donderdag 30 september 2021

Voorzitter Dany VAN PAMEL en secretaris Willy 

DEN BAES hebben dit sportief erfgoed gekoesterd

 

Tieltse Omloop Hoogserlei 

aan zijn ééuwféést toe



Benjamin Verraes won op donderdag 3 oktober 2019 de 97ste editie van de Omloop van de Hoogserlei.

In 2020 was er de abdicatie omwille van Covid-19.

Nog drie andere edities ervan tussen: die van 1931 (wegens een … zondvloed toen er van de opwarming van de aarde nochtans nog geen sprake was), die van 1940 (Tweede Wereldoorlog) en die van 1944 (Bevrijding).

 

Vandaag verhindert niets nog het ééuwféést voor één van de mooiste najaarskoersen voor eliten zonder contract & beloften, die mag pronken met een exquise erelijst, waarop vooral Odiel Defraeye (1922), Rik Van Steenbergen (1942), sant in eigen land Roger Decock (1946 en 1947), twee jaar later de Olympische kampioen André Noyelle (1950), Staf Desmet (1955), Aimé (opa van Greg) Van Avermaet (1956), Henri Dewolf (1957), Arthur Decabooter (1958), Jos Wouters (1959 en 1960), twee jaar later de wereldkampioen Benoni Beheyt (1961), Roger Swerts (1963), Rony Vanmarcke (1966), Eric Leman (1967), Walter Planckaert (1969), Michel Pollentier (1972), Fons De Wolf (1978), Dirk Demol (1981), Luc Wallays (1983), Björn Leukemans (1999), Gert Steegmans (2000), regional hero Jan Ghyselinck(2008), .....

Lucien Van Impe was er in 1968 ook kortbij maar zijn Aalterse medevluchter Johny Planckaert (die dat jaar nog tien andere koersen won) was hem te vlug af. Johny is elk jaar discreet aanwezig.

Mario Willems is de enige die driemaal (2006, 2010 en 2015) won. Hij is er ook dit jaar bij en het zou straf zijn indien hij op zijn 48ste (zelfde geboortedag als Eddy Merckx, Adrie van der Poel en Sven Nys) in aanmerking kwam voor een vierde zege. Dat wordt moeilijk met de concurrentie van onder anderen Cédric Defreyne, David Desmecht, Kevin Lava, Jo Maes, Jens Vandenbogaerde (winnaar in 201.), Jarne Van Grieken, … notoire specialisten van deze koersen plus zij die er by last minute nog bijkomen.

Eén van hen had Rutger Wouters kunnen zijn. ’s Lands succesrijkste elite zonder contract (getuige daarvan zijn pole position in de betrouwbare rakning van firstcycling.com) is helaas beroepshalve weerhouden.

 

Het deelnemersveld wordt vergast op een tsunami aan premies: van de 1ste tot en met de 9de ronde: 50 € aan 1ste - 30 € aan de 2de en 20 € aan de 3de / superpremie aan het eind der 6de ronde (halfkoers): 125 € aan 1ste - 50 € aan de 2de en 25 € aan de 3de. Klassementssprint  voor de bergprijs bij de 3de, de 5de en de 7de passage aan het Slachthuis van Tielt klassementssprint 3 de - 5 de en 7 de ronde: 1 ste 125 € - 2 de 75 € en derde 50 €.

 

Zie in verband met één en ander de gedeeltelijke retrospectieve op de blog van ex-medeorganisator Roland Desmet -> rodeden5.

Het wordt vandaag heerlijk toeven in het zonovergoten Tielt.

maandag 27 september 2021

Als Wout VAN AERT faalde,

wat dan met de meer anderen ?!



Men heeft het over een falende Wout Van Aert maar wat doet men met meer anderen? Van de beste klassieke coureurs werden, behalve Julian Alaphilippe, enkel Dylan van Baarle (de winnaar van Dwars door Vlaanderen) en Jasper Stuyven (de winnaar van Milano-Sanremo) in de vuurlijn opgemerkt.

Michael Valgren, die drie jaar geleden leek aan te sluiten bij de absolute top, bevestigde zijn revival die hij half september inzette met een dubbelslag Giro della Toscana - Coppa Sabatini.

Thomas Pidcock (tijdens de lente de fel toegejuichte ‘jeune premier’ van de hellingenklassiekers) en Mathieu van der Poel (de eclatante winnaar van de Strade Bianche en tweede in de Ronde van Vlaanderen) eindigden weliswaar in de top tien maar meer dan een acte de présence zat daar niet aan vast. Kasper Asgreen (winnaar van de Ronde van Vlaanderen die weliswaar moest terugkeren na een nogal zware val) gaf helemaal ‘niet thuis’.

Matej Mohoric en Gianni Moscon werden aanzien als te duchten outsiders maar konden die toegedichte rol niet waarmaken. 

Bij de Italianen Sonny Colbrelli (het gewonnen Europees kampioenschap was amper 179 km. lang), Giacomo Nizzolo, Matteo Trentin, Diego Ulissi, … bleek andermaal dat het zesde koersuur er teveel aan was.

Rond Caleb Ewan en Peter Sagan ging een loos alarm af. 

Specifieke klassementsrenners als Egan Bernal, Richard Carapaz, Enric Mas, Jonas Vingegaard, Adam en Simon Yates beseften dat ze op het Vlaams-Brabantse plateau niets te vinden hadden.

Joao Almeida, Tadej Pogacar en Primoz Roglic waren er wel maar weinigen die er wat van merkten, zij arriveerden op ruim zes minuten.

 

Conclusie moet zijn dat Wout Van Aert de ontegensprekelijke kampioen van de wereld is van 2021 met vooral deze World Tour resultaten: 4de in de Strade Bianche, 2de en tweevoudig dagwinnaar (spurt op de openingsdag, tijdrit op de slotdag) in Tirreno-Adriateco, 4de in Milano-Sanremo, 11de in de E3 Harelbeke, winnaar van Gent-Wevelgem en van de Amstel Gold Race, 19de en drievoudig ritwinnaar (op de Mont-Ventoux, de 31 km. tijdrit in Saint-Emilion, op de Champs-Elysées) in de Tour, die hij reed in de nationale driekleur die hij in Waregem veroverde.

Wout werd in Tokyo tweede in de Olympische wegrit en zesde in de tijdrit en een kleine twee maanden later in Brugge vice-wereldkampioen in het tijdrijden en elfde in de wegrit om en rond Leuven.

Hij leidt met een dozijn voltreffers in de internationale zegestand. 

Zondag aanstaande wordt daar in Paris-Roubaix wellicht nog ‘meer dan wat’ aan toegevoegd.

Retorische vraag: welke andere coureur kan hem dit jaar globaal naar de kroon steken? Wie durft het dan hebben over een falende Wout Van Aert ?!

Minder allround dan KELLY en JALABERT 

Julian ALAPHILIPPE

momentencoureur par excellence

 

 

Het kampioenschap van de wereld van 26 september werd niet gewonnen door Wout Van Aert, de kampioen van de wereld van het héle seizoen 2021. Goed dat hij een waardige stand-in kreeg: Julian Alaphilippe, de momentencoureur par excellence maar globaal dus nièt de beste van 2021.

Jà, ik heb het (zoals voor Wout) voor de Franse zenuwpees van wie ik in lengte van jaren nòg meer verwacht had: het herhaaldelijk winnen van ‘zijn’ klassiekers gecombineerd met hoge eindnoteringen in de Tour. Ik zag in hem een mix van Sean Kelly en Laurent Jalabert.

Op zijn 29ste is hij daar (nog) niet aan toe. Van de monumentale klassiekers heeft hij enkel Milano-Sanremo (in 2019) gewonnen, wat van hem eerder verwacht werd in Liège-Bastogne-Liège (2de in 2015 en in 2021) en in de Giro di Lombardia (2de in 2017). Een etage lager haalde hij het drie keer in La Flèche Wallonne (2018, 2019 en 2021) en in de Strade Bianche (2019). 

Wint hij op zaterdag 9 oktober Il Lombardia of clasht hij daar met zijn dagdagelijkse teamgenoot Remco Evenepoel?

Aan een dichte ereplaats in de Tour (vierde in 2019) zie ik Alaphilippe geen vervolg meer breien. En inderdaad: waarom gedurende weken nastreven wat je in enkele dagen kunt bereiken? Hij zal het dus eerder bij dagzeges houden, liefst gepimpt met een tijdelijke maillot jaune. Zijnonvoltooide symfonie in de klassiekers wordt meer dan aardig toegedekt door twee regenboogtruien, waarvan Sean Kelly en Laurent Jalabert dan weer verstokenbleven. Een hattrick aan wereldtitels zal hem wellicht niet weggelegd zijn want in het milde Wollongong (een Australische industriestad) zal hij moeilijk van de rest kunnen wegrijden.

Wijs vooruitziend van de overbelaagde Patrick Lefevere om Julian Alaphilippe (tot en met 2024) en Remco Evenepoel (tot en met 2026) langdurig aan zich te binden. Het verzekert hemzelf van een afscheid in schoonheid en Quick-Step - Alpha Vinyl van een gigantische return, tot spijt van al wie het hem benijdt maar vergeet daarbij niet dat de zilvervos het zelf heeft afgedwongen.

In de plaats van ‘the raid of the loser’ ...

 

Wat indien REMCO 

zijn krachten doseert ?

 

 

Euh, néén: ook ik heb de aanpak van Remco Evenepoel (én zijn landgenoten) hoegenaamd niet begrepen. Hij was de lokomotief van de zes vroege vluchters maar werd gecounterd door een treintje van landgenoten. Waarvoor mocht dat goed zijn? Was het Remco opgedragen om zichzelf zo snel op te souperen of lapte hij dat, opgejut door de uitzinnige massa, zichzelf? En waarom heeft de bondscoach dat niet bijgestuurd? 

Remco’s aanpak diende de zaak van de sterkste man in koers, voor wie hij het zaakje gesloten hield. Dat was in voorkomend geval Julian Alaphilippe maar dat zou Wout Van Aert kunnen zijn indien hij de sterkste was geweest. 

De sterkste zijn: misschien was Remco Evenepoel dat zelf wel want wie zoveel kilometer aan de kop sleurt, beschikte over meer dan genoeg potentieel om Julian Alaphilippe te volgen toen hij uitbrak en minstens tweede te worden. In dat geval had hij zich, zoals in Trento met Sonny Colbrelli, de banbliksems op de hals gehaald omdat hij een snellere compagnon de route voluit gesteund had. 

Nu weet iedereen wat Remco vermag en hopelijk wordt hij voortaan door alles en iedereen als een nationale held in de armen gesloten zoals eerder Wout, de kampioen van de wereld van het héle seizoen 2021. 

Misschien komt alles nog helemaal goed en wint Wout zondag aanstaande Paris-Roubaix en Remco de zaterdag daarop de Giro di Lombardia. Het is niet eens wishfull thinking maar roaring reality.

Als momentopname moeten die twee monumentale klassiekers niet onderdoen voor het wereldkampioenschap, dat evenwel gepimpt wordt door de regenboogtrui.

Beide Vlaamse antagonisten zullen mekaar op de respectieve locaties niet voor de voeten rijden. 

zaterdag 25 september 2021

Zeven uren met een opbrengst van twaalf maanden,

wie verzint zoiets ?!

 

De opgefokte koers die slechts 

door één coureur gewonnen 

(of verloren) kan worden

 

Het verloop en de uitkomst van het 88ste WK worden bangelijk, zoveel staat bij voorbaat vast. Enkel indien Wout Van Aert zijn slag thuishaalt, zal er geen vuiltje aan de lucht zijn. 

Ik mag er evenwel niet aan denken indien (de perceptie wil dat) een Vlaamse favoriet een andere niet helpt winnen of zelfs doet verliezen. Het land zou, opgepookt door de sociale media, langdurig op zijn kop staan.

En toch betreft het slechts ‘een’ koers, opgefokt tot het kampioenschap van de wereld dat in minder dan zeven uren tijd gewonnen wordt en beloond met de regenboogtrui die twaalf maanden mag geshowd worden door een dagdagelijkse concurrent die je als occasionele partner (alias landgenoot) hebt geholpen. Ga daar maar eens vòòr staan en in 2022 naast rijden. Geen enkele overwinningspremie kan dat vergoelijken. 

Ook waar: wie in ‘het sluiten van de nationale rangen’ niet wenst mee te gaan, kan inderdaad beter thuisblijven. Niet iedereen heeft evenwel de principiële persoonlijkheid van Dries Devenyns om dat te doen.

Eddy Merckx meende de vinger in de wonde te moeten leggen met de quote ‘als er maar één kopman is, dan moet je Evenepoel niet meenemen’. 

Realiteit is evenwel dat Remco nà Tokyo zo’n geweldige inhaalbeweging uitvoerde dan hij incontournable werd in de Vlaamse selectie en dat zijn sponsors òòk geïnteresseerd zijn in de hagelwitte eyecatcher met de vijfkleurige band.

 

Merckx refereerde naar de Olympische wegrit, waar Remco een aanval plaatste en waaruit Eddy afleidt dat hij vooral voor zichzelf rijdt. Dergelijk offensief herhaalde zich in Trento, waar hij zijn snellere medevluchter Sonny Colbrelli voluit steunde, wat hij niet zou hebben gedaan indien Wout Van Aert (afwezig) deel uitmaakte van de zeven achtervolgers. 

Om en rond Leuven is Wout er wel bij en dus wordt Remco, alsook Tim De Clercq en Yves Lampaert, geacht de uitbrekende Julien Alaphilippe, Kasper Asgreen en nog meer anderen terug te halen.  

Vanuit Belgisch oogpunt komt het erop neer dat het kampioenschap van de wereld van één namiddag slechts door één coureur gewonnen of verloren worden. Indien het de bedoeling zou zijn om de beste renner van het huidige peloton te honoreren dan is Wout Van Aert in-con-tour-na-ble. Hij zou de fonkelende regenboogtrui d’office overhandigd worden als een year achievement award.

zondag 19 september 2021

 

Wurmt Remco Evenepoel zich 

against all odds tussen het trio Ganna - VAN AERT - Küng ?

 

Het WK tijdrijden van vandaag is voor mij minstens even interessant als de wegrit van volgende zondag omdat het de sportieve waarden vanuit een egale inspanning op een exact rijtje zit.

Het allereerste WK tijdrijden was in Kopenhagen 1931 zowaar het wereldkampioenschap tout court: een marathon-tijdrit van 170 km., gewonnen door Learco Guerra. Dat was er serieus over en zelfs toen niet voor herhaling vatbaar, al bestond men het toch om in de Tour van 1947 tussen Vannes en Saint-Brieuc een tijdrit van 139 km. te organiseren. Die werd gewonnen door Raymond Impanis

Voor de officiële opstart was het wachten tot 1994 wanneer Chris Boardman, de regérende werelduurrecordhouder, met een futuristische aerodynamische fiets zijn slag thuishaalde.

Wat mij betreft bestaat dé tijdrit van het jaar al vanaf 1932, de Grand Prix des Nations met meestal een bezetting die deze van het huidige WK oversteeg. Absolute grootmeester in dat verhaal is Jacques Anquetil die 103 dagen vòòr zijn 20ste verjaardag een eerste keer won in 1953 en dat acht keer zou herhalen. Ook de meeste andere absolute toppers maakten er een erezaak van om het officieuze WK tijdrijden minstens één keer op hun palmares bij te schrijven: Fausto Coppi, Hugo Koblet, Louison Bobet, Ercole Baldini, Raymond Poulidor, Felice Gimondi, Herman Vanspringel, Freddy Maertens, Bernard Hinault, Laurent Fignon, Sean Kelly, … Hun exploot leverde helaas geen bijpassende regenboogtrui op.

Vandaag vormen Filippo Ganna, Wout Van Aert en Stefan Küng het uitgesproken triumviraat. Op een windluw traject zonder hoogtemeters speelt hun gewicht van om en bij de 80 kg. in hun voordeel. Dat zijn er twintig meer dan Remco Evenepoel die al evenmin door andere omstandigheden wordt gediend om als een aërokogel de kloof met de grote drie zo klein mogelijk te houden. Indien Remco, net als op het EK in Trento, het podium bestijgt dan zou dat een nòg straffer hoogstandje zijn dan tien dagen geleden.

Meest kans dat hij in dat geval Stefan Küng verdringt. De Zwitser werd weliswaar Europees kampioen maar in Trento bedroeg de afstand niet de helft van die van vandaag. Lange(re) tijdritten zijn meestal niet aan Stefan besteed, al eindigde hij vorig jaar (binnen dezelfde halve minuut als Ganna en Van Aert) derde in Imola, op een parcours vergelijkbaar met dat van Trento. Voor Evenepoel wordt het dus een hele klus om Küng af te houden. In het debat voor de derde plaats zou ook Kasper Asgreen zich wel eens kunnen mengen.  

zaterdag 18 september 2021

Nog een ‘geluk’ dat ze een (sic) slechte manager hebben, anders waren het er misschien al 80

 

deceuninck - Quick-Step wint

vandaag voor de 60ste keer in 2021

 

deceuninck - Quick-Step zal dit weekend met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de kaap van 60 zeges (de kermiskoersen van Rotselaar en Gullegem niet meegeteld) ronden. 

De eindzege in de Tour de Luxembourg kan Joao Almeida deze namiddag nog moeilijk ontsnappen en het zou best kunnen dat zijn zegegebaar simultaan verloopt met dat van een teammate in Slovaquie of in Haacht (Primus Classic).

En dat aan het einde van een week waarin ceo Patrick Lefevere een container bagger over zich kreeg voor zijn vermeende hardvochtigheid ten opzichte van Sam Bennett en Mark Cavendish.

In verband met die twee moet men zich de omstandigheden herinneren hoe zij bij deceuninck - Quick-Step zijn verzeild: de Ier vroeg asiel omdat hij zich bij Bora-Hansgrohe niet meer comfortabel voelde en de Brit putte zich uit in smeekbeden om zijn illustere carrière waardig te kunnen afsluiten.

Een jaar na die geslaagde inwilliging piepen beiden totaal anders. Bennett abdiceerde voor de Tour nadat hij zijn lucratieve terugkeer naar … Bora-Hansgrohe had bewerkstelligd. Cavendish stelt eisen die een jaar geleden niet eens in hem opkwamen. Lefevere is evenwel wijs genoeg om uitbolscenario te anticiperen. Hoeveel koersen zal Cavendish nog winnen? Het zal voorhem in het beste geval (zoals met Philippe Gilbert) een bonus-malus worden en wat er hem nà zijn aktieve carrière kan weggelegd zijn is voor Lefevere nog niet aan de orde.

Indien zich Patrick door emo in plaats van door ratio had laten leiden dan had hij Bennett een gouden handdruk gegeven en Cavendish een driejarig contract. Lotto-Soudal deed dat laatste voor Philippe Gilbert en zie maar waartoe dit heeft geleid. 


In weerwil van al die onnodige calamiteiten behaalt deceuninck - Quick-Step vandaag dus minstens zijn 60ste zege van het seizoen volgens deze verdeelsleutel: Julian Alaphilippe (3), Joao Almeida (5), Kasper Asgreen (4), Andrea Bagioli, Davide Ballerini (3), Sam Bennett (7), Mattia Cattaneo, Rémi Cavagna (3), Mark Cavendish (9), Josef Cerny, Remco Evenepoel (7), Alvaro Hodeg (3), Mikkel Honoré (2), Fabio Jakobsen (5), Yves Lampaert (2), Florian Sénéchal, Jannik Steimle en Mauro Vansevenant.

Van voornoemden verlaten, behalve Bennett, onder anderen ook Almeida en Hodeg (naar UAE - Team Emrates) The Wolfpack maar dat heeft hen niet verstoken van verdere eigen overwinningen.

Het is geen initieel doel om het zegerecord van 2018 (73 overwinningen) te verbeteren. Dat cijfermatig curiosum is niet eens een issue om het over een grand cru - jaar te hebben met bovenal World Tour - successen in de UAE Tour (2), de Omloop, Paris-Nice (2), Tirreno-Adriatico, Brugge - De Panne, de E3 Harelbeke, de Ronde van Vlaanderen, de Itzulia Basque Country, de Tour de Romandie, de Tour (4, annex groene trui), de Tour de Pologne (dag- & eindzege) en de Vuelta (2, annex de puntentrui). En who knows wat er nog meer bijkomt. 

 

Patrick Lefevere is ontegensprekelijk de Eddy Merckx van het wielermanagement. Nog vinden niet weinigen het nodig om hem te schofferen in plaats van te feteren. Zij die zich daartoe geroepen voelen, moeten beseffen dat hun belaagde al decennialang vele tientallen mensen (renners en omkadering) een duurzame droomjob laat uitoefenen met als bijsluitende vraag: hoeveel (pardon: hoe weinig) verloop was er tijdens die lange periode? Ga er maar eens voor staan! 

dinsdag 14 september 2021

Stel dat bijvoorbeeld Ethan HAYTER wint …

 

Het kampioenschap 

van de wereld in één namiddag, ach …

 

Het is dus weer zover: het wereldkampioenschap wielrennen, het ver-ma-le-dijde kampioenschap van de wereld dat in minder dan zeven uur tijd wordt gewonnen en beloond met de regenboogtrui. 

Hoe ouder ik word, hoe meer ik er mij aan erger dat deze stuitende onlogica in stand wordt gehouden. Omdat het (na Liège 1930, Floreffe 1935, Moorslede 1950, Waregem 1957, Ronse 1963 en 1988, Zolder 1969 en 2002, Yvoir 1975) voor de tiende keer in België wordt georganiseerd, wordt het extra geromantiseerd als de maat der dingen dat het nièt is.

In een ideale(re) wereld zou men dit epitheton moeten afvoeren en vervangen door de G.P.des Nationsals sluitstuk van het internationale seizoen. Wie komt de fonkelende regenboogtrui het meest toe: hij die op 26 september 2021 als eerste over de finishlijn rijdt of de beste van het héle seizoen 2021? Een retorische vraag, die door de realiteit van de dag kan ontkend worden, al hoeft het één het ander niet uit te sluiten.

Indien het voetbal was, kunt u zich dan inbeelden dat de winnaar van de match S.C. Charleroi - F.C. Antwerp tot landskampioen wordt uitgeroepen of de ploeg die het meest scoort tijdens de kerstperiode?

 

De regenboogtrui uitreiken aan de beste van het héle seizoen (ontegensprekelijk Wout Van Aert) zal helaas geen volstrekte zekerheid zijn in Leuven, waar ondanks 42 hellingen en 2562 hoogtemeters géén al te selectief parcours wordt geserveerd. Zwaar weer kan er (voor de renners maar niet voor de toeschouwers) een toegevoegde waarde aan geven. Zeker de biljartvlakke tijdrit van Knokke-Heist naar Brugge zal een zware zijdelingse zuidwester hard nodig hebben.

Primož Roglič beseft dat hij op deze mondiale weinig te zoeken heeft, hij zou enkel de wegrit rijden. Vorig jaar kreeg hij in Imola het verwijt te horen dat hij zijn dagdagelijkse ploegmaat Wout Van Aert (zoals die dat in de Tour had gedaan voor hem) had moeten steunen in diens achtervolging op de uitgebroken Julian Alapahlippe. Niet dus want dat brengt ons bij het anachronisme van het zogenaamd kampioenschap van de wereld dat volgens de … landenformule wordt betwist, vandaar dat ik het in deze liever heb over de G.P. des Nations.


De ondraaglijke lichtheid van het wereld-kam-pioen-schap, het is een oud zeer waarover ik nog even langdurig als tevergeefs zal zeuren, gesteund door deze twee opsommingen.

In alfabetische orde kwamen Jacques Anquetil, Franco Bitossi, Roger De Vlaeminck, Miguel Indurain, Laurent Jalabert, Sean Kelly, Hugo Koblet, Miguel Poblet, Raymond Poulidor, Herman Vanspringel, Erik Zabel,... nooit in het bezit van de regenboogtrui zoals godbetert wel Hans Knecht (1946), Theo Middelkamp (1947), Heinz Müller (1953), Harm Ottenbros (1969), Luc Leblanc (1994), Laurent Brochard (1997), Oscar Camenzind (1998), Romans Vainsteins (2000), Igor Astarloa (2003),... 

Vergis u niet: ook iemand als Ethan Hayter kan één week na zijn 23ste verjaardag de primus worden maar niet de primus inter pares, dat kan enkel Wout Van Aert zijn.

De wereldtitel op één nanoen toekennen: welke idioot heeft dàt ooit verzonnen en welke navolgers houden deze quitte ou double (een bizarre exlusiviteit van het wielrennen) in stand? Niet in het minst de UCI, naar wie de dagdagelijkse teamsponsors zich gratis moeten schikken. Enkel het team van de nieuwe wereldkampioen zal opgetogen zijn.

Van de kampioenschappen krijgt de UCI overigens maar niet genoeg. Vijf jaar geleden werd ook een Europees kampioenschap voor contractrenners in het leven geroepen met een navenante trui als beloning, die enkel maar tot de verbeelding spreekt wanneer een landgenoot hem draagt.

Waarom gaat men dit (sic) elan niet door en volgt er ook geen West-Europees kampioenschap en een kampioenschap van de Lage Landen?! In dat geval mogen de wielerbonden ook participeren in de maandgelden van de renners.

Alleréérste zege levert zowaar een driekleur op


Jakov, Jakov:

wat doe je nu ?!

 … maar beide voetjes blijven op de begaanbare grond


Bij de miniemen kon hij amper volgen maar bij de aspiranten realiseerde hij de aansluiting. Weinigen die er wat van merkten hoe Jakov Beirlaen in stilte onverdroten voortdeed met de Blaarmeersen als corrector van zijn prestaties. 

De daar aangekweekte behendigheid kwam hem aardig van pas om te evolueren in het omvangrijke peloton van een BK. Zowel in dat van de 14-jarige aspiranten in Deftinge als dat van de eerstejaarsnieuwelingen in Liedekerke werd hij achttiende. Niet onaardig voor iemand die al die jaren slechts één keer in de top vijf (Tourinnes-Saint-Lambert) was opgedoken. Bijsluiter was dat het Jakov telkens op golvend terrein te beurt viel. 

Als tweedejaarsnieuweling belandde hij tijdens de nazomer van 2019 in een stroomversnelling met een vooral een derde plaats in de Rekkemse rit van de West-Vlaanderen Tour. Twee weken later schoof hij in Desselgem nog wat dichter bij een allereerste overwinning maar de vermaledijde Spanjaard Juan Luis Arrieta hield er hem af.

Het gebalde Covid-19 seizoen was Jakov ongenegen maar het maakte hem nog sterker in het hoofd om dit jaar mooie stappen te zetten. Hij stond er vanaf de verlate openingsdag in Nokere (6de). Een veertiende plaats in de G.P. Eddy Schepers - Linter (een manche van de Beker van België) was het scharniermoment om verder te klimmen op de uitslagenladders: vierde in de tweede rit van de Vermarc – driedaagse. 

Het was de aangekondigde kroniek van een nog betere maand augustus met een tweede plaats (na Michiel Lambrecht) en een uitstekende passage in Les Boucles de l’Oise (Fr.): zesde in de eerste  en derde in de afsluitende rit. 

Eén en ander aaide zijn zelfbewustzijn om ook van de herfst iets moois te maken maar dat het zo’n vaart zou nemen als het nam, dat hield Jakov niet voor mogelijk.

 

Kenay De Moyer lanceerde meteen de titelrace met Rube Baeten, Iyen Cristofano, Stijn Degeest en Thibau Dhooge als compagnons de route. Vijftien ijlende achtervolgers maakten de oversteek. De twintig werden vanaf de voorlaatste ronde drastisch uitgedund. Maxim Delrue, Michiel Lambrecht en Seppe Maes trokken de finale op gang. Jakov Beirlaen leek uitgeteld voor het podium tot zijn stadsgenoot Gaëtan Verleyen zich voor de kar spande met een felle counter. Ook Cedric Van Raemdonck schoof mee en met hun zessen snelden ze naar de Groenlaan, waarop Michiel Lambrecht gewonnen spel had tot Jakov Beirlaen hem op de finishlijn alsnog voorbijjumpte.

Jakov weet ook wel dat hij niet de kampioen van België is van het hele seizoen maar van die exquise zondagnamiddag in Herzele. Hij kan het dan ook plaatsen als een mooie overwinning waarvoor hij beloond  werd met de Brabançonne en een driekleurige trui. 

Jakov wil dat symbool waarmaken vanaf de 'Keizer' van Koksijde, waarbij vooral de zondagrit van en naar Pittem met een lus door de Vlaamse Ardennen en een passage door Waregem hem aanspreekt. 

Succes trekt aan maar Jakov had al langer zijn woord gegeven aan Rudy Vandenheede van het Basso Team Flanders.

Jakov is de zoon van Johan, een wielerfreak die Airportservice Johan’ runt. Zijn oom wijlen Germain Beirlaen was jarenlang één der sterkhouders van Dwars door Vlaanderen. Johan organiseerde op 18 augustus het open kampioenschap van West-Vlaanderen, waarin zoonlief bleef steken op de negende plaats. De gedachte aan mogelijke winst in het BK was op dat moment helemaal niet aan de orde.

De tijd zal kort zijn om zijn driekleur te showen. Na de ‘Keizer’ volgen nog de Franse kasseikoersen in Pévèle en bovenal Paris-Roubaix. Met zijn 60 kilo lijkt hij te licht voor die opdrachten maar dat zei men ook van Thomas Pidcock die niettemin won in 2017, waarmee Jakov niet wil gezegd hebben dat hij in de voetsporen treedt van de illustere Brit.

 

Een doorstart als contractrenner is evenmin al aan de orde zoals wel studies rechtspraktijk aan HoGent. Jakov is meertalig tot Russisch aan toe, de taal van zijn mama Anjelika Vasiljuk die twintig jaar geleden vanuit Kaliningrad de oversteek naar Vlaanderen maakte en daar, zeker na zondag, allerminst spijt van zal hebben.

woensdag 1 september 2021

His majesty 

Primož Roglič

 

 

De septemberse play-offs 76ste Vuelta a España: het was nog goed gekozen ook want eindelijk bracht het koersverloop wat er mocht van verwacht worden: strijd voor de dagzege en de top tien van het tijdklassement. Het was geen dag te vroeg.

 

Indien hij overeind blijft (want met hem weet je - wat dat betreft – maar nooit) dan heeft de bijna 32-jarige Primož Roglič zijn loepzuivere hattrick op vier dagen van het einde gerond. Tony Rominger (vanaf 1992) en Roberto Heras (vanaf 2003) deden het hem voor. Primoz’ derde dagzege ging daarmee gepaard en het zal zo goed als zeker niet de laatste zijn want in de aanloop naar de afsluitende tijdrit is er nog de monsterklim naar de Alto de Gamoniteiro (14,6 km. lang, gemiddeld bijna 10% stijgend met een piek van 13% in de slotkilometer). Daar kan Roglič een volgende kersop de taart plaatsen en nog één in de slottijdrit.

 

Egan Bernal was een moedige challenger die het vuur aan de lont stak op zoek naar een stek op het eindpodium. Dat liep niet goed af wat hij werd nog opgeslorpt door de eerste achtervolgers zodat hij in de tussenstand bleef steken op de zesde plaats. Een afknapper? Mag je dat beweren van een 24-jarige die weliswaar betere dagen heeft gekend als winnaar van de Tour in 2019 en van de Giro dit jaar. Zijn palmares is nu al overgeslaagd maar hij voelt het aan zichzelf verplicht om daar nog meer dan wat aan toe te voegen, misschien nog in zijn eerste Vuelta op voorwaarde dat de grote Sloveen zich een milde(re) heerser en verdeler toont.

 

Enric Mas staat nu tweede in de tussenstand, een evenaring van zijn eindpositie in 2018 bemachtigde toen in combinatie met een dagzege. Dat hoogstandje kon hij niet meer herhalen. Hij lijkt eerder een vaste waarde te worden die frequent flirt met de top vijf in de grote ronden, zo ook in de kortere rittenkoersen van de World Tour. Op zijn 26ste lijkt dat zijn hoogste goed te zullen blijven, dagzeges kunnen dat upgraden.

 

Ook Miguel Angel Lopez, Jack Haig en Guillaume Martin hebben voeling met het eindpodium maar daar zal nog behoorlijk wat werk aan zijn want de afsluitende tijdrit is in hun nadeel. In de openingstijdrit van 7,1 km. in Burgos werden ze 20ste (+21”) respectievelijk 33ste (+33”). Dat zal Santiago de Compostela een meervoud meer zijn.

 

Odd Christian Eiking werd, zoals algemeen verwacht, van zijn (ad interim) sokkel gestoten, zelfs een top tien is nu vèr weg. Zijn zeven amarillotruien zijn hem en Intermarché-Wanty-Gobert zoveel dierbaarder. De gewezen skiër werd in zijn derde lente onder Hilaire Van der Schueren nog door Covid-19 gedwarsboomd. Vier jaar geleden werd hij door Marc Madiot uit de Vuelta gesloten wegens een nachtje stappen. Nu is het aan hem om al zijn demonen definitief van zich af te schudden en duurzaam spraakmakend te zijn. Op zijn 26ste is het zeker niet te laat om aan deze Vuelta een vervolg aan te breien

Grote ronden - model is hopeloos passé

 

 September play-offs zullen bepalend zijn in 76ste Vuelta 

 

Kijkcijfers moeten verontrustend zijn

 

 

De 76ste Vuelta a España zal (zeker door mij) niet als een grand cru worden opgeslagen: té lang (net als de Giro en de Tour 21 ritten), te hoog (zes aankomsten bergop) en té steil (stijgingen van ruim 20%).

Het peloton laat zo’n opgelegde overdaad niet zomaar over zich gaan! De sterkhouders doen er subtiel het hunne mee: tijdens de eerste twee weken werd voor geen enkele trui gebikkeld zoals je dat mocht verwachten.

De soevereiniteit van Primoz Roglic stak vanaf de openingstijdrit de ogen uit. Enkel een val zou hem van zijn sokkel krijgen. En hij viel, gelukkig zonder kwalijke gevolgen, en mocht van dan af geamuseerd toekijken hoe vooral Odd Christian Eiking zeven dagen het voortouw overnam. 

Het klavertje vier de Ineos Grenadiers verwelkte snel. Roglic nam genoegen met nog een dagzege in Valdepeñas de Jaén, vier dagen nadat hij die in Balcón de Alicante aan de verbazende Michael Storer liet. De Australiër won niet één maar twee keer, net als Magnus Cort. Dat het hen éénmaal te beurt valt, tot daar nog aan toe, maar elk twéémaal (en voor de Deen zelfs bijna een derde keer) is er toch goed over.

 

Het laatste weekend van augustus luidde de revival in van Romain Bardet en van Rafal Majka, twee beslagen coureurs die evenwel al niet meer gewonnen hebben sedert de Ardèche 2018 respectievelijk de Vuelta 2017. Een gemotiveerd peloton gooit die dagzeges in Zuid-Spanje nooit te grabbel. Dit betekent geen geringschatting van Bardet en Majka die hun loodzware inspanningen nog altijd moet opbrengen, al wist men bij voorbaat dat zij de besten van de échappée bidon waren.

Primoz’ aangekondigde concurrenten voor het klassement dunden, net als in 2020, gauw uit: Romain Bardet en Alejandro Valverde (door een val), Hugh Carthy (al na een week huistoe), Richard Carapaz (mentaal op), Maximilian Schachmann (kennelijk ongeschikt voor een grote ronde) en Mikel Landa (uit eigen onmacht door Jack Haig verdrongen). Ook Giulio Ciccone viel er, daags na de tweede rustdag, letterlijk van tussen maar een nipte top tien zou zijn hoogste goed geweest zijn. 

In alfabetische orde blijven over niet om Roglic alsnog in verlegenheid te brengen maar om de top tien te stofferen: Egan Bernal (+2’45”), Jack Haig (+1’59”), Miguel Angel Lopez (+1”28”), Guillaume Martin (-42”), Enric Mas (+35”), Aleksandr Vlasov (+4’18”), Adam Yates (+2’58”), … 

Zij beginnen aan de … play-offs van  september met ruim 17000 hoogtemeters waarna een afsluitende tijdrit van 33,7 km. als onbedoeld toetje. Hoeveel dagzeges voegt Roglic er nog aan toe of profileert hij zich als een milde heerser en verdeler? 

Dat Odd Christian Eiking, de 77ste van de Vuelta 2016 en de 111de van de Tour 2019, zelfs nog daags na de tweede rustdag zijn amarillotrui vrijwaarde, is significant voor de geringe spankracht van deze Vuelta. Hoeveel genade zal hij er in Santiago de Compostela aan overhouden? Whatever: hij heeft zijn almaar expansievere sponsors Intermarché-Wanty-Gobert al heel erg verblijdt en misschien verrast hij door een ereplaats uit de (september)brand te slepen.

Dit was een oersaaie Vuelta maar het zou, gelet op de dagelijkse hoge uurgemiddelden, ongepast zijn om met een beschuldigende vinger naar de renners te wijzen. 

Het heeft alles te maken met het overcopieuze rittenschema. In de meeste volkscafé’s stond de televisie niet eens op. De kijkcijfers van deze Vuelta zullen nog verontrustender zijn dan die van de verlate Tour 2020 waaruit bleek dat het wielrennen vooral een kijksport voor gedateerde mensen aan het worden is.

De cumul vanaf maandag met de flitsende en compacte Benelux Tour deed de interesse in de koers heropleven, men kan zich meer optrekken aan zeven dagen spankracht dan aan drie weken van een meer aan- dan meeslepende grote ronde, die naar mijn (herhaald) gevoelen drie blokken van vijf in plaats van zeven dagen zou moeten tellen. Het grote ronden - model met zijn 21 koersdagen is hopeloos passé maar dat zal niet gauw veranderen want hoe vaker ze ‘van geld naar geld rijden’ hoe luider de kassa rinkelt voor de organisatie. En waarop het onderbetaalde peloton lijdzaam toeziet. Hallo CPA‘the only association for riders recognized by the UCI’, een instantie die enkel dient om zijn bestuurders, aangevoerd door Gianni Bugno, te honoreren terwijl ze het peloton liever monddood houden dan het aan beter (verloond)e arbeidsvoorwaarden te helpen.