maandag 31 mei 2021

Zal (nog) niet in de Tour 

maar misschien in de Vuelta blijken

 

Dèze Egan BERNAL was kansloos geweest tegen de twee Slovenen

 

 

Met zijn 24ste plaats op bijna twee minuten van zijn bovendien pech kennende kompaan én locomotief Filippo Ganna heeft Egan Bernal zijn triomf in de Giro niet al teveel eer aangedaan. 

In de korte openingstijdrit rond Torino verging het hem nog slechter: 40ste met +39” dan diezelfde grootmeester. De biljartvlakke trajecten waren zijn dada niet maar in zijn in 2019 gewonnen Tour werd hij ook pas 22ste in de halvelingse klimtijdrit van Pau met 1’36” meer dan Julian Alaphilippe

Ook dit jaar in de tijdrit van Bessèges (35ste) en van Tirreno-Adriatico (53ste), waarin hij nochtans een goed klassement te verdedigen had, zakte hij diep door de mand.

Egan Bernal en het tijdrijden, het is geen gelukkige mix en dat zal het ook nooit worden, wat hem parten kan spelen en dat zeker ten opzichte van dé twee Slovenen, de nog anderhalf jaar jongere Tadej Pogacar en de acht jaar oudere late roeping Primoz Roglic.

Goed dat Bernal in de 104de Giro kon terugvallen op een ijzersterke squadra die de koers platlegde, wat ertoe leidde dat tien (!) échappées bidon op een welslagen uitdraaiden met vreemde winnaars voor gevolg. 

Jonathan Castroviejo, Filippo Ganna, Daniel Felipe Martinez, Gianni Moscon, … waren onvolprezen en behoedden het zegepad van hun ook in het hooggebergte af en toe sputterende kopman. Significant was ook dat Simon Yates en Damiano Caruso weinig in de weg werden gelegd voor hun dagzege in de Italiaanse Alpen. 

Egan Bernal heeft het zeker niet gestolen, hij maakte het verschil op Campo Felice en op Cortina d’Ampezzo. Het is geen kwestie van (te) streng zijn voor de amper 24-jarige Colombiaan, het is gewoon het afwegen van zijn intrinsiek vermogen, dat gelimiteerd lijkt en hem niet meteen zal onderbrengen tussen de allergrootste klassementsrenners.

Er werd even gewag van gemaakt dat Egan Bernal ook zou opdraven in de Tour. Deze mediatieke kwakkel is alvast niet het plan van de Ineos Grenadiers, die voor le grand boucle andere ijzers in het vuur zullen leggen: good old Geraint Thomasgelardeerd door onder anderen Richard Carapaz, Rohan Dennis, Tao Geoghegan Hart, Richie Porte, … maar niet door Bernal. Dave Brailsford zal zijn kostbare Havana niet aan beide kanten tegelijk opbranden toch?!

 

Ook de anderen in de top tien van de Giro 2021 hebben een beperkte toekomst. Simon Yates zou twee jaar na de Vuelta 2018 in oktober 2020 allicht de Giro hebben gewonnen indien hij niet door een positieve coronatest werd gebarreerd. Simon is, met zijn rustige soms roestige vastheid, de enige voor wie ook in de Tour (waarin hij in 2017 zevende werd) een prominente rol zou weggelegd zijn maar het zal zijn tweelingbroer Adam zijn die er dit jaar de honneurs waarneemt, hij werd er al vierde in 2016 en negende in 2020. 

Adam Yates wordt een van de eyecatchers in de Tour, waaraan behalve  Slovenen ook Julian Alaphilippe, Tiesj Benoot, Richard Carapaz, Jakob Fuglsang, David Gaudu, Sergio Higuita, Mark Hirschi, Mikel Landa, Guillaume Martin, Enric Mas, Ben O’Connor, Nairo Quintana, Maximilian Schachmann, Rigoberto Uran, Alejandro Valverde, Wout Van Aert, Mathieu van der Poel (wars van een klassement), … deelnemen.

Daar kon de setting van de Giro hoegenaamd nièt tegenop, zelfs al werd die geteisterd door het letterlijk uitvallen van Emanuel Buchmann, Giulio Ciccone, Remco Evenepoel, Jai Hindley (… zadelpijn), Ruben Guerreiro, Mikel Landa, Gino Mäder, Fausto Masnada, Matej Mohoric, Domenico Pozzovivo, Pavel Sivakov, Marc Soler, …

Onbekende Matteo SOBRERO 

is de morele winnaar van 

de afsluitende tijdrit

 

 

Zelfs een late bandbreuk bracht grootmeester Filippo Ganna niet in verlegenheid werd, ook al omdat Rémi Cavagna de laatste haakse bocht verkeerd inschatte. Ergens boft de Fransman dat dit hem overkwam want zelfs indien hij de tijd van Ganna had verbeterd dan nog zou hij de tijdrit niet verdiend hebben gewonnen. Matteo Sobrero werd immers in één van de laatste bochten flagrant gehinderd door de ploegwagen van Groupama - FDJ. Dat kostte hem meer tijd dan de twee seconden die hij er meer over deed dan de Fransman van Deceuninck-Quick.Step. 


Matteo wie?! Sobrero! Een 24-jarige Italiaan van Astana die zich in zijn eerste Giro in 2020 liet opmerken met fraaie resultaten in de drie tijdritten waarin hij 7de, 11de en 18de werd. Het was vooral daardoor dat hij een promotionele overstap kon maken van TT Pro Cycling naar Astana. Niemand die in deze Giro op hem lette want in de openingstijdrit van Torino werd hij pas dertigste. Dat zette hij allesovertreffend recht in de afsluitende tijdrit.

In deze discipline komt hij alvast niet helemaal uit de lucht gevallen want hij (ook al tweede in 2018 na Edoardo Affini) werd in 2019 als laatstejaarsbelofte kampioen van Italië. Die resultaten kon hij niet bevestigen op het EK en het WK.

zondag 30 mei 2021

Bizar maar hoegenaamd géén grand cru

 

Behalve de nevenklassementen

werden ook de ritten ge-de-va-lu-eerd

 

 

Peter Sagan: 'winnaar' op punten dankzij één dagzege en vier top vijf plaatsen. De tussenspurten, waarin hem niets in de weg werd gelegd, en verkéérdelijk bestraft machtsmisbruik deden de rest.

 

Geoffrey Bouchard moest harder werken voor de blauwe trui van de bergprijs maar met twee en halfuur meer dan Egan Bernal kun je hem bezwaarlijk associëren met hoogtemeters. Net als in de Vuelta 2019 nam hij frequent de vlucht vooruit en kon hij naar hartenlust punten sprokkelen.

 

De nevenklassementen kunnen enkel gered worden indien men van de puntenstand de plaatsenstand maakte. Indien voor la maglia rosa elke seconde telt, waarom kan élke plaats dan niet tellen voor de paarse trui?

Indien men, met behulp van de aangewende transponders, elke beklimming chronometreerde en de tijden optelde, zou men geen winnaar van de bergprijs maar een heuse bergkoning kunnen huldigen.

 

Dries De Bondt was nog de meest verdienstelijke winnaar van een nevenklassement, dat van de tussenspurten (waarde 8000 euro). Daarvoor ging hij vrijwel dagelijks vol aan de bak. Daar zal de 4000 euro van de superstrijdlust iet bijkomen tenzij Egan Bernal niet bij de eerste vijf eindigt in de afsluitende tijdrit. Dries zal die tweede prijs niet nodig hebben om zielsgelukkig uit zijn eerste grote ronde te stappen. Als coureur zal hij doorgegroeid zijn en dat belooft voor de komende maanden en jaren.

 

Het verloop en de ontknoping van de ritten dan: tien échappées bidon draaiden op een welslagen uit met overwegend one hit wonders als winnaars, van wie de meesten naderhand opgaven.

Vooral de Ineos Grenadiers waren verantwoordelijk voor die verkaveling: de ritten die er niet toededen, waren hun quantité négligeable. 

En in de cruciale ritten door de Italiaanse Alpen werd Simon Yates en Damiano Caruso, zijn accessieten op het eindpodium, weinig in de weg gelegd door Egan Bernal, zelfs al wankelde die even.

‘Heersen én verdelen’: het is van àlle tijden, zelfs Eddy Merckx en de andere metronomen pasten het zelfs in hun beste jaren toe, alhoewel ze over de strafste helpers beschikten. Het is een verdienste om dat te verwerven en te consolideren.

 

De 104de Giro werd ook uitgehold door al te veel (uit)vallende coryfeeën, in alfabetische orde zijn dat: Emanuel Buchmann, Giulio Ciccone, Remco Evenepoel, Jai Hindley (… zadelpijn), Ruben Guerreiro, Mikel Landa, Gino Mäder, Fausto Masnada, Matej Mohoric, Domenico Pozzovivo, Pavel Sivakov, Marc Soler, … 

Zelfs acrobaat Vincenzo Nibali viel diverse keren maar ledigde de bittere kelk tot op de bodem voor nog net een top twintig.

zaterdag 29 mei 2021

Damiano CARUSO en Lorenzo FORTUNATO

Italië’s hoop in bange dagen

 

Om de revelatie genoemd te worden is hij (ruim 33 jaar) te oud, maar de gedateerde veropenbaring is hij ongetwijfeld.

Het levenspad van Damiano Caruso liep hoegenaamd niet uitsluitend over rozen. Hij beleefde een Spartaanse jeugd. Zijn papa was politieagent op Sicilië op wiens hoofd de maffia een hoge prijs zette. Damiano werd meegesleurd in een leven in angst en vrees maar dat ging niet ten koste van hogere studies die de kwalificatie ‘landmeter’ opleverden. 

Toen hij in 2008 kampioen van Italië u23 werd en aansluitend tiende in het WK lag ook de koerswereld aan zijn voeten tot hij door het Italiaans Olympisch Comité voor een jaar retroactief geschorst werd voor betrokkenheid in een dopingzaak. 

Het vertraagde zijn individuele opmars maar in het collectief van Liquigas en BMC rendeerde hij meteen en hielp hij meerdere ploegentijdritten winnen. Zijn persoonlijk gewin beperkte zich tot een dagzege in de Settimana Coppi e Bartali 2013. Op de volgende zege was het liefst ruim zeven jaar wachten tot de Circuito de Getxo. Tegen dan had hij al dertien grote ronden feilloos uitgereden waarbij vooral zes keer de Tour op een rij. Hij reed er niet voor spek en bonen tussen maar als negende in de Vuelta 2014, achtste in de Giro 2015, elfde (2017) en tiende (2020) in de Tour. 

Het was evenwel te anoniem, een lot waarin hij leek te berusten. Maar toen zijn uitgesproken kopman Mikel Landa al op de vijfde dag letterlijk uitviel, greep Damiano zijn kans met beide pedalen. Hij werd ’s anderendaags zesde in Ascoli Piceno (Sa Giacomo) en zevende in de tussenstand. In de ritten die ertoe deden eindigde hij bestendig voorin en zijn klassement evolueerde navenant naar de derde in Montalcino (11de dag) en de tweede in Cortina d’Ampezzo (16de dag). Die verdedigde hij met bravoure en lijstte hij op met een langverbeide eerste dagzege op Alpe Motta. Zijn anonieme passages heeft hij op 29 mei 2021 in één klap goedgemaakt met én een dagzege én een precieuze plaats op het eindpodium. Dat tijdrijden zijn pijnpunt is, kon dat ’s anderendaags niet meer in het gedrang brengen. Deze dichtste ereplaats overstijgt uiteraard die van in de Tour de Suisse (Simon Spilak) in 2017 en in Tirreno-Adriatico (na Michal Kwiatkowski) in 2018.  

 

De acht jaar jongere Lorenzo Fortunato heeft (misschien) meer toekomst dan Damiano Caruso. Na eclatante wist op de Zoncolan kon zijn eerste Giro al niet meer stuk. Hij had het daarna kunnen laten lopen maar dat deed hij niet. Dag na dag beperkte hij het tijdverlies en rukte in de tussenstand op van de top dertig naar de top vijftien. Wie had dat verwacht van iemand die in de opeingstijdrit in Torino 180ste en vijfde laatste werd met 1’32” meer dan Filippo Ganna? Benieuwd hoe hij de afsluitende tijdrit aanpakt. Gedemotiveerd, moet ik vrezen, maar hij mag mij tegenspreken.

vrijdag 28 mei 2021

 UCI- ipv paarse punten afgenomen

 

Peter SAGAN ontloopt zowaar de juiste straf

 

Mijn respect voor Peter Sagan was een beetje aan het terugkeren maar het is alweer weg en het zal dit keer wel definitief zijn. 

De Slovaak zou als één van de bestbestaalden van het peloton een rolmodel moeten zijn maar is exact het tegenovergestelde. Velen hebben het gehad met zijn arrogante kop en dito blik. Daar komt nu, ook al niet voor de eerste keer, wangedrag bij. Na zijn dagzege op de tiende dag in Foligno wil hij de definitieve paarse puntentrui en dat doel heiligt zijn middelen.

Omdat hij in de langste rit naar Stradella geen puntenboni wilde inboeten in de eventuele massaspurt regelde hij vanuit zijn verworven status het scenario van een alweer geslaagde vroege vlucht van tweeëntwintig. Fabio Sabatini (Cofidis) was zijn handlanger om dat af te dwingen. De koersjury had het in de smiezen en verbaliseerde Sagan met een boete van 913 euro en aftrek van 50 … UCI-punten. Een lachertje dat laatste want die eenheden had men in mindering moeten brengen van de 135 waarmee hij de puntenstand aanvoert. Dan zou Davide Cimolai eigenaar geworden zijn van de paarse trui, het schaamlapje van een (net als dat van de bergprijs) gedevalueerd nevenklassement.

Ach, Peter Sagan, hij zou ook binnen Bora-Hansgrohe een ongeleid projectiel zijn waarvan het eind 2021 af is. En ze zullen niet staan te drummen om hem met alles erop en eraan over te nemen. Specialized snelt ter hulp om hem elders asiel te verlenen. In dat verband wordt Total Direct Energie genoemd en niet langer (Deceuninck-)Quick.Step. 

Alberto BETTIOL

two hits wonder of volgt er nòg méér ?!  


Alberto Bettiol heeft 782 dagen na de Ronde van Vlaanderen 2019 nog eens een zege van betekenis behaald. Op 9 februari 2020 won hij nog de afsluitende tijdrit (10,7 km.) in Bessèges.

Zijn opportunistische zege in de Ronde van Vlaanderen liet hij begeleiden door de onnozele quote “where was Quick.Step?”.

Alessandro Ballan, zijn Italiaanse voorganger op de erelijst der Ronde van Vlaanderen, wist van dat Alberto dat hij aan trainen een broertje dood heeft. Zijn triomf in Oudenaarde bezorgde hem nog meer alibi voor een “take it easy”. Behalve met podia in de beide Italiaanse kampioenschappen bakte hij er nog weinig van in 2019 en 2020 werd amper anders, al legde het goed aan met vierde plaatsen in de Strade Bianche en Gent-Wevelgem. Als titelverdediger bleef hij in de Ronde van Vlaanderen steken op 16de plaats. Door zijn derde Tour schreed hij geruisloos met een 21ste plaats als ‘beste’ daguitslag.

Hij bevond zich in de vergeethoek toen hij aardig 12de werd in de openingstijdrit van de Giro. Hij leek op zijn 27ste eindelijk volgende stappen te zetten. Na de zware rit naar Sestola stond hij achtste in de tussenstand, een spraakmakend klassement wenkte maar het was hem meer om een dagzege te doen. Die behaalde hij effectief in Stradella, waar une échappée bidon al voor de tiende keer op een welslagen uitdraaide.

Dat Bettiol een performante tijdrijder is, wijst op veel intrinsiek potentieel. Die vaardigheid leverde hem als junior  in eigen land (Offida) de Europese titel op in 2011. Anderhalve maand later won hij ook de Giro della Lunigiana. Cannondale liet hem van dan af niet meer los. In 2016 zette hij enorme stappen met ereplaatsen in meerdere World Tour - manches: de Tour de Pologne (3de), Plouay (2de na Oliver Naesen), top tien in het Canadees tweeluik. 

2017 en 2018 bracht geen bevestiging maar dat werd dubbel en dik goedgemaakt in 2019. Zijn tweede plaats in de klassieke tijdrit van Tirreno-Adriateco zette de toon voor de lente van 2019. Hij werd in San Benedetto del Tronto tweede op 3” van de aanstaande werelduurrecordhouder Victor Campenaerts maar vòòr onder anderen Jos van Emden, Sebastian Langeveld, Yves Lampaert, Mads Pedersen, Tom Dumoulin, Rohan Dennis, Michael Hepburn, Filippo Ganna, Primoz Roglic, Nelson Oliveira, Luke Durbridge, Stephen Cummings, Stefan Küng,… Dit had in een andere orde de uitslag kunnen zijn van het WK tijdrijden in Harrogate, waaraan hij evenwel niet deelnam.

donderdag 27 mei 2021

Meer anderen vielen als vliegen maar

Remco’s valpartij nodeloos uitvergroot 

 

What doesn’t kill REMCO 

makes him only stronger

 

Hoeveel keer is Remco Evenepoel in de 104de Giro ten val gekomen? Gisteren was het de éérste en énige keer dat het ertoe deed en het was nog niet eens zijn schuld. In de heikele afdaling van de Passo di San Valentino vielen er meerdere renners (onder wie Damiano Caruso en Giulio Ciccone) voor én vòòr hem. Omdat een renner van AG2R hem niet rechts doorliet, week Remco naar links uit, waar hij over de vangrail catapulteerde. Hij krabbelde meteen recht, maar werd omvergekegeld door Mikel Nieve

De schuldige betrokkenheid van Remco in het voorval ontbreekt, zoals hij al evenmin niets te maken had met de anderen die op dezelfde strook onderuit gingen.

En van valpartijen gesproken, ik wil ze niet te eten geven zij die in deze Giro hetzelfde overkwam.

Mikel Landa knalde in de vijfde rit vol op een verkeerseilandje en brak een sleutelbeen en enkele ribben. Ook François Bidard, Joe Dombrowski (op zijn 30ste verjaardag daags na zijn dagzege) en Pavel Sivakov lagen erbij en konden ’s anderendaags niet meer verder. 

Domenico Pozzovivo tuimelde tijdens de zesde rit, brak op zijn beurt een sleutelbeen en zette ’s anderendaags niet meer aan.

Tijdens de negende rit was er de beklijvende pirouette van Matej Mohoric.

Gino Mäder, nog een dagwinnaar, ging ervan tussen in de elfde en Marc Soler in de twaalfde rit.

Natnael Berhane, Emanuel Buchmann, Ruben Guerreiro en Jos van Emden waren de voornaamste slachtoffers van een massale val in de beginfase der geneutraliseerde vijftiende rit, ook zij konden niet verder.

Zelfs de virtuoze stuurman Vincenzo Nibali viel in zijn tiende Giro diverse keren, weliswaar zonder kwalijk gevolg.

 

Moeten zij met hun allen naar de wielerschool of tijdens de komende winters het veld in? Het zou inderdaad iets hebben en misschien brengt het ongebreidelde sensatiezoekers nog op ideeën ook.

 

Indien Remco zo stuurloos was als sommigen beweren zou hij er een paar keer meer tussen gelegen hebben toch?!

Uiteraard is er enig werk aan Remco’s winkel. Vooral van het feit dat hij tweemaal in een heikele afzink over een vangrail gecatapulteerd werd, zal (meer dan) wat blijven hangen en dat moet er zo gauw mogelijk uit opdat hij er geen blijvend trauma aan overhoudt.

 

Wat Remco de komende periode bovenal nodig heeft, is een overdosis rust en sereniteit.

Zien of hij (ge)een tweede Enric MAS wordt ...

 

Joao ALMEIDA 

staat morgen en overmorgen 

vòòr zijn lakmoesproef

 



João Almeida was op weg naar de top van de moordende Sega di Ala zowaar de beste klassementsrenner. Hij greep er ei zo na de dagzege en rukt in de tussenstand op naar de achtste plaats met slechts 2’42” meer dan de vierde, de net als Egan Bernalverzwakkende Aleksandr Vlasov

De zelfverklaarde slimsten van de klas leiden daar meteen uit af dat João, indien hij niet op Remco Evenepoel had moeten wachten, nog voor de eindzege in aanmerking zou zijn gekomen. Ze vergeten er, omdat het hen zo uitkomt, bij te vermelden waarom João op Remco moest wachten: omdat de Portugees op de vierde dag richting Sestola 4’21” had verloren op de favorieten! 

Toen hij na Montalcino van het zogenaamde “juk-Evenepoel” verlost was, duurde het tot daags vòòr de tweede rustdag eer Almeida aan zijn achterstand  begon te knagen. Dat deed hij met de nodige bijval en zelfs het eindpodium, waarvan hij in oktober 2020 (na vijftien dagen maglia rosa) alsnog verdrongen werd, niet totaal uitgesloten is. Vrijdag en zaterdag zullen uitwijzen of Almeida nog meer vermocht in deze Giro. En op zondag heeft hij desgevallend nog de afsluitende tijdrit van 30,3 km. naar Milano om nog meer de puntjes op de i te zetten. 

Veel heeft João Almeida dit seizoen nog niet klaargemaakt. Globaal werd van hem meer verwacht dan ereplaatsen in de UAE Tour (3de), Tirreno-Adriatico (6de) en Catalunya (7de). In de Strade Bianche (37ste) en Liège-Bastogne-Liège (65ste) kwam hij er helemaal niet aan te pas. En er wordt nog altijd gewacht op zijn eerste overwinning voor Deceuninck-Quick.Step.

João Almeida, verleid door de betere voorwaarden van Ralph Denk, zou na dit seizoen verkassen naar Bora-Hansgrohe. Heeft hij zich bij het zetten van die stap geïnformeerd bij Enric Mas, die na zijn tweede plaats in de Vuelta van 2018, van Quick.Step muteerde naar Movistar? Tijdens de nazomer / herfst van 2020 bleef hij zowel in de Tour als in de Vuelta steken op de vijfde plaats terwijl men er op gerekend had dat hij op zijn 25ste een grote ronde zou winnen. João Almeida zal nog meer geweten hebben waar hij vòòr staat. 

De inmiddels 26-jarige Enric Mas (b)lijkt al op zijn retour. In ‘zijn’ Volta a Catalunya en Itzulia Basque Country eindigde hij niet dichter dan de 19de respectievelijk 18de plaats. In de zwakbezette Volta a la Comunitat Valenciana kwam hij na een dagzege uit op de derde eindplaats. En je wil niet weten de hoeveelste hij werd (en met welke achterstand) in La Flèche Wallonne en Liège-Bastogne-Liège.

 

Getalenteerde renners zijn het inderdaad aan zichzelf verplicht om, behalve aan het sportieve, bovenal aan het financiële te denken. Patrick Lefevere is altijd de eerste én de laatste om dat te begrijpen, ja zelfs aan te moedigen indien hij op de materiëledesiderata van zijn discipelen niet kan of wil ingaan.

Met zowaar João ALMEIDA 

als beste klassementsrenner


Alsnog een coup-de-théâtre in de maak?

 

Qua niveau zal het zelfs na gisteren geen grand cru meer worden maar de abrupte opstoot van spankracht kan nog veel goedmaken. Niet voor mogelijk gehouden dat de overwalk van Egan Bernal nog in het gedrang kon komen. Was het een mindere dag of veel erger nog: was zijn terug opspelende rug tot gisteren het bestbewaarde geheim in wielerland en hebben zijn concurrenten plots bloed geroken?

Meer dan de mali van 53” op Simon Yates kan de mentale weerslag en de blootgelegde kwetsbaarheid doorwegen op Bernal. Goed voor hem dat er vandaag een adempauze is met een (veel té lange -> 231 km.) quasi vlakke rit. Totaal anders wordt het op vrijdag en zaterdag met twee aankomsten op een hoge Alpencol, de Alpi de Mera respectievelijk de Alpa Motta. Deze twee scherprechters zullen ook bepalen of de afsluitende tijdrit van 30,3 km. naar Milano er nog toe doet voor het eindklassement.

Damiano Caruso, tweede in de tussenstand, kon niet profieteren van het verval van Bernal, hij nam amper 3” terug in tegenstelling tot Simon Yates die uitbrak uit op goed drie km. van de finish op de top van de moordende Sega di Ala. João Almeida kon Yates als enige volgen en zelfs passeren zodat hij de beste klassementsrenner van de dag was. Ei zo passeerde hij ook nog de held van de dag, Dan Martin, die de hele namiddag of ruim 140 km. in de aanval reed. 

Zowel João Almeida als Dan Martin deden ook een zaak in de tussenstand en zouden, samen met Simon Yates, wel eens de blikvangers kunnen zijn van de loodzware tweedaagse in de Italiaanse Alpen. Sportief gezien moeten we Egan Bernal een gave rug toewensen zodat hij zijn kansen op de eindzege, die hem als geen ander toekomt, kan vrijwaren.

woensdag 26 mei 2021

Al doet het zeker niets af van de kwaliteiten 

van de nog maar (of al) 24-jarige Egan BERNAL

 

104de Giro 2021 zal géén 

grand cru geweest zijn !

 

 

Het staat nu alvast dat de 104de Giro nièt als een grand cru in de annalen zal worden opgeslagen. Egan Bernal stak er met kop en schouders bovenuit en kon bovendien op het sterkste team terugvallen. Het is van alle tijden dat het eerste met het tweede samengaat en vice versa.

De Colombiaan is nog maar of moet ik zeggen àl 24 jaar toch drie lentes ouder dan de in anti-omstandigheden debuterende Remco Evenepoel

De Ineos Grenadiers zijn er verantwoordelijk voor het al bij al fletse verloop: de ritten die er niet toededen, waren hun quantité négligeable met voor gevolg dat acht échappées bidon op een welslagen uitdraaiden met bijna evenveel one hit wonders als winnaars.

Bij de afrit in Torino zag het nochtans helemaal anders uit, zelfs zonder titelverdediger Tao Geoghehan Hart, als Ineos-kopman logisch verdrongen werd door Egan Bernal

Jai Hindley, de tweede van oktober 2020 na één dagzege, stapte in de rit naar de Zoncolan af met … zadelpijn, hij stond in de tussenstand 25ste op bijna 18 minuten.

Wilco Kelderman (3de in 2020), Jakob Fuglsang (6de), en Patrick Konrad (8ste) ontbraken. 

Joao Almeida (4de) incasseerde al op de vierde dag een dreun waarna hij zich in een slachtoffersrol als verplichte helper van Remco Evenepoel wentelde. De korte slotweek zal uitwijzen of hij zijn hoge vlucht van oktober 2020 kan bevestigen. In dat streven zal hij Fausto Masnada (de 9de van vorig jaar) ontberen, die werd net als onder anderen Marc Soler door een zware val uitgeschakeld werd tijdens de 12de rit. 

Dat overkwam al eerder Mikel Landa en naderhand ook Emanuel Buchmann (vierde in de Tour van 2019). Zij hadden de voornaamste challengers van Bernal kunnen worden.

Aleksandr Vlasov deed er alles aan om hun vacature in te vullen maar een top vijf lijkt ook op termijn zijn hoogste goed te worden. 

George Bennett faalde als de occasionele kopman van Jumbo-Visma. Hij werd gepasseerd door de zeven jaar jongere Tobias Foss, die twee jaar geleden de Tour de l’Avenir won.

Voor Vincenzo Nibali (15de op 21’50” in de tussenstand) wordt de top tien, luttele weken na zijn polsbreuk op training, moeilijker dan een eventuele late verschonende dagzege.

 

Voor de notoire ritwinnaars werd het een schrale bedoening. Enkel Caleb Ewan en Peter Sagan losten de verwachtingen in, zo ook Filippo Ganna die na de korte inleidende ook wel de afsluitende langere tijdrit zal winnen. Diego Ulissi hoopt in zijn negende Giro nog altijd de kaap van tien dagzeges te ronden. 

 

De 104de Giro luidde (meer dan) een beetje de remontada in van il ciclismo italiano in met reeds vier dagzeges terwijl Damiano Caruso en Giulio Ciccone uitzicht hebben op de top vijf. Deze acute weelde zullen ze mt een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet herhalen in de Tour.

De 104de Giro bracht ook de heropstanding van de 30-jarige Romain Bardet, die zich bij DSM lijkt herbrond te hebben en in Cortina d’Ampezzo na Bernal the best of the rest was. 

En wat Frankrijk betreft: Geoffrey Bouchard is al dagenlang leider in de bergprijs en niet aan zijn proefstuk want hij won dat gedevalueerd nevenklassement al in de Vuelta van 2019. Dat herhalen in deze Giro wordt moeilijk zelfs indien Bernal het hem zou gunnen. De bijna 30-jarige Fransman, een late roeping die nog geen enkele overwinning behaalde, zou het omwille van zijn enorme inzet verdienen maar een passende naam op die erelijst kun je hem (68ste op twee uren in de tussenstand) bezwaarlijk noemen. Victor Lafay, winnaar op Guardia Sanframondi, staat nog negen plaatsen lager op nog een kwartier meer.

En Peter Sagan behaalde inderdaad voor het tweede jaar op een rij een dagzege en lijkt zelfs uitzicht te hebben op de definitieve paarse trui van de puntenstand maar zelfs dàt kan zijn blazoen als de (op één na) best betaalde van het peloton lang niet helemaal opfleuren.

 

Velen mogen de Giro nog zoveel mooier vinden, aan de bezetting van de Tour zal hij zeker dit jaar niet kunnen tippen. Behalve  Slovenen nemen ook Julian Alaphilippe, Richard Carapaz, David Gaudu, Enric Mas, Nairo Quintana, Maximilian Schachmann, Rigoberto Uran, Alejandro Valverde, Wout Van Aert, Mathieu van der Poel (weliswaar wars van een klassement), Adam Yates, … er aan deel. 

Ik vraag mij zelfs al wie van de top tien van de Giro, voor zover hij er al deelnemen, een rol van betekenis kan spelen in de Tour.

maandag 24 mei 2021

Vergelijkende tabel met debuut van de 

beste naoorlogse klassementsrenners

 

Voor REMCO is dit sowieso 

een heilzame beproeving 

 

Remco Evenepoel zal de 104de Giro niet winnen.

Het is zelfs twijfelachtig of hij zijn aanwezigheid in de top tien zal kunnen consolideren.

De koninginnenrit door de Dolomieten met de Passo Pordoi als het dak van de Giro zal cruciaal zijn voor wat de slotweek nog brengt: verankering in de top tien, speculeren op een dagzege of er tijdens de tweede rustdag behoedzaam uitgehaald worden.

Alles blijft zoals bij het begin: alles màg, nièts moét!

Dit zal in het minste geval een heilzame beproeving geweest zijn voor de komende jaren.

 

Ik heb nagetrokken hoe het de beste naoorlogse klassementsrenners verging bij hun eerste deelname aan een grote ronde en op welke leeftijd.

Uit bijgaande tabel blijkt dat zij die een ophefmakend debuut maakten in de absolute minderheid zijn: Jacques Anquetil, Fausto Coppi en Bernard Hinault

Daar moet Felice Gimondi snel aan toegevoegd worden want 41 dagen na zijn derde plaats in de Giro won hij ook de Tour.

Bernard Hinault was nòg stràffer, hij won 70 dagen na de Vuelta ook de Tour.

De meeste anderen moesten het met (veel) minder stellen, zo ook Remco Evenepoel, waarmee ik niet wil geschreven hebben dat hij nu reeds bij dit illustere rijtje aanleunt.

De twee huidige godenkinderen onder de klassementsrenners dan: Egan Bernaldebuteerde op zijn 21ste met de 15de plaats in de Tour van 2018, Tadej Pogacar deed het op dezelfde leeftijd met een derde plaats in de Vuelta van 2019. 

 

Het structurele verschil met de aanvangende Remco is dat ze met hun allen al een respectabel aantal dagen competitie op de teller hadden en dus performanter waren.

Niet wanhopen dus, zelfs al vliegen ze kwistig in het rond de verwijten dat het géén ‘werk’ was om Remco zonder één dag competitie in 2021 voor de leeuwen te gooien in zijn eerste grote ronde, waarin cols boven de 1800 meter zijn grote onbekende waren.

Dat de ploegleiding van Deceuninck-Quick.Step het zo plande, daar zal over nagedacht zijn en hoe het ook uitdraait het zal een heilzame beproeving geweest zijn voor Remco.

 

Bij dit alles ook nog deze bijzondere kanttekening: Louison Bobet (die vanaf 1953 een loepzuivere hattrick opzette), Miguel Indurain (vanaf 1991 een vijf op een rij) en Lance Armstrong (vanaf 1999 een zeven op een rij) wonnen hun eerste Tour na zes, zeven respectievelijk vier stijloefeningen.


Adorni VittorioIt.23 j.Giro 196128ste
Anquetil JacquesFr.22 j.Tour 19571ste
Armstrong LanceV.St.21 j.Tour 1993opg.
Bahamontes FedericoSp.26 j.Tour 195425ste
Balmamion FrancoIt.21 j.Giro 196120ste
Bartali GinoIt.20 j.Giro 19357de
Basso IvanIt.21 j.Giro 1999opg.
Bobet LouisonFr.22 j.Giro 1947opg.
Contador AlbertoSp.22 j.Tour 200531ste
Coppi FaustoIt.20 j.Giro 19401ste
Delgado PedroSp.22 j.Vuelta 198229ste
Evans CadelAustr.25 j.Giro 200214de
Fignon LaurentFr.21 j.Giro 198215de
Froome ChrisGr.-Br.23 j.Tour 200884ste
Gaul CharlyLux.21 j.Tour 1953opg.
Geminiani RaphaëlFr.22 j.Tour 1947opg.
Gimondi FeliceIt.22 j.Giro 19653de
Hinault BernardFr.23 j.Vuelta 19781ste
Indurain MiguelSp.20 j.Vuelta 198584ste
LeMond GregV.St.22 j.Vuelta 1983opg.
Magni FiorenzoIt.26 j.Giro 19479de
Merckx EddyB.24 j.Giro 19679de
Moser FrancescoIt.22 j.Giro 197315de
Nencini GastoneIt.24 j.Giro 195416de
Nibali VincenzoIt.22 j.Giro 200719de
Ocana LuisSp.22 j.Vuelta 1968opg.
Pantani MarcoIt.23 j.Giro 1993opg.
Poulidor RaymondFr.26 j.Tour 19623de
Quintana NairoCol.22 j.Vuelta 201236ste
Rominger TonyZwits.25 j.Giro 198697ste
Simoni GilbertoIt.20 j.Giro 19785de
Thévenet BernardFr.22 j.Tour 197035ste
Tonkov PavelRus23 j.Giro 19927de
Ullrich JanD.22 j.Tour 19962de
Valverde AlejandroSp.22 j.Vuelta 2002opg.
Van Impe LucienB.22 j.Tour 196912de
Zoetemelk JoopNed.23j.Tour 19702de
Zülle AlexZwits.23 j.Vuelta 1992opg.