zaterdag 30 maart 2013

Quote van de week:
Wielerbond vordert 300.000 euro van Leif Hoste
... om de oprotpremie van hun luis in de pels uit te keren? 
Dat bedrag zal niet volstaan, moet ik vrezen.

woensdag 27 maart 2013

Wim van Est werd zestig jaar geleden de éérste Nederlandse winnaar der Ronde van Vlaanderen
Hij verwierf vooral b(ek)lijvende bekendheid als ... ravijnduiker. Het overkwam hem tijdens de Tour van 1951, daags na zijn eclatante dagzege annex gele trui in de afzink van de col d'Aubisque. Het was Roger Decock die het voorval meldde, anders lag Wim daar bij manier van spreken nog. Uit die dagen dateert ook de reclameslogan:
- "Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil maar mijn Pontiac liep".
Wim van Est deed meer dan voor sensatie zorgen. Hij zou naderhand n`g twee ritten winnen in de Tour en in de Giro werd hij de eerste Nederlandse dagwinnaar en rozetruidrager.
Ook in de ééndagswedstrijden was hij spraakmakend. In 1950 won hij op zijn zevenentwintigste de marathon van de weg die de 586 km. tussen Bordeaux en Paris verbond. Wim won met bijna negentien minuten voorsprong op Maurice Diot en Jef Somers. een halfuur op André Declerck en zesendertig minuten op Emile Masson. Twee jaar later deed hij dat succes over. Maurice Diot werd opnieuw tweede maar eindigde veel korter (op "slechts" drie minuten). In 1961, op zijn 38ste, maakte Wim zijn "geen twee zonder drie" waar. Zelfs het Franse icoon Louison Bobet moest het, in een close game, ontgelden. Le célèbre inconnu, Camille Le Menn, vervolledigde het podium.
Wim was een late roeping. Pas op zijn 23ste stak hij van wal bij de amateurs. Aanvankelijk manifesteerde hij zich vooral als hardrijder op de kortere inspanning. Zo werd hij in 1949, 1952, 1953 en 1955 kampioen van Nederland achtervolging, een nationale titel die hij mooi uitdroeg naar het wereldkampioenschap waarin hij derde werd in 1949, tweede (na Antonio Bevilacqua) in 1950 en derde in 1955.

Zijn mooiste succes was evenwel de Ronde van Vlaanderen in 1953. Op 5 april van dat jaar was hij zonder discussie de beste. Apocalyptische weersomstandigheden waren zijn natuurlijke bondgenoot. Het regende oude wijven bij windkracht zeven à acht Beaufort. Na Fiorenzo Magni driemaal op rij lieten de Vlaamse coryfeeën zich opnieuw in de hoek drummen. Brusselaar Desiré Keteleer redde de Belgische eer maar ook hij kon tenslotte niet op tegen de suprematie van Wim Van Est,  zijn ... ploegmaat bij Garin-Wolber. De Fransman Stanislas Bober en de Limburger Pol Schaeken deelden aanvankelijk hun gezelschap maar ze werden achtergelaten. De twee teamgenoten hadden het rijk voor zich alleen maar ploegleider Lomme Driessens speelde ze tegen mekaar uit, want hij zag liever zijn streekgenoot Keteleer winnen. Van Est, die zich al vaker geflikt voelde door het orakel van Vilvoorde, wilde er niet van weten. Hij stuurde aan op een open duel, dat hij met bravoure won door Dies in de laatste hectometers los uit de wielen te rijden.

dinsdag 26 maart 2013

Johan Museeuw, Briek Schotte en Tom Boonen
de absolute sterren van de Ronde van Vlaanderen

... op basis van 125 75 50 40 30 25 20 15 10 5 punten aan de respectieve eerste 10 van elk jaar:

• Johan Museeuw 650 p.
(2. in 1991, 1. in 1993, 2. in 1994, 1. in 1995, 1. in 1998, 3. in 1999, 2. in 2002);
• Briek Schotte 640 p.
(3. in 1940, 1. in 1942, 2. in 1944, 3. in 1946, 1. in 1948, 3. in 1949, 2. in 1950, 3. in 1952, 
8. in 1956, 6. in 1958);
• Tom Boonen 490 p. (1. in 2005, 1. in 2006, 2. in 2010, 4. in 2011, 1. in 2012);  
• Eddy Merckx 470 p.
(3. in 1967, 9. in 1968, 1. in 1969, 3. in 1970, 7. in 1972, 3. in 1973, 4. in 1974, 1. in 1975);
• Peter Van Petegem 445 p.
(9. in 1997, 5. in 1998, 1. in 1999, 8. in 2000, 3. in 2002, 1. in 2003, 3. in 2005, 4. in 2006);
• Eric Leman 425 p. (1. in 1970, 1. in 1972, 1. in 1973, 5. in 1974, 7. in 1976); 
• Walter Godefroot 420 p.
(1. in 1968, 2. in 1970, 6. in 1973, 8. in 1976, 4. in 1977, 1. in 1978, 8. in 1979);
• Jan Raas 380 p. (5. in 1977, 1. in 1979, 3. in 1980, 3. in 1981, 1. in 1983);
• Achiel Buysse 375 p. (1. in 1940, 1. in 1941, 1. in 1943); 
• Fiorenzo Magni 375 p. (1. in 1949, 1. in 1950, 1. in 1951);
• Rik Van Steenbergen 365 p. (1. in 1944, 1. in 1946, 6. in 1951, 3. in 1950, 4. in 1956);
• Rik Van Looy 355 p. (1. in 1959, 3. in 1960, 1. in 1962, 6. in 1963, 10. in 1964, 6. in 1965); 
• Andrei Tchmil 345 p. (3. in 1994, 3. in 1995, 4. in 1997, 3. in 1998, 7. in 1999, 1. in 2000, 
9. in 2001)
• Edwig Van Hooydonck 330 p. (1. in 1989, 1. in 1991, 3. in 1992, 7. in 1993, 9. in 1994);
• Jules Van Hevel 320 p. (3. in 1919, 1. in 1920, 2. in 1921, 4. in 1923, 5. in 1924); 
• Romain Gijssels 315 p. (1. in 1931, 1. in 1932, 3. In 1933, 8. in 1938);
• Frans Verbeeck 300 p. (8. in 1969, 4. in 1970, 3. in 1972, 7. in 1973, 2. in 1974, 2. in 1975, 9. in 1976, 8. in 1977);
• Sean Kelly 280 p. (8. in 1981, 2. in 1984, 2. in 1986, 2. in 1987, 4. in 1988);
• Michel Pollentier 280 p. (7. in 1977, 2. in 1978, 1. in 1980, 4. in 1982, 7. in 1983);
• Rolf Sörensen 280 p. (4. in 1989, 3. in 1991, 1. in 1997, 4. in 2001, 7. in 2002);
• Alessandro Ballan 270 p. (6. in 2005, 5. in 2006, 1. in 2007, 4. in 2008, 3. in 2012);
• Sylvain Grysolle 255 p. (7. in 1939, 4. in 1942, 4. in 1943, 1. in 1945, 5. in 1946);
• Gérard Debaets 250 p. (1. in 1924, 1. in 1927); 
• Stijn Devolder 250 p. (1. in 2008, 1. in 2009).                                              

Opgedeeld in natiën is dit de verdeelsleutel: België (68), Nederland (9), Italië (10), Frankrijk (3), Duitsland (2), Zwitserland (2), Denemarken (1), Groot-Brittannië (1).
Bernard Van de Kerckhove: 
geen gewone coureur geweest!

Niemand die het voor mogelijk houdt maar Bernard Van de Kerckhove viert op 8 juli reeds zijn .... 72ste verjaardag. Hij oogt inderdaad veel jonger.
Velen die weten of geweten hebben dat Bernard in de jaren zestig een merkwaardige coureur is geweest. Hij zorgde vooral voor ophef door in de Tour, die hij tenslotte geen enkele keer uitreed, twee dagzeges te behalen: in Vorst 1964 (vòòr Jean Stablinski en Gilbert Desmet) en in Roubaix 1965 (vòòr de aanstaande ... eindwinnaar Felice Gimondi!). Beide successen werden verlengd in enkele dagen gele trui.
Bernard was hooguit tien jaar beroepsrenner maar reed wel voor vijf verschillende topploegen: Solo-Superia (1962-1965), Ford France (1966), Pelforth-Sauvage (1967 en 1968), Faema (1969) en Dreher (1970). Dat bracht met zich dat hij het wielerbed deelde met onder anderen Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy, Jos Wouters, Eddy Merckx, Patrick Sercu, Jacques Anquetil, Jean Stablinski, Jan Janssen,... Weinigen die hem dat kunnen nazeggen.
Bernard kwam tweemaal dicht bij een klassieke zege, die tenslotte naar een ploegmaat ging. Zo werd hij tweede (na de jonge Noël De Pauw) tweede in Gent-Wevelgem 1965 en (na good old Jean Stablinski) in de Amstel Gold Race 1966. Zelf behaalde kwam hij vervaarlijk dicht bij een dagzege maar in Salou moest hij het afleggen tegen de explosievere finisher Michaël Wright.
Toch mag je de wielercarrière van Bernard Van de Kerckhove als een onvoltooide symfonie omschrijven. Dat had zo zijn oorzaken. Bernard is nooit een vakidioot geweest. "Weinig versleten, goed verdiend en veel plezier gemaakt", knipoogt hij wanneer je hem daar vandaag de dag mee confronteert. Hij had meer pijlen op zijn boog. Hij studeerde af als kinesist maar een leven binnen vier muren zinde hem niet. Hij werd naderhand vertegenwoordiger voor de Limburgse meubelfirma Velda (ooit co-sponsor van de roemruchte Flandria-ploeg). En vandaag de dag houdt hij zich vooral bezig en jong als de koppig doorzettende organisator van de 37ste Driedaagse van De Panne - Koksijde, waarvan hij één van de créateur-fondateurs is. Velen willen zijn geesteskind schoffelen maar Bernard weerlegt dat met drie woorden: over mijn lijk!



Met een logisch zestal naar Le Pavé de Roubaix

Bondscoach Carlo Bomans heeft opnieuw een rechtlijnige selectie samengesteld voor Le Pavé de Roubaix, de kleine broer van dé kasseienklassieker. Jenthe BiermansSenne LeysenEdward PlanckaertNathan Van HooydonckDieter Verwilst en Enzo Wouters zijn de uitverkorenen.

Indien deze zes Vlamingen in de Hel van het Noorden aan één en hetzelfde zeel trekken dan kan een absolute triomf niet ver weg zijn.
Een selectie waarvan weinig af te dingen valt, al zullen onder anderen Dries Verstrepen (vorig jaar als eerstejaars wel geselecteerd en zeventiende geworden maar dit keer niet in weerwil van een eclatant succes in Tienen-Zepperen) en de regelmatige Boris Van Renterghem beweren dat ook zij op de kasseien aardig uit de voeten kunnen.
Uitgesteld is niet verloren en dus dwingen zij en nog meer anderen misschien hun plaats af in één van de volgende wedstrijden in de Nations Cup voor junioren: Tour of Istria (Croatië, 19-21 april), Course de la Paix (Tsjechië, 1-5 mei), Trofeo Karlsberg (D., 30 mei - 2 juni) en de G.P. Général Patton (Lux., 6 & 7 juli).
De Europese kampioenschappen (in Tsjechië) krijgen hun verloop en uitkomst op 18 (tijdrit) en op 20 augustus (wegrit). Het wereldkampioenschap tijdrijden in Firenze is voorzien op 24 september en het wereldkampioenschap op de weg op 28 september.

vrijdag 22 maart 2013

Gent - Neige - Wevelgem 1978
Men heeft het steevast over de ijskoude lente van 2013, die de voorjaarsklassiekers verlamt. Decennia geleden waren die klimatologische omstandigheden meer regel dan uitzondering. Zo won Rik Van Looy viermaal in Harelbeke, waarvan tweemaal in de sneeuw.
Nog straffer was het vijfendertig jaar geleden in Gent-Wevelgem op woensdag 12 april 1978 en dus nog bijna drie weken verder op het jaar dan de 74ste editie.
Van Zeebrugge tot in Nieuwpoort moesten de renners overvloedige sneeuwval trotseren. Het hield tijdig op zodat de heuvelzone alsnog kon aangesneden worden. De renners waren in die dagen qua kledij nog minder beschermd als nu. Toch ledigden veertig van de 185 gestarten de bittere kelk tot op de bodem. Ronny Bossant, Michel Jacobs, Cees Priem, Willy Scheers en Pol Verschuere reden al in het danteske gebied ver vòòr de anderen uit. Zij poogden de al even verkleumde coryfeeën te verschalken en kregen daar ook uitzicht op tot tien ronkende namen hun iglo verlieten om de toestand te normaliseren. Het moeten stuk voor stuk Übermenschen geweest zijn om nog zo'n helse finale ineen te boksen en mekaars luttele restérende krachten af te tasten. Uiteindelijk trad de pientere en met een rijke weerstand fietsende Ferdi Van den Haute als puike winnaar naar voren. Walter Planckaert werd (+1'05") tweede vòòr Francesco Moser en Jan Raas. Ludo Peeters snoepte (+1'15") Roger De Vlaeminck de vijfde plaats af. Rik Van Linden, Ronald De Witte, Freddy Maertens en Michel Pollentier vervolledigden (+2'10") de top-tien. Ziedaar de spraakmakende uitkomst van een urenlang heroïsch gevecht tegen de natuurelementen.
Ik herinner het mij alsof het gisteren was. Je moet het als ooggetuige meegemaakt hebben om je een idee te kunnen vormen. En toch ben je in die bizarre ogenblikken een gelaten sadist.
- "Nu wordt de wedstrijd mooi", lieten wij ons vanuit de warme volgwagen ontvallen wanneer de sneeuwval na "mijn" Blankenberge aanzwol tot een moeilijk te doorkijken gordijn.
Een medepassagier had een nog beter idee. Na de doortocht aan de eerste bevoorrading in Oostende had hij zowaar zin in een... ijsje. We zijn met schaamteloos solidair geweest en hebben vijfendertig jaar later nog steeds schuldgevoelens.
Twee jaar later in Liège - Bastogne - Liège (= Neige - Bastogne - Neige) zou het nòg erger geweest zijn met Bernard Hinault als bijna ingevroren feestvarken. Naar verluidt toch want het is "van horen zeggen". Ik was er niet bij, lag thuis in een warm bed met een virale infectie.
 

donderdag 21 maart 2013

De absolute sterren van Gent - Wevelgem

Ranking op basis van 75 45 30 24 18 15 12 9 6 3 punten aan de respectieve eerste 10 van elk jaar:

• Eddy Merckx 330 p. (9. in 1966, 1. in 1967, 9. in 1968, 1. in 1970, 3. in 1972, 1. in 1973, 
2. in 1974, 6. in 1975, 10. in 1976);
• Rik Van Looy 321 p. (1. in 1956, 1. in 1957, 2. in 1958, 1. in 1962, 8. in 1963, 3. in 1964, 8. in 1965, 10. in 1969);
• Mario Cipollini 294 p. (2. in 1991, 1. in 1992, 1. in 1993, 4. in 1995, 1. in 2002);
• Tom Boonen 267 p. (7. in 2002, 3. in 2003, 1. in 2004, 1. in 2011, 1. in 2012);
• Raymond Impanis 258 p. (4. in 1948, 1. in 1952, 1. in 1953, 3. in 1958, 8. in 1956, 2. in 1961);
• Roger De Vlaeminck 240 p. (2. in 1969, 2. in 1971, 3. in 1974, 6. in 1976, 6. in 1978,
2. in 1979, 2. in 1981);
• Eric Vanderaerden 222 p. (2. in 1984, 1. in 1985, 8. in 1987, 4. in 1989, 4. in 1991, 2. in 1993);
• George Hincapie 195 p. (4. in 1999, 1. in 2001n 3. in 2002, 4. in 2004, 5. in 2006, 4. in 2010);
• Jan Raas 192 p. (10. in 1977, 4. in 1978, 3. in 1979, 6. in 1980, 1. in 1981, 2. in 1983);
• Freddy Maertens 189 p. (5. in 1973, 6. in 1974, 1. in 1975, 1. in 1976, 9. in 1978);
• Walter Godefroot 177 p. (6. in 1966, 1. in 1968, 3. in 1970, 4. in 1973, 8. in 1974, 4. in 1977)
• Tom Steels 162 p. (1. in 1996, 1. in 1999, 7. in 2005);
• Briek Schotte 159 p. (8. in 1949, 1. in 1950, 1. in 1955);
• Frans Aerenhouts 150 p. (1. in 1960, 1. in 1961);
• Guido Bontempi 150 p. (1. in 1984, 1. in 1986);
• Johan Museeuw 147 p. (2. in 1990, 8. in 1991, 7. in 1992, 3. in 1994, 9. in 1997, 3. in 2000, 10. in 2002, 7. in 2003); 
• Frans Verbeeck 147 p. (10. in 1971, 5. in 1972, 2. in 1973, 9. in 1974, 2. in 1975, 3. in 1976).

woensdag 20 maart 2013

Leon Vandaele krijgt een uniek huldeboek
Leon Vandaele zou op 24 februari 2013 tachtig jaar zijn geworden. Hij bleef helaas steken op 67 verjaardagen want hij overleed al op 30 april 2000.
Leon was een reus uit Ruddervoorde, die niet al  de mazzel van de wereld kende en bovendien over geen ijzeren gezondheid beschikte. In 1960, op zijn 27ste, had hij het beste reeds gehad. Wat hij tijdens de tweede helft van de jaren vijftig  in de klassiekers neerzette, was niet niks. Moment suprême daarin was zondag 13 april 1958 toen hij de uitgedunde voorwacht op de roze piste van Roubaix achter zich hield zodat hij op het podium mocht neerkijken op Miguel Poblet en Rik Van Looy. Eerder  al had hij Paris-Brussel (1957) gewonnen en naderhand ook Gent-Wevelgem (1959). In de Ronde van Vlaanderen (1956) en in Milano-Sanremo (1959) haalde hij ook het podium, weliswaar “slechts” de laagste trede.
Op een bescheidener niveau won hij tweemaal Kuurne-Brussel-Kuurne (1954 en 1961), Nokere Koerse (1961), de Omloop van Mandel-Leie-Schelde van en naar Meulebeke (1962), de Elfstedenronde van en naar Brugge (1964). Last but not least lukte hij een loepzuivere hattrick in het Kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp (vanaf 1956), die hem nog het meest van al tot een regionale volksheld promoveerde.
De grote ronden waren daarentegen geenszins aan hem besteed. Slechts aan één nam hij deel, de Vuelta in 1958 waar hij het al na een week voor gezien hield. In kortere rittenkoersen hield hij het  bij dagzeges in de Ronde van Nederland (1957), Paris-Nice (1958), Tour de Luxembourg (1959 en 1961), de Tour de l’Ouest (1955 en 1956). Een dagzege in de Trofee van Antwerpen (1957) verlengde hij zelfs in de eindzege.
Leon Vandaele behaalde globaal 88 overwinningen en toch had zijn carrière veel van een onvoltooide symfonie.
Hij reed tijdens twee (1957 en 1958) van zijn topseizoenen voor Faema, waar men hem tevergeefs in de schaduw probeerde te houden van zijne keizerlijke hoogheid Rik Van Looy. Leon werd geringschat als het ondergeschikte alternatief van de Kempenaar. Juist dat was het wat Leon de vereiste prikkels gaf om de subjectieve ploegleiding in het ongelijk te stellen. In 1957 won hij, behalve Paris-Brussel, ook Milano-Mantua, de Trofee van Antwerpen, een rit in de Ronde van Nederland en  voor de tweede maal op rij het befaamde Kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp. Die  kleine opeenstapeling van successen was ploegleider Lomme Driessens een doorn in het oog. Hij duldde slechts één uitgesproken kopman en dat was onverdeeld Rik Van Looy. Om Leon bij voorbaat uit te schakelen werd hem keer op keer opgedragen om de spurt in te leiden voor Rik, wat hij bijvoorbeeld feilloos deed in de Ronde van Nederland, wat de keizer vijf gemakkelijke dagzeges opleverde.
In Paris-Brussel 1957 kende Rik Van Looy un jour sans. Leon Vandaele nam het voortouw over en won van Raymond Impanis en Jan Adriaenssens.
Het had een averechts effect naar 1958 toe. De rijzige Ruddervoordenaar werd als de luis in de  keizerlijke pels buiten de besprekingen gehouden en stond quasi geïsoleerd binnen zijn eigen ploeg. Het zou er hem niet van weerhouden om Paris-Roubaix te winnen. Zijn trouwe gabber Roger Decock zette hem uit de wind zodat Leon, zoals de andere kopmannen, behoorlijk uitgerust aan de finale kon beginnen. De outsiders Seamus Elliott (Ier) en Roger Verplaetse reden met kleine voorsprong de roze piste van Roubaix op. Geen van beiden durfde de spurt in te zetten, ze leken door overwinningsvrees bevangen. Hun weifeling kwam hen duur te staan, ze werden door de ijlende achtervolgers overspoeld. In een warrige spurt hield Leon er het Europese puikje onder: Miguel Poblet (in die periode bijna drie keer op rij winnaar van Milano-Sanremo), Rik Van Looy, Rik Van Steenbergen, Jean Forestier (Ronde van Vlaanderen 1956), Fred De Bruyne (de allerbeste klassieke coureur uit die periode), Marcel Janssens, Roger Hassenforder, Raymond Impanis,... werden in die orde geklopt. 
Het bleef in de Faema-familie had je gedacht maar Vandaele’s putsch werd als majesteitsschennis ervaren. Lomme Driessens had liever dat Miguel Poblet won. Voor Vandaele was het de tweede klassieke zege in 51 weken. Dat stak. Zijn positie bij Faema werd onhoudbaar. Hij maakte er zich niet al te druk om. Zijn seizoen was reeds gemaakt en hij zou dat jaar nog vijftien andere successen boeken. Zijn succes inspireerde tot het in het leven roepen der wielerploeg Flandria vanaf 1959 met Leon Vandaele als expliciete kopman. Hij vulde de verwachtingen helemaal in met een dagzege in Paris-Nice, een derde plaats (na Poblet en Van Steenbergen) in Milano-Sanremo, een achtste in Paris-Roubaix en vooral een zege in Gent-Wevelgem. Daar wilde hij in Paris-Brussel nog iets aan toevoegen maar daar had hij beter van afgezien want het werd het tragische keerpunt in zijn car-rière. Frans Schoubben had het weifelende peloton verschalkt. Voor de tweede plaats wilde Vandaele zich nog wel eens schrap zetten. In een adembenemende spurt haakten hij en Poblet evenwel in mekaar en voor Leon waren de gevolgen verschrikkelijk. Hij werd opgeraapt met een zware schedelbreuk, die hem maanden uit competitie hield, zodat zijn seizoen er nagenoeg opzat.
Nog erger was dat het daarna met hem niet meer zou goed komen. De Leon Vandaele vanaf 1960 werd nog slechts de schim van die van ervoor. Hij hervatte te vroeg en zijn zwaarbeproefd hoofd  bleef opspelen. Ook zijn lever liet het almaar meer afweten. In de klassiekers speelde hij niet meer mee en ook in de lager gekwoteerde koersen kromp zijn rendement. 
Om zijn zegecijfer op peil te houden viel hij vooral terug op de West-Vlaamse kermiskoersen. Met zijn overwinning in de Elfstedenronde 1964 van en naar zijn geboortestad Brugge bracht hij zichzelf een mooi eresaluut. Hij was amper éénendertig jaar toen hij de koersfiets wisselde voor het statuut van hoofdverdeler van fietsen Flandria, waarvan hij het ontstaan als wielerploeg geprovoceerd had. Na  die drukke dagtaak baatte hij met zijn echtgenote ook nog het drukbeklante Chalet “Vieux Temps” uit langs de Torhoutse steenweg in Zedelgem en veel later “De Gilde” in Oostkamp. 
Eigenlijk kon je zeggen dat Leon Vandaele te zacht was voor de toen al harde wielerwereld. Hij ging de verbale controverse altijd uit de weg en antwoordde liever met de pedalen. Ook als afgevaardigde van de beroepsrenners in de Nationale Sportcommissie van de Wielerbond had hij niet graag dat er kritiek werd geuit op de federatie.
Brave Leon krijgt op donderdag 28 maart 2013, een maand na zijn 80ste geboortedag, in de Groene Meersen te Zedelgem en s anderendaags in de Hoofdbibliotheek van Oostkamp zijn oververdiend huldeboek in de vorm van een unieke fotografisch memorandum dat als een stuk wielererfgoed zal gekoesterd worden. Het is het geesteskind van dochter Ann Vandaele en van wieleradept Stefan Van Laere. Het boek bevat tal van prachtige foto’s, doorspekt met anekdotes en opmerkingen. De lezer wordt getrakteerd op een chronologische opbouw van zijn indrukwekkende carrière en een inventaris van zijn uniek palmares.
Het betreft een éénmalige uitgave in luxe-uitvoering met beperkte oplage. Het boek wordt thuisbezorgd na storting van 39,95 euro op rekeningnummer 979-5932740-31 / IBAN BE 04 9795 9327 4031 (BIC ARSPBE22) met vermelding: ex. Leon Vandaele.
Info: anntavernier@telenet.be

Zielige en hardvochtige Wielerbond West-Vlaanderen
Een aantal mensen van Jonge Renners Roeselare namen het lovenswaardige initiatief om vier meetings te organiseren op de piste in Rumbeke. Deze beslissing werd genomen na de vergadering met jeugdclubs en Wielerbond West-Vlaanderen op 8 november 2012. Hierbij werd beloofd dat Wielerbond West-Vlaanderen de organisatoren van pistemeetings financieel zou ondersteunen met een subsidie van 400 euro per meeting. Diezelfde avond de Jonge Renners Roeselare kenbaar vier meetings te zullen organiseren en wel als volgt : vier initiaties voor miniemen en een challenge voor aspiranten. Veertien dagen later op het BK veldrijden voor aspiranten te Arendonk ontmoette Kris Hanne de heren Jules Vandergunst en Walter Vergote, die sec meedeelden dat de nieuwelingen en de junioren er dienden bijgenomen te worden om voor genoemde subsidie in aanmerking te komen. Kris Hanne hield zijn antwoord in beraad in functie van overleg met de overige leden van de werkgroep, die tenslotte besliste om het bij miniemen en aspiranten te houden. De recreanten (die kunnen vrij één uur op de piste rijden) werden er wel bijgenomen alsook een initiatie voor niet-aangeslotenen van 12 tot 16 jaar. Dat kan toch volstaan als eerste organisatie? De werkgroep der Jonge Renners Roeselare wil behoedzaam en haalbaar beginnen om stelselmatig door te groeien. Als teken van goede wil werd nu reeds aan Wielerbond West-Vlaanderen toegezegd om er vanaf 2014 uit te breiden met nieuwelingen en junioren. Niettemin kunnen ze in 2013 naar de eerder toegezegde subsidie fluiten. Ziedaar een diepe ontgoocheling voor leden van de werkgroep, die het evenwel niet aan het hart laat komen en er vol voor blijft gaan in schril contrast met de zielige en hardvochtige Wielerbond West-Vlaanderen.
Inmiddels is de werkgroep omgevormd tot een vzw vanaf 1 april onder de naam: vzw Wedstrijdorganisatiecomité Wielerpiste Defraeye-Sercu. Deze instantie zal autonoom werken van de Jonge Renners Roeselare al blijven de leden nauwe banden onderhouden met de wielerclub.
Tenslotte is er ook nog dit onnodige knelpunt. Op 8 mei organiseert Wedstrijdorganisatiecomité Wielerpiste Defraeye-Sercu zijn eerste meeting. 's Anderendaags (Hemelvaart) is er de aspirantenwedstrijd in Ledegem. De 12-, 13- en 14-jarigen zullen moeten kiezen tussen één van beide want het is hen verboden om twee  dagen naeen te koersen. Hier had Wielerbond West-Vlaanderen moeten anticiperen. Bemiddelen kan nog altijd en door bijvoorbeeld aan Ledegem voor te stellen om hun wedstrijd het weekend daarop te organiseren. Dan is er geen West-Vlaamse koers voor aspiranten. Komt het niet tot een vergelijk dan zullen zowel Rumbeke als Ledegem van mekaar de dupe worden.

maandag 18 maart 2013

S.O.S. West-Vlaams (jeugd)wielrennen

De West-Vlaamse afdeling van Wielerbond Vlaanderen mag dan nog gloriëren met de aanstelling van Jules Vandergunst tot algemeen voorzitter van Wielerbond Vlaanderen; toch is het ook in deze provincie niet allemaal goud wat blinkt. 

Recentelijk slaakte WBV - West-Vlaanderen de alarmkreet dat er dit jaar ruim vijftig koersen minder zijn. Vooral bij de jongste categorieën is het kommer en kwel. Terwijl er in 2013 in Oost-Vlaanderen nog 42 wedstrijden voor aspiranten op de kalender staan werden in West-Vlaanderen amper 14 organisatoren bereid gevonden een wedstrijd in te richten voor 12-, 13- en 14-jarigen. Lokt dit niet allerlei vraagstellingen in de hand? In Oost-Vlaanderen kan men wekelijks kiezen uit een organisatie op zaterdag en één op zondag met telkens een goed gevulde deelnemerslijst. West-Vlaanderen moet het met veel minder doen. April zet de toon met amper één organisatie (Lendelede) tegenover nog vier in 2012. Oost-Vlaanderen doet het in de grasmaand veel beter doet met liefst acht organisaties!
Aan de kwaliteit van de West-Vlaamse benjamins kan dat geenszins liggen: een lichting 12-jarigen met Laurens Vandaele, Giel Barbry, Jari Simoens, Calvin Verbeeck, Axel Ovaere; een lichting 13-jarigen met vooral Matthias Declercq (punten- én zegekoning 2012) en een lichting 14-jarigen aangevoerd door Yentl Bekaert, Thibault Plysier, Jens Verstraete en Thomas Vansteelandt
Waaraan ligt het dan wel en waarom vielen zoveel organisaties weg? Neem nu bijvoorbeeld Krombeke, die vorig jaar op pinkstermaandag organiseerde. Alle renners die op Pinksteren in Oost-Vlaanderen gingen rijden mochten de volgende zondag starten in Wielsbeke. Alle renners die de maandag in Krombeke gingen rijden mochten de volgende zondag niet starten in Wielsbeke. In Krombeke daagden bij de 11-jarigen elf deelnemers op, bij de 12-jarigen vier, bij de 13-jarigen acht en bij de 14-jarigen zowaar twintig. Of globaal 43, een cijfer dat men in Oost-Vlaanderen in vrijwel elke leeftijdscategorie haalt. Begrijpelijk dat je dan als organisator naar het volgende jaar toe de handdoek gooit.
Ook frappant: op 9 september 2012 reden de aspiranten en miniemen hun ultieme wedstrijd van het seizoen in Meulebeke. Juist over de grens in Wallonië loopt het seizoen door tot begin oktober. Resultaat vanaf het weekend van 15-16 september een ongeziene overrompeling van West-Vlaamse aspiranten vanaf Escanafles.
Dit jaar wordt er geen enkele meeting meer georganiseerd op de wielerpistes in Brugge en Oostende voor aspiranten. Die pistes genieten dus nog amper bestaansrecht. Gelukkig steken de Jonge Renners Roeselare onder leiding van Kris Hanne hun nek uit en organiseren vier pistemeetings in Rumbeke. "Slechts" vier in West-Vlaanderen in weerwil van het feit dat je de drie Vlaamse (Barbry, Declercq en Bekaert) en de drie Belgische baankampioenen (Vandaele, Declercq en Bekaert) in eigen provincie hebt.
Maar er is (valse) hoop. Als het kalf bijna verdronken is doet de jeugdcommissie van de Westvlaamse Wielerbond met jeugdvoorzitter Eric Snauwaert véél te laat een oproep via de website naar alle inrichters van miniemen en aspiranten. Ze "zullen" een nieuwsbrief opstellen en/of een brochure uitgeven. Drie weken voor de start van het seizoen had die er allang moeten zijn, temeer het een dunne uitgave zal worden met de gegevens over de luttele overgebleven organisaties voor aspiranten en miniemen. Met deze vijgen na Pasen hopen zij een boost geven aan deze organisaties en de andere die zij er alsnog willen bijhalen. Een beetje ernst a.u.b. en veel meer toewijding.

zondag 17 maart 2013

Jules Vandergunst nieuwe voorzitter 
Wielerbond Vlaanderen
De bijna 68-jarige Jules Vandergunst uit Roeselare, vorige week reeds herkozen als voorzitter van de afdeling West-Vlaanderen, werd met overweldigende meerderheid (95 van de 128 stemmen) voor vier jaar verkozen tot  de nieuwe voorzitter van Wielerbond Vlaanderen. De kruimels van de verkiezing gingen naar Gilbert Denys (28) en Ludo Walthoff-Borm (amper vijf stemmen). 
Jules Vandergunst volgt de gedecimeerde voorganger, Swa Vercammen, op. Voor Vercammen is het meer dan een beetje een verlossing uit zijn lijden want zijn omgang met Directeur Vandeweghe liep - om het eufimistisch te stellen - allesbehalve op wieltjes. Vercammen vergezelde VéDéWé nooit meer naar bijeenkomsten waar hij nochtans ook op zijn plaats was. Zo kon Gansje alles autonoom beslissen met alle gevolgen vandien. Met Vandergunst zal hij in geen geval dezelfde vrijheid van handelen hebben, mag VéDéWé bij voorbaat weten.
Het werd Vandeweghe bleekjes om de neus toen in Peer de uitslag van de verkiezing werd bekendgemaakt. Zijn felicitaties aan Jules Vandergunst waren kort en koel. VéDéWé's poulain, Gilbert Denys werd striemend afgemaakt door het kieskorps. De niet eens zoveel jongere Denys probeerde Vandergunst nog als een conservatief af te schilderen. Zelf beloofde hij grondige vernieuwing (=verder opgedreven vandeweghing?!) en brak hij, als beroepshalve apotheker, een lans voor nultolerantie van doping in het jeugdwielrennen. Hoe zou hij dàt gerealiseerd hebben? Hij zou beter eerst nagaan hoeveel medische controles er vorig jaar door de federatie werden georganiseerd. Gezien de (om gekende redenen) precaire kastoestand van Wielerbond Vlaanderen had hij daar, als binnenkomende outsider, weinig verandering kunnen in brengen.
Aan twee zaken zal Vandergunst helaas niet kunnen sleutelen. Vandeweghe zit als Directeur gebeiteld want hij betonneerde zich in (zelf opgestelde?) contractclausules, die Wielerbond Vlaanderen een fortuin zouden kosten indien ze hem de buitenwacht aanzegden. Ook het contract met Golazzo, aangaande het tijdschrift cycling.be, is onwrikbaar want geldend voor liefst vier jaar. Deze operatie slaat een enorm gat in de begroting van Wielerbond Vlaanderen, die als initiële bestaansreden de welvaart en het welzijn van de Vlaamse coureur zou moeten hebben. Voor VéDéWé gelden kennelijk andere normen: "regner, c'est prevoir", waarbij hij notoir uitsluitend aan zichzelf dacht.
De aanstelling van Jules Vandergunst zal de donkere wolk boven wielerminnend Vlaanderen enigszins verdunnen want hij is, als gewezen bankier en bekwaam boekhouder, absoluut geen vernieuwer maar van die soort hebben ze er het jongste anderhalf jaar genoeg gehad in Wielerbond Vlaanderen.

donderdag 14 maart 2013

De absolute sterren van Milano-Sanremo

Ranking op basis van 125 75 50 40 30 25 20 15 10 5 punten aan de respectieve eerste 10 van elk jaar:

• Costante Girardengo 1105 p.
(2. in 1917, 1. in 1918, 2. in 1919, 3. in 1920, 1. in 1921, 2. in 1922, 1. in 1923, 3. in 1924, 1. in 1925, 1. in 1926, 1. in 1928, 5. in 1930);
• Eddy Merckx 890 p.
(1. in 1966, 1. in 1967, 1. in 1969, 8. in 1970, 1. in 1971, 1. in 1972, 1. in 1975, 1. in 1976);
• Erik Zabel 700 p.
(1. in 1997, 1. in 1998, 2. in 1999, 1. in 2000, 1. in 2001, 6. in 2003, 2. in 2004, 6. in 2007);
• Roger De Vlaeminck 645 p.
(2. in 1969, 1. in 1973, 8. in 1976, 2. in 1977, 1. in 1978, 1. in 1979, 5. in 1980, 2. in 1981);
• Gino Bartali 635 p.
(4. in 1935, 7. in 1938, 1. in 1939, 1. in 1940, 10. in 1942, 5. in 1943, 4. in 1946, 1. in 1947, 1. in 1950);
• Oscar Freire 565 p.
(3. in 2000, 5. in 2002, 7. in 2003, 1. in 2004, 5. in 2005, 6. in 2006, 1. in 2007, 8. in 2008, 1. in 2010, 7. in 2012);
• Gaetano Belloni 530 p.
(1. in 1917, 2. in 1918, 1. in 1920, 8. in 1921, 2. in 1923, 2. in 1924, 4. in 1926);
• Sean Kelly 515 p.
(4. in 1980, 5. in 1983, 2. in 1984, 7. in 1985, 1. in 1926, 4. in 1987, 5. in 1988, 5. in 1989, 1. in 1992);
• Alfredo Binda 500 p.
(2. in 1927, 2. in 1928, 1. in 1929, 1. in 1931, 2. in 1932, 6. in 1933);
• Fausto Coppi 430 p.
(10. in 1941, 1. in 1946, 1. in 1948, 1. in 1949, 8. in 1953, 4. in 1954);
• Giovanni Brunero 397 p.
(5. in 1920, 2. in 1921, 1. in 1922, 4. in 1923, 2. in 1925, 9. in 1927, 3. in 1928);
• Giuseppe Saronni 390 p.
(3. in 1978, 3. in 1979, 3. in 1980, 1. in 1983, 4. in 1986);
• Pierino Favalli 380 p.
(2. in 1937, 2. in 1938, 2. in 1938, 1. in 1941, 3. in 1942, 4. in 1943);
• Mario Cipollini 340 p.
(10. in 1993, 2. in 1994, 7. in 1996, 2. in 2001, 1. in 2002, 4. in 2003);
• Francesco Moser 340 p.
(2. in 1975, 9. in 1976, 6. in 1978, 4. in 1979, 6. in 1980, 4. in 1982, 1. in 1984);
• Alessandro Petacchi 335 p.
(4. in 2004, 1. in 2005, 2. in 2006, 8. in 2007, 5. in 2009, 3. in 2010);
• Loretto Petrucci 330 p. (3. in 1951, 1. in 1952, 1. in 1953, 5. in 1954);
• Miguel Poblet 325 p. (3. in 1951, 1. in 1952, 1. in 1953, 5. in 1954);
• Luigi Ganna 315 p. (4. in 1907, 2. in 1908, 1. in 1909, 3. in 1911, 6. in 1914);
• Maurizio Fondriest 305 p. (2. in 1988, 5. in 1990, 1. in 1993, 2. in 1995);
• Felice Gimondi 290 p. (4. in 1967, 2. in 1971, 3. in 1973, 1. in 1974);
• Gustave Garrigou 285 p. (2. in 1907, 1. in 1911, 2. in 1912, 9. in 1913);
• Learco Guerra 285 p. (9. in 1930, 2. in 1931, 1. in 1933, 2. in 1935);
• Alfredo Bovet 280 p. (1. in 1932, 2. in 1933, 5. in 1935, 3. in 1938);
• Angelo Gremo 280 p. (4. in 1913, 3. in 1915, 3. in 1917, 1. in 1919, 8. in 1923);
• Fiorezo Magni 277 p. (4. in 1941, 9. in 1943, 7. in 1947, 3. in 1949, 4. in 1950, 7. in 1954, 5. in 1955, 2. in 1956);
• Fabian Cancellara 275 p. (1. in 2008, 2. in 2011, 2. in 2012);
• Ezio Corlaita 275 p. (4. in 1912, 3. in 1913, 1. in 1915, 7. in 1920, 4. in 1918);
• Giuseppe Olmo 275 p. (1. in 1935, 6. in 1936, 1. in 1938);
• Rik Van Looy 270 p. (1. in 1958, 6. in 1960, 2. in 1961, 4. in 1964, 10. in 1968);
• Rik Van Steenbergen 260 p. (8. in 1950, 1. in 1954, 6. in 1955, 8. in 1957, 2. in 1959);
• Filippo Pozzato 255 p. (1. in 2006, 2. in 2008, 5. in 2011, 6. in 2012);
• Eric Vanderaerden 255 p. (4. in 1983, 3. in 1984, 4. in 1985, 2. in 1987, 3. in 1991);
• Laurent Fignon 250 p. (1. in 1988, 1. in 1989); 
• Raymond Poulidor 250 p. (1. in 1961, 2. in 1964, 7. in 1966, 5. in 1968).
Opgedeeld in natiën is dit de verdeelsleutel: Italië (50), België (20), Frankrijk (12), Duitsland (5), Spanje (5), Nederland (3), Australië (2), Groot-Brittannië (2), Ierland (2) en Zwitserland (2).

woensdag 13 maart 2013

"Wie gelooft die ... directeurs nog?" 
Gans Vandeweghe's retorische vraag
Voor wie vond dat ik al te veel giftige pijlen richtte op VéDéWé heb ik ook nog dit in de aanbieding.
Tekenend voor zijn hieronder al aangehaalde afkeer van het competitiewielrennen is dat Gans Vandeweghe straks het elfendertigste boek over doping op de markt brengt. VéDéWé, de zelfverklaarde paus onder de notoire dopingkenners, voelt zich geroepen om die open deur in te trappen. VéDéWé stapt dagdagelijks door het leven als Directeur Wielerbond Vlaanderen. Weinigen die dat wisten en nog minder wat daar zijn meerwaarde is. Hij moet dus zijn dagen zien door te komen en waarom niet door de tak af te zagen waarop hij royaal gezeten is? Graag had hij, naar het nationale voorbeeld van zijn gewezen maatje Tom Van Damme, het directeurschap gecombineerd met het voorzitterschap. Misschien is het zoveelste overbodige boek over doping daarop zijn ultieme wraakoefening. Gansje maakte er een “goede” gewoonte van om met zoveel mogelijk outsiders lunchjes (op kosten van de Bond?) te organiseren en zoveel mogelijk info voor zijn boek te verzamelen. Ik ben wat dat betreft een ervaringsdeskundige. Op 31 juli 2012 hoorde hij mij meer dan een halve dag uit en hij beloofde een gauw volgend onderhoud, dat inmiddels gedateerd is. Bij een ongelukkige toevallige ontmoeting tijdens VeloFollies op zaterdag 26 januari 2013 meende hij dat alsnog te kunnen rechtzetten. Toen ik daar, vooral omwille van zijn alomgekende grijns, met veel misbaar nièt wenste op in te gaan mocht ik sec vernemen dat ik aan ... Alzheimer lijd. Wat was zijn vraag ook weer? Ik kan hem overigens geruststellen: ik weet veel meer dan hij denkt dat ik weet. En dat is goed om ... weten.
Gansje acht zich evenwel onaantastbaar in het wielermilieu. Op 26 maart komt hij in het hol van de leeuw zijn dopingboek propageren. In het Centrum Ronde van Vlaanderen barst zogezegd de bom.  Dan komt hij, sinds jaar en dag dé zelfuitgeroepen kritische pen in het Vlaamse sportlandschap, zijn splinternieuwe boek over de dopingperikelen in de wielersport voorstellen. Was hij in het eigen bastion aan de Blaarmeersen niet welkom of durfde hij daar niet?
In Wie gelooft die coureurs nog?” monstert VéDéWé het huidige dopingklimaat vanuit de achteruitkijkspiegel. "Pakken ze allemaal? Moeten we vraagtekens plaatsen bij iedere topprestatie? En kan dat nog, topwielrennen zonder doping?".
Gansje (sic) wéét het kennelijk met absolute zekerheid want hij is naar eigen zeggen al meer dan dertig jaar gepokt en gemazeld in de wielersport. Hij kent de groeipijnen en kan als geen ander de vinger op de wonde leggen. De vinger in de wonde leggen? Oude en nog maar pas gedichte wonden heropenen, dat is wat hij doet. Om zichzelf interessant te maken en er nog aan te verdienen ook. Overigens: pakken sommige van de door hem zo geprezen en gekoesterde recreanten soms niet? Misschien stof voor een volgende bestseller.
Benieuwd of hij voor één en ander applaus dan wel awoertgeroep krijgt in het Centrum Ronde van Vlaanderen, één van de heiligdommen van het rijke Vlaamsche wielerleven?
Ik hou het bij Wie gelooft die ... directeurs nog?” en staar recht voor mij uit: zijn sommigen niet beschaamd dat ze in eigen nest hun gevoeg doen?

dinsdag 12 maart 2013

Gans Vandeweghe, de donkere wolk 
boven wielerminnend Vlaanderen
Zaterdag 16 maart wordt in godbetert Peer de nieuwe voorzitter van Wielerbond Vlaanderen verkozen. Gilbert Denys, Jules Vandergunst of Ludo Walthoff-Borm wordt de opvolger van de uittredende Swa Vercammen. Die werd gecontesteerd door zijn tegenkandidaat Eddy Van Vooren, die een rechtsgeding inspande én won. Bedoelde verkiezingen werden nietig verklaard maar tegen de uitspraak werd beroep aangetekend zodat Vercammen zijn mandaat ongemoeid kon uitzitten.
Bij de drie kandidaat-opvolgers zit alvast één vreemde eend: Gilbert Denys, een mega-apotheker uit Gent die nog maar kortstondig affiniteit heeft met het wielrennen maar van wie niettemin om allerlei redenen mag verwacht worden dat hij de nieuwe voorzitter van Wielerbond Vlaanderen wordt.
Wie de nakende presidentsverkiezingen met ongewone aandacht zal volgen is de genaamde Gans Vandeweghe, sinds anderhalf jaar directeur van Wielerbond Vlaanderen. Want de persoon van de nieuwe voorzitter kon wel eens iemand zijn die als een schoonmoeder over zijn schouder leunt. Van de gedimde Swa Vercammen hoefde hij dat soort bemoeienissen niet te vrezen.
Joost mag weten door wie en waarom Gans Vandeweghe daar in die overbodige en peperdure functie werd neergepoot. Het vermoeden gaat stoer in de richting van zijn goede (ex-)vriend Tom Van Damme, de nationale voorzitter. De vriendschap tussen beiden zou inmiddels ferm bekoeld zijn want met Gans heeft Tom eerder het Paard van Troje dan een soulmate ingehaald. Met lede ogen ziet de één aan dat hoe de ander meer verteert dan presteert. Bijaldien wil VéDéWé de hele bondsadministratie van Brussel naar de veel te kleine accomodaties in Gent laten overbrengen. Daarmee maakt hij nog meer (sic) vrienden aan de Globelaan.
VéDéWé is een peperdure vogel: zijn vorstelijke wedde (bedrag door mij gekend!) wordt gelardeerd door een hoge kilometervergoeding, gsm, maaltijdcheques (pardon restaurantkosten),... Enkel een ambtswoning, die hem aardig zou van pas komen, ontbreekt. En de firmawagen, waarmee de andere bobo's wel rondhossen, is hem te min. Hij manifesteert zich - tot grote ergernis van vooral Jos Smets - liever met zijn eigen robuustere 4x4, héél kenmerkend voor dat soort profielen.
Vraag is in welke mate wielerminnend Vlaanderen van één en ander beter werd of wordt. Helemaal niet dus! Het is een publiek geheim dat VéDéWé het recreatief wielrennen om (on)duidelijke redenen enorm favoriseert ten opzichte van het door hem kennelijk gehate competitiewielrennen. Dat spreekt onder meer uit cycling.be, de periodiek die tienmaal per jaar (winkelprijs: 4,95 euro per editie) verschijnt of 49,50 euro per jaar. Hoeveel betalen de 17.000 wielertoeristen voor hun jaarabonnement? Inderdaad! Daarenboven betaalt Wielerbond Vlaanderen de verzending onder folie. En wat betaalt een wielertoerist voor zijn vergunning? 28 euro (waarvan 13 euro voor zijn verzekering). Een win-win operatie maar vraag is vòòr wie?
Er gingen al ruim wat stemmen op om deze (overigens niet gesubsidieerde) opportunist de buitenwacht te verlenen maar zijn contract is dermate sluitend dat een duizelingwekkend kostenplaatje het kwalijke gevolg zou zijn. Enige hoop is een mogelijke uitweg naar Bloso, waar men een stoel warm zou houden voor hem. Of nòg beter dat hij "de eer aan zichzelf houdt", zijn zootje pakt en naar huis gaat. Miete zal bij wijze van troost visjes voor hem bakken al savoureert hij liever ... ganzenlever = zichzelf opeten. Of: narcisme ten top!