zaterdag 16 juli 2022

TOUR 2022 werd het requiem van het Italiaanse en het Spaanse wielrennen

 

Filippo Ganna deed gisteren een derde lovenswaardige poging om er ons op te wijzen dat hij dit jaar in de Tour zijn debuut maakte. In de openingstijdrit in Kopenhagen stelde hij als regérend wereldkampioen in die discipline teleur met een vierde plaats. In de elf volgende ritten eindigde hij slechts één keer bij de eerste negentig. In de rit naar Megève maakte hij wel deel uit van de grote ontsnapping maar hij was één van de eersten die de rol moest lossen. En gisteren zette hij op weg naar Saint-Etienne zijn minst slechte prestatie neer als de hekkensluiter van de zes vluchters. Over de eerste dertien dagen deed hij bijna twee uur meer dan Jonas Vingegaard. Vraag is of hij die grijze stand van zaken wat zal kunnen bijkleuren in de nogal golvende afsluitende tijdrit over 40,7 km. tussen Lacapelle-Marival en Rocamadour. Ik vrees van niet en dan belandt hij verder in een neerwaartse spiraal of het zou moeten zijn dat hij koerst met de handrem op in functie van zijn op 23 of 24 augustus geplande aanval op het werelduurrecord van Victor Campenaerts.

Whatever: Ganna is met deze staat van verdienste in de 109de Tour alsnog de minst slechte Italiaan. De 34-jarige Damiano Caruso, de tweede van de Giro 2021, is de (sic) best geklasseerde Azzuri (22ste op 42’07”). Voor een dagzege kwamen de 14 gestarte Italianen geen enkele keer in aanmerking, zeldzame top tienen waren hun hoogste goed.

Italië kon in zijn Giro de schijn nog even ophouden met vijf dagzeges, behaald door de mogelijke ééndagsvliegen Alberto Dainese, Stefano Oldani, Alessandro Covi, Matteo Sobrero en de iets bestendiger Giulio Ciccone (die er in de Tour behoudens een 10de plaats op l’Alpe d’Huez amper wat van bakte). Bovenal was er de vierde eindplaats van de 37-jarige afshceidnemende Vincenzo Nibali en de achtste van de 39-jarige Domenico Pozzovivo, die er nog even mee doorgaat.

Sonny Colbrelli was hun grote hoop in bange dagen maar die is na zijn hartfalen in Catalunya met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voorgoed uitgeteld. 

 

Spanje is er nauwelijks beter aan toe, al posteert het zowaar nog net een vertegenwoordiger in de tussentijdse top tienvan Tour 2022: de onvolprezen Enric Mas, één der tien beste klassementsrenners van zijn generatie, voor wie aanklampen beter lukt dan aanvallen. 

De Spaanse esperanza wordt vooral belichaamd door de amper 19-jarige Juan Ayuso die volgens zijn 5de plaats in Catalunya en zijn 4de in Romandie ook vrij geloofwaardig is als klassementsrenner. In de Vuelta 2022 wordt hij wijselijk nog niet voor de leeuwen gegooid en waarin de 42-jarige Alejandro Valverde zijn ultieme kunstjes wil opvoeren.

 

Vanaf 2023 moet Italia dus verder zonder Nibali en España zonder Valverde, het zal de twee Latijnse landen nog verder doen wegzakken in de desbetreffende rankings. De beide naties hebben een gezamenlijke oppervlakte van ruim 800 duizend vierkante kilometer en tellen meer dan 100 miljoen bewoners maar halen in het huidige wielrennen de ramkoers. Vlaanderen is ruim zestig keer kleiner met hooguit zeven miljoen ingezetenen maar verovert de jongste jaren een veel rijker marktaandeel in de World Tour. And: you ain’t seen anything yet! 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten