maandag 30 oktober 2023

De “onverlaat” van de Koppenberg tijdens de Ronde van 1977

Marc Reybrouck overleden

 

Hij werd ooit verdacht van betrokkenheid bij de … ontvoering van de Italiaanse premier Aldo Moro


Zes jaar geleden had ik de eer en het genoegen om voor KW over Marc een uitgebreid stuk te maken, 40 jaar na zijn memorabele verbale passage bij het podium der Ronde van Vlaanderen 1977. Mijn relaas van toen …


Marc Reybrouck (links) met twee van zijn beste koersvrienden: Hammenaar Luc Schuddinck en bovenal Robert Legein, zijn decennialange sidekick op de koers en daarbuiten.
(foto genomen net vòòr de start van Ruddervoorde Koers op 10 mei 2023)

Marc Reybrouck: een bijna 72-jarig vat vol (wieler)belévenissen en anekdoten, teveel om allemaal aan te halen. Veurnenaar Jan Huyghe wijdde aan hem zelfs een boekje met de veelbetekenende titel “De Hel(d) van het Noorden”.

De Reybroucks (geen familie van Guido) weken tijdens de Tweede Wereldoorlog uit. Papa Georges’ schoenenzaak in Woumen was tanend. Zijn neef, de politiecommissaris van Drongen, lokte hem naar Drongen, waar er veel meer werk was. Georges herschoolde tot metser en bouwde een mooi bestaan uit. Hij hielp onder meer mee aan de bouw van de Martini-toren in Brussel. 

Marc was inmiddels beginnen …koersen.

- “Mijn motor was evenwel te klein”, zucht hij, “en beroepsrenner worden was geen optie. Na mijn militaire dienstplicht in Duitsland stopte ik met koersen. Mijn supportersclub van 200 leden zag het met lede ogen aan. Vooral de voorzitter was er het hart van in. Hij was niet de eerste de beste maar wel Simon Parlevliet, de ceo van een groot visbedrijf in Scheveningen. Hij wilde niet dat ik opnieuw ging werken in de Opel-garage van Gent, waar ik bitter weinig verdiende maar stelde mij voor om voor hem een visronde te beginnen. Na gedurende drie jaar in loondienst te hebben gewerkt, moedigde hij mij aan om op zelfstandige basis verder te doen. Hij leende mij de helft van het bedrag voor de dure koelvrachtwagen maar ik heb het geleende bedrag nooit moeten terugbetalen. Mijn commerce nam zo’n hoge vlucht dat mijn papa Georges mij moest bijspringen om één en ander goed op te volgen. Onze samenwerking duurde veel te kort want in 1974 bezweek mijn papa al op zijn 59ste aan een hartstilstand. Ik stond er alleen voor tot Marleen en ik in 1980 een huis kochten in de Veurnse Ooststraat om er een vishandel op te starten en ruim twintig jaar uit te baten. Aan één en ander hield hij het koosnaampje “visboer” over, wat mij eerder vleide dan stoorde.”

KOERS, KOERS, KOERS,...

Het leven is evenwel veel meer dan vis alleen en dus stortte Marc zich onderwijl vol welbehagen op het wielrennen, dat hij van zijn papa in de genen meekreeg. Papa was behalve schoenhandelaar ook soigneur van de streekidolen Maurice Blomme, André Declerck, Arthur Mommerency, Albert Sercu,... Marc voelde zich meteen nauw betrokken en doorsnuffelde met zijn vader de kranten. Het was zijn core business die hem van school deed weglopen om naar de koers te gaan kijken. En die besmetting is werd almaar erger. Vol lef baande hij zich een weg in dat relatief kleine wereldje, tot op het podium. Dat zou vandaag de dag in een veel minder toegankelijk koerswereldje nog amper lukken. Marc heeft dus, wat dat betreft, in het juiste tijdvak geleefd.

DE VERMALEDIJDE KOPPENBERG

Eeuwige bekendheid verwierf hij op 3 april 1977, dag van de 61ste Ronde van Vlaanderen, die voor het eerst startte in Sint-Niklaas en voor de tweede keer de gevreesde Koppenberg in zijn parcours had opgenomen. Het was de cruciale potenbreker in het koersverloop.

- “Ik stond in het kamp van wereldkampioen Freddy Maertens”, opent Marc. “Eddy Merckx had een aanval geplaatst op de Oude Kwaremont en telde één minuut voorsprong. Ik stond aan de voet van de Koppenberg, waar Jef D’Hont mij een fiets gaf met meer gepaste versnellingen voor Freddy. Bovendien duwde ik  Freddy op de meeste hoogtemeters van de Koppenberg. En passant kreeg ik een klop van mijn vroegere dorpsgenoot Walter Godefroot, die mij toesnauwde: wat doe je nu? Mijn idool helpen natuurlijk, niets meer / niets minder! Binnen de kortste haalde Freddy de fel verzwakkende Merckx bij, waar naderhand ook Roger De Vlaeminck in slaagde. Het was een verboden fietswissel en dus werd Freddy door wedstrijdleider Jos Fabri uitgesloten en aangemaand om af te stappen. Freddy, in koers gehouden door Lomme Driessens die aan de publiciteit dacht, negeerde dit bevel en was de gedroomde gangmaker voor Roger, die amper overnam. Het was voor Roger dan ook een koud kunstje om Freddy bij de finish in Meerbeke voor te blijven. Ik kon het niet aanzien en tijdens de ceremonie protocolaire kon ik mij niet bedwingen. Ik schold De Vlaeminck de huid vol, niet wetende dat het gefilmd werd met klank en al. Roger stond er verlegen bij maar besefte in zijn binnenste al snel dat de Ronde van Vlaanderen alvast op zijn palmares stond én zou blijven.” 

De zeldzamen die het spraakmakende tafereel nog niet bekeken hebben kunnen dit alsnog op:

https://www.youtube.com/watch?v=vcdualvI4W8  

ONTVOERING ALDO MORO

Marc werd én bleef door het voorval een overbekende Vlaming. Toch is dit niet het strafste wat hij in zijn boeiende leven meemaakte. Het werd in 1978 ruim overstegen door een oponthoud bij zijn terugkeer uit de Tirreno-Adriateco toen hij met wijlen topmecanicien Roland Lybert met de Flandria-bus van San Benedetto del Tronto naar Milano reed voor de start van de Primavera.

- “Wij werden in Varedo tegengehouden door zeven tot op de tand gewapende carabinieri die ons manu militari uit de bus sleurden en op de grond duwden”, fronst Marc de wenkbrauwen. “Behalve veel spijkers zagen wij ook twee lijken op de weg liggen. De Flandria-bus werd helemaal uitgekamd. Na het langdurige oponthoud werden wij aangemaand de binnenwegen in plaats van de autostrade te nemen zodat wij met de fietsen en het materiaal amper op tijd waren voor de start van Milano-Sanremo. Het was een begrijpelijke gang van zaken. De Italiaanse premier Aldo Moro was op 16 maart ontvoerd door de Rode Brigades en zou anderhalve maand later dood worden teruggevonden. Iedereen die zich in die regio ophield, werd van betrokkenheid verdacht, wij ook dus. Ik was doodsbang maar Roland hield er de moed in: het is tijd voor een weesgegroetje, riep hij mij toe. De carabinieri dachten dat hij iets anders bedoelde.”

PETER POST, WALTER & EDDY PLANCKAERT

Dit zijn slechts de meest gekende en de strafste gebeurtenissen op het kerfstok van deze nu in Oostduinkerke wonende Tijl Uilenspiegel. Er waren er nog zoveel meer die mij verplichten er de grootste gemene delers uit te halen en zelfs dat zijn er nog wat.

- “De persoon die op mij het meest indruk gemaakt heeft, is wijlen Peter Post”, moet Marc niet lang nadenken. “Hij was streng maar rechtvaardig en naar Nederlandse normen gul voor zijn coureurs. Ik maakte een eerste keer kennis met hem toen ik hem met de fonkelnieuwe Mercedes van de Holiday Inn naar Andalusië moest brengen. Ik wist op slag met wat voor edel iemand ik te doen had. Hij paste mijn outfit aan, flatteerde de douaniers in Rekkem met enkele Pansonic-truien en maande mij aan spoorslags naar Spanje te rijden. De snelheidsovertredingen zou Peter voor zijn rekening nemen. Ongestraft plankgas geven (aan meer dan tweehonderd per uur) gaf mij wel een kick.”

- “Het zal geen toeval zijn dat ik Walter Planckaert, die door Post gekneed werd, de beste ploegleider vond die ik gekend heb. Aan zijn jongste broer Eddy heb ik nog het meest plezier beleefd.”

- “Ooit moest ik voor Panasonic de nachtwacht houden in Toulon. Er hing daar nogal wat louche volk rond, die alles stalen wat niet te zwaar of niet te heet was. Het enige wat de nachtelijke sereniteit doorbrak, was een vrijend koppeltje dat ik als bevoorrechte toeschouwer maar al te graag liet betijen. Bij het ochtendkrieken trokken Eddy Planckaert en Sean Kelly een venster open en begonnen “Gigi l'amoroso” te kwelen alsof ik het was die daar de liefde had bedreven.”

SLAGZIJ MAKENDE JOURNALIST

“De meest tegenvallende figuur uit mijn persoonlijke wielergeschiedenis was een niet nader genoemde journalist die inmiddels allang dood en geoordeeld is”, wil Marc ook nog kwijt. “Ik trok vaak met hem op. Hij was een krijger, ik een gever. Alles kwam van mijn kant, behalve die ene keer op een Hemelvaartdag toen ik met hem naar de Omloop der drie Provincies in Avelgem trok. Ik pikte hem ‘s morgens op aan het station van Tielt. Wij moesten eerst een ommetje maken naar bondsvoorzitter Hector Gallée in Tertre, waar de journalist in kwestie geïnviteerd was. Gallée was een brouwer die er een bourgondisch bestaan op nahield. De pure whisky smaakte en die vloeide overvloedig. Ik hield het als dienstdoende chauffeur binnen de perken, de journalist daarentegen overschreed zijn grenzen. Dat bleef niet zonder gevolgen. Veel te laat op weg naar Avelgem werd de scribent doodziek in mijn auto. Ik stopte. Tijdens het overgeven rolde hij in de (gelukkig droge) gracht, waarbij zijn bril in vele stukken brak. We zijn op de koers geraakt maar de journalist zal er zich niet veel van herinneren. Ik verzamelde de koersinfo en belde die ook in zijn plaats door naar de krant. Later op de avond kwam hij er wat door en uit dankbaarheid mocht ik op zijn kosten aan eender welk restaurant stoppen voor het avondmaal. Dat moest hij geen twee keer zeggen. Ik wist naar waar en bestelde de beste gerechten op de kaart. Hijzelf heeft er niet van genoten want binnen de kortste keren zat hij te snurken aan tafel dat de ruiten ervan daverden. Ik mocht het geld uit zijn portefeuille halen en gaf de bevallige dienster ook nog de fooi van haar leven. Het was een beetje mijn vergelding voor de voorafgaande beproevingen die mijn haren ten berge deden rijzen. Toen ik bij volgende gelegenheden dat verhaal nog eens anekdotisch doorstak, zei hij doodgemoedereerd: allemaal goed en wel maar mijn verslag is toch keurig en op tijd op de redactie gehaald. Je moet maar durven hé?!” 

 

Marc Reybrouck had (in april 2017) zijn wilde jaren gehad. Op de regionale koersen is hij nog frequent aanwezig maar Paris-Roubaix is de enige grote koers waar hij nog life naartoe trekt met Kristof Lefever, die zijn Diksmuidse Pannenkoeken over de hele wereld verdeelt. En op 4 mei gaat hij naar de vierdaagse Essor Breton (Fr.) om er vrienden te bezoeken en te supporteren voor zijn ultieme idool Jordi Warlop, die hij een mooie toekomst toedicht.

Op één of ander groot podium zul je hem niet meer zien opveren. Met het huidige protocol is er geen doorkomen aan zoals hij daar decennia geleden heel meestal in slaagde en dat vooral in Milano-Sanremo, torenhoog zijn favoriete koers die hij éénentwintig keer van heel nabij beleefde, waarvan vijftien keer tot op het podium: de zeven van Eddy Merckx, de drie van Roger De Vlaeminck, de twee van Sean Kelly, die van Felice Gimondi, Jan Raas, Giuseppe Saronni,...

 

Marc Reybroucks laatste levensjaren waren niet van de poes. Zijn echtgenote Marleen kreeg in februari 2022 een hersenbloeding en was onomkeerbaar aan het ziekbed gekluisterd. 

Marc was van dan af een wat ongeleid projectiel, maakte er toch het beste van en kreeg vooral steun van zijn boezemvriend Robert Legein, die hem privé hielp en geregeld meenam naar ‘de koers’. Marc herleefde maar zag af wanneer hij thuis alleen was. Zijn lijdensweg is zondagnamiddag in de kliniek van Veurne geëindigd. 

1 opmerking:

  1. Stefaan Bogaert ( Boogie)30 oktober 2023 om 06:26

    Mooi geschreven zoals de Marc was, een ongelooflijke topmens en waar we konden luisteren tot gat in de nacht naar al zijn verhalen, Enorm veel Sterkte aan Familie en Vrienden

    BeantwoordenVerwijderen