maandag 31 augustus 2020

Ook Marc HIRSCHI
sluit aan bij de absolute top 


Marc Hirschi, die een week geleden 22 jaar werd, is op zijn beurt een fenomeen aan het worden. De wereldkampioen van de beloften in Innsbruck 2018 (vòòr Bjorg Lambrecht zaliger) zorgde voor dé verrassing door als eerste op de uitgebroken Julian Alaphilippe terug te keren en hem tot op de finishlijn in verlegenheid te brengen.
De Berner is een wreed manneke. Reeds als junior torende hij boven zijn generatiegenoten uit. Als dubbele kampioen van Zwitserland won hij de G.P. Général Patton (Lux.) en de G.P. Ruëbliland (Zwits.) in 2015 en Tour du Pays de Vaud (Zwits.) in 2016. Tot overmaat van weelde werd hij, met Reto Müller als sidekick, wereldkampioen ploegkoers maar de Europese titel tijdrijden moest hij in Plumelec (Fr.) aan thuisrenner Alexys Brunel (-11") laten.

Als belofte leek hij wat te stagneren. In de Kattekoers, de Triptyque des Monts & Châteaux en de Ronde van Vlaanderen viel hij amper op. Hij had meer aan winst in de Tour de Jura (Fr.) en de zesde plaats in de Piccolo Lombardia (It.). Het leverde hem een precieuze stek op bij het Development Team Sunweb en dat was de spoorslag die hij nodig had voor de volle doorbraak met een tsunami aan dichte ereplaatsen (ook mèt de contractrenners): 5de (na een dagzege) in de Istrian Spring Trophy, 6de in de Ronde van Vlaanderen u23, 5de in Liège-Bastogne-Liège u23, 5de in Eschborn - Frankfurt, 4de in de Tour de l’Ain, 3de (na een dagzege) in de Course de la Paix, 10de in de Tour de Savoie Mont Blanc, 2de (na een dagzege) in Tour Alsace, 8ste in de Coppa Agostoni, …   
Winnen kwam daar weinig in voor maar dat ongemak werd dus in één klap verholpen met de wereldtitel in Innsbruck. Een waardiger drager van de regenboogtrui kun je bezwaarlijk wezen. 

De doorstart in de beroepscategorie was meteen aan de orde en op zijn 20ste maakte Marc er veel meer van dan de World Tour verkennen: 10de in de E3 Harelbeke, tweemaal top vijf in het Baskenland, 2de (na Stefan Küng) in de tijd- en 4de in de wegrit van het Zwitsers kampioenschap, 3de in de Clasica San Sebastian, 5de (tweede na Tim Wellens in Houffalize) in de BinckBank Tour, 6de in de Deutschland Tour, …
Dat beloofde voor 2020, waarin hij het na de lockdown moeilijk leek te hebben maar het Critérium du Dauphiné zette hem op zen voor zij debuut in de Tour. In de levensgevaarlijke openingsrit naar de Promenade des Anglais hield hij zich wijselijk gedeisd zodat de verleiding om voor een goed klassement te meteen voor minstens één jaartje on hold is gezet. Hij kiest er liever zijn momenten uit zoals hij gisteren al met bijval deed. Tweede worden na de ruim zes jaar oudere topper Julian Alaphilippe mag als een overwinning aanvoelen. Toch is effectief zegevieren zijn hoger doel dat hij nog in deze Tour wil én kan waarmaken.   
Na dit alles verbaast het ons veel minder dat deze jongeling de kloof met Julian Alaphilippe à la Wout Van Aert gedicht kreeg. Het zou straf zijn indien hij op termijn als klassementsrenner bij Team Sunweb Tom Dumoulin kan doen vergeten.
Groen te weinig, géél te véél ?!

Julian ALAPHILIPPE: 
hoe (ànders) pakt hij déze Tour aan?

Het leek het moeilijke jaar van de bevestiging te zullen worden.
Julien moest eind januari wegens maagproblemen de Vuelta a San Juan al na twee dagen verlaten. Zijn heroptreden in Tour Colombia bracht, ondanks een derde plaats in de vierde rit, geen geruststelling. Ook in Paris-Nice bracht niet wat hij ervan verwachtte zodat de lockdown niet helemaal ongelegen kwam.
In de Strade Bianche ontbeerde hij, meer dan de andere toppers, competitieritme maar niet meer een week later in Milano-Sanremo waarin hij uitbrak op de Poggio, waar Wout Van Aert de enige was die hem kon volgen én kloppen op de via Roma.
De procentjes die hij het verschil bepalen tussen winst en verlies werkte hij prestatiegericht weg in het Critérium du Dauphiné. In het kampioenschap van Frankrijk moest hij het nog verrassend afleggen tegen Arnaud Démare, de vluggerd die ook in de Tour de Wallonie zijn limieten voor zich uitschoof. Onderhands kwam men er achter dat het al van 19 juli (Tourtijdrit in Pau) geleden was dat hij gewonnen had. Zoiets steekt bij een notoire winnaar.
Op de eerste dag van de waarheid in Tour 2020 stond hij er evenwel. Met een groot nummer op de col d’Eze en de Quatre Chemins knalde hij ze, op de verrassende Marc Hirschi na, allemaal uit zijn hete spoor. Enkel Adam Yates kon ook nog terugkeren maar die inspanning telde hem uit voor de dagzege die bij Julian bleef, al had hij ten opzichte van de zes jaar jongere Zwitser weinig maar wel genoeg overschot voor een precieuze dagzege die hij postuum opdroeg aan zijn recentelijk overleden papa Jo. Het was zijn eerste aan de zijde van ex-renster Marlon Rousse, zijn persoonlijke vijfde (annex vijftiende gele trui) en de véértigste (!) voor Patrick Lefevere.

Daar staat Julian Alaphilippe dan opnieuw en maillot jaune. Wat doet hij ermee? Het kleinood obsessief veertien dagen lang verdedigen (annex alle plichtplegingen) zoals vorig jaar lijkt mij uit den boze onder meer omdat zijn team daar niet op berekend is. Wie zal Julian evenwel van zijn plannen afbrengen? Ideaal zou zijn dat hij het geel met gering tijdsverlies vandaag al door groen laat overrulen en dat hij de eventuele herovering zo lang mogelijk uitstelt, waarom niet tot en met de afsluitende klimtijdrit naar La Planche des Belles Filles, waar de zondag daarop misschien ook het wereldkampioenschap plaatsvindt? Goed dat de massa er niet is om hem op te zwepen, anders zou hij de meeste ritten aanpakken zoals die van gisteren. Enige bedaardheid zou daarbij goed van pas komen. Soms dartelt hij, zonder kwade bedoelingen, rond als een voetzoeker, wat wel eens nare gevolgen kan hebben.

Deze triomf  straalt ook enorm af op ... Wout Van Aert, die - net als Marc Hirschi gisteren - Julian Alaphilippe kon terughalen én zelfs kloppen! Om dat huzarenstuk te herhalen had Wout teveel krachten verbruikt als waterdrager. Op een bepaald beeld kun je zelfs zien hoe hij een krat op de rug nam. Jammer dat het zo moest lopen maar daags voordien was hij gevallen en durfde hij - met de herinnering aan vorig jaar - geen risico’s te nemen. 's Anderendaags wilde hij vooral nederig zijn in afwachting van zijn dag(en).

Julian Alaphilippe is één van dé coryfeeën van het huidige peloton. En toch is een zekere Peter Sagan nog steeds de best betaalde van het peloton. Zoals je hem gisteren na the ride of the loser zag aanmodderen (zelfs de tussenspurt kon hij niet winnen van Matteo Trentin): het was niet om aan te zien. En dan die blik van “ik ben hier niet graag”. Hoepel dan op hé kerel! Ik heb deze tip: het eerst failliete Cirque du Soleil zou gered zijn door enkele Chinezen. Misschien kan hij daar, in het groen getooid, zijn fratsen kwijt. 

zondag 30 augustus 2020

Alexander KRISTOFF
is al àcht jààr absolute top

Alexander Kristoff, was die niet op zijn retour, vraag je je af wanneer je hem in Nice de verzopen en geneutraliseerde openingsrit zag winnen. Als een echte rain man zette hij de Promenade des Anglais naar zijn pedalen zodat hij nu voor elk van zijn vier (!) kinderen een dagzege in de Tour (ook twee in 2014 en één in 2018) heeft behaald. Op de Champs Elysées liet hij de Promenade des Anglais volgen met de precieuze gele trui daarbovenop.

Foto Gino COGHE
Néén, de Noorse beer (die 33 jaar geleden in Oslo werd geboren) is nièt op zijn retour. Vòòr de lockdown werd hij (na Pascal Ackermann) tweede in Almeria en derde in Kuurne. De onderbreking leek hem niet bevallen te hebben: 68ste in Milano-Torino, 83ste in Milano-Sanremo (die hij in 2014 won en waarin hij in - na John Degenkolb (die in Nice hardvochtig uitgesloten werd omdat hij door een val twee minuutjes buiten tijd arriveerde) - tweede werd in 2015. Dat 2015 was zijn genadejaar. Vòòr Sanremo had hij al drie dagzeges behaald in Qatar, één in Oman en één in Paris-Nice. Daarna werd vierde in de E3 Harelbeke en negende in Wevelgem. Hij monopoliseerde de Driedaagse De Panne - Koksijde: hij won drie van de vier ritten, werd derde in de tijdrit én eindwinnaar. Aansluitend werden ook de Ronde van Vlaanderen en de Scheldeprijs - Schoten zijn prooi, zodat het verwondering wekte dat hij de zondag daarop ‘slechts’ tiende werd in Paris-Roubaix, die hem eigenaardig genoeg niet ligt. Misschien brengt hij daar op 25 oktober, de slotdag van de World Tour, alsnog verandering in.

Alexander Kristoff was géén éénjaarsvlieg, dat blijkt uit zijn noteringen in de erg heel betrouwbare Cycling Quotient Ranking, die alle koersen van de internationale kalender proportioneel verrekent, is hij een hooggeziene gast: 31ste in 2012, 19de in 2013, 4de in 2014, 2de (na Alejandro Valverde) in 2015, 6de in 2016, 5de in 2017, 19de in 2018 en 9de in 2019. De top tien zal ook dit jaar niet vèr weg zijn want de weeromstandigheden van het verlate seizoen spelen in zijn kaart. Zijn koers bij uitstek was de Rund um den Finanplatz Eschborn - Frankfurt, die hij vanaf 2014 viermaal op een rij won.

24 september 2017 zal wel voor altijd zijn pijnlijkste koersdag toen hij net géén sant in eigen land. In Bergen gooide die vermaledijde Peter Sagan zijn voorwiel een fractie eerder over de finish. Het was geen troost dat hij anderhalve maand eerder in het Deense Herning Europees kampioen was geworden. Alexander was trouwens vaker op zijn best in het WK: 8ste in 2014, 4de in 2015, 7de in 2016 en in 2019. Zoals onder anderen Roger De Vlaeminck, Laurent Jalabert, Sean Kelly, Herman Vanspringel, Erik Zabel, … komt een regenboogtrui hem toe als een career achievement award of verovert hij die dit jaar effectief op een hem genegen locatie dat eerstdaags bekend gemaakt wordt? Het zou mooi zijn indien Alexander Kristoff tien jaar na zijn landgenoot Thor Hushovd (Geelong) wereldkampioenschap. In 2007 hield de nog geen 20-jarige Kristoff de bijna tien jaar oudere Thor van de Deense titel. Dat baarde opzien! 

Alexander Kristoff en Jakob Fuglsang zijn de duurzame sterkhouders van het tanende Skandinaafse wielrennen. De Noor is door de decennia heen de absolute beste van zijn land, de Deen moet enkel wijken voor Rolf Sörensen.

vrijdag 28 augustus 2020

Duel Bernal - Roglic wordt in uitzicht gesteld

Het contrast tussen de 
jonge titelverdediger en 
de rijpere challenger

Tussen Egan Bernal, de titelverdediger, en Primoz Roglic, zijn challenger, is het één en al tegenstelling. Om te beginnen is er een leeftijdsverschil van zeven jaar. Egan is een adept in het nieuwste traditioneel wielerland Colombia, Primoz was een wereldtopper in het schansspringen tot hij in 2011 door een zware val werd afgeserveerd. Fietsen kwam in de plaats en dat ging hem bijzonder goed af maar in een koersvreemd als Slovenië (niettegenstaande voorlopers als vooral Simon Spilak en Janez Brajkovic) kon dat niet eens een plan B zijn. Toch zette hij door en vanaf 2013 werd hij zelfs contractrenner bij het bescheiden Adria Mobil. Hij was dan al 22 jaar. Op die leeftijd heeft Egan Bernal al Paris-Nice, de Tour de Suisse en bovenal de Tour de France gewonnen.

Voor Primoz Roglic begon het pas echt op zijn 26ste na zijn riante overstap naar Team LottoNL - Jumbo, waarvoor hij meteen zijn debuut maakte in een grote ronde, de Giro waarin hij de 40,4 km. tijdrit rond Chianti won. Van dan af behaalde hij in elke grote ronde minstens één dagsucces: in Serre-Chevalier 2017 en in Laruns 2018 tijdens de Tour, in de proloog (Bologna) en de klimtijdrit (San Marino) tijdens de Giro van 2019, in de Franse klimtijdrit (van Jurançon naar Pau) tijdens de Vuelta van 2019. Hij combineerde die dagsuccessen met een gestage klim in het tijdklassement: vierde in de Tour van 2018, derde in de Giro (waaraan hij - na winst in de UAE Tour, Tirreno-Adriateco en de Tour de Romandie - niet al te fris begon) en winnaar van de Vuelta in 2019. Het volstond ruimschoots om dé renner van het jaar te worden. Hij was dan al bijna dertig jaar en werd meteen opgevoerd als dé challenger van de 23-jarige Egan Bernal in de Tour van 2020. De Champs-Elysées moeten de illusie van Garmisch-Partenkirchen definitief verbannen

Bernal en Roglic, kènnen ze mekaar? Kregen ze ooit met mekaar te maken in rittenkoersen? Toch wel hoor met Primoz Roglic telkens in het voordeel: in Tirreno-Adriateco 2017 werden ze vierde respectievelijk zestiende, in de Tour de Romandie 2018 werden ze één en twee, in hun eerste Tour in 2018 werden ze vierde respectievelijk vijftiende. De Colombiaan heeft de kloof inmiddels verkleind en los van mekaar wonnen ze in 2019 elk hun eerste grote ronde, de Tour respectievelijk de Vuelta. De Sloveen is de betere tijdrijder maar in de klimtijdrit naar La Planche des Belles Filles zal dat weinig renderen. Daar zal op 19 september, de voorlaatste dag van Tour 2020, veel aan zijn voorafgegaan.
Gouden zestal reed het Europees 
wegkampioenschap der junioren

Een jeugdkampioenschap 
“win je beter niet” maar kun 
je al evenmin laten liggen

Belgian Cycling zette vandaag in Plouay een flamboyant zestal in op het Europees wegkampioenschap van de 17- en de 18-jarigen: Ramses Debruyne, Jelle Declerck, Arnaud De Lie, Robin Orins, Alec Segaert en Cian UijtdebroeksZelfs met de doublures Dries De Pooter, Siebe Deweirdt, Lars Van Ryckeghem, Dries Verstappen kun je onbevangen ‘naar de oorlog’.
Arnaud DE LIE: goud bleek tenslotte brons maar nog mag hij apetrots zijn.

Zoals algemeen verwacht kwam er geen afscheiding en spurtte een uitgebreide hoofdgroep voor de medailles. In zo’n situatie kon Arnaud De Lie nooit vèr weg zijn en dat was hij ook niet maar wel op één lijn met de Deen Kasper Andersen en de Tsjech Pavel Bittner die hun voorwiel een fractie eerder over de finish jumpten, wat een prachtige foto opleverde! Bij ons zijn de speakers veel minder voortvarend dan in Bretagne en waarmee men iemand van de euforie naar de bittere realiteit terugbrengt.

De Duitser Marco Brenner, die aanzien wordt als ‘s werelds klasrijkste van het bouwjaar 2002, viel na zijn tweede plaats in de tijdrit nu net naast het podium van de wegrit. Reeds in het bezit van een lucratief contract bij Team Sunweb zal hem dat allicht worst wezen want zelfs winst in een wereldkampioenschap voor tieners garandeert niet altijd een welslagen als contractrenner, tenzij je Jasper Stuyven (wereldkampioen in Moskou 2009 en derde het jaar daarop) of Remco Evenepoel (exquise dubbelslag in 2018) noemt. Roger Six, een neef van Eric en Roger De Vlaeminck, was in Florence 1982 hun voorloper maar bakte er daarna helemaal nièts meer van. Ronny Van Holen, de wereldkampioen van Wien 1982, deed het als prof beduidend beter maar loste de verwachtingen toch ook niet helemaal in. 

Alec Segaert en Cian Uijtdebroeks, beiden éérstejaars, werden eerder op de week twaalfde respectievelijk negende in de tijdrit, een zalig resultaat waarmee ze niet aan hun plafond zitten.  

Marith VANHOVE veroverde zilver (foto Gino COGHE)
In de voormiddag bevestigde Marith Vanhove de kroonprinses van het Vlaamse vrouwenwielrennen te zijn. Ook Katrijn De Clercq kon de internationale aansluiting bewerkstelligen. In de spurt van een uitgedunde favorietengroep, waarvan ook Julie De Wilde (tiende) deel uitmaakte waren beiden geen partij voor de Italiaanse Eleonora Camilla Gasparrini.

Deze namiddag sluit de mixed team relay waarvoor men nu ook al een vertaling ‘gemengde estafette’ heeft bedacht. Niet minder dan zes landen waren geprivelegeerd om deel te nemen aan deze eyecatcher, waarvan (sic) zovelen de (sic) slaap lieten en dan vooral het Nederlandse zestal dat verkoos om zijn titel niet te verdedigen. Het is de generale repetitie voor het WK, waaraan er misschien nòg enkele landen méér zullen deelnemen. Ook Eurosport 1 ziet het  levensbelang van deze gemengde estafette in want, in tegenstelling tot de juniores, brengen zij het direct en integraal op het scherm. De kijkcijfers zullen knallen als een losse flodder.
Lance ARMSTRONG 
en Joop ZOETEMELK 
toppen de Tour-rankings 
van het tijdklassement

Met een unieke zevenslager op een rij (vanaf 1999) en nog een derde plaats in 2009 daarbovenop is Lance Armstrong de absolute kroonfiguur uit de historie van de Tour de France. Met deze quote riskeer ik meteen lik op stuk te krijgen van de velen die de Texaan als een valsspeler aanzien alsof zijn overwonnen concurrenten dat per definitie nièt waren.
Waarom Armstrong schrappen terwijl men dat niet deed met een spijtoptant als Bjarne Riis (1997), door wiens aderen naar verluidt geen bloed stroomde maar 'siroop' kroop. Onder anderen ook Pedro Delgado (in 1988) bevond zich in de donkergrijze zone.
Dat ligt anders voor pipo’s als Floyd Landis (2006) en Michael Rasmussen (2007) die tijdens de Tour werden uitgesloten.

Joop Zoetemelk was de standvastigste van de (anders berekende) naoorlogse periode. Hij won in 1980 in combinatie met zes tweede (1970, 1971, 1976, 1978, 1979 en 1982), drie vierde (1973, 1975 en 1981), één vijfde (1972) en één achtste (1977) plaatsen. In zijn nadagen vanaf 1983 werd Jopie nog opeenvolgend 23ste, 30ste, 12de en 24ste.
Joop Zoetemelk is dus meer de 'eeuwige tweede' dan Raymond Poulidor (1964, 1965 en 1974) want die werd vaker derde (1962, 1966, 1969, 1972 en 1976). Hij werd ook nog zevende (1970), achtste (1963) en negende (1967).

Als overjarige dertiger haalde Poupou nog het eindpodium terwijl hij tien jaar eerder, tijdens zijn sterkste jaren, Jacques Anquetil nooit in verlegenheid kon brengen. Duurzamer was dat hij zijn frère-ennemi 32 jaar overleefde.
Ook opmerkelijk is wel dat Raymond noch Joop ooit aanzetten in de Giro maar wel de Vuelta (in 1964 respectievelijk 1979) wonnen.

Toch nog eens beklemtonen dat dit géén best of is maar een ranking van (volgens onderstaand) systeem.
Met zijn 34 dagzeges erbij geteld overrult Eddy Merckx ze allemaal: Bernard Hinault (28), Lance Armstrong (21), Jacques Anquetil (16), Miguel Indurain (12), Raymond Poulidor en Jan Ullrich (7).

Eén en ander leverde deze rankings op:
• die van 1903-2019 op basis van 250 175 125 90 70 50 40 30 20 10 punten;
• die van 1947-2019 op basis van 250 200 175 150 125 100 90 80 70 60 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 punten.


1903 - 20191946 - 2019
1875ARMSTRONG LanceV.St.2150ZOETEMELK JoopNed.
1670Zoetemelk JoopNed.1925Armstrong LanceV.St.
1600Hinault BernardFr.1725Poulidor RaymondFr.
1475Merckx EddyB.1705Van Impe LucienB.
1375Anquetil JacquesFr.1650Hinault BernardFr.
1340Ullrich JanD.1575Ullrich JanD.
1300Froome ChrisGr.-Br.1550Merckx EddyB.
1260Indurain MiguelSp.1425Anquetil JacquesFr.
1240Poulidor RaymondFr.1380Indurain MiguelSp.
1185Garrigou GustaveFr.1375Froome ChrisGr.-Br.
1120Van Impe LucienB.1220Contador AlbertoSp.
1090LeMond GregV.St.1215LeMond GregV.St.
1010Frantz NicolasLux.1170Bobet LouisonFr.
1005Bobet LouisonFr.1145Delgado PedroSp.
1000Contador AlbertoSp.1095Agostinho JoaquimPort.
1000Magne AntoninFr.945Evans CadelAustr.
855Bartali GinoIt.940Thévenet BernardFr.
800Thys PhilippeB.925Ockers StanB.
785Thévenet BernardFr.890Bahamontes FedericoSp.
780Delgado PedroSp.890Fignon LaurentFr.
775Leducq AndréFr.840Virenque RichardFr.
765Fignon LaurentFr.800Bartali GinoIt.
765Lambot FirminB.790Gimondi FeliceIt.
740Evans Cadel Austr.790Sastre CarlosSp.
730Faber FrançoisLux.785Valverde AlejandroSp.
675Bottecchia OttavioIt.775Geminiani RaphaëlFr.
670Alavoine JeanFr.760Quintana NairoCol.
670Bahamontes FedericoSp.755Gaul CharlyLux.
660Petit-Breton LucienFr.750Pingeon RogerFr.
620De Waele MauriceB.725Chiappucci ClaudioIt.
620Maes SylvèreB.725Riis BjarneDeen
605Gimondi FeliceIt.720Adriaensens JanB.
580Buysse LucienB.710Anglade HenryFr.
570Ockers StanB.705Bardet RomainFr.
555Pingeon RogerFr.705Janssen JanNed.
530Agostinho JoaquimPort.670Kuiper HennieNed.
525Chiappucci ClaudioIt.670Nibali VincenzoIt.
525Schleck AndyLux.650Schleck AndyLux.
520Gaul CharlyLux.640Pantani MarcoIt.
515Quintana NairoCol.595Basso IvanIt.
515Vervaecke FélicienB.595Escartin FernandoSp.
510Coppi FaustoIt.595Robic JeanFr.
505Janssen JanNed.575Roche StephenIer
505Nibali VincenzoIt.570Aimar LucienFr.
500Pantani MarcoIt.565Hampsten AndyV.St.
490Sastre CarlosSp.560Coppi FaustoIt.
485Riis BjarneDeen560Criquielion ClaudeB.
470Virenque RichardFr.560Klöden AndreasD.
460Geminiani RaphaëlFr.555Zubeldia HaimarSp.
460Georget EmileFr.550Beloki JosebaSp.
460Kuiper HennieNed.550Winnen PeterNed.