vrijdag 31 december 2021

Jasper BERTELS en Inias LETEN 

spannen de Blaarmeersen-kroon

 

 

Jasper Bertels en Inias Leten zijn de absolute uitblinkers van de baankampioenschappen aan de Blaarmeersen totnogtoe. 

Een verrassing is dit niet want Jasper en Inias werden in de opgetelde baankampioenschappen van 2019-2020 reeds tweede (na Yoran Van Gucht) respectievelijk vierde. Kers op de taart was hun titel in de madison.

Jasper Bertels en Inias Leten vormen een tweespan zoals Gianluca Pollefliet en Noah Vandenbranden twee winters geleden maar met een duidelijk niveauverschil in hun voordeel, voegt Jasper er haastig en nederig aan toe. Gianluca en Noah zetten tijdens de twee gereduceerde campagnes op de weg bij Acrog-Tormans ook grote stappen en mogen als neo-belofte opdraven met Lotto-Soudal u23. Jasper en Inias verenigen zich bij Van Moer en willen na een sprekend seizoen op de weg ook gesolliciteerd worden door één van de beste beloftenteams. Ziedaar de toekomst terwijl de actualiteit aan de Blaarmeersen leert dat het voor beiden geen overwalk werd.

Bertels zette meteen de toon. Hij werd (na Milan Van den Haute) al tweede in het Vlaamse omnium en wilde primus zijn in het Belgische. Hij won de eerste twee nummers, de scratch en de temporonden. In de afvalling reed hij langdurig voorop met Stian Van Oudenhove maar zag tenslotte een imponerende Milan Van den Haute, Stan Dens en Yorick Slaets passeren. Jasper kon in de afsluitende puntenkoers tegen een stootje. Stan (jongere broer van Tuur) Dens was de enige die hem nog in verlegenheid kon brengen. Winst in de eerste twee tussenspurten stelde hem nog meer op zijn gemak. De eerste mooie buit was gauw binnen.

Jasper BERTELS - Inias LETEN, het koningskoppel van de madison.
Elk afzonderlijk blonken ze ook uit in de meeste individuele nummers.

(Foto's Jean KNOP)


Nog twee titels (scratch en dus madison) zouden volgen voor de verbazende Lierenaar. Dat het zo’n vaart zou nemen had Jasper niet durven hopen want in november kampte hij nog met een ijzertekort.

Inias Leten (Deinze) was eigenlijk nòg iets straffer dan zijn Lierse kompaan. Na de keirin in 2020 won hij de puntenrit met een late winstronde en de dubbele punten van de tweede plaats in de eindsprint om titelverdediger zijn zwart beest Yoran Van Gucht te onttronen. Winst in de madison maakte het nòg mooier en om het duo Steffen De Schuyteneer - Milan Van den Haute af te houden, moest het er helemaal op zijn en dat was het dus. Jasper en Inias kwamen meteen aan de leiding en dat was een tweesnijdend zwaard. Op hun meesterschap stond evenwel geen maat nadat ze gepast meeschoven met twee andere duo’s die de vlucht vooruit namen en liefst zeven tussenspurten wonnen.

Jasper Bertels en Inias Leten waren in 2021 bescheiden op de weg.  

Ik tekende Jasper in 2021 slechts driemaal op in 2021: 2de (na Yorick Slaets) in Hamme, 6de in Stok-Kortenaken en 15de in het BK tijdrijden en Inias enkel als vierde in Kluizen-Evergem.

Winnen op de weg deed Jasper in al zijn jaren nog maar één keer: als tweedejaarsnieuweling in Rijkevorsel, waar hij onder meer Aaron Dockx achter zich hield.

In 2021 werkte hij wel een druk pisteprogramma af met het EK en het WK. In dat laatste werd hij met Renzo Raes zevende in de ploegkoers. Dat wil hij komende zomer aan de zijde van Inias Leten verbeteren. Jammer dat de internationale meeting van januari in Apeldoorn is afgelast.

 

Inias daarentegen behoorde tot de betere nieuwelingen. Als eerstejaars won hij meteen in Beveren-Waas en hij klasseerde zich in de kampioenschappen: 2de (na Yoran Van Gucht) in het Oost-Vlaamse, 3de (na Yoran Van Gucht en Victor Hannes) in het Vlaamse en 4de in het Belgische. Dan word er van je wel één en ander verwacht als tweedejaars maar het werd vrijwel een maat voor niets, maar dat zal in 2022 grondig veranderen.

donderdag 30 december 2021

En in het verlengde daarvan de Sovjet-Unie …

 

RUSLAND werd géén wielergrootmacht en zal 

er ook nooit één worden

 

 

Geloof het of niet maar de Five Rings of Moscow (van 8 tot en met 12 juni) is voorlopig / allicht definitief de enige Russische koers op de UCI-kalender.

Zelfs indien je terugvalt op de vroegere Sovjet-Unie (die uiteenviel in 1991) kom je weinig verder want ook in Estland (Tour of Estonia en de Baltic Chain Tour), Letland, Litouwen, Moldavië, Oekraïne (Tour de Lviv Region en drie ééndagskoersen in Kiev) en Wit-Rusland zijn er amper of geen wedstrijden op de UCI-kalender. 

Ze hebben met het Astana Qazaqstan gelukkig een World Tour Team maar Kazachstan is géén Russische deelstaat, is het ook nooit geweest en zal het hopelijk nooit worden.

Wat rest Rusland dan nog wel? Bitter weinig en slechts drie vertegenwoordigers in de World Tour -> Alexey Lutsenko, Pavel Sivakov en Aleksandr Vlasov.

 

De vroegere deelstaten komen globaal op slechts 9 uit: Estland (Tanel Kangert, Martin Laas, Rein Taaramäe), Letland (Emils Liepins, Krists Neilands, Toms Skujins), Litouwen (Ignatas Konovalovas), Moldavië (-), Oekraïne (Mark Padun) en Wit-Rusland (Alexandr Riabushenko).

 

Bij de ProContintale Teams geraakt Rusland (2) plus zijn vroegere deelstaten Estland (4), Letland (3), Litouwen (1), Moldavië (-), Oekraïne (1) en Wit-Rusland (1) amper aan dertien.

 

Desalniettemin claimde Rusland de organisatie van het wereldkampioenschap in 2025 dat evenwel naar Rwanda ging, wat voor enkele verschuivingen zorgde in het hoofdbestuur van de UCI.

 

Rusland leek na de perestroika in 1991 nochtans een wielergrootmacht te worden met vooral Evgueni Berzin, Viatcheslav Ekimov, Dimitri Konychev, Denis Menchov, Pavel Tonkov, … 

 

Ook de vroegere deelstaten deden een tijdlang aardig mee met vooral Vasil Kiryienka(Wit-Rus), Jaan Kirsipuu (Est), Raimondas Rumsas (Let), Piotr Ugrumov (Let), Romans Vainsteins (Let), … Ze bleken evenwel eerder vluchtige passanten dan trekkende voorbeelden voor de jeugd van die landen. 

 

De Sovjet-Unie en heel communistisch Oost-Europa scheerden met hun staatsamateurs wel hoge toppen in het amateurwielrennen, waarin nog meer 'alles mocht en kon' dan in het vrije(re) Westen. Men voorspelde dat de Oostblokkers het de professionele West-Europeanen moeilijk konden maken indien zij daar de kans toe krijgen. 

Voor de inmiddels bijna 91-jarige de Oost-Duitser Gustav-Adolf Schur, die een loepzuivere hattrick aan wereldtitels (Reims 1958, Zandvoort 1959, Leipzig 1960) versierde, kwam de perestroika 40 jaar te lààt. Misschien maar goed ook, anders wachtte hem allicht hetzelfde lot als de Pool Ryszard Szurkowski die het er op zijn 28ste op waagde maar die, op een behoorlijke Paris-Nice 1974 na, van een koude kermis terugkeerde. Szurkowski overleed op 1 februari 2021, drie weken na zijn 75ste verjaardag. 

 

Koersend Oost-Europa wordt thans overeind gehouden door twee verrassende landen: het Slovakije van Peter Sagan en het Slovenië van Primož Roglič en Tadej Pogačar

Benieuwd of dit illuster trio troonsopvolgers in eigen land zal kennen. Op dit moment ziet het daar hoegenaamd niet naar uit.


woensdag 29 december 2021

Jan KINO van wie ik dacht 

dat hij … niet meer koerste

 

“Tiens, koerst die toch nog?”, vroeg ik mij af toen Jan Kino op 11 augustus out of the blue won in Dadizele (86 dln.). 

Jà dus en bij nader inzien bleek dat hij 27ste geworden in La Classique des Alpes en 19de in Ain Bugey Valromey Tour (Fr.). 



“Net voor de Classique des Alpes eind mei stuikte ik neer in de sporthal op school”, geeft Jan tekst en uitleg. “Er werd aanvankelijk gevreesd voor gescheurde ligamenten, wat einde seizoen zou betekend hebben. De knie bleef wel langdurig gezwollen en belette mij anderhalve maand om doorgedreven te trainen. Voor de Ain Bugey Valromey Tour was ik niet helemaal klaar. Toch maakte ik er het beste behalve in de eerste rit toen ik op de enige col te vèr zat en in de bus van de gelosten belandde die 2’36” verloor. Dat ik met de voorwacht had meegekund bewees ik in de vier volgende ritten waarin ik almaar dichterbij schoof met op de laatste dag zelfs een top tien die ik ook in het eindklassement zou benaderd hebben zonder die miscast in de openingsrit. Het was een dure les die niet voor herhaling vatbaar is.”

De momentopname in Dadizele kreeg een stevig vervolg met een derde plaats in de Ardennenkoers van Couvin, anderhalve maand nadat hij door zijn trainingsachterstand in Herbeumont was blijven steken op de 24ste plaats en ook in Aubel-Thimister-Stavelot geen goede beurt had gemaakt. 

Jan geraakte wel in orde voor een fraaie nazomer en herfst met zijn moment suprême in La Bernardeau (Fr., 1.1), waarin hij zowaar naar de overwinning snelde, pas zijn derde zege ooit na Dadizele en Overmere als tweedejaarsnieuweling op 24 september 2019. Zijn triomf in de Vendée zou hij evenwel voor geen tien regionale willen ruilen. 

La Bernaudeau is een prestigieuze Franse 1.1, die ook door Kristof Vandewalle (2003), Pieter Vanspeybrouck (2004), Frederiek Nolf (2005), Jan Ghyselinck (2006) en Florent Serry (2009) gewonnen werd.

“Een traject met zowat 1600 hoogtemeters met hellingen à la Berendries en Valkenberg”, typeert Jan deze mooie koers. “Ik zette er meteen de schouders onder, nam met de Colombiaanse vice-wereldkampioen mountainbike een mooie voorsprong tot de koers geneutraliseerd werd omdat er na meerdere valpartijen geen ambulance meer in wedstrijd was. Bij de herstart kregen we onze voorsprong niet terug en, achteraf bezien, misschien maar goed ook.”

De hervatte koers spatte opnieuw open. Gaëtan Verleyen begon met voorsprong aan de lokale ronden, waarin hij het gezelschap kreeg van vier anderen terwijl Jan Kino een moeilijk moment verbeet om op zijn beurt met vier anderen bij de koplopers aan te sluiten. Jan voerde de forcing en stelde met genoegen vast dat hij zonder demarrage een kleine voorsprong had. Hij trok vol door en won na een toegejuichte solo van 10 km. met als extraatje dat hij zijn kompaan Tyson Borremans tweede zag worden zodat het podium Oost-Vlaams groen kleurde.

Ook in het kampioenschap van België in Herzele, waar hij zelf 20ste werd, mocht Jan geamuseerd toekijken hoe zijn clubmaat Jakov Beirlaen zijn àlleréérste overwinning behaalde en meteen een driekleur over de schouders getrokken kreeg. 

Het weekend daarop was Jan in de ‘Keizer’ van Koksijde/Pittem weer aan een eigen hoofdrol toe. In de inleidende tijdrit in Wulpen werd hij 22ste met 20” meer dan de winnende Jamie Whitcher (Gr.-Br.) en twee tellen meer dan Senne Willems, met wie hij (net als Jelle Harteel en Dries Verstappen, die meer seconden hadden prijsgegeven in Wulpen) deel uitmaakte van de beslissende ontsnapping. De Vlaamse Ardennenrit van en naar Pittem draaide uit op een massaspurt zodat Senne’s twee seconden minder in Wulpen ook de eindzege opleverden. Jan wil de komende jaren van het tijdrijden een werkpunt maken.

In de Ster van Zuid-Limburg waren het niet de 15” van de korte openingstijdrit in Rutten maar wel de slotrit in Kerniel die Jan een top vijf kostten. Met zessen namen ze de vlucht vooruit en 18” voorsprong die Kino aan de 8ste eindplaats vastkluisterden.

De optelsom van Jan Kino anno 2022 kreeg een nog duurzamer gevolg: een overstap naar Home Soluton - Soenens. Inmiddels is hij aan de universiteit van Gent begonnen aan academische studies voor burgerlijk ingenieur. Het ene welslagen hoeft het andere niet uit te sluiten, wel integendeel worden geest en lichaam op die manier mooi in balans gehouden.


Gaëtan VERLEYEN

boekte nòg iets méér progressie als Maxim DELRUE


Nadat hij zeven jaar voetbalde bij Zulte-Waregem meldde Gaëtan Verleyen zich, net als Maxim Delrue, pas als tweedejaarsnieuweling in de betere uitslagen. Hij opende 2019 met een tweede plaats (na veelwinnaar Ugo Deweerd) in Dottignies. Toch duurde het bijna twee maanden eer hij een volgende keer scoorde (4de in Deux Acren) en tot diep in juli eer hij bestendigheid aan de dag legde in de aanloop naar een sterke herfst met zes keer top tien.




Enkel een overwinning ontbrak en in het (coronagewijs) gebalde seizoen 2020 werd dat niet anders, al was hij er in Iddergem meteen weer kortbij (tweede na Victor Van de Putte).

20 juni 2021 werd zijn langverbeide D-day symbolisch in Passendale met een allereerste overwinning (92 dln.) met 45” en meer voorsprong op anderen Jelle Harteel, Jakov Beirlaen, Alec Segaert, Vlad Van Mechelen, Michiel Lambrecht, … één van dé prestaties tot dan toe. 

Die kon tellen en smaakte naar meer. Continuïteit kwam er aan, enkel onderbroken door een geïmproviseerde Ardennenstage met de papa begin augustus, waarna Gaëtan de draad naadloos heropnam en van de ene naar de andere ereplaats voerde, ook in de interclubs, zelfs een vroege val en een schoenwissel in Ingelmunster hield hem na een indrukwekkende achtervolging niet van het podium weg. 

La Bernaudeau (Fr., 1.1) gaf een eerste keer aan dat zijn talent geen grenzen kent. Met Thibaut Bernard (zijn aanstaande kompaan bij Bingoal - Pauwels Sauces) was Gaëtan één van de eerste achtervolgers op de winnende Jan Kino, Gaëtan kon een knappe vijfde plaats uit de Franse brand slepen.

Weer een week verder was hem een prominente rol weggelegd in het BK die een vijfde plaats opleverde. Ook oktober mocht er nog zijn met een overwinning in het nabije Ingooigem (vanwaar zijn papa’s familie afkomstig is) en een nog mooiere in het verre Drieslinter.

In Couvin was hij tuk op revanche voor zijn wat tegenvallend resultaat in Herbeumont (29ste) maar het werd er niet beter op, ook niet in Aubel-Thimister-Stavelot noch in La Philippe Gilbert.. De hoogtemeters en ook het tijdrijden (een 60ste plaats in Wulpen, de korte tijdrit van de ‘Keizer’, met per kilometer ruim 5” meer dan de Britse eerstejaars Jamie Whitcher) was ondermaats. 

Dat moet beter, je weet maar nooit dat hij in een situatie komt dat hij in een korte rittenkoers (de Ronde van Vlaams-Brabant bijvoorbeeld) waarin hij een klassement te verdedigen heeft.

Het goede nieuws is dat Gaëtan beseft dat er nog werk aan zijn winkel is. Het tijdrijden is hem helemaal vreemd want hij moet nog wennen aan de specifieke fiets.

Het tastte de interesse in zijn persoon evenwel niet aan. Hij kon naar Home Solution - Soenens maar koos na een vlotte babbel met Johan Molly alsnog verrassend voor het Bingoal - Pauwels Sauces Development. Gaetan wordt er verenigd met onder anderen Thibaut Bernard, Jelle Declerck, Luca D’Hollander, Michiel Lambrecht, Leander Van Hautegem … onder leiding van Christophe Detilloux en Christophe Premontterwijl ceo Christophe Brandt belangstellend toeziet. 

Voor Gaëtan mag het een publiek geheim zijn dat de chronische ontstekingsziekte CRMO hem wel eens parten kan spelen. De kwaal wordt gestabiliseerd met doeltreffende (en toegelaten) inspuitingen. Gaëtan is overigens lang niet de enige renner die er mild aan lijdt maar hij gaat er niet trager door rijden.

Zijn opa Etienne Desloovere zal het eventueel welslagen van Gaëtan helaas niet meer meemaken, hij overleed gisteren op 82-jarige leeftijd aan corona in combinatie met onderliggende factoren. Innige deelneming!

dinsdag 28 december 2021

Maxim DELRUE 

from zero to hero! 

 

Enkel zijn meest vertrouwde omgeving kende hem al vooraleer hij in 2019 als tweedejaarsnieuweling voor het eerst de kop opstak. Hij voetbalde bij Racing Harelbeke en deed, als de kleinste van de klas, ook aan veldrijden deed. Weinigen die er wat van merkten hoe Maxim geduldig aan gestalte en aan kracht won. Zijn fraai inhaalmanoeuvre eindigde op 3 oktober 2021 met een aardige 18de plaats in Paris-Roubaix, drie weken nadat hij met Jakov Beirlaen en Michiel Lambrecht op het podium stond van het BK in Herzele. 


Maxim DELRUE als uitblinker tijdens het BK in Herzele.



Maxim behaalde op 11 augustus 2018 als eerstejaarnieuweling zijn eerste top tien ooit, zevende in Heestert en werd 2,5 maanden later negende in Lichtervelde. 

In 2019 werd het beduidend meer met een vroege openingszege in Waregem (80 dln.), waar hij in de spurt haalde van vier medevluchters met wie hij 100 seconden van de anderen was weggereden. 

Dit gaf hem een boost van jewelste, ook al liet de volgende overwinning (in Aalbeke) anderhalve maand op zich wachten. Hij was het evenwel gewoon om geduld op te brengen tot de laatste dag van de zomervakantie wanneer hij een volgend succes in Hulste boekte en drie weken later zelfs een dubbelslag versierde in Berlare en in Lichtervelde. 

Vijf overwinningen en een dubbel zoveel andere top tienen, daarmee kun je de overgang naar de junioren onbevangen tegemoet zien.

Het eerste gebalde coronaseizoen 2020 als neo-junior lag hem niet, meer dan drie derde plaatsen leverde het niet op. 

Het bleek de stilte voor de storm van 2021, waarin hij meteen (na zijn kompaan Alec Segaert) tweede werd in Ruiselede en het regionale circuit een maand later oversteeg met een tweede plaats (na Senne Willems) in de G.P. Eddy Schepers in Linter, de openingsmanche der Beker van België. De toon was gezet. Drie dagen later won hij met een dikke minuut voorsprong in Aartrijke en ‘s anderendaags was er in Kanegem een snellere Robbe Dhondt nodig om Maxim van een nieuwe dubbelslag te houden. 

Tijdens dé koersweek van zijn leven tot dan toe ontpopte hij zich in Reningelst tot de absolute smaakmaker, karig beloond met een 15de plaats. Nog eens drie dagen later op de wijk Rozeveld van Torhout werd het podium van het BK ingeoefend met Michiel Lambrecht hier wel op de hoogste trede, geflankeerd door Jakov en Maxim. 

Aubel-Thimister-Stavelot en Couvin legden vervolgens Maxims beperkingen op de Ardense hoogtemeters bloot, een signaal om tijdens de rest van augustus wat gas terug te nemen.

De herfst had ook nog meer dan wat in petto, te beginnen met een derde regionale zege, dit keer in Kooigem die hem aanmoedigde voor het BK in Herzele, waar een top vijf zijn ambitie was. Met de Deerlijkse kompanen Natan Duchi en Jan Van Dyck hielp hij zelfs de vroege beslissing op gang trekken. Toen hij in de slotronde op de dreigende uitval van Seppe Maes reageerde, schoof Michiel Lambrecht met hem mee zodat Maxim in de tang van Acrog-Tormans zat. Ook Jakov Beirlaen, Cédric Van Raemdonck én Gaëtan Verleyen sloten aan zodat het zestal gerond was om voor de titel en de driekleur te sprinten. Jakov haalde het verrassend van Michiel en ook Maxim kwam goed terecht op de derde plaats, al had er misschien nòg meer ingezeten indien krampen (een gevolg van overacting onderweg) hem in de ultieme bocht niet naar de laatste positie hadden gedreven, waardoor hij iets te laat uit de omknelling loskwam.

Nog was het niet op, al wekten de ‘Keizer’ van Koksijde en vooral de Driedaagse van Axel opnieuw de indruk dat meerdaagse inspanningen niet aan hem besteed zijn. Tijdens twee regionale dagen na mekaar kon dat wel: derde in Lichtervelde en ’s anderendaags winnaar van Youri Bultynckklimcriterium in Hooglede, dat een betere bezetting verdiende. 

Er volgde trouwens nog een mooie epiloog: in Paris-Roubaix kon hij voor een uiteindelijke 18de plaats goed standhouden in de eerste groep na de zes vluchters. De Hel van het Noorden wordt een locatie waarnaar Maxim de komende jaren graag terugkeert.

Die ‘volgende jaren’ beginnen bij het Basso Team Flanders van Rudy Vandenheede, bij wie hij zal gedijen om de coureur te worden die hij zo graag wil zijn. Rudy weet als weinig anderen hoe je met een gedoseerd programma een jonge belofte jaar na jaar beter kan maken. 

Maatstaf van Maxim moet de progressie zijn die hij in 2021 geboekt heeft. Indien hij dat enkele keren kan herhalen dan zit er iets heel fraais aan te komen.

Wat Dario Cioni ook verkondigt …

 

Filippo GANNA

the sky ain’t his limite

 

Dario Cioni leek tijdens het eerste decennium van de 21ste eeuw een topper in wording. Bij zijn overstap van Mapei naar Fassa Bortolo verbaasde hij in de Giro van 2004 met bijna een dagzege (tweede na eindwinnaar Damiano Cunego) op Bormio 2000 die een onderonsje werd tussen de eerste vier van het klassement. Dario eindigde vierde en werd aansluitend derde in de Tour de Suisse en weer twee dagen later kampioen van Italië tijdrijden. Hij moet gevoeld hebben dat hij daarmee aan zijn limieten zat want hij schakelde naar het statuut van gregario. Hij reed 18 van zijn 19 grote ronden uit (8 Giro’s, 4 Tours en 6 de Vuelta’s). Hij veranderde om de twee seizoenen van team. Op Mapei en Fasso Bortolo volgden Liquigas, Lotto en tenslotte Sky, waar hij zijn verblijf verlengde als ploegleider en dat zal er ook wel toe bijgedragen hebben dat Filippo Ganna daar vanaf 2019 zijn opwachting maakte voor zijn beste jaren: viermaal wereldkampioen individuele achtervolging (2016, 2018, 2019, 2020), één keer in de ploegenachtervolging (2021 als troosting voor zijn verrassende nederlaag in de individuele achtervolging tegen de excentrieke Amerikaan Ashton Lambie) en bovenal tweemaal op een rij (2020 en 2021) in het tijdrijden met de Olympische tijdrit in Tokio 2021 daarbovenop. De Giro was zijn tweede uitdaging. Uit twee deelnames haalde hij zes dagzeges, waarvan vijf in het tijdrijden maar in 2020 ook de zware vijfde tappa naar Camigliatello Silano, alover 4700 hoogtemeters en dat deed bij Dario Cioni een belletje rinkelen dat Filippo een potentiële klassementsrenner kon zijn zoals Bradley Wiggins er tien jaar geleden één werd. 

Is Ganna bereid hetzelfde traject te kiezen? Ik heb zo mijn twijfels. Waarom zou hij kiezen voor de lange weg als het via de korte ook kan? Waarom zou hij het zichzelf moeilijk indien gemakkelijk ook lukt?

Milano-Sanremo en Paris-Roubaix (die hij overigens bij de beloften won in 2016), dat kan nog te doen zijn en dan is de Ronde van Vlaanderen ook niet vèr weg maar een grote ronde die drie weken concentratie vergt en stress genereert, dat zie ik Ganna niet doen of hij zou moeten gedreven zijn zoals Francesco Moser in 1984. Ik zie Ganna eerder herhalen wat hij reeds à la Tony Martin deed op weg naar Camigliatello Silano. 

Zou het hem dàt waard zijn om, zonder garantie op een goede afloop, te schakelen naar klassementsrenner zoals Bradley Wiggins in 2012 deed nadat hij eerst derde werd (na de verbrande Juan José Cobo en zijn frère-ennemi Chris Froome) in de Vuelta van 2011?

Overigens wacht de beslagen Filippo Ganna een 'meer haalbare' uitdaging: het werelduurrecord, waarbij men er zomaar van uitgaat dat hij het bestaande van Victor Campenaerts zal verbeteren. Wees daar evenwel maar niet al te zeker van. Alex Dowsett viel het aan en beet er zich de tanden op stuk. Hij verbeterde nochtans zijn eigen record van 2019 met zowaar 1,798 km. en reed daarmee 29 meter verder dan Bradley Wiggins maar nog steeds 534 meter minder af dan Victor Campenaerts op 16 april 2019. Indien Filippo Ganna het in de herfst van 2022 zou aanvallen dan is falen géén optie!

 

maandag 27 december 2021

 Liam VAN BYLEN werd in 2021 opnieuw een gelukkige coureur

Een val met pijnlijke gevolgen (staartbeentje!) tijdens de laatste training op donderdag weerhield er Liam van om op tweede kerstdag deel te nemen aan het BK omnium. Woensdag hoopt hij er op de nationale sprint wel bij te zijn om zich in de gunst te werken van bondscoach Nicky Cocquyt en eventueel geselecteerd te worden voor internationale meetings.

Liam was bij de aspiranten een kleine Il Imbatido. Drie Belgische (omnium in 2015 en 2017, op de weg in 2017), twee Vlaamse (2015 en 2017), en vier Antwerpse titels werden de highlights in ruim dertig overwinningen.

Bij de nieuwelingen werd het veel minder. Als eerstejaars werd hij door groeipijnen gekweld: een onevenwicht in de bovenbenen dat door Lieven Maesschalck met gerichte oefeningen bijgesteld werd. Als tweedejaars was hij terug van weggeweest met twee nieuwe titels: het dierbare BK ploegentijdrijden met de kompanen van Acrog-Tormans, derde in de uitslag maar eerste Antwerpenaar in het ‘open’ PK in Voortkapel/ 

Liam VAN BYLEN haalt het in Scheldewindeke van Steffen DE SCHUYTENEER en werd daarmee één der zeldzamen die de aanstaande nationale zegekoning in 2021 van 'n overwinning kon houden.



Hij behaalde slechts twee (regionale) overwinningen maar met een duidelijke meerwaarde. De eerste werd in Scheldewindeke (80 dln.) behaald op regérend kampioen en aanstaande zegekoning Steffen De Schuyteneer en dat konden er in 2021 maar weinig zeggen. De tweede kwam er 2,5 maanden later in Klein-Sinaai, waar hij Mauro Cuylits (nochtans outstanding in die periode) over de knie legde.

Liam keerde tijdens het tussenseizoen 2020-2021 van Canguru - QTS - Air College naar moederclub Acrog-Tormans Balen terug. Hij zag op tegen de verre verplaatsingen naar de West-Vlaamse groepstrainingen en werd bovendien door het oude nest teruggevorderd. 

Was dat een zegen of een vloek dat hij op het BK aan de ploegtucht gebonden was toen zijn kompaan Niels Driesen met Liam Coninckx en Victor Vaneeckhoutte de vlucht vooruit nam? Een zégen want in de sprint voor de vierde plaats moest hij het afleggen tegen Steffen De Schuyteneer. Dat herhaalde zich in Herman Vanspringels Diamond, waar hij er ook Nolan Huysmans moest tussen laten.

Dat deerde hem evenwel niet na wat hem in 2020 was overkomen: amper zes koersen uitgereden met een 12de plaats in het BK van Liedekerke als twijfelachtig slotakkoord. En die vertwijfeling kon hij tijdens de aansluitende winter op last van de pandemie niet wegvlakken in de Blaarmeersen want die tempel onwrikbaar op slot.

Dat kan hij tijdens deze donkere weken dus wel met een 4de plaats in het VK omnium, een 5de in het BK puntenrit en een 3de in het BK-keirin. Woensdag hoopt hij ook dicht te eindigen in het BK-sprint.

Benieuwd of hij de kattesprong van bij de aspiranten nog in de benen heeft en waarmee hij een beetje refereerde naar zowel Robbie McEwen als naar Caleb Ewan. De kattesprong kreeg hij een beetje in de genen mee langs de kant van mama Petra, een verre verwante van … ‘Poeske’ Scherens.

En dus toch in de … World Tour!

 

Lorenzo BLOMME:

kleine coureur werd grote mecanicien  

 

“De beroepscategorie is te mij hoog gegrepen”, besloot Lorenzo na zijn deelname aan de ultieme Driedaagse De Panne - Koksijde in 2018. “Het was een unieke ervaring die ik voltooide maar mij toch tot inzicht bracht.”

 “Dat er niet inzit wat ik er wilde uithalen heeft een tijdje nagezinderd maar het opende nieuwe duurzamere opportuniteiten.”

- “Essentieel is dat mijn algemeen leven almaar kloeker op de rails staat. Met mijn vriendin Shani David, die ook koerste, woonde ik eerst in Zevekote, nu in Aartrijke. Na bijna twee jaar als sportief verkoper bij Decathlon - Brugge was ik bijna vier jaar als fietsmecanicien aan de slag bij Shifting Gears.”


3 oktober 2010: Lorenzo BLOMME wint de 'Keizer' van de nieuwelingen vòòr Niels VANDERAERDEN, Ruben POLS, Jelle RUTSAERT, Wesley VAN DYCK, Tiesj BENOOT, ...


Lorenzo legde als jonge tiener een mooi traject af met als moment suprême de titel van Keizer der nieuwelingen 2010 in Tielt, waar hij onder anderen de aanstaande contractrenners Tiesj Benoot, Dries Van Gestel en Kevin Deltombe versloeg. Op termijn bleek het evenwel niet meer dan een vluchtige momentopname. Een dagzege in de Tour de Loiret in 2016 deed hem nog meer van een professionele toekomst als coureur geloven maar inmiddels weet Lorenzo wel beter.

 

Ook op de piste leek hem, met vooral een dagzege in de zesdaagse van Rotterdam, wat weggelegd. Een zware val in 2017 ontnuchterde hem en toch zou hij de zesdaagsen nog het meest missen maar ook daar is hij intussen over.

 

- “De koers, een beetje de universiteit van het jonge leven, heeft mij sowieso versterkt als mens”, weet Lorenzo zeker, “en ervoor gezorgd dat ik in het algemene leven beter tegen een stootje kan.”

 

Het leven van de nog altijd maar 27-jarige bleef volop in beweging. Hij werd op 20 december 2019 papa en daar kwam nog veel meer bij kijken dan normaal want dochtertje Nora kwam ter wereld na een zwangerschap van 25 weken, woog amper 540 gr. en verbleef 140 dagen in de couveuse.

“Zoiets wens ik zelfs mijn ergste vijand niet toe”, zucht Lorenzo. “Hopelijk is dat ook in deze van toepassing: what doesn’t kill you makes you stronger. Daarom moet je zoveel bange dagen en nachten evenwel nog niet meemaken. Het gaat intussen helemaal de goede kant op maar wij houden een slag om de arm want ons meisje eet nog altijd met een maagsondetje maar het wordt nauwlettend opgevolgd met maandelijkse controles.”


Er voltrokken zich ook gelukkige evoluties. Lorenzo vervolmaakte zich als fietsmechanieker en creëerde zo de opportuniteit om door Jumbo-Visma gesolliciteerd te worden via Marek Engels. Ik voel mij als een belofte die zonder tussenstap in de World Tour neerstrijkt.


Lorenzo BLOMME aan de slag bij Jumbo-Visma. (Foto Bram BERKIEN)


“Dit is inderdaad dé job van mijn leven”, beseft Lorenzo. “Ik mag er voor toppers als Tiesj Benoot, Rohan Dennis,  Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk, Sepp KussPrimož Roglič, Wout Van Aert, Jonas Vingegaard, … over waken dat hun juweeltjes op twee wielen picco bello in orde zijn. Ik voel mij daartoe even gedreven als een helper die zijn kopman naar de zege mag loodsen. Ook met de vrouwenploeg en het opleidingsteam zal ik geregeld optrekken. Ik heb er inmiddels een eerste stage opzitten en dit smaakt naar veel meer. Het is een fulltime job van 200 dagen per jaar, ideaal te combineren met bijklussen thuis. Dit is het perfecte alternatief voor zijn verzwonden droom om als goed verloonde contractrenner door het leven te stappen."

Bijklussen thuis  doet hij sedert 1 oktober in een eigen fietsatelier KOERZ (het ordewoord van zijn recreatieve fietsvrienden) opgestart “om zijn passie en zijn competentie voor de tweewieler aan te bieden aan potentiele klanten, die hij garandeer dat hun vehikels tiptop in orde zullen zijn. 

Een leven door en voor de fiets, zeg wel!

zondag 26 december 2021

Het herdachte Gaverzicht - Be Okay DEERLIJK

 

The Lead Out Cycling 

Academy telt drie geledingen

 

Gaverzicht - Be Okay - AGS, de jeugdacademie vormt de brede basis met miniemen, aspiranten, nieuwelingen, junioren en vrouwen/meisjes.

EFC-L&R-AGS u23 & u19, het performance team groepeert 14 junioren en 18 beloften die optimale kansen krijgen om zich te ontwikkelen.

Elke groep krijgt een outfit met parallelle styling in differente kleuren voor dames, jeugd en performance team.

Elke groep krijgt een outfit met parallelle styling in differente kleuren voor dames, jeugd en performance team.

 

EFC-L&R-AGS u23 heeft op papier geen topteam à la Lotto-Soudal u23 en Home Solution - Soenens maar wel een enorm groeipotentieel met:

de blijvers Luca De Meester, Yorben Lauryssen, Thomas Naudts, Michiel Nuytten en Dylan Van den Borre;


Wannes DEWULF kan een interessante aanwinst zijn voor EFC-L&R-AGS u23.

de nieuwkomers Jens Delahaye (Van Eyck Sport - Josan), Dylan Vandenstorme en Brent Van Mulders (beiden van Home Solution - Soenens), Kenneth Verstegen (Dovy Keukens - FCC); 

én 9 neo-beloften: Gerben Dewinter, Jo (zoon van Ken) Hashikawa en Jan Van Dyck gerecruteerd uit het eigen Gaverzicht - Be Okay;

Milan (jongere broer van Luca) De Meester (Van Moer), Senne Thonnon (CT Glabbeek) en Senne Willems (Avia-Rudyco); 

Wannes Dewulf, Sander Inion en Joes Oosterlinck komen over van Canguru - QTS - Air College (dat aanvankelijk in het project leek mee te gaan).

 

EFC-L&R-AGS u19 heeft op papier geen topteam als onder meer Acrog-Tormans, Avia-Rudyco, Crabbé-Chevigny, … maar wel groeipotentieel met de recruten uit het eigen Gaverzicht - Be Okay (Niels De Clerck, Arne Desimpelaere, Milan Donie, Natan Duchi, Thibo Germonprez, Thibaut Pauwels, Thiemen Vandersteene, Wies Verdonck en Robin Vromant), bij wie aansluiten: Matis De Meijts (CT Glabbeek) plus Simen Evertsen-Hegreberg (Noor), Viggo Van Neste en Stian Van Oudenhove (alle drie van Canguru - QTS - Air College).


Geen enkele club kan in lengte van àlle jaren tippen aan het oorspronkelijke

S.V. DEERLIJK

dat zich schikte naar de moderne noden   

 

S.V. Deerlijk bestond als wielerclub vanaf 3 augustus 1927 met Fernand Cloet als eerste voorzitter. De rennersclub kwam er pas in 1941 onder impuls van Berten Lafosse met Germain Derijcke (winnaar van Paris-Roubaix 1953, Milano-Sanremo 1955, Liège-Bastogne-Liège 1957, de Ronde van Vlaanderen 1958, Marcel Kint (wereldkampioen in 1938), de Tourwinnaars Romain en Sylveer Maes, wereldkampioen (1948 & 1950), Briek Schotte, Albert Sercu, … als voortrekkers. S.V. Deerlijk was in die tijd één van zeldzame club die zijn renners bevoorraadde in de klassiekers. 

S.V. Deerlijk bleef zich ook onderscheiden als inrichter van de Nijverheidsprijs (tot 2016) en van twee kampioenschappen van België: voor liefhebbers op 5 juli 1953 (gewonnen door Rik Van Looy vòòr Emiel Van Cauter en Adhemar De Blaere) en voor nieuwelingen op 16 juli 1961 (gewonnen door Walter Remon vòòr Gustaaf Meylaers en Rik Loose).

Het was evenwel vooral met zijn renners dat Deerlijk goede sier bleef maken met vooral Dirk Baert (wereldkampioen achtervolging 1971), Marc Demeyer (winnaar Paris-Brussel 1975 en Paris-Roubaix 1976), Armand Desmet (die op het podium van de drie grote ronden had kunnen staan), Niko Eeckhout (kampioen van België 2006), Eric Leman (drievoudig winnaar der Ronde van Vlaanderen), André Noyelle (Olympisch kampioen in Helsinki 1952), Jef Planckaert (dé renner van 1962 als winnaar van Paris-Nice, Dunkerque, Liège-Bastogne-Liège, kampioen van België en tweede in de Tour), Eric Van Lancker (winnaar Amstel Gold Race 1989 en Liège-Bastogne-Liège 1990) en Pol Verschuere (kampioen van België liefhebbers in Tiegem 1975 en drievoudig winnaar in de Tour tot op de Champs-Elysées toe).

Het kan niet anders dan dat ik er enkele vergeten ben maar niet tycoon Patrick Lefevere die een uitmuntend jeugdrenner was maar in de beroepscategorie zichzelf (ondanks winst in Kuurne-Brussel-Kuurne en een dagzege in de Vuelta 1978) buisde om achter de schermen de strafste ploegbaas uit de wielergeschiedenis te worden.

Vanaf 2022 bundelen Gaverzicht - Be Okay - AGS, de jeugdacademie van Walter Coucke en Thomas Debrabandere de krachten met het EFC-L&R-AGS (Autogroep Servayge) van Michel Pollentier en Kurt Debouck zich in de projectnaam The Lead Out Cycling Academy.

Lead-Out -> knap bedacht = be-ge-lei-den naar een hoger level.

Gaverzicht - Be Okay Deerlijk was zelfs de lead-out van Beveren 2000, het succesrijkste opleidingsteam van de beloften in de 21ste eeuw.

Niets nieuws onder de zon toch?!


World Tour vanaf 2023 nòg moeilijker toegankelijk?

 

Het seizoen 2022 moet nog beginnen (dat gebeurt op maandag 30 januari met de Argentijnse Vuelta a San Juan) of daar begint al de onrustzaaierij (het lijkt wel … corona!) over het al of niet deel uitmaken van de World Tour in 2023, 2024 en 2025.

Het zal erop aan komen om al in 2022, net als in 2020 en 2021, zoveel mogelijk punten te sprokkelen, maar was het voordien ànders misschien? 

In dat verband hebben Lotto-Soudal en Intermarché - Wanty Gobert geen overschot en wordt 2022 opnieuw cruciaal. Beide teams hebben een inspanning gedaan om te versterken maar dat deden ook de andere teams om hun sollicitatie voor de World Tour 2023-2025 te staven want er zal als gebruikelijk meer vraag dan aanbod zijn voor de 18 te begeven plaatsen. Niet enkel de blote resultaten maar ook de ethische, organisatorische, administratieve en financiële toestand van het team zal tegen het licht worden gehouden. Voordien gebeurde dat dus niet, een onuitgesproken bekentenis dus. 

Quick-Step Alpha Vinyl en Alpecin-Fenix (dat vanaf 2022 een World Tour Team is) hoeven zich alvast sportief geen zorgen te maken maar de door de UCI niet geopenbaarde tussenstand na 2020 + 2021 leert dat Intermarché - Wanty Gobert en Lotto-Soudal in de gevarenzone vertoeven.

De teams die geen klassementsrenner(s) hebben zijn onmiskenbaar in het nadeel en dat zijn onder anderen Intermarché - Wanty Gobert en Lotto-Soudal. Met het aanwerven van Victor Campenaerts respectievelijk Alexander Kristoff schieten ze, althans wat dat betreft, weinig op.

Misschien moeten Intermarché - Wanty Gobert en Lotto-Soudal nadrukkelijk focussen op de Pro Series met zijn 52 manches (29 ééndagskoersen en 23 meerdaagsen), waarin globaal telkens 1120 punten te verdienen zijn en 35 in elke daguitslag. Dat zijn er bijna dubbel zoveel als de 610 in de 1.1 en de 2.1 wedstrijden. In de Pro Series van 2021 was Remco Evenepoel de beste in de ééndags- en Ethan Hayter (vòòr diezelfde Remco) in de rittenkoersen. 

De UCI zal de tussenstand in de ploegenranking niet om de haverklap openbaar te maken, een bizarre houding aangaande iets dat voor de teams in de gevarenzone een kwestie van ‘erop of eronder’ is. ProContinentale teams die eerste of tweede in de uci-teamranking eerste of tweede eindigen hebben ook in de drie grote ronden automatisch startrecht. Vanaf de derde plaats geldt dat enkel voor de eendagswedstrijden van de World Tour. Niet hoe goed je bent maar hoeveel je betaalt voor je licentie is doorslaggevend. Niets nieuws onder de zon dus van de vroede UCI-vaderen!