassementsrenners nam hij zowaar boni: Peter Velits, Tom Danielson, Levi Leipheimer, Vincenzo Nibali, Chris Horner,.... Du jamais vu, dat toch weinig opgemerkt bleef tot hij twee dagen later de koninginnenrit tussen Ontario en Mt. Baldy naar zijn hand zette en in een spurt met twee afrekende met de totaal onbekende de Colombiaan John Darwin Atapuma Hurtado. Met minstens driekwart minuut voorsprong kan hem tijdens de mini-etappe van de slotdag nog maar weinig overkomen, behalve rampspoed.
En op rampspoed, daar heeft hij als het ware een patent op. Er waren niet enkel zijn fatale valpartijen maar vooral ook het smartelijk verongelukken van zijn slechts 51-jarige papa Dick. Geen jaar later was er zijn kwalijk ongeval op training dat sportief veel op de helling zette en ook zijn voorjaar 2012 hypothekeerde. Voor hem begon deze lente te vroeg maar misschien komt dit hem nog goed uit voor wat nu volgt en focust Robert zich nog nadrukkelijker op de Tour, die hij voor de vierde keer aansnijdt. Slechts één keer keerde hij er met een goed gevoel van terug met een zesde (en naderhand vijfde) plaats in 2010, ondanks het feit dat hij in de lange tijdrit door de wijnvelden van Pauillac beschamend 108ste werd op 8'53" van Fabian Cancellara. Aan dat pijnpunt (b)lijkt hij inmiddels veel te hebben gedaan en indien dat niet ten koste van zijn hoedanigheden als klimmer is gegaan dan kan er iets heel moois in de maak zijn.
Tijdens de nazomer is er ook nog (eventueel) de Vuelta en last but not least het wereldkampioenschap in Valkenburg. In die periode is hij àltijd uitstekend in de ééndagskoersen. Kijk maar naar wat hij in 2010 neerzette: zevende in San Sebastian, derde in de G.P. de Québec, winnaar van de G.P. de Montréal en de Giro dell'Emilia. In plaats van daar de Giro di Lombardia aan toe te voegen mocht hij de uitvaart van zijn papa regelen. Ook in het najaar van 2011 was hij uitstekend bezig, dat onderstreepte hij met een tweede plaats na Philippe Gilbert in de G.P. van Québec maar een week later was er zijn smadelijk ongeval op training.
De beproevingen mogen wel eens ophouden voor de nog altijd maar (op 31 mei) 26-jarige
die dus nog veel groeimarge tegoed houdt en alsnog kan uitgroeien tot de grote coureur die hij altijd hoopte te worden. Eigenlijk mag je zeggen dat "de Giraffe" als jonge twintiger te ongeduldig is geweest en dat zijn tegenslagen, die hij daarom nog niet moest meemaken, hem voordelig afgeremd en misschien gelouterd hebben voor zijn oogstjaren die er pas nu aan komen.  


zaterdag 19 mei 2012

Andrey Amador is een momentencoureur, niets meer / niets minder
Andrey Amador liet op Europees grondgebied een eerste keer van zich horen in de Tour de l'Avenir 2008 met een spraakmakende zege in de proloog op onder anderen Kristjan Koren, Sergej Fuchs, Jérôme Coppel, Dennis van Winden,... Hij werd naderhand vijfde in het eindklassement, op bijna twee minuten van Jan Bakelants, die zich in deze Giro onverdeeld uitlevert aan zijn nochtans vertwijfelde kopman Fränk Schleck.
Andrey Amador voltooide in 2010 met Caisse d'Epargne de Giro en in 2011 met Movistar de Tour,
telkens in nadrukkelijke dienst van  David Arroyo die in 2010 nog tweede werd in de Giro (op 1'51" van Ivan Basso) maar in 2011 slechts 35ste in de Tour (op vijf kwartier van Cadel Evans).
In de Giro van 2012 ontbeert hij een uitgesproken kopman, ook al staan Benat Intxausti en Sergio Pardilla op dit ogenblik verbazend zevende respectievelijk dertiende in de tussenstand. Toch mocht Andrey als vrijbuiter zijn kans gaan en dat liet hij zich dus geen twee keer zeggen. Twee dagen vòòr zijn triomf in Cervinia werd hij ook al derde geworden in Sestri Levante. Desalniettemin wordt hij in de tussenstand pas op rang vijfenvijftig teruggevonden, met 22'36" meer dan Ryder Hesjedal, die hem op de valreep bijna nog zijn precieuze dagzege ontfutselde. Andrey Amador is dus hoegenaamd géén klassementsrenner maar een momentencoureur, die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook geen kandidaat is voor de bergprijs, zelfs al staat hij daarin wel mooi vierde in de tussenstand.
Costa Ricaan Andrey Amador
een verademing in deze catenaccio-Giro
Zowaar een Costa Ricaan die de dagzege behaalt in de Giro en een Canadees die de roze trui herovert, ziedaar de voornaamste uitkomsten van de eerste echte bergrit van de 96ste Giro.
Het eerste is een absolute primeur, die de sleur van het monotone verloop doorbreekt. Niemand die het de 25-jarige Andrey Amador zal misgunnen. Hij was ontegensprekelijk de beste survivor van de gebruikelijke langdurige ontsnapping, die door een alweer lanterfanterende groep met de favorieten niet ongedaan werd gemaakt. Het was vooral de Costa Ricaan die daar de verdienste mocht van opeisen. Hij versnelde in de ... afzink van de Col de Joux, achterhaalde en overstak de ontsnapte Jan Barta en begon met één minuut voorsprong aan de lange slotklim naar Cervinia. Andrey durfde tenminste zijn goed gevoel te volgen, een beetje te overmoedig want hij moest naderhand de terugkeer van eerst Alessandro De Marchi en tenslotte Jan Barta dulden. Andrey bleef evenwel rustig en kon in het gezelschap van die twee nog meer stervende zwanen recupereren zodat hij in de spurt nog relatief gemakkelijk won.
Het "tempo" dat de drie finaal ontwikkelden was zo laag dat de ontwakende groep met de favorieten nog zienderogen naderde. Ryder Hesjedal reed uit dat uitgedunde gezelschap nog als een valse trage weg en leek in zijn "erop en erover" alsnog te zullen slagen. Hij bleef op 18" steken. Het was hem vooral om de dagzege te doen, hij kreeg in de plaats de roze trui als vergiftigd geschenk.
Catenaccio in de koers, dat was het leidmotief van de eerste echte bergrit. Dat de laatste kilometers inzake spektakelwaarde nog veel goedmaakten? Inderdaad waar maar dat zou er nog aan gemankeerd hebben.
De twee gedoodverfde outsiders, Ryder Hesjedal en Joaquin Rodriguez, deden het hardst hun best om er de vlam in te krijgen. De Spanjaard kwam zichzelf tegen en boog (niet helemaal ongaarne) een beetje het hoofd voor de Canadees, die nu weer het volle koersgewicht op de schouders krijgt, een opdracht die hem - zo bleek een week geleden - niet zo goed ligt. De twee veronderstelde Italiaanse topfavorieten, Ivan Basso en Michele Scarponi, lieten - de eerste veel meer dan de tweede - hun helpers ijveren om de boel zo gesloten mogelijk te houden.
Pover Italiaans ciclismo, dat bovendien een jonge ancien definitief mag uitwuiven: de nog maar 30-jarige Damiano Cunego die acht jaar geleden één van de jongste winnaars ooit van de Giro werd. Ook tussen Cherasco en Cervinia probeerde hij daaraan te herinneren maar in plaats van terrein goed te maken arriveerde hij met honderd seconden achterstand en dat is eigenlijk (te) veel na zo'n fletse bergrit. Ook hij zal nu wel, zoals de meesten al veel langer, onomkeerbaar beseffen dat een tweede eindzege een utopie is. Hij is duss wel degelijk de Italiaanse versie van Evgueni Berzin, die in 1994 op ongeveer dezelfde leeftijd als hij de Giro won. En er is wel meer wat die twee verbindt, if you know what I mean.