zaterdag 17 november 2012

Armand Desmet overleden
Vandaag overleed op 81-jarige leeftijd Armand Desmet. Eerder op het jaar verscheen hier een bijdrage over hem naar aanleiding van het feit dat hij vijftig jaar geleden bijna de 45ste Giro d'Italia won. Een bijdrage die we graag nog eens hernemen.

Vijftig jaar geleden ...
Armand Desmet won bijna de 45ste Giro
Vijftig jaar geleden stond een Belg op het punt de 45ste Giro te winnen. Neen, niet de regérende wereldkampioen Rik Van Looy (die de voorgaande jaren nochtans vierde, elfde en zevende was geworden) maar wel zijn meester-helper Armand Desmet.
Mantie had twee jaar eerder al de Vuelta van 1960 moeten gewonnen hebben. De Waregemnaar begon als drager van de amarillo-leiderstrui aan de voorlaatste dag maar het kwam ploegleider Berten De Kimpe beter uit dat zijn chouchou Frans De Mulder won. Zijn Machelen grenst aan Deinze, de vestigingsplaats van Fietsen Groene Leeuw, de ploegsponsor waarvan De Kimpe de zaakvoerder was. Er werd een lelijk complot gesmeed tegen de bovendien aan het zitvlak gekwetste Armand Desmet, die zijn leiderstrui alsnog moest doorgeven aan zijn frère-ennemi Frans De Mulder. Ook de recent overleden Arthur Decabooter werd erin betrokken.
Het pijnlijke voorval deed Armand Desmet in 1961 naar de rode garde van Rik Van Looy overstappen. Ook daar wachtte hem een overwegend ondergeschikte rol, waarbij hij bij gelegenheid zijn eigen kans mocht gaan. In de Giro van 1962 werd hij door zijn vertwijfelde kopman in de aanval gestuurd. Mantie was dag na dag niet uit de voorste gelederen weg te slaan. Zo werd hij vijfde in zowel de tweede, de derde als de vijfde rit. Tijdens de zevende rit naar Montevergini sloeg hij zijn slag. Hij ontsnapte met Henry Anglade (Fr.) en Giuseppe Sartore (It.). Het trio reed minstens vier minuten van de anderen weg. Manten werd dagwinnaar én afgetekend leider. Zes dagen later en bij het ingaan van de enige rustdag, aan de vooravond van de slotweek, was hij nog steeds de trotse bezitter van de roze trui. Hij keek de zware Dolomietenritten onbevreesd tegemoet en zou die eveneens getrotseerd hebben indien de ploegleiding, inzonderheid Lomme Driessens, beter op hun tellen gelet hadden. Tijdens de rustdag werd voor 's anderendaags een zware sneeuwstorm aangekondigd. Lomme had de communiqués veronachtzaamd zodat zijn discipelen in onaangepaste kledij aan de huzarentocht begonnen. Misschien had Armand Desmet zich, als drager van de roze trui en de slordige Driessens een beetje kennende, zelf van de omstandigheden moeten vergewissen. Dat hij het niet deed, kwam hem duur te staan want hij en de zijnen geraakten één voor één doorweekt, onderkoeld en tot opgave gedwongen. Slechts vier van de zes cols zouden beklommen worden. Op de eerste col, de Passo Duran (1600 m.) zorgde deslagregen voor een modderstroom. Op de tweede, de Forcelle-Staulanza (1773 m.) sneeuwde het zo overvloedig en was het zo ijselijk koud dat Rik Van Looy en zijn meeste helpers al snel de weinige huizen opzochten om zich te verwarmen. Mantie, met de onherkenbare roze trui om de schouders, bleef koppig op debarricade, zelfs al kwam hij ten val en moest hij tweemaal een wiel wisselen. Hij bereikte de finish op de Passo di Rolle achttien minuten na dagwinnaar Vincenzo Meco de finish, waar hij zijn kleinood moest afstaan aanGraziano Battistini, die eveneens een kwartier van hem was weggereden. Manten viel terug naar de tiende plaats in de tussenstand en mocht zich lelijk in de steek gelaten voelen. Toch bracht hij begrip op voor zijnabdicerende maats (Willy SchroedersEdgard SorgeloosMartin Van Geneugden, Rik Van Looy,Guillaume Van Tongerloo) en weigerde hij het begrip "verraad" in de mond te nemen. Aan zijn zijde hield hij enkel de Nederlander Huib Zilverberg (die de achtste rit had gewonnen en ook in de aansluitende Tour een dagzege zou behalen) over en tijdens de resterende dagen manifesteerde hij zich als de morele winnaar. In de nog zwaardere etappe van Moena naar Aprica trotseerde hij een zelfs een duik in het ravijn om achtste te worden. De volgende dagen deed hij nog beter in Pian del Resinelli (zevende) en in Frabosa Soprana (derde), prestaties die aangeven dat hij in normale omstandigheden de Giro van 1962 zou gewonnen hebben. Ook in de Alpen bleef hij knap overeind maar een verbetering van zijn tiende plaats zat daar niet aan vast.
Armand Desmet werd het jaar daarop vijfde in de Tour. Net als in de Vuelta en in de Giro kon hij in het hooggebergte de besten volgen maar er niet van wegrijden. En dat was nodig want in de tijdritten liep hij te veelaverij op. Dat verklaarde zijn achterstand van zowat een kwartier op de ongenaakbare Jacques Anquetil. Aansluitend had Manten in Ronse wereldkampioen kunnen / moeten worden. In de slotronde nam hij zijn kopman Van Looy op sleeptouw op de Kruisberg en toen hij even omkeek, stelde hij vast dat de tweevoudigewereldkampioen de rol had moeten lossen. Manten is er heilig van overtuigd dat hij wereldkampioen zou zijn geworden indien hij op zijn elan was doorgegaan maar hij ... durfde niet. Het zou als een even groot verraadzijn opgevat als wat men de doorspurtende Benoni Beheyt een kwartier later in de schoenen schoof.
Armand Desmet werd op 23 januari 81 jaar. Hij voert al enkele decennia een slopend gevecht met zijnkwakkelende gezondheid. Met de hulp van een nieuwe lever plooit maar breekt hij niet en zo wil hij het nog een tijdje houden, gekruid met sappige verhalen uit de tijd van toen.
- "Ik stel vast dat wij in onze nostalgische verhalen almaar rapper rijden dan wij toendertijd in werkelijkheid deden."