zaterdag 31 maart 2012

Dimitri Claeys en Charlie Arimont winnen in Nederland
Dimitri Claeys, tweemaal op rij (2008 en 2009) kampioen van België bij de beloften maar door NetApp met een onvoldoende aan de kant geschoven, vond bij het Van der Vurst C.T. (dat Tom Van Asbroeck tot profwaardigheid kneedde) een herbrond onderkomen. De regelmaat, waarvan hij altijd verstoken bleef, valt hem in zijn nieuwe omgeving wel te beurt. Op een twaalfde plaats in Brussel-Opwijk, een achtste in Meulebeke, een vierde in Adinkerke, een derde in Ichtegem en een tweede in St. Laureins liet hij zowaar een zege volgen in Philippine (Ned.), waar hij met zijn clubmaat Glenn De Ridder, de hoog aangeschreven Omloop van de Braakman (168 km.) naar zijn hand zette. Dimitri heeft al een lange en hobbelige weg afgelegd maar moet nog altijd 25 jaar worden en Glenn vierde enkele dagen geleden zijn 21ste verjaardag. Van beiden hebben we het laatste dus nog niet gehoord.
De nieuwelingen hebben tijdens de openingsmaand van 2012 in eigen land geen enkele interclub kunnen rijden en dus ging Balen B.C. daar wat aan doen boven de Moerdijk. Charlie Arimont, één veropenbaring als neo-nieuweling in 2011, pakte in de Omloop van Noord-West Overijssel te Genemuiden de hoogste onderscheiding door in de spurt zes thuisrenners achter zich te laten, onder wie zijn clubmaat Pascal Eenkhoorn (een geducht veldrijder) en Max Mol (die Enzo Wouters in Essen de zegepas afsneed). Dennis Delmotte werd ruim twee minuten later derde in de massaspurt voor de achtste plaats, Steff Cras werd zeventiende.
Perwez: 33 euro per inwoner voor BK profs in 2017
Na het BK veldrijden te Koksijde in 2018 is ook het wegkampioenschap voor contractrenners van ... 2017 reeds toegewezen. Aan Perwez godbetert, een "liefelijk" gehucht in Waals-Brabant tussen Incourt en Gembloux met hooguit 7.500 ingezetenen. De andere gegadigden kregen meteen te horen dat het om "an offer you can't refuse" betrof waartegen geen enkele andere bieder zou op kunnen. De kampioenschappen van België voor de beroepscategorie zijn dus de komende zes jaar al helemaal ingenomen: Geel 2012, La Roche 2013, Wielsbeke 2014, Tervuren 2015, Boussu-lez-Walcourt (Lac de l'Eau d'Heure) 2016 en nu dus Perwez 2017, dat er volgens Het Nieuwsblad-Sport-wereld 250.000 euro veil voor had, 100.000 euro meer dan Ninove, centraal in het Vlaamse land en onlangs "het kind van de rekening" van de herdachte Ronde van Vlaanderen.
"Regner c'est prevoir"; je moet het nationaal voorzitter Tom Van Damme niet uitleggen. Als een gedreven manager runt hij zijn spaar- pardon zijn sportbond.
Bijkomend vraagje toch: worden die 250.000 euro over vijf jaar geïndexeerd?
Het financieel plan voor de komende jaren (b)lijkt dus almaar meer gevrijwaard. Het sportief plan voor diezelfde periode? "Dat zien we dan nog wel", verzuchten ze allicht aan de Globelaan. Of worden de opgepotte winsten mettertijd in bonussen versneden zoals het een modern bloeiend bedrijf (sic) betaamt?

vrijdag 30 maart 2012

Bizar: géén enkele koers voor junioren op zaterdag 31 maart!
Het zal slechts een detail zijn en niet eens een voetnoot maar vandaag wordt in het hele land géén enkele maar dan ook géén enkele koers georganiseerd voor junioren. Dit moet uniek zijn in de annalen van het Belgische jeugdwielrennen en significant voor de nefaste ontwikkeling die zich sluimerend voltrekt.
Omwille van de Ronde van Vlaanderen, hoor ik velen fout denken, want Vlaanderens zelfverklaarde mooiste is pas morgen en dan staan er zowaar vier koersen voor 17- en 18-jarigen geprogrammeerd: in Beernem (W-Vl.), Nandrin (L.), Rotem-Dilsen (Limb.) en Zoutleeuw (Vl.-Brab.). Twee van die vier hadden hun organisatie beter overgeheveld naar zaterdag, het zou hen kwantitatief en kwalitatief een meerwaarde opgeleverd hebben. Sneu voor de junioren die dit weekend tweemaal wilden opdraven en inzonderheid voor hen die zondag bijvoorbeeld al na enkele kilometer met een lekke band of een mechanisch defect uitvallen.
Voor de tieners wordt koersen almaar duurder. De quotiënt van de deling van de vergunningsprijs door het aantal koersen wordt almaar hoger en bij het afhalen van hun rugnummer en/of kaderplaatje moeten ze ook nog extra afdokken. Almaar meer geven om minder te krijgen is van deze tijd.
De bobo's zullen er morgen tijdens hun hoogmis op de Oude Kwaremont, de Paterberg of in Oudenaarde geen coupeke of brokje kreeft minder om savoureren want het zal allemaal hun tijd nog wel duren. "Hun tijd" wel ja, maar daarna? "Après eux le déluge", inderdaad! Of is het eerder: "après nous les mouches"?
De absolute sterren van Gent - Wevelgem
Ranking op basis van 75 45 30 24 18 15 12 9 6 3 punten aan de respectieve eerste 10 van elk jaar:
• Eddy Merckx 330 p. (9. in 1966, 1. in 1967, 9. in 1968, 1. in 1970, 3. in 1972, 1. in 1973, 
2. in 1974, 6. in 1975, 10. in 1976);
• Rik Van Looy 321 p. (1. in 1956, 1. in 1957, 2. in 1958, 1. in 1970, 1. in 1962, 8. in 1963, 3. in 1964, 8. in 1965, 10. in 1969);
• Mario Cipollini 294 p. (2. in 1991, 1. in 1992, 1. in 1993, 4. in 1995, 1. in 2002);
• Tom Boonen 267 p. (7. in 2002, 3. in 2003, 1. in 2004, 1. in 2011, 1. in 2012);
• Raymond Impanis 258 p. (4. in 1948, 1. in 1952, 1. in 1953, 3. in 1958, 8. in 1956, 2. in 1961);
• Roger De Vlaeminck 240 p. (2. in 1969, 2. in 1971, 3. in 1974, 6. in 1976, 6. in 1978,
2. in 1979, 2. in 1981);
• Eric Vanderaerden 222 p. (2. in 1984, 1. in 1985, 8. in 1987, 4. in 1989, 4. in 1991, 2. in 1993);
• George Hincapie 195 p. (4. in 1999, 1. in 2001n 3. in 2002, 4. in 2004, 5. in 2006, 4. in 2010);
• Jan Raas 192 p. (10. in 1977, 4. in 1978, 3. in 1979, 6. in 1980, 1. in 1981, 2. in 1983);
• Freddy Maertens 189 p. (5. in 1973, 6. in 1974, 1. in 1975, 1. in 1976, 9. in 1978);
• Walter Godefroot 177 p. (6. in 1966, 1. in 1968, 3. in 1970, 4. in 1973, 8. in 1974, 4. in 1977)
• Tom Steels 162 p. (1. in 1996, 1. in 1999, 7. in 2005);
• Briek Schotte 159 p. (8. in 1949, 1. in 1950, 1. in 1955);
• Frans Aerenhouts 150 p. (1. in 1960, 1. in 1961);
• Guido Bontempi 150 p. (1. in 1984, 1. in 1986);
• Johan Museeuw 147 p. (2. in 1990, 8. in 1991, 7. in 1992, 3. in 1994, 9. in 1997, 3. in 2000, 10. in 2002, 7. in 2003); 
• Frans Verbeeck 147 p. (10. in 1971, 5. in 1972, 2. in 1973, 9. in 1974, 2. in 1975, 3. in 1976).

De absolute sterren van Milano-Sanremo
Ranking op basis van 125 75 50 40 30 25 20 15 10 5 punten aan de respectieve eerste 10 van elk jaar:
Costante Girardengo 1105 p.
(2. in 1917, 1. in 1918, 2. in 1919, 3. in 1920, 1. in 1921, 2. in 1922, 1. in 1923, 3. in 1924, 1. in 1925, 1. in 1926, 1. in 1928, 5. in 1930);
• Eddy Merckx 890 p.
(1. in 1966, 1. in 1967, 1. in 1969, 8. in 1970, 1. in 1971, 1. in 1972, 1. in 1975, 1. in 1976);
• Erik Zabel 700 p.
(1. in 1997, 1. in 1998, 2. in 1999, 1. in 2000, 1. in 2001, 6. in 2003, 2. in 2004, 6. in 2007);
• Roger De Vlaeminck 645 p.
(2. in 1969, 1. in 1973, 8. in 1976, 2. in 1977, 1. in 1978, 1. in 1979, 5. in 1980, 2. in 1981);
• Gino Bartali 635 p.
(4. in 1935, 7. in 1938, 1. in 1939, 1. in 1940, 10. in 1942, 5. in 1943, 4. in 1946, 1. in 1947, 1. in 1950);
• Oscar Freire 565 p.
(3. in 2000, 5. in 2002, 7. in 2003, 1. in 2004, 5. in 2005, 6. in 2006, 1. in 2007, 8. in 2008, 1. in 2010, 7. in 2012);
• Gaetano Belloni 530 p.
(1. in 1917, 2. in 1918, 1. in 1920, 8. in 1921, 2. in 1923, 2. in 1924, 4. in 1926);
• Sean Kelly 515 p.
(4. in 1980, 5. in 1983, 2. in 1984, 7. in 1985, 1. in 1926, 4. in 1987, 5. in 1988, 5. in 1989, 1. in 1992);
• Alfredo Binda 500 p.
(2. in 1927, 2. in 1928, 1. in 1929, 1. in 1931, 2. in 1932, 6. in 1933);
• Fausto Coppi 430 p.
(10. in 1941, 1. in 1946, 1. in 1948, 1. in 1949, 8. in 1953, 4. in 1954);
• Giovanni Brunero 397 p.
(5. in 1920, 2. in 1921, 1. in 1922, 4. in 1923, 2. in 1925, 9. in 1927, 3. in 1928);
• Giuseppe Saronni 390 p.
(3. in 1978, 3. in 1979, 3. in 1980, 1. in 1983, 4. in 1986);
• Pierino Favalli 380 p.
(2. in 1937, 2. in 1938, 2. in 1938, 1. in 1941, 3. in 1942, 4. in 1943);
• Mario Cipollini 340 p.
(10. in 1993, 2. in 1994, 7. in 1996, 2. in 2001, 1. in 2002, 4. in 2003);
• Francesco Moser 340 p.
(2. in 1975, 9. in 1976, 6. in 1978, 4. in 1979, 6. in 1980, 4. in 1982, 1. in 1984);
• Alessandro Petacchi 335 p.
(4. in 2004, 1. in 2005, 2. in 2006, 8. in 2007, 5. in 2009, 3. in 2010);
• Loretto Petrucci 330 p. (3. in 1951, 1. in 1952, 1. in 1953, 5. in 1954);
• Miguel Poblet 325 p. (3. in 1951, 1. in 1952, 1. in 1953, 5. in 1954);
• Luigi Ganna 315 p. (4. in 1907, 2. in 1908, 1. in 1909, 3. in 1911, 6. in 1914);
• Maurizio Fondriest 305 p. (2. in 1988, 5. in 1990, 1. in 1993, 2. in 1995);
• Felice Gimondi 290 p. (4. in 1967, 2. in 1971, 3. in 1973, 1. in 1974);
• Gustave Garrigou 285 p. (2. in 1907, 1. in 1911, 2. in 1912, 9. in 1913);
• Learco Guerra 285 p. (9. in 1930, 2. in 1931, 1. in 1933, 2. in 1935);
• Alfredo Bovet 280 p. (1. in 1932, 2. in 1933, 5. in 1935, 3. in 1938);
• Angelo Gremo 280 p. (4. in 1913, 3. in 1915, 3. in 1917, 1. in 1919, 8. in 1923);
• Fiorezo Magni 277 p. (4. in 1941, 9. in 1943, 7. in 1947, 3. in 1949, 4. in 1950, 7. in 1954, 5. in 1955, 2. in 1956);
• Fabian Cancellara 275 p. (1. in 2008, 2. in 2011, 2. in 2012);
• Ezio Corlaita 275 p. (4. in 1912, 3. in 1913, 1. in 1915, 7. in 1920, 4. in 1918);
• Giuseppe Olmo 275 p. (1. in 1935, 6. in 1936, 1. in 1938);
• Rik Van Looy 270 p. (1. in 1958, 6. in 1960, 2. in 1961, 4. in 1964, 10. in 1968);
• Rik Van Steenbergen 260 p. (8. in 1950, 1. in 1954, 6. in 1955, 8. in 1957, 2. in 1959);
• Filippo Pozzato 255 p. (1. in 2006, 2. in 2008, 5. in 2011, 6. in 2012);
• Eric Vanderaerden 255 p. (4. in 1983, 3. in 1984, 4. in 1985, 2. in 1987, 3. in 1991);
• Laurent Fignon 250 p. (1. in 1988, 1. in 1989); 
• Raymond Poulidor 250 p. (1. in 1961, 2. in 1964, 7. in 1966, 5. in 1968).
Opgedeeld in natiën is dit de verdeelsleutel: Italië (50), België (20), Frankrijk (12), Duitsland (5), Spanje (5), Nederland (3), Australië (2), Groot-Brittannië (2), Ierland (2) en Zwitserland (2).

Boek over Odiel DEFRAEYEde eerste Belgische Tourwinnaar
Odiel Defraeye won honderd jaar geleden als eerste Belg de Tour de France.
Vijfentwintig jaar na een eerste uitgave herwerkte Herman Laitem het boek. Hij zorgde voor nieuwe inzichten en portretteert Odiel als een kind van zijn tijd. Het werd het relaas van een pakkend leven en een fascinerende periode.
Het boek telt 192 pagina’s, is indringend gedocumenteerd en telt 200 prachtige foto’s. Formaat: 22x27cm, garengenaaid en met harde kaft.
Uitgeverij Pinguin Productions en Geert Vandenbon staan garant voor een schitterende uitgave.
Er is een voorintekenactie tot 1 mei 2012 aan 29,50 euro (na verschijnen zal het boek 35 euro kosten). De namen van de voorintekenaars worden in het boek opgenomen. Zij kunnen hun exemplaar afhalen op de Wielerbeurs van zaterdag 16 juni 2012 in Winksele-Delle. Herman Laitem zal er uw exemplaar graag signeren.
Contact:  http://www.fenomeendefraeye.be

Ook de aspiranten beginnen er al aan
Palmzondag 2012 brengt niet enkel de Ronde van Vlaanderen maar ook het begin van het seizoen voor de aspiranten (geborenen in 1988, 1989 en 1990).
Vanaf 1999 werden de koersjes voor aspiranten min of meer geofficialiseerd: een inmiddels serieus gestegen (van 250 naar 335 euro) inrichtingsvergunning, een uitslag maar geen (geld) prijzen, zelfs niet in de provinciale, de Vlaamse noch de Belgische kampioenschappen.
Het scheelde evenwel maar weinig of vanaf dit jaar werden de kampioenschappen afgevoerd. Eén van de bobo’s (en niet de minste) wilde zijn willetje doordrukken maar werd door zijn achterban sans gêne teruggefloten.
Er bestaan dus nog altijd lieden die het competitiewielrennen voor jonge tieners en de daarbij opgemaakte uitslag met lede ogen aanzien. Wat denken zij dan van de schoolrapporten in de lagere school (6- à 12-jarigen)?
- “Omdat wie op jonge leeftijd te veelvuldig en te fanatiek koerst het nooit tot contractrenner zal brengen”, luidt het aan de overkant.
Een lachwekkend statement want hooguit één debuterende aspirant op duizend brengt het naderhand tot contractrenner. Laat de 999 anderen dus naar hartelust koersen en schaf de onnozele restrictie van één koersje per week ook maar af. In Nederland is die pampering niet van toepassing. Wat garandeert ze overigens ? Misschien onderwerpen ze zich op een koersloze vrije dag aan een slopende duurtraining achter een brommer en met een voortvarend groot verzet in onveilige verkeersomstandigheden. Of gaan ze clandestien in het buitenland (vooral Nederland) koersen al probeert de Wielerbond daar hardvochtig een stokje voor te steken.
Je kind laten koersen is zoals het opvoeden en de juiste aanpak huldigen: wanneer het fysiek vermoeid is dan laat / doe je het rusten. Met de behaalde resultaten in de koers ga je om zoals met die op school: alles winnen in de koers garandeert zoals 90% in de lagere school geen welslagen in universiteiten of andere hoge scholen. In beide situaties moeten de inspanningen gedoseerd opgevoerd worden, al of niet met de bijstand van een integere begeleider respectievelijk leerkracht. Wie als ouder niet juist kan omgaan met deze situatie zal dat al evenmin kunnen met andere toestanden zoals uitgaan of verkeren op jonge leeftijd.
Ik ben dus een fervent voorstander van koersen voor jonge tieners. Zelfs wie slechts een beperkte periode gekoerst heeft, zal meer en beter kunnen incasseren in het gewone leven.

De praktijk nu. Bij de jongens uit het bouwjaar 1990 is het nog koffiedik kijken. De uitslagen van de Vlaamse en de Belgische veldritkampioenschappen en in mindere mate het schaars bezette omnium-kampioenschap kunnen wel enige vingerwijzing inhouden, al werd Yentl Bekaert in januari 2011 slechts vierde in het omniumkampioenschap vooraleer hij op de weg het merendeel van zijn koersjes won, het kampioenschap van België te Zwijnaarde inbegrepen.
In januari 2012 werd Yentl wel kampioen van België omnium nadat hij ook uitstekend voor de dag kwam in zowel het Vlaams (derde) als het Belgisch (vierde) kampioenschap veldrijden. Een polyvalent raspaardje dat zijn dominantie als dertienjarige met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal kunnen voortzetten al zullen vooral Michael Hillen, Robin Radoux, Dante Scoponi, Florian Vermeersch,... er alles aan doen om de ranke Passendalenaar partij te geven.
Merten De Wever, Yarne Driesen, Arne Peeters, Jens Reynders, de misschien afzwaaiende Arne Sabbe, Lennert Tanghe, Wouter Van Ende,... ook wel de coryfeeën bij de veertienjarigen zijn.

Het wegseizoen 2012 vangt dus een maand vroeger aan dan dat van de vorige jaren en het eindigt al op 16 september in St. Lambrechts-Herk. Tijdens het weekend van 7-8 juli zijn er de provinciale kampioenschappen, op 21 juli in Lierde de Vlaamse en op 5 augustus in Deinze de Belgische kampioenschappen. Tijdens het tweede en het derde weekeinde van juni is er, omwille van de examens, een competitiestop voor de aspiranten. De nieuwelingen en de junioren koersen dan gewoon door alsof er voor hen geen proefwerken bestaan.
Veropenbarende Cedric Verbeken
Cedric Verbeken heeft voor een verrassing van formaat gezorgd door de Trofee van Haspengouw, de eerste manche der Beker van België, op zijn naam te schrijven. Dat hij in een spurt met negen er Nathan Van Hooydonck en Dries Van Gestel onder hield, verbaasde minder dan dat hij hun gezelschap deelde.
Een vroege ontsnapping van vier met (dan al) Dries Van Gestel en de Nederlanders Sam Oomen, Danny Scherp en Etienne van Empel kleurde enkel de grote ronde van 80 km. Dries gunde zichzelf slechts een kortstondige recuperatie naar een nieuwe vlucht, nu met  Gianni Bossuyt, Laurent Pieters, Jelle Rutsaert en Nick Van Petegem. Ook Maxim Farazijn, Ruben Pols en Cedric Smet werkten zich naar voor. Smet kon zich slechts even handhaven. Merlijn Decoster en Dries Verstrepen namen zijn plaats in en de beslissende vlucht leek vertrokken tot bij het ingaan van de ultieme lokale ronde (13 km.) alles te herdoen was.
Een massaspurt leek onafwendbaar maar dat zag Cedric Verbeken niet zitten. Hij versnelde op acht km. van de finish en kreeg Ruben Pols, Dries Van Gestel, Cédric Vanhoutteghem en de Neder-landers Beau Duvigneau en Etienne Van Empel. Slechts één renner kon de gapende kloof nog overbruggen: neo Nathan Van Hooydonck!
De zeven werden door het talmende peloton niet meer in verlegenheid gebracht. Een spurt met zeven was een kolfje naar de hand van Cedric Verbeken, die het met ruim verschil haalde van de wedstrijdbesten, Nathan Van Hooydonck en Dries Van Gestel.
De kwieke Deinzenaar had zich dit seizoen enkel met een achtste plaats in Lierde (122 dln.!) laten opmerken.
- “ Ook voor mij is dit een verrassende ontwikkeling”, bekende Cedric, die zich tijdens de aanvangsfase gedeisd hield in de warme buik van het peloton. “Na een valpartij op een kasseistrook verbrokkelde het en vreesde ik achter de feiten te koersen. Alles kwam evenwel op zijn pootjes en op een stuk vals plat, verzwaard door zijwind, versnelde ik. Eerst Dries Van Gestel en daarna Etienne van Empel probeerden nog te ontkomen maar werden tot de orde geroepen. Ik had al langer door dat de scherpe laatste bocht bepalend zou zijn, dus nam ik die met berekend risico. Ik had meteen een kloofje dat ik op de weifelende anderen gestand hield om met ruim verschil mijn mooiste zege ooit te behalen. Misschien moet ik voortaan zelfbewuster koersen en de lat hoger leggen. Misschien is de Limburgse grond mij genadig en kan ik tijdens het paasweekeind bevestigen in de Ster (waarin hij in 2011 trouwens 20ste eindigde).”
Cedric Verbeken was een meer dan behoorlijk aspirant, die zowel bij de twaalf- als de dertienjarigen op de Oost-Vlaamse podia stond en ook in de Vlaamse en de Belgische kampioenschappen aardig meedeed. Een zware val bracht een kink in de kabel. Cedric was doodsbang in een wriemelend peloton, waaruit hij nog liever loste dan een nieuwe tuimelperte te riskeren. Die panische angst heeft hij kennelijk overwonnen. Als tweedejaarsnieuweling won hij op 7 augustus 2010, drie jaar en drie maanden na zijn vorig succes, te Buggenhout en op het einde van die verlossende maand werd hij achttiende in de nationale tijdrit te Adinkerke. Hij was klaar voor de junioren en als neo behaalde hij in 2011 een zege in Vurste en stak hij de neus aan het venster in enkele interclubs.
Cedric Verbeken is de zoon van ex-beroepsrenner Peter, thans verzorger bij Lotto-Belisol. Aan zijn entourage zal het dus niet liggen of Cedric eruit haalt wat erin zit.


Freddy Maertens,
Een Leven in Wit en Zwart
... is het ultieme boek over de lotgevallen van de coureur én de mens Freddy Maertens, die - zoals wij allen - momenten van verdriet en tegenslag doormaakte. Niet in het minst zijn verblijf in dit opwindende tranendal biedt een even pijnlijke als boeiende afwisseling van wit en zwart, gekenmerkt door de strijd tussen goed en kwaad.
Freddy heeft het allemaal in polariserende densiteit beleefd, vanop de hoogste top naar het diepste dal, roem en rijkdom, ellende en armoede.
Het mag een wonder heten dat hij zijn roetsjbaan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Marco Pantani en Frank Vandenbroucke de hunne, overleefd heeft. Eerst baadde hij als jonge twen in wereld-vermaardheid en rijkdom vooraleer weer in intrigerende anonimiteit te verzinken en te verkommeren tot hij herrees uit de as van zijn ellende waarna hij van de weeromstuit nog dieper wegzonk in een hel waarin de demon van de drank de scepter zwaaide. Ook dit kwam hij te boven in weerwil van de pijnlijke vaststelling dat hij zijn inmiddels gevorderd leven vanaf nul moest herbeginnen.
Dit fascinerende boek is ook de ultieme afrekening met de inmiddels overleden Paul Claeys, de ceo van Flandria, zijn eerste en langdurigste sponsor, maar meer nog de basis van alle doffe ellende die Freddy Maertens gekend heeft. Dit besef heeft Freddy vanuit zijn aangeboren goedheid altijd verdrongen en meer nog verzwegen voor de buitenwereld, nu (uit)eindelijk niet meer. Ronduit schokkend wat je daarover in dit boek leest.
Rode draad door zijn overleveringstocht is zijn echtgenote Carine die haar Freddy graag zoals beloofd bleef zien en in hem zoals beloofd bleef geloven “in goede én in kwade dagen”.
Beiden zijn uit hun extreme beproevingen sterker gekomen als individuen en als koppel en genieten nu van hun dagen met dochter Romy en kleindochter Anna-Nina.
Een Leven in Wit en Zwart is een geweldige aanrader en beschrijft wat de mallemolen van het leven de coureur en de mens Freddy Maertens aandeed en hoe hij er zich uit redde. Een bijwijlen schokkend verhaal waarin iedereen iets van zichzelf zal herkennen.
Deze sublieme pennevrucht van Rik Van Walleghem, Freddy’s opdrachtgever in en directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen, leest als een trein en heeft een heerlijke nasmaak die op korte termijn tot meermaals herlezen zal uitnodigen.
Een Leven in Wit en Zwart kan besteld op
info@uitgeverijkannibaal.be.
Betaling gebeurt door storting van 29,50 euro op rekeningnummer IBAN BE 90 7330 5129 3832 / BIC KREDBEBB met vermelding van uw naam en adres. Het boek wordt u daarna snel thuisbezorgd.

donderdag 29 maart 2012

Briek Schotte de oer- en Johan Museeuw 
de opper-Flandrien !
... ziedaar de conclusie van hun respectieve passages door de Ronde van Vlaanderen, de zelfverklaarde Vlaanderens mooiste.
Briek zette in dé Ronde niet minder dan twintig (!) keer op rij aan, van 1940 tot en met 1959 (een half jaar vòòr zijn 40ste verjaardag) en reed hem zestien keer uit. Hij won in 1942 en 1948, werd tweede in 1944 (na Rik Van Steenbergen) en in 1950 (na Fiorenzo Magni), werd viermaal derde (in 1940, 1946, 1949 en 1952) alsook zesde in 1958 en achtste in 1958. In 1941 (driemaal lek), 1947 (tweemaal lek), 1951 (ziek) en in1959 (kaderbreuk) werd hij met veel pijn in het hart tot opgave gedwongen.
Johan Museeuw haalde uit vijftien deelnames meer rendement dan Briek Schotte uit twintig. Hij won in 1993, 1995 en 1998; werd tweede in 1991 (na Edwig Van Hooydonck), in 1994 (zeven millimeter na Gianni Bugno) en in 2002 (na Peter Van Petegem); derde (na Peter Van Petegem en Frank Vandenbroucke) in 1999.
Eén en ander maakt van Johan Museeuw de ontegensprekelijke Leeuw van Vlaanderen, die zich ook in tal van andere voorname ééndagskoersen waarmaakte na een aanhef als rittenkaper in de Tour de France (triomfen op benijdenswaardige locaties, de Mont Saint-Michel en de Champs Elysées). In die dagen kwam hij nog uit voor het toen nog bescheiden Lotto en kon hij vanuit de luwte opereren. Anders werd het toen hij door Patrick Lefevere opgevorderd werd voor multinationale teams.
George Hincapie is het derde meubelstuk der Ronde van Vlaanderen. Indien hij de 96ste editie voltooit dan zou het zijn zeventiende keer zijn, één keer meer dan Briek Schotte. Hincapie is in deze wel minder illuster dan Museeuw en Schotte want hij haalde (derde in 2006) slechts één keer het podium.

zondag 11 maart 2012

Seppe Odeyn versus Wielerbond Vlaanderen
Op Facebook reageerde Seppe Odeyn op de beslissing van de Wielerbond om het prijzengeld van de regionale wedstrijden te herverdelen. In 2012 hebben de eerste veertig (in plaats van de eerste vijfentwintig) aankomenden prijs op de kap van de eerste tien in de uitslag die prijzengeld moeten inleveren. De vijftiende in de uitslag krijgt nu evenveel (lees: even weinig) als de veertigste: tien euro.
Voor de veertigste is dat een niet onaardig bedrag, voor de vijftiende zijn dat peanuts. En zoals men weet: if you give peanuts, you will get monkeys!
Seppe Odeyn laakt deze bizarre verandering en stelde meteen voor om vanaf 2013 het prijzengeld (sic) integraal af te schaffen en iedereen die de koers uitreed een medaille te geven als symbool van “deelnemen is belangrijker dan winnen”. En o ja, hij die als eerste door de finish rijdt, mag de handen triomfantelijk in de lucht steken maar dat moet (sic) volstaan als meerwaarde ten opzichte van de anderen.
Odeyn kan dus niet vatten waarom deze verandering werd doorgevoerd zonder dat de renners daarover geraadpleegd werden. Volgens Seppe is de bedoeling van deze verandering dat het prijzengeld onder meer gegadigden verdeeld wordt opdat deze hun kosten beter kunnen recupereren. Dit had men ook kunnen doen door het inschrijvingsgeld niet te verhogen.
Seppe Odeyn zette één en ander met nog meer andere woorden op Facebook. ‘s Anderendaags kwam er zowaar al reactie op de site van Wielerbond Vlaanderen:
Renners die zich geroepen voelen om samen met Wielerbond Vlaanderen de problemen te bespreken aangaande het prijzengeld en het hoge aantal deelnemers in de maanden februari-maart-april dienen zich kandidaat te stellen via mail: eddy.lissens@wielerbond.vlaanderen.be
Het is de bedoeling een commissie renners samen te stellen om dergelijke problemen te bespreken. Verschillende renners hebben zich inmiddels aangemeld maar de Wielerbond reageerde nog niet. Ze proberen dus als een slecht voetballende ploeg, die op voorsprong staat, tijd te winnen. Ik kan mij dus bezwaarlijk voorstellen dat men deze bizarre maatregel nog in 2012 zal terugfluiten. Misschien moeten de betere renners hardere acties plannen.