Emile won Milano-Sanremo 1962 op de geboortedag van Guy LAMS, de Bredense sportfunctionaris, en kwam dat opluisteren
Emile DAEMS
86-jarige leeftijd overleden
Milano-Sanremo 1962 werd zowaar op mààndag 19 maart gereden want toen nog onlosmakelijk gehecht aan de feestdag van Sint-Jozef.
Het was géén volslagen verrassing dat Daems die Primavera won. Anderhalf jaar eerder had hij, op zijn 22ste, al de Giro di Lombardia gewonnen en als neo-prof twee ritten in dé Giro.
Eén en ander boostte zijn zelfbewustzijn en deed hem néén zeggen tegen Rik Van Looy, die eiste dat àlle Belgen onvoorwaardelijk in zijn dienst reden op het WK 1960. Daems reed liever zijn eigen koers maar kwam er niet aan te pas en deelde dus niet in de winstpremie van Van Looy’s eerste regenboogtrui.
Daems kwam 1961, het moeilijke jaar van de bevestiging, vrij goed door: 15de in Milano-Sanremo, 4de in de Ronde van Vlaanderen, 6de in Paris-Roubaix en in Liège-Bastogne-Liège. Net als in de Giro behaalde hij ook in de Tour meteen een dagzege. Toch werd hij, onder druk van Van Looy, nièt weerhouden voor het WK in Bern, waar Rik zijn tweede regenboogtrui veroverde.
Het zette Daems verder op scherp om de keizer van Herentals te bekampen in de klassiekers. Met een dagzege in zowel Sardinië als in Paris-Nice bleek hij er helemaal klaar voor. Nog werd hij onderschat want in Milano-Sanremo glipte hij mee in een ruime kopgroep, waaruit op de Turchino Antonio Bailetti, Carlo Brugnami en Willy Schroeders wegreden. Daems reageerde in de afzink van de Capo Berta en overstak de uitgeputte Bailetti op de Poggio. Zijn zegepad was geëffend, hij bereikte de via Roma 1’15” eerder dan Yvo Molenaers, Louis Proost (de WK liefhebbers van Waregem 1957), Willy Schroeders,...
Emile Daems werd drie weken later in Paris-Roubaix tweede na Rik Van Looy, die ook al de Ronde van Vlaanderen en Gent-Wevelgem had gewonnen. Op die manier zette hij zijn Brusselse rivaal weer in zijn schaduw. Emile’s mooie lied was evenwel niet uitgezongen. Hij reed een uitmuntende Tour, bekroond met drie dagzeges (Saint-Malo, Aix-en-Provence en zelfs Briançon), een opmerkelijke dertiende plaats in het tijdklassement (op nog geen halfuur van Jacques Anquetil) en tweede (na Rudi Altig) in de puntenstand.
Vooral zijn triomf in Briançon, terminus van een rit met vijf zware Alpencols, oogstte veel bijval. Hij hield er onder anderen Imerio Massignan, Raymond Poulidor en Jacques Anquetil af nadat ook de gevleugelde klimmers Federico Bahamontes en Charly Gaul er niet in slaagden om de kleine Belg op de cols (Lautaret, Luitel, Porte, Cucheron en Granier) uit hun spoor te drijven.
Als winnaar der beide Italiaanse monumentale klassiekers, tweevoudig dagwinnaar in de Giro en viervoudig in de Tour had de kleine Brusselaar een hoge status verworven. Al die successen werden behaald voor het vorstelijk vergoedende Philco. Toen deze Italiaanse sponsor na 1962 afhaakte, was de ket zijn oriëntatie kwijt. Wel kon hij in 1963 nog een chaotische Paris-Roubaix op zijn naam schrijven. Noël Foré en Rolf Wolfshohl, tweevoudig WK veldrijden, leken gewonnen spel te hebben tot de Duitser lek reed. Foré kwam op twee kilometer van de finish ten val en de haastige Wolfshohl wachtte niet maar ook hij werd aan de poort van de roze piste door tien renners overstoken. In een warrige spurt liet de nerveuze Rik Van Looy zich al te veel in met de verbazende nieuwkomer Jan Janssen zodat de vermetele Emile Daems onder hen kon doorglippen en vijf fietslengten nemen die de Van Looy niet meer kon goedmaken.
Rik leek, behalve de regenboogtrui, ook de hegemonie in de ééndagsklassiekers kwijt. De schijn bedroog. Niet de 29-jarige Van Looy maar wel de vier jongere Daems was aan het einde van zijn Latijn.
In de klassiekers zakte hij vanaf 1964 diep weg. Dat wilde hij nog een beetje rechtzetten in Bordeaux-Paris maar werd er door een zonnesteek tot opgave gedwongen. In de Tour van 1964 arriveerde Emile buiten tijd. Zijn riant contract bij Peugeot werd al in de loop van 1965 ontbonden. Om het als stayer te proberen kocht hij het gerief van Raymond Impanis maar ook dat haalde niets uit want in de zesdaagse van Brussel kwam hij zwaar ten val en brak een heup.
Emile belandde in zijn nadagen bij het Solo-Superia van Van Looy, die als dertiger nog een mooie nazomer beleefde terwijl Daems er al op zijn 28ste een punt achter zette.
Emile Daems slaagde duurzamer als zakenman. In zijn Brussel baatte hij op de Chaussée de Charleroi eerst een snack-bar en daarna het selecte restaurant “Le Rustique” uit in de buurt van de vishandel van zijn schoonvader Jean Vergucht (een behoorlijk onafhankelijke vòòr de Tweede Wereldoorlog), bij wie Emile als loopjongen aan de slag was.
Emile Daems leek het met de wielrennerij helemaal te hebben gehad tot hij er in de jaren tachtig weer te maken kreeg. Zijn sprekend op hem gelijkende zoon Corneille, begon ook te koersen en leek papa’s sporen te kunnen drukken. Zo werd hij in 1980 te Nijlen kampioen van België bij de nieuwelingen, won hij als neo-junior in 1981 de Trofee van Vlaanderen in Reningelst en in 1982 Ledegem-Kemmel-Ledegem. Maar vanaf zijn twintigste kon hij daar geen vervolg aan breien.
Toch bleef Daems de wielersport een warm hart toedragen en hield hij ervan om mooie herinneringen op te halen. Zo voelde hij zich bijzonder vereerd toen hij door Steven Buyse (Hippo 12) uitgenodigd werd om op 19 maart 2012 naar Bredene te komen om er de 50ste verjaardag van sportfunctionaris Guy Lams, zowaar geboren op de dag dat Daems Milano-Sanremo won. Lams' mama hield vol dat ze er alles aan deed opdat haar zoon diè dag zou geboren worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten