zaterdag 30 juni 2012

ranzabel

Allereerste proloog 45 jaar geleden
Het zou een mooie en ongetwijfeld al vaak gehanteerde quizvraag zijn: hoeveel dagen droeg Raymond Poulidor de gele trui als leider in de tussenstand van de Tour de France. Toch zal het antwoord bij sommigen nog verrassend overkomen: géén enkele dag!
Op 29 juni 1967, de dagtekening van de allereerste proloog, was hij er het dichtst bij: tweede op een toch wel duidelijke 5"61 na de Spaanse ééndagsvlieg, Jose Maria Errandonea. Die proloog werd die keer al vòòr de middag gereden. Na de noen was er de eerste rit-in-lijn van Angers naar St. Malo en die werd een prooi voor Walter Godefroot. Weer ee dag later was er de putsch van de kleine maar o zo dappere Willy Vanneste, die in Caen zijn enige vluchtgezel Jesus Aranzabal het nakijken gaf en de gele trui van Errandonea voor één dag overnam.
De toenmalige Zwevezelenaar zou een dijk van een Tour rijden, hij pareerde zelfs het hooggebergte en had uitzicht op de top-vijf tot hij op de elfde dag in de afzink van een Pyreneeëncol zwaar ten val kwam en tot opgave gedwongen. Die gerateerde top-vijf veroverde hij een jaar later in de Giro.

vrijdag 29 juni 2012

Wiel in Wiel Vichte veronachtzaamt de basis niet
Op dinsdag 18 september is er voorde eliten met en zonder contract plus de beloften al de 80ste Textielprijs rond het die dag door een volksinvasie getroffen Vichte.
In deze textielgemeente is er evenwel meer. Het profileert zich als één van de uitzonderingen die, behalve aan de top en het heden, ook aan de toekomst en de basis van het wielrennen denkt.
Zo is er morgen zondag 1 juli de Textielprijs voor nieuwelingen over een afstand van ruim 69 km. (elf ronden van 6,3 km.) met 500 euro prijzen volgens barema en nog eens 100 euro extra. Inschrijvingen: Café Breughel, Vichteplaats 34 tussen 13u30 en 14u45.
Kleedkamers: Sporthal Beekdale, Beukenhofstraat.
Contactpersoon: Jean-Marie Verhoest, Sint-Antoniusstraat 138, 8570 Ingooigem (Tel.: 0496/266218) (jmverhoest@telenet.be).
Op zaterdag 23 september is er dan de traditionele Textielprijs voor junioren.

Huidige piste"werking": opdoeken die handel! 
België is vanaf 1 juli een dertiende wielerbaan in openlucht rijker: de Wielerpiste Defraeye - Sercu, een juweeltje van bouwondernemer-wielermecenas Marc Demeulenaere, in Rumbeke.
Waren er al: Affligem (240 m), Alleur (400 m), Beveren-Waas (400 m), Brugge (333,33 m), Gilly (250 m), Hulshout (384 m), Peer (400 m), Rebecq (333,33 m), Rochefort (400 m), Stene-Oostende (333,33 m), Wilrijk (333,33 m) en Zemst-Elewijt (377 m) maar waarvan de benuttingsgraad zeer te wensen over laat. Hulshout is de fraaie uitzondering op die regel.
Het zal deze zomer niet anders zijn. Er werden inmiddels al vijf meetings gehouden met telkens een handvol deelnemers, waarvan de meesten er eerder recreatief dan competitief voor de dag kwamen.
Hulshout, 9 mei: PK Antwerpen voor nieuwelingen en meisjes-jeugd met negen respectievelijk vier deelnemers;
 Hulshout, 23 mei: PK Antwerpen voor junioren met elf deelnemers;
 Wilrijk, 30 mei: meeting voor aspiranten: 8 meisjes; zes 12-, elf 13- en zestien 14-jarigen;
 Elewijt, 27 juni: acht nieuwelingen en vijf junioren;
 Peer, zelfde 27 juni: PK aspiranten -> ruime bezetting want verplicht.
Daarvoor open je je poorten niet, dit is even contraproductief als de vroegmis in een kathedraal.
En de komende zomerweken kondigen zich niet anders aan. Het valt daarbij op dat Hulshout en Wilrijk vier keer op dezelfde dagen organiseren: 17 juli, 24 juli en 21 augustus, 28 augustus. Een stuitende naijver tussen personen die het deelnemersveld tot een dunne spoeling degradeert. 
Zaterdag is er dus de kerstening van de Wielerpiste Defraeye - Sercu, vooral het meeting point van nogal wat gestelde lichamen, inzonderheid politici. 's Anderendaags (op een ... zondag godbetert) is er dan de eerste meeting, waarvoor op dit ogenblik zo weinig belangstelling is dat afgelasting dreigt. Wie is verantwoordelijk voor deze valse start? De dagkeuze is allesbehalve gelukkig. 
Toch zal de Wielerpiste Defraeye - Sercu zijn deugdelijkheid bewijzen, al was het maar als wendbare opleidingscel voor de Jonge Renners Roeselare, waarvaan Marc Demeulenaere de fiere voorzitter is.
Ook de nieuwe pistecommissie onder leiding van Marc Van den Eynde kijkt lijdzaam toe hoe het de andere pistes vergaat. Waarom niet met de verschillende actoren eens rond de tafel zitten en goede afspraken maken?  

donderdag 28 juni 2012

rmstrong

Le caroussel se reprend
Met het (inmiddels verstomde) almaar dichter sluiten van het net rond Lance Armstrong zo'n veertien dagen geleden dachten wij het voor dit jaar te hebben gehad met de negatieve perceptie van het wielrennen in de aanloop naar de Tour. Niet dus, de tijdslijn van de kwade wielergeesten hield nog iets anders in petto.
Het (ver)wonderbaarlijke Europcar ligt onder vuur. Reeds na de Tour van 2011, waarin Thomas Voeckler net naast het het voornaamste podum viel en Pierre Rolland op Alpe-d'Huez won, stelden velen zich vragen over het zo spectaculair toegenomen prestatievermogen van de renners van het grootste autoverhuurbedrijf in België.
Het Parket van Parijs trok reeds in augustus 2011 mogelijke dopingpraktijken na bij Europcar. Op basis van een tip die binnenliep bij de Franse Dienst van Volksgezondheid opende het een vooronderzoek naar mogelijke inbreuken op de dopingregels. Volgens l’Equipe hebben de speurders nog geen enkel bewijs gevonden.
Vaag, vaag, erg vaag. Mogelijk een fusee, maar zelfs indien er meer aan de hand zou zijn, waarom die zo voortvarend afschieten uitgerekend le jour avant le lendemain du 99ste Tour? Dit is bewust en gericht schade toebrengen aan het wielrennen. L’Equipe meent dan een andere keer te weten dat het zou gaan om verboden recuperatiebevorderende middelen die de én het gebruik van corticoïden. Maar volgens dokter Alain Astié, die geregeld bloedstalen afnam van de renners tijdens de Tour 2011, is dat onmogelijk. Ook manager Jean-René Bernaudeau weet nergens van. Hij werd niet ondervraagd noch op de hoogte gesteld en besluit dat er geen "affaire" is. Toch leert de ervaring dat er in deze materie meestal vuur is waar men een rookpluimpje opdoemt.
Als toet(je) raakte ook bekend dat Filippo Pozzato een jaar schorsing riskeert wegens bewezen affiniteit met dottore Michele Ferrari, een restrictie die alle Italiaanse coureurs is opgelegd en die Pipo kennelijk in de wind sloeg. Goed dan maar ook in dit geval is de timing om dit wereldkundig te maken bijzonder slecht gekozen. Pozzato neemt overigens niet deel aan de Tour.
Medische controles, waaruit betrappingen kunnen voortvloeien, zijn een noodzakelijk kwaad voor de credibiliteit van het wielrennen. Daar gaat het hem in deze niet om, wel om de manier en het ogenblik van de communicatie erover. De ondergravers van het wielrennen hebbeneen uitstekende "job" gedaan.

Timmeke, Timmeke, Timmeke,
wat doe je nu? Winnen begot!
De 26ste Internationale Wielertrofee van en naar Oetingen (alover onder meer de Congoberg, de Bosberg en de Muur) was een dikke koers die Tim Declercq helemaal naar zijn hand zette. Tijdens de krachtenslopende lokale ronden brak hij uit met good old Davy Commeyne en runner up Kjell Van Driessche. Ze reden weg uit een nog ruime hoofdgroep, die onder anderen Tim De Troyer, Sander Helven, Sven Nys, Olivier Pardini, Rutger Roelandts, Staf Scheirlinckx, Louis Verhelst,... aan boord had.
In de "spurt" van de stervende zwanen haalde Tim het van Kjell en Davy.
Le nouveau Tim Declercq est arrivé: rustiger, bezadigder. Het is tot voor kort anders geweest. Vanaf zijn debuut bij de twaalfjarige aspiranten wilde Tim elke koers winnen waarin hij aanzette. Indien zijn studies (bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen) er niet waren geweest dan zou hij nu als een gevallen vakidioot avant-la-lettre aan het verkommeren zijn.
De weg die Tim als jonge coureur aflegde was hobbelig en bezwangerd met hindernissen. Als aspirant behoorde hij tot de nationale fine fleur. Als nieuweling viel hem een eerste stroomversnelling te beurt. Hij behaalde al meteen een geruststellende zege in Viane (Beker van België) en meer nog met de tijdrit- en de eindzege in de prestigieuze maar helaas weggevallen Vosseslag Classic. Zelfs de hoogste Ardennen pareerde hij met als voornaamste bewijs een dichtste ereplaats in Polleur. En om het plaatje vol te maken excelleerde hij ook als tijdrijder, al was het pijnlijk om te verwerken dat hij in Halle de Belgische titel met één vijfde van een seconde verloor van Jens Debusschere.
En toen kwam het breekpunt. Als junior ging het hem veel minder voor de wind. Wegens klierkoorts moest hij zijn seizoen al bij halfweg afbreken. Hij moest vrijwel vanop nul terugvechten en dat liep lang niet van een leien dakje. The year after werd een logisch kwakkeljaar. Vertwijfeling sloop in het gemoed van Tim en dat maakt hem nog amper leefbaar. De Münsterland Tour bracht enig soelaas met een dagzege, de puntentrui en de vijfde eindplaats. Toch bleef de onzekerheid knagen. Goed dat hij aan het einde van die nare periode in Leuven zijn universitaire studies kon opstarten. Van zijn debuut bij de beloften stelde hij zich niet al te veel voor en zo viel het ook uit tot hij eind augustus in Binche een dijk van een BK reed met een vijftiende plaats als te karige beloning maar die naar wederopstanding smaakte. Het recoverde zijn geloof in eigen kunnen. Toch bracht 2010 lang niet wat hij ervan verwachtte. Vooral een elleboogbreuk, opgelopen tijdens de zomer, was daar debet aan. Tijdens de lente, die door een kwakkelende gezondheid en belastende andere sporten op de campus werd vergald, aardig opgetrokken aan zijn zevende plaats in Paris-Roubaix, die almaar meer zijn plat préféré zou blijken. Aan de vooravond van zijn ultieme campagne als belofte had hij zijn verwachtingen naar een realistisch peil teruggeschroefd. Het beste wat je kunt doen, zo zou ook nu blijken. Niet het venijn maar het festijn zat hem in de staart. In Geel werd hij kampioen van België en dat zette hem op weg naar een contract bij Topsport Vlaanderen. Na drie verkenningsmaanden viel hem in de Bayern-Rundfahrt een eerste opsteker te beurt met een tiende plaats in de daguitslag en een dertigste in het algemeen. Deze meerdaagse inspanningen stelden hem in staat om wat hoger te koersen met een tiende plaats in de Ronde van Zeeland Seaports als voornaamste beloning. Le moment suprême kwam er op woensdag 27 juni sneller dan verwacht want drie dagen eerder werd hij tot een vroege opgave gedwongen in het kampioenschap van België. Een virus op de milt? Ik dacht het niet, eerder een mindere dag aan het einde van een krachtige opbouwperiode. Against all odds zette hij toch aan in Oetingen en maar goed ook dat hij dat deed. Hij won met het hoofd en de benen. De gouden kassei die hij op het Oetingense podium in handen kreeg zal een inspirerend hebbeding zijn. Komende zaterdag wil hij bevestigen in de Omloop Het Nieuwsblad van en naar Zottegem. Daarna vertrekt hij met Topsport Vlaanderen op stage naar Les Deux Alpes om in de Eneco Tour (6 - 12 augustus) een volgende stap voorwaarts te zetten. Zeker in Ardooie zal hij tuk zijn op een spraakmakend resultaat in de tijdrit. Gebleken is ook dat Tim meerdaagse inspanningen bijzonder goed verteert.  Zijn verste plan is evenwel een spraakmakende rol spelen in Paris-Roubaix. Heb ik het mis dat enig Johan Vansummeren - gehalte Tim Declercq niet vreemd is?

dinsdag 26 juni 2012

Na de mutatie van de Vlaamse Pijl
Topcompetitie verder ontmanteld
De Vlaamse Pijl van en naar Harelbeke wordt volgend jaar opgeslorpt door de Driedaagse van West-Vlaanderen, dat na de abdicatie van Bellegem op zoek was naar een nieuwe aankomstplaats voor de openingsrit vanuit Brugge. De keuze was eigenlijk voor de hand liggend. De jongste jaren cumuleerden de Driedaagse van West-Vlaanderen en de Vlaamse Pijl, waarbij er soms moest uitgekeken worden dat de respectieve pelotons niet clashten.
De Vlaamse Pijl was al enkele jaren de openingsmanche van de zelfverklaarde Topcompetitie, waaraan er - navenant het 1.2 statuut - ook Pro Continentale Teams mochten deelnemen. Dat bracht
vooral met zich dat de jongste twee edities gewonnen werden door de 34-jarige contractrenner Frédéric Amorison, die veel meer verleden dan toekomst had. De Vlaamse Pijl schoot op die manier aan zijn initiële bedoeling voorbij: een platform bieden voor een jong talent met profambities.
De zelfverklaarde Topcompetie is zijn opener dus kwijt. Benieuwd hoe er met dat gegeven wordt omgegaan. Er blijven acht manches plus een ploegentijdrit over. Misschien inspireert de Harelbeekse beslissing tot navolging en haken er nog enkele af. Dat zou de almaar luider klinkende roep naar een authentieke Topcompetitie voor beloften alleen maar versterken.
Tijdrijders voor het Europees kampioenschap
Bondscoaches Jean-Pierre Dubois (beloften) en Carlo Bomans (junioren) hebben hun respectieve selectie voor de Europese kampioenschappen tijdrijden nu reeds bekend gemaakt. Met de selecties voor de wegritten wordt nog gewacht, logisch wanneer je beziet hoeveel beïnvloedende koersen er de komende maand nog worden gereden.
Michael Goolaerts, Nathan Van Hooydonck en Joachim Vanreyten (Jenthe Biermans is invaller) zijn de aangeduiden bij de junioren. Goolaerts en Vanreyten waren er vorig jaar al bij op het wereldkampioenschap in Kopenhagen. Van Hooydonck sluit logisch aan bij dit duo, hij won de eerste nationale tijdrit te Opoeteren en werd achtste in die van de Course de la Paix. Nathan wordt eind augustus ook een geduchte concurrent voor Michael en Joachim op het wereldkampioenschap tijdrijden in Valkenburg, waar er per natie slechts twee vertegenwoordigers startgerechtigd zijn.
Victor Campenaerts, Kevin De Jonghe en Christophe Sleurs (Frederik Frison is invaller) moeten het waarmaken bij de beloften. Kevin is een vaste waarde, Victor en Christophe zijn de runners up, die deze selectie als het voorlopig hoogtepunt van hun carrière in de armen zullen sluiten.
Donderdag 9 augustus rijden de junioren vanaf 10u., de beloften vanaf 15u.

maandag 25 juni 2012

Greg LeMond, ge moet maar durven!
Greg LeMond, drievoudig (1986, 1989 en 1990) winnaar van de Tour, gooit een jerrycan olie op het Armstrong-vuur. Van het schoffelen van zijn opvolger heeft hij een favoriete bezigheid gemaakt. Hij verheugt er zich op dat the Case heropend werd en dus wil hij the boss verplichten to confess. LeMond wil dus dat de man die hem als "an American in Paris" verdrong met dubbel zoveel eindzeges in de Tour. Zou dat niet bepalend zijn geweest voor LeMond om Armstrong zo schuldig te verklaren als de pest?
Waar moeit LeMond zich eigenlijk mee? Hoe durft hij zich als moraalridder te profileren, hij die allicht zelf boter op zijn hoofd had? In zijn betoog drijft hij het toch wel erg ver. Hij neemt zijn derde zege in de Tour (1990) als referentiepunt. Daarna maakte de epo-generatie haar opwachting, laat hij aan duidelijkheid niets te wensen over. Zelf maakte hij er natuurlijk geen deel van uit, hij de zelfverklaarde cleane coureur. Hij is evenwel, zoals elke sterveling trouwens, een kind van zijn tijd. Een kind van de jaren tachtig die ook niet opvielen door de brandschoonheid van de troepen die tijdens dat decennium om ter snelst reden.
Maar eigenlijk is het mij daar niet om te doen, wel om de schoonmenselijke capaciteiten van de gekunstelde Californiër. Na zijn onverkwikkelijk jachtongeval, waarbij zijn schoonbroer hem voor een turkey hield die hij met een lading hagel probeerde neer te leggen - waar of onwaar - Greg LeMond geraakte als coureur aan lager wal en een terugkeer leek uitgesloten.
Tot José De Cauwer zich als een goeroe over hem ontfermdeen acht jaar na Lomme Driessens met Freddy Maertens zijn poulain uit de doden opwekte. José gebood Greg in de Giro aan te zetten om competitieritme op te doen. De eerste twee weken zag hij af als de beesten maar hij beet, door zijn goeroe aangemoedigd, kranig door. Voor de Tour, drie weken later, was hij nog niet klaar maar hij schoof gaandeweg op en in de slotdagen was hij zeker van een stek op het eindpodium. José De Cauwer wilde meer en bedacht een vernuftig zegeplan. In de nacht vòòr de afsluitende tijdrit kon hij de wedstrijdjury vermurwen om Lemond met een ... ossekopstuur te laten rijden. Dat bracht met zich dat LeMond de 50" achterstand, waarmee hij aan de waarheidsrit was begonnen, bijna letterlijk in een voorsprong van acht tellen omboog. Ruim een maand later werd LeMond in Chambéry wereldkampioen. De opgeraapte coureur was eensklaps de numero uno van de wereld. En dat heeft zijn redder geweten of juist niet.. Omdat de centen die hij van wijlen François Lambert (de créateur-fondateur van het schimmige ADR, tegoed hield) niet snel genoeg kwamen, vertrok hij met de Noorderzon naar de States om er enkel en alleen voor zichzelf andere en meer solvabele geldbronnen te genereren. Ploegleider José De Cauwer had persoonlijk in het ADR-project geïnvesteerd om de comeback van LeMond mogelijk te maken.
Greg Lemond zal tijdens zijn verblijf in de Lage Landen wel geen beleefdheidsbezoekje gebracht aan zijn goeroe José De Cauwer. Dat had ik alvast gedacht. Fout want José en Greg werden vrijdagavond samen gespot op een bijeenkomst van ex-renners. Het ging er daar bijzonder tof aan toe. Zo zie je andermaal dat rancune voor José De Cauwer geen optie is. Een voorbeeld van schoonmenselijkheid!
Zes Vlaamse junioren naar G.P. Général Patton 
Bondscoach Carlo Bomans heeft Piet Allegaert, Tiesj Benoot, Brent Luyckx, Edward Planckaert, Julien Van den Brande en Nathan Van Hooydonck geselecteerd voor de G.P. Général Patton (Lux., tijdens het weekend van 7 en 8 juli), de derde vijfde Europese proef van de Nations Cup.
In de vorige manches (Paris-Roubaix, Tour of Istria, Course de la Paix en Trofeo Karlsberg) maakten de Belgische junioren een meer dan degelijke beurt. In de tussenstand staan ze met 96 p. derde na Denemarken (256 p.) en Frankrijk (99 p.).
Het Deense overwicht steekt de ogen uit. Dit land beschikt over een fenomenale lichting aangevoerd door regérend wereldkampioen Mads Schmitz Würtz (winnaar Paris-Roubaix), Mads Pedersen (winnaar Tour of Istra en Trofeo Karlsberg), Niklas Eg (winnaar Course de la Paix) en Sören Kragh Andersen (tweede zowel in de Tour of Istria en de Course de la Paix).
De Denen zullen ook wel de sleutelfiguren worden op zowel de Europese kampioenschappen als de wereldkampioenschappen, die beiden - met een maand verschil - in Valkenburg doorgang vinden.
Nacer Bouhanni één van de vele 
ontbrekende nationale kampioenen in de Tour
Nacer Bouhanni heeft niet gedraald om de gelijkmaker aan te tekenen. Met winst in het kampioenschap van Frankrijk telt nu net vijf overwinningen als zijn frère-ennemi Arnaud Démare, die hij in St. Amand-les-Eaux voor de tweede maal in vijf dagen in een rechtstreeks duel klopte.
In Ingooigem zullen ze dus al iets blijer zijn met de onverwachte winnaar van hun 65ste editie die komende zaterdag niet op het startpodium van de 99ste Tour zal worden geroepen. Bouhanni noch de nog jongere Démare worden als jonge twintiger reeds voor de leeuwen gegooid. De Franse tricolore zal dus dit jaar niet te zien zijn in de Tour en dat gebeurt maar zelden.
Er zullen overigens nogal wat kampioenentruien uit de traditionele landen: Tom Boonen (België), Martin Kohler (Duitsland), Sebastian Länder (Denemarken), Franco Pellizotti (Italië), Francisco Ventoso (Spanje), Fabian Wegmann (Duitsland),...
Toch wordt het geen ontkleurde Tour. Edvald Boasson Hagen (Noorwegen) en vooral Peter Sagan zijn er immers wel bij en dat zal men geweten hebben. Beiden profileren zich als de voornaamste kandidaten om regérend wereldkampioen Mark Cavendish van dagsuccessen en van een tweede groene trui op rij te houden.   
Sven Vandousselaere's euro eindelijk gevallen
Met de jonge tiener Sven Vandousselaere leek er een nieuwe topper in de maak. Als eerstejaars behoorde hij in 2003, zowel boven als onder de taalgrens, tot 's lands vijf beste nieuwelingen. Hij leek dus een jongen voor alle terreinen die bovendien over een afrondend eindschot beschikte. Daarna ging het al bergaf met hem, op zijn zestiende zowaar. Hij kon zich almaar minder vinden in doordreven trainingstochten en had vanzelfsprekend repercussies op zijn resultaten. Toch kon hij in 2011 voor Omega Pharma - Lotto in de beroepscategorie aantreden. Voor de nog altijd liederlijke Eernegemnaar was het evenwel too great too early omdat het meer gangbare too little too late eens om te keren. Zijn prestatiestaat was vrijwel nihil. Hij geraakte slechts aan veertig koersdagen uitgesmeerd over nog geen zevenduizend competitiekilometers. Op het einde van die fletse campagne mocht hij logisch beschikken. Hij kreeg ter elfder ure, niet zonder met de nodige tussenkomsten, een ultieme kans bij Topsport Vlaanderen. 
De bal lag volkomen in het kamp van Sven. De grote wijzer was ondertussen de vijf vòòr twaalf gepasseerd. Weinigen die nog in hem geloofden. Sven zou op termijn diepe spijt krijgen van het slechte beheer van zijn onmiskenbaar talent en het onbenut laten van de wenkende mooie kansen.
Maar Sven kwam tot inkeer. In november 2011 had hij, tot grote ergernis van zijn vader Marnix, de trainingsdraad nog niet heropgenomen maar drie-vier maanden later stond hij er wel. Aanvankelijk leefde hij zich vooral in marathonontsnappingen waarmee hij niets meer / niets minder bewondering afdwong. Toch mocht het iets meer zijn dan dat en dat werd het ook met zesde en negende plaatsen in de Ronde van Zeeland Seaports respectievelijk de Ster ZLM Toer.
Nog veel spraakmakender was wat hij op het kampioenschap van België in Geel verrichtte. Op 38 km. van de finish brak Tom Boonen uit. Onhoudbaar, zo leek het. Niemand leek hem te kunnen stoppen maar de notoire speelvogel Sven Vandousselaere deed het. Met Julien Vermote als een blok aan zijn been en met Kristof Goddaert in steun slaagde hij erin warempel in het gat te dichten. Aan de titel en de driekleur denken was not done maar een podiumplaats moest dé koersdag van zijn leven bekronen. Het werd een bronzen medaille die naar een triomf smaakte.
Misschien luidt dit hoogstandje Vandousselaere's terugkeer in als potentiële topper en mag hij vanaf 2013 weer deel uitmaken van een Pro Tour Team, waarin hij - navenant zijn potentiële mogelijkheden - zeker thuishoort. Het is een niet eens zo moeilijke stap als het omdraaien van de stugge knop van kunnen naar uitvoeren tijdens het tussenseizoen 2011-2012.   
ETAPPE, nieuw wielermagazine
Met Etappe houdt het Wielermuseum van Roeselare even fier als voldaan een gedurfd nieuw wielermagazine boven de doopvont. Een wielermagazine als een ... rit! Géén proloog maar een heuse Etappe, doorspekt met verhalen die dieper graven dan het collectief geheugen en met eigenzinnige uitgangspunten. Een Etappe, gegoten in een smaakvolle vormgeving - als een rit langs schilderachtige dorpjes, bevolkt met kleurrijke protagonisten.  
Neem Odiel Defraeye, geboren op een boogscheut en eeuwige chouchou van het nabijgelegen Wielermuseum. De borstelmaker presteerde het exact 100 jaar geleden als allereerste Belg de Tour te winnen. In Etappe maakt Defraeye een gesmaakte rentree. Odiel als posterboy en stripfiguur. De deelnemerslijst van Etappe oogt trouwens ronduit indrukwekkend. Voor dit eerste hoofdstuk in een ambitieuze reeks over historische fietshelden werden alle Belgische Tourwinnaars samengebracht. 
Etappe # 1 brengt een waaier aan bijdragen (kortverhaal, reportage, interview, column,...) over de Tour en haar Belgische eindwinnaars:
> Philippe Thys en het mysterie van de allereerste gele trui
> merkwaardige Merckx-memorabilia
> La grande bouffe in La Grande Boucle
> Lucien Van Impe over de magie van de maillot jaune
> Florennes, dorp van twee Tourwinnaars
> (van) wie is Odiel, de eerste Belgische Tourwinnaar in 1912?
Etappe, een uitgave van het Wielermuseum te Roeselare, wordt officieel voorgesteld op donderdag 28 juni om 19u (WieMu) en is vanaf 4 juli voor 7,95 euro verkrijgbaar in de betere perswinkel en in het WieMu (www.wiemu.be)
Info: 051 26 87 40 of 0478 44 30 88.


vrijdag 22 juni 2012

Niets nieuws onder de wielerzon:
piep en overjaars zijn van alle tijden
In het tweede item van zijn wekelijkse column in Het Laatste Nieuws plaatst good old Luc Van Loon een interessant statement. Zo stelt hij vast dat de alomgeprezen Peter Sagan, die de tussentijdse internationale zegestand topt (met nu reeds een dozijn overwinningen) en met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid na de Tour ook de uiterst betrouwbare ranking van Cycling Quotient, waarin hij op dit ogenblik nog "slechts" 565 punten achterstand telt op lijstaanvoerder Joaquin Rodriguez, aan die de Tour verzaakt. Het lijkt veel maar een overgretige Slowaak zal dat gat fluitend dichtrijden tenzij hij in de Tour vroegtijdig door een val wordt uitgeschakeld. De eerste tien van elke rit worden respectievelijk beloond met 80 50 35 25 15 10 5 3 2 1 punten, zo ook die van de ultieme puntenstand. De gele trui brengt dagelijks 20 punten op. Vòòr de Tour kan hij ook nog zestig punten verdienen met winst in het kampioenschap van Slovakije.
Peter Sagan is nog maar 22,5 jaar en wordt algemeen erkend als de absolute rookie van het huidige peloton. Zò jong, juist ja, maar Eddy Merckx had op die leeftijd onder meer al Milano-Sanremo (twee keer zelfs), Gent-Wevelgem en La Flèche Wallonne gewonnen en hij had nog geen drie maanden zijn 22ste verjaardag gevierd toen hij in Heerlen voor de tweede keer wereldkampioen werd (de eerste keer was als amateur te Sallanches in 1964).
Is Eddy Merckx qua leeftijd een recordhouder? Bijlange niet! Twee landgenoten waren nog meer piep toen ze hun eerste hoogstandjes opvoerden. Karel Kaers werd, anderhalve maand vòòr zijn 20ste verjaardag, op 18 april 1934 wereldkampioen op de weg in Leipzig. Rik Van Steenbergen werd, één maand vòòr zijn negentiende verjaardag, op 8 augustus 1943 in Brussel kampioen van België.
Daartegenover staat dat Pino Cerami op 1 juli 1963, twee maanden na zijn 41ste verjaardag, in Pau aan de voet van de Pyreneeën een dagzege ontfutselde aan André Darrigade en Jean Graczyk, geen presentje dus. En Raymond Poulidor bestond het om in 1976, zowaar drie maanden na zijn véértigste verjaardag, het eindpodium van de Tour voor de achtste keer te bestijgen.
Zo zie je maar dat piep en overjaars in het wielrennen (en daar niet alleen) van alle tijden is. Vroeger was het wielrennen anders dan vroeger: minder stressy want meer koersen en dus meer kansen om iets recht te zetten. Er was ook veel minder groot geld beschikbaar. Nu moeten de sterren voor hun fortuinen veel minder vaak opdraven maar wanneer zij dat doen, staat er veel meer op het spel en het moet er boenk op zijn of hun commerciële waarde keldert. Niet te verwonderen dat sommigen zich als een kamikaze of zelfs als een voetzoeker in de spurt bewegen en vergeten dat ook een koersfiets remmen heeft. Het kleinste gaatje is groot genoeg om er in te duiken want het is erop of eronder. Al had dat vroeger, voor veel minder geld, eigenlijk ook. Niets nieuws onder de wielerzon, zie je wel?!
Fenomeen Bob Jungels raast op volle kracht door
Bob Jungels heeft na de Triptique des Monts & Chateaux, bijna (tweede na de Noor Vegard Breen) La Côte Picarde, bijna (tweede na de Italiaan Diego Rosa) de Giro del Friuli, La Flèche du Sud en Paris-Roubaix espoirs (met liefst 2'49" voorsprong op Yves Lampaert en nog - veel - meer op de volgenden) ook het kampioenschap van Luxemburg tijdrijden gewonnen. Over de 26 km. in Tetange deed hij volle minuut minder dan de vijf jaar oudere Ben Gastauer, toch een vaste waarde bij AG2R - La Mondiale.
We hebben het hier dus over Bob Jungels, een jongen die zich nog steeds op drie maanden van zijn twintigste verjaardag bevindt en die de dubbele regérende wereldkampioen tijdrijden is (als laatstejaarsjunior in 2010 en als eerstejaarsbelofte in 2011).
A new star is born?! Dat zijn er in de loop der tijden wel meer geweest maar de meesten kwamen als meteoren snel terug neer.
De Fin Jukka Vastaranta (°29 maart 1984) was als tiener en als jonge twen overrompelend. Zo werd hij als nieuweling tweede op de European Youth Olympic Games 1999. Als neo-junior was hij in 2000 nagenoeg onklopbaar. Hij schreef opeenvolgend de Cup of Grudziadz Town President, Tour de l'Abitibi, G.P. Général Patton en de Heuvelland Tweedaagse op zijn palmares bij. Als tweedejaars zou hij nagenoeg onklopbaar zijn, werd niet onlogisch verondersteld maar het werd, behalve overwinningen in de Trophée Centre-Morbihan en de G.P. Général Patton, meer een seizoen van "net niet": tweede in de Heuvelland Tweedaagse, de Keizer - Koksijde en het wereldkampioenschap in Zolder (na Arnaud Gérard). Ook als neo-belofte waaide hij als een wervelwind door de arena met direct winst in Brussel-Opwijk, de Triptyque Ardennais, La Flèche Ardennaise,... Hij léék dus helemaal klaar voor de beroepscategorie maar werd al tijdens het eerste jaar van zijn illusies verlost. In de Tour de Luxembourg werd hij knap derde maar in de Vuelta was het na twee geruisloze weken helemaal op. Daarna rolde Jukka in een éénparig versnelde beweging terug naar af. In 2007 verzeilde hij zelfs bij het schlemielige Jartazi maar zelfs daar diende hij het seizoen slechts half uit. Een geruchtenmolen wil zelfs dat Vastaranta aan lager wal is geraakt.
Het verhaal van Yaroslav Popovych (°4 januari 1980) is van een andere orde, maar toch. Hij won op 3 juni 2001 Paris-Roubaix espoirs met bijna twee minuten voorsprong op Volodymir Bileka, Lorenzo Bernucci en .... Tom Boonen. Boonen is stilaan de absolute grootmeester van de grote Paris-Roubaix, waarin Popovych nooit dichter eindigde dan de dertigste plaats. Popovych, Bileka en Bernucci reden voor het niet onbesproken Zoccorinese Vellutex. Enkel Popovych brak naderhand door als wereldkampioen bij de beloften 2001, de beste jongere in de Tour 2005 (algemeen twaalfde), eindwinnaar in de Volta a Catalunya 2005, dagwinnaar in de Tour 2006 (8ste eindplaats in 2007 maar buiten tijd in 2011), dagwinnaar in Paris-Nice 2007. Het is inderdaad niet weinig maar zoals hij zich aankondigde werd er een meervoud van prestaties verwacht. Enkel in de Giro (derde in 2003 en vijfde in 2004) maakte hij de hoge verwachtingen waar.
Yaroslav Popovych en Jukka Vastaranta zijn de levende bewijzen dat Bob Jungels, ondanks zijn onmiskenbaar enorm intrinsiek talent, nog lang geen certitude is voor de beroepscategorie.


donderdag 21 juni 2012

50 jaar geleden...
Jef Planckaert, de ideale kampioen van België
Tom Boonen is de absolute favoriet voor het kampioenschap van België dat volgende zondag in zijn Geelse achtertuin wordt betwist. Indien hij daar zou in slagen dan is het de (reeds vaststaande) renner van 2012 die de driekleur grijpt. Dat gebeurt niet elk jaar maar wel onder meer in 1962.
Het kampioenschap van België werd in die dagen nog eind juli en dus nà de Tour georganiseerd. Rik Van Looy was er, na zijn zware val in de Tour, nog niet bij. Opnieuw moest zijn eerste luitenant Jef Planckaert het voortouw overnemen. In de Tour had hij dat al met verve gedaan. Na de klimtijdrit op de Superbagnères (waarin hij tweede werd op 1'25" van Federico Bahamontes) had hij de gele trui veroverd en behouden tot aan de lange (68 km.) tijdrit naar Lyon op de derde vrijdag, die hij met 5'19" verloor aan Jacques Anquetil, die meteen zijn derde Tour zonder discussie won.
Veertien dagen later, in de nazindering van die sprankelende conditie maar met tweeëndertig lucratieve deelnames aan criteriums in de kuiten, kreeg hij ter gelegenheid van het kampioenschap van België in Namur een parcours op maat geserveerd. Het was alsof dé renner van 1962 op zijn wenken bediend werd. Hij liet de buitenkans niet ongemoeid, al deed het Philco-duo Emile Daems - Jos Hoevenaers nog zo zijn best om een coup op te zetten. Het duurde wel tot de elfde bestijging van de Citadel eer Jef Planckaert, die zich tot dan toe gedeisd had gehouden, uitbrak. De West-Vlaming gaf niet meteen de indruk gegeven het gebeuren naar zijn hand te kunnen zetten maar plots sloeg zijn turbo toch aan. Op de twaalfde passage van de Citadel reed de Otegemnaar al los aan de leiding en tijdens de twee ultieme ronden diepte hij zijn voorsprong uit tot anderhalve minuut op Jos Hoevenaers en Guillaume Van Tongerloo en nog meer op de anderen.
Hoevenaers werd naderhand gedeklasseerd omdat hij zich, krampen veinzende, liet uitzakken om zijn lekgereden kopman Emile Daems terug te brengen. Dat mocht want het BK stond als een individuele koers gecatalogeerd. Vandaag de dag zou een coureur voor dergelijke onbewijsbare feiten een advokaat inschakelen en zijn gelijk halen als men hem al durfde te declasseren.
Jef Planckaert had tijdens het koersjaar van zijn leven de kroon op het werk gezet. Behalve zijn exquise Tour had hij eerder op het jaar ook al Paris-Nice, Liège-Bastogne-Liège, le Tour de Luxembourg,... gewonnen. Tussendoor werd hij vooral ook zesde in de Ronde van Vlaanderen en vierde in Paris-Roubaix, twee prestaties die niet meer binnen het vermogen liggen van de hedendaagse klassementsrenner.
Op zijn 28ste was hij de beste renner ter wereld en dat werd tijdens de tweede helft van het seizoen met de Belgische driekleur in de verf gezet. Tom Boonen wil het hem zondag aanstaande feilloos nadoen.
Jef Planckaert, de grote gevierde van een halve eeuw geleden, is al vijf jaar niet meer onder ons. Hij overleed op 22 mei 2007 aan de gevolgen van een slepende ziekte. Hij leefde als een asceet en lang na zijn carrière ondernam hij een dagelijkse fietstocht aan een vrij onderhoudend tempo. Hij zag er in die dagen fantastisch uit maar die perceptie is kennelijk geen garantie dat men over een ijzeren gezondheid beschikt. Jef Planckaert werd 73 jaar en in het huidige tijdvak is dat realtief jong.

woensdag 20 juni 2012

Nacer Bouhanni geen dissonante winnaar
Je zag het publiek onwezenlijk voor zich uitstaren toen speaker Niko De Muyter de naam van de winnaar der 65ste Halle - Ingooigem declameerde. Nacer Bouhanni godbetert bracht Yvegem Sportief niet bepaald in staat van vervoering. Zelfs veel zelfverklaarde insiders hadden nog nooit van hem gehoord. Ze vergissen zich in dezelfde mate als de toeschouwers aan de finish van de 39ste Gent-Wevelgem, op 25 maart 1977 gewonnen door de (op dat moment nog célèbre inconnu) Bernard Hinault.
Nacer Bouhanni is in zijn thuisland al een naam als een klok(je). Hij moet er nog tweeëntwintig worden maar is toch al aan zijn derde campagne toe bij La Française des Jeux. Samen met zijn in Yvegem overwonnen (nog dertien maanden jongere) land- en teamgenoot Arnaud Démare topt hij de hoop van het Franse wielrennen voor ééndagskoersen en ritzeges. Hij opende dit seizoen al meteen met een dagzege in Bessèges en behaalde na een rist (dichte) ereplaatsen een dag- en de eindzege in de Circuit de Lorraine. In Ingooigem was Nacer aan zijn vierde zege van het seizoen toe. Ten opzichte van zijn frère-ennemi Arnaud nadert hij tot op één zegestreepje. Benieuwd wie van de twee zondag het meest naar voor wordt geschoven in het kampioenschap van Frankrijk. In St. Amand-les-Eaux (regio Nord - Pas-de-Calais) wordt hen een glooiend parcours naar wens geserveerd. Zouden de beide Adonissen de krachten bundelen of ageren zij zoals in Ingooigem?

maandag 18 juni 2012

Topcompetitie blijft een krabbenmand van de beloften
Ook de zevende manche van de zelfverklaarde Topcompetitie, La Flèche Ardennaise, is zonder zege aan de beloften voorbijgegaan. Na Frédéric Amorison (Vlaamse Pijl - Harelbeke), Roy Jans (Gent-Ieper), Reinardt Janse Van Rensburg (Circuit de Wallonie) en Gediminas Bagdonas  (Memorial Philippe Van Coningsloo) was het aan de 26-jarige Clement Lhotellerie (Colba - Superano Ham) om de beloften de kaas van het brood te eten. De Fransman haalde het van zijn enige medevluchter Jimmy Janssens (23), die er in de loop van 2012 amper wat van bakte. Sander Helven, ook al een vierdejaars, kon de laagste podiumplaats nog net vrijwaren.   
Clement Lhotellerie is, helaas voor hem, géén onbeschreven blad. Bijna drie jaar geleden werd hij bij Vacansoleil op staande voet ontslagen omdat hij in Liège-Bastogne-Liège betrapt werd op de verboden stof methylhexanamine, een psychoactief middel dat ook wordt aangewend als ingrediënt voor partydrugs en als voedingssupplement.
Julien Stassen had zowaar aan een 22ste plaats in de daguitslag genoeg om de afwezige Benjamin Verraes (die in de Boucles de la Mayenne voor de zoveelste keer zijn profwaardigheid etaleerde) in de tussenstand nipt te verdringen. Walt De Winter, Tim De Troyer en Antoine Demoitié volgen op respectabele afstand en moeten in de resterende proeven ( de Omloop in Zottegem op zaterdag 30 juni en de G.P. Stad Geel op woensdag 11 juli) hoog eindigen. Vier dagen later is er ook nog de ploegentijdrit in Borlo. 
Ja, waar is de schone tijd dat La Flèche Ardennaise koninginnenklassieker was van de liefhebbers, die frequent gewonnen werd door een min of meer ronkende naam voor de toekomst: Willy Vanneste (1966), Roger De Vlaeminck (1967), Joseph Bruyère (1969), Lieven Malfait (1973), Jean-Luc Vandenbroucke (1975), Wim Myngheer (1976), René Martens (1977), Jan Nevens (1980), Eric Vanderaerden (1982), Bart Leysen (1990), Thomas Voeckler (2000), Francis De Greef (2005), Jan Bakelants (2008),...
Vandaag de dag loont het amper nog de moeite om als bevoorrecht toeschouwer de verre verplaatsing naar Herve te maken. Dat doe ik dan ook al drie jaar niet meer. En ik kan mij bezwaarlijk indenken dat La Société Flèche Ardennaise de euforie nabij zal zijn geweest met aangebrande ex-contractrenner op het hoogste schavotje. 

Dan toch Rui Costa in Zwitserland
Nadat de koninginnenrit (zowaar gewonnen door de Est Tanel Kangert een célèbre inconnu van ... Astana) een muis baarde, is het dan toch Rui Costa die de al bij al fletse 77ste Tour de Suisse op zijn palmares heeft bijgeschreven. Dat lukte hem met Alejandro Valverde in steun. Wilde of kon de gevallen Spanjaard niet zelf voor de zege gaan? Hij staat al droog sedert 6 maart na een eclatant seizoenbegin na zijn langdurige schorsing voor zijn bewezen affiniteit met dr. Eufemiano Fuentes.
Fränk Schleck bleef, wat hij er ook vanaf de Glaubenberg ook probeerde aan te doen, steken op de tweede plaats. Van dan af was het Valverde-time. Ook op de slotklim naar Sörenberg, met stroken tot 11% stijging, gaf Alejandro de toon aan. Op drie kilometer van de finish nam de goed bewaarde Rui Costa de controle over en ook een ultieme aanval van Levi Leipheimer bracht hem niet in verlegenheid. Het palmares van de 25-jarige Portugees, die in oktober 2010 even in een dopingstorm belandde maar het bleek om een vervuild supplement te gaan, dikt aardig aan: Giro delle Regione 2007, Quatre Jours de Dunkerque 2009, dagzege Tour de Suisse 2010, Vuelta a Madrid 2011, dagzege Tour 2011 en G.P. de Montréal 2011. Als klassementsrenner in de grote ronden stelt hij evenwel niets voor. In de komende Tour zal Valverde onvoorwaardelijk op zijn Portugese luitenant mogen rekenen.
Ook Bart De Clercq ondernam iets, hij schoof op naar de veertiende eindplaats, zijn beste uitslag sedert zijn spraakmakende dagzege in de Giro 2011. Daarmee heeft hij zijn kandidatuur voor een eerste deelname aan de Tour kracht bijgezet.

zaterdag 16 juni 2012

Klaart Fränk Schleck de klus?
De 77ste Tour de Suisse, die eigenlijk nog moet beginnen, eindigt vandaag al. Na het festival-Sagan brachten ook de lange tijdrit en de eerste bergrit geen duidelijke afscheiding zodat ze met hun dertienen binnen de twee minuten geklasseerd aan de afsluitende koninginnenrit (alover de Glaubenbielen, de Glaubenberg en de Sörenberg) beginnen. Tussen die dertien met een min of meer gunstige uitgangspositie staan ook Levi Leipheimer en Alejandro Valverde (die zijn Movistar-luitenant Rui Costa nog even overeind hielp blijven) van wie men amper wist dat ze meededen. Rui Costa hield zaterdag behoorlijk stand wat hij allicht vandaag niet zal volhouden. Het zal alvast niet de weer teleurstellende Roman Kreuziger zijn die hem van zijn sokkel stoot. Ook Maxime Monfort niet die een fikse dreun (+11'28") incasseerde en zijn aspiraties op een spraakmakend klassement in een grote ronde kennelijk beter opgeeft.
Dagwinnaar in Arosa werd Michael Albasini, die op zijn dagen moeilijk te kloppen is wat hem al een rist zeges met meerwaarde opleverde, zoals dit jaar vooral de Volta a Catalunya en bijna ook La Flèche Wallonne (tweede na Joaquin Rodriguez).
Meer dan waarschijnlijk zal ook deze koninginnenrit geen vuurwerk genereren, al moet je steeds met twee woorden spreken. Drie weken geleden werd dat ook verondersteld van de meest bepalende etappe in de Giro maar Thomas De Gendt weerlegde dat met een heroïsche raid. Misschien probeert de ook niet onaardig geklasseerde Bart De Clercq (18de op 3'19") hem vandaag na te doen, wie weet? In het altijd moeilijke jaar van de bevestiging mag er stilaan iets bij.
Fränk Schleck is de uitgesproken favoriet voor de eindzege die hij in 2010 al behaalde. Indien hij dat niet kan herhalen betekent dat een nieuwe opdoffer voor de veelgeplaagde familie Schleck en voor het belaagde RadioShack-Nissan, dat alsnog de in oktober 41-jarige Chris Horner wil rehabiliteren voor de Tour.
Sporza verdringt eindelijk VTM
Eindelijk nog eens goed nieuws van het bondsfront, er zou er ten andere volgende maand nog veel meer op komst zijn.
Sporza zal het BK wielrennen op de weg en het BK veldrijden de komende drie jaar live uitzenden. Daarover heeft het een overeenkomst bereikt met de Belgische Wielrijdersbond. Daarnaast zal Sporza samenvattingen brengen van de andere kampioenschappen, onder meer in het baanwielrennen, het tijdrijden, het mountainbiken en BMX. En van hopelijk de overige kampioenschappen van de jeugd (noot van de reactie).
Dit is je reinste logica. VTM was vanaf 1999 mediasponsor van de Wielerbond maar stelde - behalve het archislecht uitzenden van het BK wielrennen op de weg en van het BK veldrijden - weinig in de plaats terwijl Sporza jaarlijks vele tientallen uren buitenlandse koersen capteert en vakkundig becommentarieert.
Of Sporza nu meteen ook de opvolgende expliciete mediasponsor wordt, is niet duidelijk. Het logo van VTM werd alvast uit het geheel van geëtaleerde main partners gelicht maar dat van Sporza staat nog niet in de plaats. Allicht heeft Sporza het beëindigde engagement van VTM niet volledig overgenomen.
Het eerstvolgende kampioenschap van België op de weg in Geel zal live te zien zijn op Sporza op zondag 24 juni. Vanaf 14u30 is er een voorbeschouwing op het BK bij de mannen en een verslag van dat van de vrouwen. Om 15u00 schakelt Sporza rechtstreeks over naar de wedstrijd in Geel, die wordt uitgezonden met commentaar van Michel Wuyts en José De Cauwer en met tussenkomsten van Renaat Schotte vanop de moto. Aansluitend is er een uitvoerige nabeschouwing.

vrijdag 15 juni 2012

Ook Fredrik Kessiakoff genereert 
meer vraag- dan uitroeptekens
Fabian Cancellara zit op schema. In de proloog werd hij niet onlogisch verslagen door de explosievere Peter Sagan. Ook in de langere (34 km.) tijdrit in Gossau moest hij met de dichtste ereplaats genoegen nemen. 's Werelds eerste hardrijder van deze generatie werd van de beoogde dagzege gehouden door godbetert Fredrik Kessiakoff, die op alle voorgaande dagen van het seizoen nog geen deuk in een plakje boter had gereden. De Noor deed een Gasparotto'tje of was het een Iglinskiy'ke?
Tijdens de tweede helft van april liet Enrico Gasparotto zijn uitgedunde gezellen een poepje ruiken op de Cauberg aan het eind van de Amstel Gold Race en de zondag daarop in Liège-Bastogne-Liège daarop reed Maxim Iglinskiy als met een opgefokte Vespa tot bij en over de reeds tot winnaar uitgeroepen Vincenzo Nibali.
Gasparotto, Iglinskiy en Kessiakoff; ze behoren alle drie tot de Astana-stal. Ik mag niets insinueren maar het valt wel op dat Enrico en Maxim er na hun exploot in april niets meer van terecht brachten, zoals in heel 2011 trouwens. Het is een vaststelling, geen verwijt.
Fredrik Kessiakoff mag trouwens terugblikken op een grillig verloop van zijn carrière. In het mountainbiken werd hij elf keer kampioen van Zweden, derde op het wereldkampioenschap 2006 en 17de op de Olympische Spelen in Peking 2008. Op zijn 29ste werd hij wegrenner. In 2009 reed hij eerst de Giro (50ste) en vervolgens de Vuelta (72ste) uit. In 2010 beleefde hij een quasi nuljaar.
2011 leek niet anders te worden tot hij in juli de mager bezette Österreich-Rundfahrt won. Naderhand reed hij de Vuelta (34ste) een tweede keer anoniem uit.

donderdag 14 juni 2012

Glenn O'Shea flatteert Oudenburg
De Omloop van Oudenburg (waar ik tot mijn 23ste heel graag woonde) kreeg in zijn 83ste editie eindelijk nog eens een upgrade. Glenn O'Shea zorgde daarvoor. Glenn wie? Glenn O'Shea! Je doet er goed aan zijn naam te onthouden, eigenlijk had je hem al moeten kennen. Hij kwam zowaar op zijn 23ste verjaardag in Oudenburg zijn West-Vlaamse hattrick volmaken. Vorige zaterdag won hij in Wervik en 's anderendaags in Westouter.
Dat zal evenwel voetnootjes. Glenn, een Australische Adonis, is geen regionale goudzoeker maar reeds een wereldster. Als vanzelfsprekend is ook hij een adept van de baan. Zo behaalde hij als junior in Aguascalientes (Mexico) een dubbele titel in 2007: in het omnium en in de ploegenachtervolging (met Jack Bobridge, Leigh Howard en Travis Meyer). Meer nog is er zijn dubbele Olympische titel in Peking 2008: in de ploegkoers met Leigh Howard en in de ploegenachtervolging met Rohan Dennis, Leigh Howard en Mark Jamieson. Ook dit jaar is hij top in "eigen" Melbourne met de wereldtitel in het omnium en de tweede plaats (na Groot-Brittannië) in de ploegenachtervolging. In Londen wil hij eind volgende maand de fraaie lijn doortrekken en vooral de match Australië - Groot-Brittannië op de Olympiade wordt hoogstaand beklijvend.
Een beetje vreemd toch dat deze kwikzilveren Aussie, in tegenstelling tot de vrijwel andere voornoemden, nog geen contractrenner is. Misschien wilde hij een vrij man blijven tot na Londen om dan met nog meer adelbrieven het onderste uit de kan te halen.
En zoals hij in Oudenburg spurtte, de aanwezige kenners (en zij die een gokje op hem waagden) zullen er nog dagen over napraten. Hij nam van vrij ver de leiding en toch stonden de anderen niet op de foto, zou Lomme Driessens gezegd hebben, er fijntjes aan toevoegend: zij die tekort in zijn spoor zaten, zullen een valling geattrapeerd hebben. Glenn O'Shea, je hoeft zijn naam zelfs niet in je geheugen op te slaan, hij zal je er de komende maanden en jaren geregeld zelf aan herinneren.
Reacties van lezers op Lance Armstrong
Ik lees net je blog. Wellicht ben je geinteresseerd in de brief die de USADA gestuurd heeft. Zie attachment. Goed aan je artikel is dat je Lance's reactie ook opneemt en een aantal vragen stelt in de marge van dit verhaal, ethische onderwerpen bij andere sporten.
Mijn persoonlijke ervaring? Ik ben erg blij met deze zaak. Lance kon als enige de dans ontspringen met dure advocaten, chantage en het in diskrediet brengen van anderen. Als deze zaak gedaan is kan er eindelijk een streep getrokken worden onder de (sic) hoogdagen van het dopinggebruik. Het gaat mij niet om Armstrong of Bruyneel, maar om het (morele) recht dat moet geschieden. Van mij mag Lance zijn titels houden en hoeft er niemand de gevangenis in, maar de waarheid is zoals die is en iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.
Een andere lezer merkt op dat, indien Lance Armstrong zeven keer van de eerste plaats wordt weggeklasseerd dat dit dan de alternatieve winnaars worden: Alex Zülle (in 1999), Jan Ullrich (in 2000, 2001 en 2003), Joseba Beloki (2002), Andreas Klöden (2004) en Ivan Basso (2005). Pareltjes van geloofwaardigheid toch? Jan Ullrich zou dus meteen uitkomen op vier Tourzeges. Deze knotsgekke toestand kan de wielrennerij inderdaad missen als kiespijn.

woensdag 13 juni 2012

Lance Armstrong, the never ending story
Et voilà, de Armstrong - carrousel trekt zich, na een periode van relatieve stilte, weer op gang. Deed hij het of deed hij het niet? Het ogenblik om die vraag te relanceren is voor hen die het wielrennen gericht schade willen toebrengen alvast goed gekozen: vijftien dagen vòòr Le Grand Départ à Liège. Die timing is een beproefd recept. Misschien boft het wielrennen voor één keer met de mega-aandacht voor het EK voetbal zodat de media hun atoomwapens hiervoor slechts in beperkte mate kunnen aanwenden. Hoewel: wacht maar de volgende dagen af. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd.
De plot...
Het Amerikaanse antidopingagentschap USADA (U.S. Anti Doping Agence) heeft beslist een antidopingprocedure op te starten tegen zevenvoudig Tourwinnaar Lance Armstrong, liet The Washington Post weten. Significant voor de ernst van de aanpak is dat Armstrong voorlopig niet meer deelnemen aan triatlonwedstrijden. Of hij enkele of alle zeven zijn Tourzeges verliest, valt nog af te wachten.
De Internationale Wielerunie bevestigde woensdagavond dat er een procedure opgestart is tegen leden uit de entourage van de zelfverklaarde boss. De UCI sprak de naam 'Lance Armstrong' niet expliciet uit, maar ontkende al evenmin dat hij erbij betrokken is.
The Washington Post kon naar eigen zeggen een brief van het USAD, gericht aan de inmiddels 40-jarige Armstrong en aan zijn entourage, inkijken. Daaruit blijkt dat het Armstrong verdenkt van dopinggebruik in de periode waarin hij zijn comeback lukte (2009-2010).
In de afgenomen bloedstalen zouden sporen van epo en bloedtransfusies zijn aangetroffen. Het USADA zou daarnaast over getuigenissen beschikken die Lance Armstrong, de Italiaanse dokter Michele Ferrari en zijn toenmalige ploegmanager Johan Bruyneel linken aan een grootschalig dopingnetwerk dat bestond tussen 1998 en 2011.
USADA heeft het over een dopingsamenzwering en noemt ook de namen van de Spaanse dokters Pedro Celaya en Luis del Moral alsook de Spaanse trainer Pepe Marti. De drie werkten regelmatig samen met de teams van Bruyneel. Celaya is trouwens nog steeds ploegdokters van het huidige RadioShack-Nissan.
Armstrong, die begin 2011 definitief afscheid nam van de wegkoersen en zich opnieuw op het triatlon stortte, ontkent op zijn website de beschuldigingen.
- "Het is een heksenjacht, maar de beschuldigingen slaan nergens op. Ik heb nooit doping gebruikt. Ik heb tijdens mijn carrière meer dan 500 dopingtests afgelegd en werd nooit positief bevonden", aldus Armstrong.
Eigenlijk zouden we het moeten toejuichen indien een schuldige Armstrong alsnog wordt ontmaskerd. Het bewijst dat de huidige wielrennerij er alles aan probeert te doen om zijn credibiliteit te vrijwaren. Dat is niet gemakkelijk want de perceptie die de media opdringt, wil het anders: gerichte schade toebrengen aan het wielrennen!
Ik krijg er reflux van wanneer ik bepaalde lieden steeds opnieuw hoor zeggen: "ze pakken toch allemaal, meneer?". Er is zoveel van waar als dat àlle mannen ... hoerenlopers zijn.
Overigens hoe zit het met de medische controles op het EK voetbal? Een retorische vraag zeker?
Geldt de houdbaarheidsdatum van de bloed- en de urinestalen even lang voor de andere sporten als voor het wielrennen? Nog een retorische vraag.
En dan is er ook nog deze vaststelling naar de media toe: het omkoopschandaal in het Italiaanse voetbal, dat kort voor het EK uitlekte, werd veel minder uitvergroot en inmiddels weer helemaal ondergesneeuwd. Don't damage the holy cow!
Thomas Sprengers en Niels Vandyck horen er wel degelijk bij
Steve Bekaert (Lotto-Belisol U23), Quentin Hoper (Idema Sport), Floris Smeyers (Ovyta-Eijssen-Acrog), Thomas Sprengers (Lotto-Belisol U23), Dylan Teuns, Niels Vandyck, Louis Vervaeke en Emiel Wastyn (alle vier van Jong Vlaanderen) zijn door bondscoach Jean-Pierre Dubois opgeroepen voor een klimstage van 23 tot 30 juni in het Centre International de Préparation Physique en Altitude (Centre d'Oxygénation) kortweg Cippa te Briançon.
Een overwegend logische keuze met als kanttekening dat "van hogerhand" vragen gesteld werden bij de aanduiding van Thomas Sprengers en Niels Vandyck (en niet Van Dijck). Goed dus dat Jean-Pierre Dubois zijn verantwoordelijkheid opnam of die twee mochten het schudden. Ten onrechte want Sprengers werd in de loop van dit seizoen onder meer tweemaal derde in een rit van de Vuelta a Navarra en recentelijk dagwinnaar en derde in de eindstand van de Tour d' Eure-et-Loir. Vandyck van zijn kant won de slotrit van de Ronde de l'Isard d'Ariège, waarin hij derde werd in de eindstand. Bij mijn weten zijn dat geen vluchtkoersen en getuigt het van stuitende onwetenheid om je de vraag te stellen of zijn wel "passen in het vooropgestelde doel van deze stage".
Bad loser Cyrille Guimard raaskalt
Cyrille Guimard heeft zijn biografie geschreven. In "Dans les secrets du Tour de France" haalt hij niet ongemeen hard doch ongemeen onnozel uit naar Eddy Merckx en Lucien Van Impe, de twee meest recente Belgische winnaars van de Tour. Met beiden kreeg hij meer te maken dan hem lief was en uit die verbondenheid kwam hij allesbehalve schoon. Decennia later vond hij het niettemin nodig om lelijk na te trappen. Hij deed het evenwel zo flagrant dat hij van zijn schaarse lezers bezwaarlijk een staande ovatie hoeft te verwachten.
Zo noemt hij Jacques Anquetil en Bernard Hinault begaafder dan Eddy Merckx, die hij typeert als een machine zonder charisma. Zelfs indien dat waar zou zijn dan is het nog meer Eddy's verdienste dat hij met zogezegd minder mogelijkheden meer rendement bereikte. En dat hij als coureur noch als mens een tafelspringer was en is, siert hem nog meer. Had Eddy soms nu en dan een ... Guimarke uit zijn mouw moeten schudden?
Op Eddy Merckx beet Cyrille Guimard niet zijn tanden maar letterlijk zijn knieën stuk. Hij zou Merckx' hegemonie in de Tour, die Eddy vanaf 1969 driemaal op rij had gewonnen, in 1972 breken. Het leek hem een heel klein beetje te lukken. Na de (gewonnen) openingsrit kwam hij in het bezit van de gele trui maar drie dagen later moest hij dat kleinood, na de door Molteni gewonnen ploegentijdrit in Merlin-Plage, al definitief aan Merckx laten. De groene trui leek haalbaarder maar daarvoor moet je in de eerste plaats Paris halen en daar slaagde Guimard niet in. Op weg naar Auxerre, drie dagen vòòr het einde, moest hij totaal ontredderd afstappen. Op het eindpodium in Paris maande boss Félix Lévitan Merckx aan om de aanwezige Guimard symbolisch zijn laatste groene trui te overhandigen. Eddy liet zich in een milde bui vermurwen. Daar heeft hij vandaag grote spijt van, zoals het hem nog meer spijt dat hij Guimard in augustus 1972 bij hem thuis liet overnachten omdat die na een criterium geen hotel meer had gevonden (lees: wilde betalen). In een gelegenheidsbijdrage deze week in Humo (blz. 38-39) laat Eddy weten dat hij Guimard beter in het hondenkot had gestoken. Claudine (net bevallen van Axel) was niet thuis, voegt Eddy er fijntjes aan toe.
Van Lucien Van Impe durft Guimard te beweren dat hij de Tour niet wilde winnen en met de bolletjestrui genoegen nam. Omdat Guimard het hem opdrong, ging Lucien dan toch maar voor het geel dat hij tenslotte ook bemachtigde. De waarheid is dat Guimard er alles aan deed om Van Impe te doen verliezen. Zo liet hij Raymond Delisle een monsterontsnapping opzetten en met zowat zeven minuten voorsprong op de favorieten winnend afsluiten omdat Gitane niet over de ploeg om dan al Van Impe's gele trui te verdedigen. Delisle (-2'41") nam het kleinood over, waarbij Guimard heimelijk hoopte dat zijn landgenoot, geruggesteund door een sterk Peugeot-blok, zou standhouden. Twee dagen later op weg naar St. Lary Soulan stelde Van Impe orde op zaken, hij klom Delisle op een kwartier en hield enkel nog Joop Zoetemelk over als concurrent voor de eindzege. Cyrille Guimard glunderde bij zijn (sic) hoogstandje van taktisch vernuft dat Lucien Van Impe had mogen benutten. De kleine Belg won de 63ste Tour maar zijn (sic) inspirator Cyrille Guimard mocht meteen opkrassen. Guimard revancheerde zich als ploegleider van Renault-Elf, waarmee hij met Bernard Hinault en Laurent Fignon enkele keren de Tour won. Ook die twee lieten zich naderhand wel vaker laagdunkend uit over de Bonaparte van de koers, die Cofidis in 1996 wist te overtuigen om een wielerploeg te sponsoren. Guimard lag dus aan de basis van het feit dat deze solvabele sponsor minstens twintig jaar een belangrijke bijdrage zal geleverd hebben aan het wielrennen. Misschien is dit wel het enige goede dat Guimard voor het cylisme gedaan heeft. Toch begon hij ook bij Le Crédit par Téléphone met een valse noot. Van zijn team 1996 maakte een zekere Lance Armstrong deel uit. Toen bij de wereldkampioen van 1993 (Oslo) teelbalkanker werd vastgesteld, liet Guimard hem vallen als een steen. Zijn ontblote reputatie keerde zich almaar meer tegen hem en vandaag de dag is le petit Cyrille ploegleider bij Roubaix - Lille Métropole.
Wat het palmares van Cyrille Guimard als coureur betrof, laat ons zeggen dat zijn ogen veel groter waren dan zijn buik. Zeven dagzeges in de Tour spannen de kroon. Hij won, benevens enkele ritten in korte Franse rittenkoersen, de (reeds lang verdwenen) Midi Libre 1972 en de (toen nog onbekende) G.P. Ouest France - Plouay 1975. In de monumentale klassiekers was hij zelfs geen subtopper, behalve die ene keer in 1972 dat hij (na Eddy Merckx) tweede werd in de Giro di Lombardia.
"Dans les secrets du Tour de France" (Editions Grasset) is de neergeschreven frustratie van een petieterig manneke, dat zich omwille van die gestalte een soulmate acht van Napoleon en die hij dus node moest naäpen. Na deze biografie volgen allicht nog zijn memoires indien hij nog een dwaze uitgever vindt die daarin wil investeren.

dinsdag 12 juni 2012

12 juni een onvergetelijke datum uit de geschiedenis van de Giro
12 juni is één van de meest memorabele data uit de 96-jarige historica van de Giro d'Italia.
Zo werd Fausto Coppi die dag in 1949 de allereerste coureur die de Giro én de Tour in hetzelfde jaar won. Zijn meesterschap stak de ogen uit. De vijf jaar oudere Gino Bartali was telkens zijn voornaamste belager (?): over de 4.087 km. van de Giro deed hij 23'47" meer, over de 4.819 km. van de Tour 10'55" meer.
Vijf dagen vòòr zijn 23ste verjaardag won Eddy Merckx in 1968 zijn eerste Giro. De basis voor die eindzege werd gelegd in de heroïsche sneeuwrit over de Tre Cimedi Lavaredo, waarin hij zijn concurrenten le coup fatal toediende. Vito Adorni, zijn eerste luitenant die enkele maanden in Imola met bijna tien minuten voorsprong wereldkampioen mocht worden, werd tweede op vijf minuten en Felice Gimondi derde op ruim negen minuten. Merckx installeerde die dag een hegemonie in de grote ronden die hij gedurende zes jaar onklopbaar zou volhouden.
12 juni  bracht voor Johan De Muynck een nachtmerrie, die je zelfs je ergste vijand niet zou toewensen. In 1976 én 1978 had hij de Giro moeten gewonnen hebben. In 1976 werd hij door zijn Brooklyn-ploeggenoten Roger De Vlaeminck en Ronald Dewitte verweesd achtergelaten. Ook de ploegleiding bleek spoorloos toen Johan aan de beslissende tijdrit moest beginnen. Tenslotte werd TV-commentator Fred De Bruyne opgetrommeld om achter het stuur van de volgwagen plaats te nemen. Ondanks zoveel anti-omstandigheden verloor Johan die Giro met amper negentien seconden van Felice Gimondi. Die laatste werd twee jaar later zijn rechterhand om dat grove onrecht ongedaan te maken. Uit schuldgevoel? Neen, beiden maakten deel uit van Bianchi en omdat de bijna 36-jarige Gimondi zelf niet meer in staat was om te winnen van Gibi Baronchelli en Francesco Moser koos hij de kant van zijn Meetjeslandse frère-ennemi.
Tussendoor had Michel Pollentier op 12 juni 1977 ophef gemaakt. Het plan was dat Freddy Maertens na de Vuelta a Espana ook de Giro d'Italia op zijn palmares zou bijschrijven. Dat zou evenwel heikel zijn geweest. Hij had weliswaar zeven van de eerste elf ritten gewonnen maar op Spoleto Monteluco (aankomst bergop) had hij de rol moeten lossen en de roze leiderstrui aan Francesco Moser doorgeven. Michel Pollentier moest van Lomme Driessens bij Freddy blijven zodat hij dezelfde kostbare achterstand (57") opliep. In de korte namiddagrit op de autodroom van Mugello drie dagen later leek Freddy op weg naar een achtste dagzege tot hij en Rik Van Linden fataal in mekaar haakten. Freddy kon met een kapotte pols, die hem nog jaren parten zou spelen, niet meer verder. De nog niet ongunstig geklasseerde Michel Pollentier werd opgedragen om zijn leidersrol over te nemen. Dat deed hij zoveel bravoure dat de Italianen, die een fortuin veil hadden om hem vrijwillige troonafstand te doen nemen, hem nauwelijks in verlegenheid konden brengen. Michel mocht op het eindpodium neerkijken op Francesco Moser (+2'32") en Gibi Baronchelli (+4'02"). Twaalf dagen later won Tjelle ook de Tour de Suisse en aansluitend daarop werd hij in Yvoir een eerste keer kampioen van België.
Peter Sagan met de Sa van Giuseppe Saronni
Peter Sagan werd op 26 januari tweeëntwintig jaar. Door na de proloog ook de tweede rit in de Tour de Suisse te winnen rondde hij zijn globaal aantal overwinningen voor dit jaar op tien af en globaal (vanaf 2009) op drieëndertig.
De jonge Slowaak vertoont nogal wat gelijkenissen en raakpunten met Giuseppe Saronni (°1957) ruim dertig jaar geleden. Die liep toen nòg overweldigender van stapel en had na zijn eerste vier campagnes als contractrenner al bijna honderd (!) zegestreepjes achter zijn naam. In die dagen moest er weliswaar voor veel minder geld veel vaker gekoerst worden. Beppe profileerde zich meteen ook als klassementsrenner in de Giro, waarin hij in 1978 debuteerde met een vijfde plaats. Het jaar daarop behaalde hij al zijn eerste eindzege, die hij herhaalde in 1983 maar waarna hij het beste reeds had gehad.
Zo'n vaart zal het met Peter Sagan allicht niet lopen. Hij zal het statuut van klassementsrenner niet nodig hebben om een fortuin te verdienen. Zijn eerste Tour wordt significant. Hij mikt er, via de hem op het lijf geschreven proloog in Liège, op de tijdelijke gele en de definitieve groene trui van de puntenstand. Dagzeges en niet het hooggebergte zullen dat moeten schragen. De Vuelta 2011, zijn eerste grote ronde, kon hij nog niet winnen op punten. Daar zijn in de bergritten evenveel punten te verdienen als in de vlakke etappes en dat diende meer de zaak van Bauke Mollema, een klassementsrenner en betere klimmer uit de tweede rij. Peter Sagan eindigde in die Vuelta 121ste na het behalen van drie dagzeges. Ook in de lopende Tour de Suisse nam hij in de eerste bergrit afstand van een goed klassement want in de tussenstand staat hij 110de op 12'39" van Rui Costa.
Een verstikkende rol van klassementsrenner zal dus allicht niet aan Peter Sagan besteed zijn. Hij is te briljant om ook nog regelmatig te zijn en is liever een coureur voor alle seizoenen. Hij maakte een sublieme lente door. Na een dagzege in Tirreno-Adriateco werd hij vierde in Milano-Sanremo, tweede in Gent-Wevelgem, vijfde in de Ronde van Vlaanderen en derde in de Amstel Gold Race.
Daarna bleef hij een maand uit competitie maar stilgezeten heeft hij geenszins, anders behaal je bij je heroptreden geen vijf dagzeges in de Tour of California.
Peter Sagan kan én zal dus Giuseppe Saronni naar de kroon steken, zeker indien je de Giro-klassementen van die laatste buiten beschouwing laat. Beppe won La Flèche Wallonne 1980, het wereldkampioenschap 1982 (Goodwood), de Giro di Lombardia 1982, Milano-Sanremo 1983 en bijna ook Paris-Tours 1979 en Liège-Bastogne-Liège 1983.
Opmerkelijk is ook dat zowel Giuseppe Saronni als Peter Sagan als junior in een ander onderdeel van het wielrennen uitblonken. Saronni werd in 1974 en in 1975 kampioen van Italië sprint, Sagan was een getalenteerd veldrijder en vooral mountainbiker (Europees kampioen en wereldkampioen in 2008).

maandag 11 juni 2012

Tour de Suisse geen absolute maatstaf voor Tour
Ook op hun vierde dag in Zwitserland zullen de klassementsrenners zich allicht in de luwte kunnen handhaven. Tussen Aarberg en Trimbach/Olten wacht hen 189 km. waarop te weinig reliëf om voorspelbaar op toe te slaan. De Scheltenpass (1.cat.) situeert zich halfweg de rit en de ultieme klim, de minder slopende Salhöhe (op achttien kilometer van de finish) zal allicht niet ingrijpend genoeg zijn. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal dus een uitdunnend peloton voor de dagzege spurten. Hamvraag: wie kan Peter Sagan dan van een derde dagzege houden?
In de tussenstand staan er nog min of meer geloofwaardige dertig kandidaten binnen een spiraal van twee minuten. Onder anderen Fränk Schleck, Roman Kreuziger, Alejandro Valverde (die koerst dus nog na zijn wervelende vroege lente), Levi Leipheimer, Damiano Cunego,... bekleedden een interessante uitgangspositie. Robert Gesink, heroptredend na zijn succesvolle Tour of California, sluit daar (op 2'09") kort bij aan.
Overigens is de Tour de Suisse voor winnaar van de Tour zelden een grote bron van inspiratie geweest, het zal ook wel te maken hebben met de (on)zin om drie weken vòòr de opvoering nog een slopende generale repetitie te houden. Slechts twee (weliswaar metronomen) slaagden erin om van Zwitserland en Frankrijk een winnende combinatie te maken: Eddy Merckx in 1974 en Lance Armstrong in 2001. Het zal dit jaar geen derde keer gebeuren.
De Tour de Suisse is veeleer het digestief voor een respectabel aantal nationale kampioenen. Ga de komende weken maar eens na hoeveel (her)nieuw(d)e kampioenen op de weg en/of in het tijdrijden finetunden in Zwitserland.

zondag 10 juni 2012

David Geldhof beleeft zijn moment suprême
De 7de Memorial Noël Soetaert heeft de meeste verwachtingen ingelost. Met de geselende zuid-wester bood er zich, benevens de kasseien en de hellingen, een extra natuurlijke bondgenoot aan die het deelnemersveld al tijdens de grote ronde meer dan halveerde en het verder uitdunde tijdens de lokale. Daaruit bleek het lage soortelijk gewicht van de bezetting die bovendien een te hoge gemiddelde leeftijd liet berekenen om van een toekomstgerichte koers te kunnen spreken.
Gelukkig was er het grote voorbeeld de bijna 36-jarige David Geldhof, die meer grinta etaleerde en meer pijngrens opzocht dan zijn meeste jongere concurrenten onder wie er enkele heimelijk dromen van de beroepscategorie. Moorsele heeft de meesten onder hen alvast geleerd: c'est encore loin l'Amérique!
Niemand zal het de local heroe misgund hebben dat hij de oppergaai naar zich toetrok. Hij reed de perfecte koers en hield op het einde genoeg reserves over om van de (al of niet) leeggereden anderen weg te rijden en op afstand te houden. Local heroe? Toch wel, zelfs al woont David al enige tijd in Kuurne. Zijn ouders zijn van Moorsele en zijn voornaamste clubsponsor, Aluminium Antoon Decock, heeft op een boogscheut daarvandaan zijn bedrijfsgebouwen.
Toch genereerde de 7de Memorial Noël Soetaert geen onverdeeld euforisch gevoel. Het was stuitend om al vanaf het aansnijden van de grote ronde, anderhalf uur vòòr de eerste passage aan de finish, te zien hoeveel vertrouwde gezichten zich rond de borden verdrongen om behoorlijk in te zetten vooral op David Geldhof. Ik stond er paf van hoeveel kenners er naar Moorsele waren afgezakt. Of waren het voorkenners? Wat er ook van zij, het doet weinig af van Davids prestatie. Hij is een vaste méérwaarde in het circuit van de eliten zonder contract. In 2009 won hij de Beker van België maar dit zal qua beléving en nagenot daar niet voor moeten onderdoen. Het zal als momentopname zelfs beklijvender zijn dat hij met zijn twee jonge kinderen het podium mocht bestijgen. David was gedurende jaren een bakkersgast met een onmogelijk levensritme. Hij is nu een fabrieksarbeider met minder oncomfortabele uren, niet zozeer om op gevorderde leeftijd nog een betere coureur te worden doch wel om vooral een (nog) betere papa te zijn. Vandaag beleeft hij vaderdag van zijn leven.
Er is nòg meer. Zoals zijn oudste op het podium meegenoot, zo mag je er bijna zeker van zijn dat hij, met de rijke ervaring van de papa als ruggesteun, over tien à twaalf jaar zelf zijn kans gaat als coureur.
En wat de 7de Memorial Noël Soetaert betreft: in Dario Ducastels plaats zou ik mijn geesteskind drastisch herbronnen en vanaf 2013 exclusief houden voor beloften, in een nationale organisatie liefst met provinciale selecties en geüpgraded met buitenlanders. Indien dat te hooggegrepen zou zijn dan kan hij nog altijd een Moorsele-Ledegem-Ledegem voor internationale junioren in het leven roepen, een uiteindelijke voortzetting van de door de Wielerbond omgebrachte Ledegem-Kemmel-Ledegem. Voor dat laatste een gepaste datum vinden wordt misschien vergemakkelijkt door het almaar wegvallen van nogal wat andere organisaties. Jeugd is toekomst! En dat was het wat de 7de Memorial Noël Soetaert mankeerde. 
Hoe ver kan Reinardt Janse Van Rensburg komen?
Er zullen er ongetwijfeld zijn die hem amper kennen maar Reinardt Janse Van Rensburg maakte zaterdag in de Ronde van Zeeland zijn dozijn aan overwinningen vol. Ongetwijfeld was het de mooiste uit het rijtje want behaald op onder anderen een gretige thuisrijder Lars Boom, Gijs Van Hoecke, Mark Renshaw, Kenny van Hummel,...
Elf kleinere successen gingen eraan vooraf. Hij opende op 1 maart met de Zuid-Afrikaanse titel in het tijdrijden en twee dagen later werd hij (na good old Robert Hunter) ook vice-kampioen op de weg. Daarna werden vier ritten en de eindzege in de Tour du Maroc zijn prooi. Ook de Tour de Bretagne en de Ronde van Overijssel schreef hij, telkens na het winnen van de openingsrit, bij op zijn palmares.
Zijn voorlaatste overwinning behaalde hij zowaar in de Circuit de Wallonie van en naar Fleurus. Daar waren ze op het moment zelf niet blij mee maar misschien komt dat nog en gebruiken ze in de toekomst zijn naam als referentie zoals Gent-Wevelgem dat na 1977 deed met de "le célèbre inconnu" Bernard Hinault.
En zeggen dat de Circuit de Wallonie met zijn Petit-Try een manche is van de zelfverklaarde Topcompetitie, die voorbestemd zou moeten zijn voor internationale contractrenners in spe. Een bijvoorbeeld 20-jarige (en dus belofte) Reinardt Janse Van Rensburg ware een ideale winnaar geweest, niet de 23-jarige contractrenner die hij inmiddels is. Een grove ongerijmdheid want tegen coureurs van dit kaliber kunnen onze beloften (nog) niet op. Dat is ook van toepassing op de 28-jarige Gediminas Bagdonas, die vorige zondag de Memorial Philippe Van Coningsloo (eveneens tellend voor die vermaledijde Topcompetitie) won. Dat hebben wij hier al vaker aangekaart en dat gaan wij in de toekomst nog vaker en tot vervelens toe doen. Onze beloften hebben meer recht op een exlusief forum dan op hun terrein door notoire contractrenners de kaas van het brood te worden gegeten.
Het volmaken van het dozijn aan overwinningen levert Reinardt nog een futiel extraatje op: hij komt opnieuw los aan de leiding in de internationale zegestand met één treffer meer dan Andre Greipel, wiens lijstje weliswaar veel meer kwaliteit herbergt. Toch staat het nagenoeg vast dat de jonge Zuid-Afrikaan in 2013 hoger zal koersen dan het MTN-Qhubeka waarvan hij op dit moment deel uitmaakt.
Wat is Reinardt Janse Van Rensburg, behalve het geregeld winnen van kleinere wedstrijden, nog waard? De winnaar van de tijdrit op de All-Africa Games werd op het wereldkampioenschap tijdrijden voor beloften in Kopenhagen 2011 ontluisterend 58ste op 5'16" van Luke Durbridge. Ik hoop voor hem dat deze momentopname (te flagrant om waar te zijn) geen maatstaf is.

zaterdag 9 juni 2012

Nairo Alexander Quintana Rojas een wissel op de toekomst
Nairo Alexander Quintana Rojas heeft de koninginnenrit in het 65ste Critérium du Dauphiné gewonnen. Op de Joux-Plane overstak hij alsnog Bruce Feillu, die in de Tour van 2009 op zijn 24ste de eerste bergrit won van Barcelona naar Ordino/Arcalis (Andorra) won, een knalprestatie die hij nog niet had kunnen bevestigen. Daarvoor was het wachten tot deze 9 juni, wanneer hij de taaiste overlevende was van de gebruikelijke marathonvlucht die dus ei zo na niet tot mislukken gedoemd was.
Nairo Alexander Quintana Rojas is een verrassing, zij het géén absolute. Tot dan toe had hij zich (41ste in de tussenstand op een kwartier van Bradley Wiggins) in deze Dauphiné nog niet laten opmerken. Bijna de helft van die achterstand liep hij op in de tijdrit, duidelijk zijn pijnpunt. Eerder op het jaar was hij wel dag- en eindwinnaar geworden in de Vuelta a Murcia, hetgeen hij in de Vuelta a la Comunidad de Madrid bijna herhaalde maar de cols waren daar niet steil genoeg om ook de 30-jarige Rus Sergey Firsanov af te schudden. Een maand later is er zijn veel belangrijker inname van Morzine.
Nairo Alexander Quintana Rojas monopoliseerde twee jaar geleden de Tour de l'Avenir. In 2011 won hij als neo-prof in zijn thuisland de Circuito de Combita maar nog meer betekenis had de gewonnen bergprijs in Catalunya. Team Movistar had hem dus juist ingeschat toen het dit goudhaantje bij Colombia es Pasion - Cafe de Colombia wegplukte.
In Morzine werden de kandidaten op het eindpodium weer wat uitgedund maar in mindere mate dan verwacht. Tejay Van Garderen (+1'12"), Wilco Kelderman (+205"), Jérôme Coppel (+2'08") en vooral Tony Martin (+4'01") mogen het schudden. De onverstoorbare Bradley Wiggins, met een uitstekende Michael Rogers en Chris Froome in steun, lijkt zijn schaapjes op het droge te hebben. Dat beseft ook Cadel Evans die het moet het stellen met de teruggevallen Tejay Van Garderen. Philippe Gilbert zet in deze Dauphiné zijn ooit uitgesproken woorden "dat hij niet koerst om een ander te helpen winnen" in praktijk om.

vrijdag 8 juni 2012

Arthur Vichot wint interessante overgangsrit 
Arthur Vichot heeft in Rumilly de eerste bergrit van het 64ste Critérium du Dauphiné gewonnen
De gevreesde col du Grand Colombier eiste wel enkele slachtoffers maar toch beduidend minder dan algemeen verwacht werd zodat de tussenstand vrijwel onaangeroerd bleef. Cadel Evans bestormde het gele bastion van Bradley Wiggins, die kalm bleef en wiens sterke team orde op zaken stelde zodat aan de vooravond van het loodzware afsluitende weekend niet al te veel krachten werden opgesoupeerd. Dat belooft voor zaterdag en zondag.
De (al of niet bewuste) verliezers van deze uiteindelijke overgangsrit heten Sylvain Chavanel, Andriy Grivkov, sowieso Andy Schleck, Rein Taaramäe, Jelle Vanendert, Alexandre Vinokourov én ... Philippe Gilbert. Het staat niet dat de teruggetreden numéro un du monde zich niet weet te handhaven in de groep met de veertig beteren.
Voor de 23-jarige Arthur Vichot werd het alvast de vijfde en mooiste zege als contractrenner. In 2008 miste hij in Cusset van een niet de Franse titel bij de beloften, die naar (de onbekend gebleven) Arnaud Courteille ging. Toch zag La Française des Jeux meer in Arthur dan in zijn overwinnaar en dat was goed bekeken. In zijn eerste profkoers, Tour Down Under 2010 nog wel, verwierf hij de prijs van het publiek. Later op het jaar reed hij de Vuelta voor twee derden uit en in 2011 de Tour helemaal. Daar word je als coureur breder van en dat hebben zijn zeven medevluchters op weg naar Rumilly geweten. Hij reed er in de finale van weg en won onverstoorbaar met een kleine halve minuut voorsprong. Tijdens de voorgaande weken en maanden werd Arthur enkel opgemerkt als 23ste in La Flèche Wallonne en als 21ste in Liège-Bastogne-Liège. Hij had zich kennelijk meer gefocust op de zomer dan op de lente. Een precieuze dagzege in de Tour zal nu wel zijn volgend doel worden, misschien nog niet dit jaar maar zeker één van de volgende. Een klassementsrenner is hij alvast niet.
Arthur Vichot uit Colombier-Fontaine afkomstig wordt eind november vierentwintig jaar. Hij is één van de jonge Fransen die zich profileren als een kandidaat voor de (sub)top, zo ook Nacer Bouhanni, Jérôme Coppel, Arnaud Demaré, Tony Gallopin, Alexandre Geniez, Thibaut Pinot,... Wanneer puntje bij paaltje komt blijkt de lat der verwachtingen te hoog werd gelegd. Zij vallen dan terug zoals ook de generatie vòòr hen overkwam. Daarvan bleven tenslotte enkel Sylvain Chavanel en Thomas Voeckler over. Pierre Rolland moet de aansluiting, die hij in de Tour van 2011 leek te hebben gemaakt, nog wat bevestigen. Julien Simon, een geregeld winnaar, is inmiddels al 27 jaar en kon wel eens een tijdelijke passant zijn.