woensdag 9 april 2025

Eliot SIEGERS en Thibe VANDENHEEDE graag in de tubesporen van 

hun illustere broers Emil en Mathis

 

 

Niet Lex Lambrecht noch Lars Villers hebben in Ramsel de openingskoers der aspiranten van het bouwjaar 2011 gewonnen. Kan gebeuren maar wat het extra frappant maakt is dat ze anderhalve minuut arriveerden na de solérende Eliot Siegers, die een beetje kon rekenen op het afstoppingswerk van zijn kompaan Jules Mathieux terwijl de Vlamingen het vertikten om de krachten te bundelen. Communautair gepoker?! Neen hoor, wel één versie van het verloop op de ‘eerste schooldag’ waaraan niet al te zwaar moet getild worden maar leuk als petite anecdote.

Eliot Siegers is niet de eerste de beste maar de dubbele FCWB-kampioen en bovenal de Belgische titelvoerder tijdrijden, die eind augustus 2024 in Quaregnon al Villers (+2”) en Lambrecht (+4”) overtrof en die voor hem de uitdagende maat der dingen zijn om stelselmatig beter te als coureur. Eind maart viel er ook al een verrassing in Eliots nadeel uit. In het Henegouwse PK tijdrijden te Sirault werd hij met een halve seconde geklopt door Jules Mathieux.

Eliot is de ruim 2,5 jaar jongere broer van Emil, die in Hoogstraten 2023 even verrassend als grandioos BK werd bij de eerstejaars-nieuwelingen en die zijn titel en trui in 2024 waardig uitdroeg met overwinningen in de Katjeskoers, het Vermarc Project, Herbeumont, een dagzege in de Triptyque Ardennais, … aangevuld met een resem dichte ereplaatsen en die in deze vroege lente als neo-junior al meteen gensters sloeg met een dagzege en de tweede eindplaats (na Edouard Claisse, zijn kompaan bij Trustup - CC Chevigny) in de Tour du Bocage et de l'Ernée 53 (Fr.).

De Siegers komen niet al te vaak naar Vlaanderen. Begrijpelijk want zij wonen in het verre Rendeux (arron-dissement Mareche-en-Famenne).

 

In Ramsel was er ook de verbazende vijfde plaats van Simon Ververken (Beveren-Leie), bij mijn weten zijn allereerste top vijf ooit die hem de komende maanden vleugels moet geven.


Thibe Vandenheede (Waarmaarde) won in Ramsel de eerste reeks, waarin bijna een kilometer sneller werd gereden dan in de tweede. 

Ook Thibe houdt er 2,5 jaar oudere broer op na, Mathis, die als nieuweling opnieuw grossiert in dichte ereplaatsen.

De jongste, die (geboren op 28 december als de benjamin van het bouwjaar 2011het hele seizoen als 13-jarige tussen de 14-jarigen zal doormaken (wat zeker op die leeftijd een slok op de borrel scheelt), won in 2024 geen enkele dagrit maar veroverde wel de eindzege in de Antwerpse trilogie, nadat hij 2de werd in de proloog in Balen, 3de in Winkelomheide en 2de in Mol-Millegem.

In de plaats van een midseason in Antwerpen 2024 werd het voor Thibe ditmaal een prille in Ramsel op Midas Van den Eynde en Adamou Van Bossche nog wel, meer geregelde winnaars en de nummers vijf respectievelijk van de ranking van dat jaar, waarin Thibe twaalfde staat.

 

maandag 7 april 2025

Niet voor één levensgat te vangen …

 

Cas DE SMEYTER

duurzaam oprukken vanuit de luwte

Cas De Smeyter (Melden) is vooralsnog geen tafelspringer die wekelijks het nieuws haalt met spraakmakende uitslagen. Winnen is alvast zijn regel niet, uitblinken des te meer. Hij begon er pas echt aan als nieuweling omdat hij eerder met zijn slechts 46 kilo verdeeld over 1,68m door kloekere leeftijdsgenoten overruled zou zijn geworden.

Daarmee was ook van meet af aan duidelijk waar hij vanaf 2023 de mosterd zou halen: op de hoogtemeters die hij meteen vond op La Halluinberg (Fr.), de Radjugendtour (Oost.), het Critérium Européen (Lux.), de Vuelta al Bayo Aragon (Sp.) waarin de prestaties beter waren dan de uitslagen deden vermoeden. In eigen land behaalde hij zijn beste resultaten: derde in Laneffe en Aalbeke, vijfde in Balegem. Meest genoegen beleefde hij onder de taalgrens in de Triptyque Ardennais (9de) en de Tour de la Basse Meuse (7de).  

Cas zag in 2024 reikhalzend uit naar zijn overstap naar de junioren omwille van de verdubbelde afstand en de verhoogde lastigheidsgraad die natuurlijke bondgenoten zouden zijn. Een weekend na zijn derde plaats (na Edouard Claisse en Nicolas Aernouts maar vòòr 130 anderen) in het selectieve Orroir behaalde hij zowaar de allereerste overwinning in Florennes, een highlight net als de tiende plaats in Herbeumont en het podium in de GP du Haut-Pays van Montignies-sur-Roc. Eén en ander werd nog ruim overtroffen door zijn opmarsin de Vuelta a Cantabria, waar hij dermate imponeerde dat hij meteen kon overstappen naar de u19 van het pro continentale Polti-VisitMalta.

Cas is evenwel (nog) niet voor één levensgat te vangen. Zo studeert hij aan het GO! Atheneum Avelgem: Technologische Wetenschappen (8u wiskunde!) als doorstroomfinaliteit voor burgerlijk of industrieel ingenieur. En tussendoor houdt hij het brein fris met koersen op niveau. 

Hij was zijn prille lente 2025 aardig aan het stofferen: daags na zijn tweede plaats (na Edouard Claisse) in Orroir hernieuwde hij zijn overwinning in Florennes. Hij kon dus onbevangen toeleven naar zijn eerste grote afspraak van het seizoen: La Bernaudeau (Fr.) die in de Vendée de 132 km. verbindt tussen La Roche-sur-Yon en La Tardière met 1633 vertikale meters. Cas was er de beste na de sakkerse Claisse, niet zijn zwart beest maar iemand die hij veel respect toedraagt voor diens solo van 43 km. waarmee hij bijna anderhalve minuut van hem wegreed. Daar viel weinig tegen in te brengen al probeerde Cas het wel. De eerste uitval kon hij met een Amerikaan nog pareren maar bij de tweede moest hij passen. Edouard reed tergend meter voor meter weg van Cas, die er wel in slaagde de dichtste ereplaats te vrijwaren die een beetje de smaak van de overwinning mocht hebben.

Eén en ander leverde een selectie met Cycling Vlaanderen op voor de E3 Saxo Classic van en naar Harelbeke, een manche van de Nations Cup met vanaf de Kattenberg dezelfde finale als de grote jongens die aan zijn thuis voorbijkomt. Zo vèr is Cas evenwel niet geraakt. In de aanloop naar de eerste helling kwam hij bij het positie kiezen ten val  en brak een sleutelbeen. Een schone breuk weliswaar die inmiddels in Herentals operatief verholpen is maar die hem toch een tijdje uit competitie haalt. Geen drama dus want zoals ene Johan Cruijffooit orakelde: elk nadeel hep een voordeel.

Het overkwam Cas op het minst ongeschikte moment want daardoor kan hij in plaats van een persoonlijke stage met opa en oma in de Pyreneeën met de klasgenoten een Geïntegreerde Werk Periode meemaken in Berlin, die hij anders niet zonder spijt had moeten missen. Het gevoel is dubbel want de Pyreneeën stonden in functie van de Ain Bugey Valromey Tour (Fr., 10-14 juli), één van zijn hoofddoelen voor een sollicitatie door een Devo Team, waarvan er overigens al enkele hun licht opstaken.

Cas is de zoon van Joost De Smeyter, een talent van het bouwjaar 1974 net als Mario Aerts, Andy Caboor (recentelijk overleden), Glenn D’Hollander, Danny Jonckheere, Geert Omloop, Frank Vandenbroucke, Hendrik Van Dijck, Rik Verbrugghe, … die hun symfonie niet konden voltooien en Joost al zeker niet want in de Nijverheidsprijs van Deerlijk 1993 brak hij bij een ware doodsmakeen dijbeen en een heup. In die bange dagen was er voor een snel herstel nog geen Lieven Maesschalck beschikbaar zodat Joost als coureur niet meer verbeterde en al op zijn 21ste de eer aan zichzelf hield en iets duurzamers verzon om zich in de wielrennerij te handhaven: de kwalificatie A-trainer wielrennen verwerven via de Vlaamse Wielerschool en het Bloso onder leiding van Ferdi Van den Haute en docent worden aan de Wielerschool van Ronse, waar ene Thomas De Gendt door de jaren heen één van zijn meest fascinerende leerlingen was.  

Last but very not least is Joost een gerenommeerde duivenspecialist, een via zijn opa zaliger uit de hand gelopen passie die zijn core business is geworden: een adept van de zware fond voor de internationale vluchten waarvan hij er een resem won, als exposure vergelijkbaar met de matchen in het voetbal om de verkoop, inzonderheid aan Aziaten, te stimuleren. Het bangelijkste probleem in dit vak is de rigide beveiliging van de hokken.

Wat indien Joost had kunnen kiezen tussen succes met de blauwe geschelptenen een gestoffeerd palmares als wielrenner? Voor Cas zal die keuze wel nooit aan de orde zijn want behalve de koers houdt hij een studieplan A achter de hand én: het één hoeft het ander niet uit te sluiten.

De inbreng van Fred Vandervennet, de eerste trainer-coach van Remco Evenepoel en meer anderen, is voor de De Smeyters een absolute meerwaarde.

“De drievoudige Belgische kampioen op de marathon is een supermens”, jubelt Joost, “een vakman die mijn langdurige tussentijd als mentor overbrugt, doet heropleven en die oldskool tot een moderne versie, wars van fantasietjes, verheft.”

Cas is een bofkont, een beetje out of the blue zoals Vos Coleman. Die twee zien mekaar vanaf mei terug, wellicht worden Liège-Bastogne-Liège (11 mei) en de Ronde van Vlaanderen (Oudenaarde, 25 mei) Cas’ eerste voorname objectieven.  

woensdag 2 april 2025

Sander WILLEMS moet even verder zonder zijn compagnon de route Vic DE SMET

 

Ook voor de nieuwelingen zit de eerste voldragen maand erop, waarin ze een beperkte agenda kregen af te werken.

Moos Mevissen (een voor Isorex uitkomende Nederlander) is de lijstaanvoerder aan dankzij winst in de GP Monseré en de dichtste ereplaats (na zijn kompaan) Tobias Flajs in de Halluinberg Classic (Fr.). Jammer dat hij als Isorexiaan niet mocht deelnemen aan de Chrono Challenge in Borlo, waar Sander Willems bij afwezigheid van Vic De Smet weinig tegenstand ondervond. Enkel Tristan Depoorter (+24”), Stan Jammaer (+26”), Timothy Verhulst (+28”) en Daan Van Raemdonck konden het verschil onder de halve minuut houden.

 

Dat zou ongetwijfeld ook Vic De Smet gedaan hebben (of wie weet?) maar na zijn demonstratie op de openingsdag in Staden bleef hij spoorloos in de uitslagen. 

Op de krokusstage met Avia-Rudyco voelde hij zich zo zen dat hij zich, in weerwil van een opstekende groeispurt (6 cm. in twee weken) aan overacting bezondigde. Hij stak er alle junioren naar de kroon maar betaalde daar een prijs voor: een knie die het helemaal liet afweten en om rust en behandeling smeekte. Zijn groeischijven zijn nog steeds in volle actie en pushen hem straks boven de 1,80m, een (on)genoegen dat hij met zijn tweelingbroer deelt maar waaruit hij sterker en bezadigder zal komen. De jongste signalen zijn geruststellend: de specialist gaf hem maandag een inspuiting die hem toelaat om vanaf morgen zijn fietstraining behoedzaam te hernemen. Indien pijnvrij mag hij komend weekend zelfs koersen maar normaliter zal zelfs het PK tijdrijden van donderdag 10 april in Herzele te vroeg komen in tegenstelling tot de Chrono Challenge van Poperinge op 26 april en bovenal de Ronde van Vlaanderen op Hemelvaartdag 25 mei in Oudenaarde.

Michel Geerinck en Johan Molly houden Vic nauwlettend in de gaten dat hij niet opnieuw buiten zijn oevers treedt. Johan heeft trouwens voor deze namiddag een bikefit geregeld om zijn fietspositie te optimaliseren.

 

Enkele éérstejaars deden het uitstekend in maart, inzonderheid Stan Jammaer, die in Lierde een pittige koers won en met enkele dichte ereplaatsen omkranste, vooral de derde in de tijdrit van Borlo, waar wegkampioen Timothy Verhulst bevestigde dat hij van deze discipline een voornaam werkpunt heeft gemaakt.

Mathis Vandenheede, Flynn Delanghe, Alexander Bastiaens, Miel Heuninck, Brent Biesbroeck, Jelle Vanhove en Gust Van Welde mogen het als een compliment interpreteren dat ik hen in Borlo dichter had verwacht. Dat moet beter op hun respectief PK en in Poperinge.

 

Mathiz Tielens boekte als eerstejaars twee overwinningen, opgelijst met een zevende plaats in Borlo waar hij het als titelverdediger van het bouwjaar 2010 weliswaar moest afleggen tegen Stan Jammaer.

 

Ook Robrecht Viaene en Jules Vydt lieten zich van hun beste zijde zien met fraaie ereplaatsen én een mooie overwinning. Zij haalden al evenmin de neus op voor de tijdrit in Borlo, waar ze 8ste respectievelijk 17de werden.

 

dinsdag 1 april 2025

Edouard CLAISSE en Vos COLEMAN

de meest spraakmakende junioren

 

Voor de wielerjeugd zit de eerste voldragen maand erop. De junioren hadden, niet in het minst in eigen land, wel al aardig wat werk aan de winkel maar ook over de grenzen was er beweging.

Edouard Claisse was in de eerste lentemaand de meest spraakmakende junior. In het openingsweekend werd hij op zaterdag vijfde in de tijdrit en won hij op zondag de rit-in-lijn van de GP San Vicente - Costa Blanca (Sp.). De zondag daarop werd hij twaalfde in de GP Les Franqueses (Sp.) en vierde hij zijn terugkeer in eigen land (het Henegouwse Vaudignies nabij Chièvres) met winst in Orroir - Mont de l’Enclus. 

But we ain’t seen nothing yet: na Spanje veroverde hij ook Frankrijk met eclatante winst (grote voorsprong) in La Bernaudeau (Fr., Vendée) en in de tweedaagse Tour du Bocage et de l’Ermée. Daar moest hij het nochtans eerst tweemaal afleggen tegen Thibaut Van Damme: op zaterdag in Montenay en op zondagmorgen in de tijdrit in Ambrières-les-Vallées. In de tussenstand telde Claisse vier seconden mali op de Kruisemnaar, die zich in de namiddagrit als een nieuweling liet verrassen door de blitzstart die hij niet meer kon rechtzetten. Het had meer dan wat te maken met een recente ziektetoestand en het daardoor innemen van antibiotica die hem in de derde rit parten speelde maar hem het vertrouwen naar de volgende koersen geenszins ontneemt. 

Voor Claisse lag het zegepad wijdopen om zich alle klassementen toe te eigenen: de tijd, de punten en de bergprijs. Edouard mocht bovendien geamuseerd toekijken hoe zijn jonge kompaan (CC Chevigny) Emil Siegers de slotrit won en in het eindklassement klom naar de tweede plaats.  

 

Edouard is niet de kleinzoon maar wel de zoon van de bescheiden ex-renner Joël Claisse (60), die 37 jaar geleden zijn voornaamste overwinning behaalde op de Mont de l’Enclus, terminus van de tweede rit van de franco-belge 1988.

Insiders beweren dat Edouard met overdreven trainingsijver nu al (té) fanatiek voor zijn vak leeft. Vorig jaar kon hij als eerstejaars tijdens een sterke nazomer alsnog een selectie afdwingen voor het WK in Zürich, waar de beste Belg werd met een elfde plaats. Dit jaar wil hij in het algemeen nog beter doen, al moet hij zich daar eigenlijk niet druk meer over maken want hij heeft zich voor 2026 al verzekerd van een plaats in Wanty-Nippo-ReUz, het Devo Team van Intermarché-Wanty.

 

Edouard Claisse werd als maatstaf gemist in Kuurne, Nokere Koerse, de Guido Reybrouck Classic (Damme), de E3 Harelbeke en de Chrono Challenge in Borlo, waarin hij zou geconfronteerd worden met onder anderen Vos Coleman, de veropenbaring van het seizoenbegin. 

 

Coleman werd als topper veel minder verwacht dan Claisse maar dat belette de goedlachse Merelbekenaar niet om te excelleren én te winnen in Damme en in de tijdrit van Borlo. Zien we die twee antagnonisten de komende weken een duel aangaan in bijvoorbeeld Paris-Roubaix of in de Ster van Zuid-Limburg?

 

Derde uitblinker van maart 2025 is de onvolprezen Thor Michielsen, een vat vol strijdlust die in Nokere Koerse ondanks een nadelige uitgangspositie door een pijnlijke val en met een bloedende rechterhand als primus door de finish reed na een pittige finale. Thor bevestigde zijn strijdlust in Damme en in Harelbeke en illustreerde in Borlo (9de) dat hij, zoals beloofd, van het tijdrijden een voornaam werkpunt had gemaakt. 

 

Tuur Verbeeck zorgde er met een sterk nummer in Kuurne voor dat de lente van het R.EV Cycling Team nu al grotendeels geslaagd is.

 

Minstens even straf was wat Mikita Babovich in Harelbeke neerzette. Hij werd al in 2024 door Francis Van Mechelen als célèbre inconnu in bescherming genomen en in diens Cannibal B Victorious geïntegreerd. Mikita behaalde, als de dubbele kampioen van zijn land, vanaf de zomervakantie de ene overwinning na de andere. Toch kostte het hem alle moeite van de wereld om voor de hardvochtige UCI-commissarissen administratief in orde te zijn voor het EK in Limburg, waar hij door de voorafgaande heisa niets kon forceren. 

Eén en ander zal hij dit jaar dubbel en dik ophalen. Na een schoorvoetend seizoenbegin hebben ze dat een eerste keer stevig ondervonden in de loodzware (want identieke finale als de profs) E3 Harelbeke, de eerste manche der Nations Cup, waarin hij als één van de eerste aanvallers alsnog wegreed uit de compacte groep der favorieten waarin onder anderen Jasper Verbrugge, die op advies van zijn mentor Patrick Huyghe, de weg van de gestage maar duurzame progressie bewandelt, werd eerste Vlaming niettegenstaande ook hij al van een vroeg offensief deel uitmaakte.


vrijdag 28 maart 2025

Tadej POGAčAR zal gemist worden maar is niet onmisbaar in de

 

E3 Saxo Classic HARELBEKE

Vlaanderens spectaculairste

 

De E3 Saxo Classic Harelbeke is voor mij een mix van jeugdsentiment en spitsvondige innovatie. Zoveel Bourgondische belévenissen destijds op gang getrokken door wijlen Nesten die in de publiekstent tot groot vermaak van velen stond te karikaturen. Rik Delneste was ook de gangmaker van de après-course, het verlengstuk van een waar volksfeest.  

 

Misschien wel de meest beklijvende momentopname was op 1 april 1978, de huwelijksdag van wijlen Pierre Lano, medesponsor van Freddy Maertens, die dankte met een overwinning en door de kersverse bruid Myriam Deryckere gefeteerd werd.

 

De grote koers van Harelbeke werd in 1958 gekerstend onder de noemer Harelbeke-Antwerpen-Harelbeke. Het begroette de regional hero Armand Desmet als opener van de erelijst. De Waregemnaar, die op het eindpodium van de drie grote ronden had kunnen staan, was een passende lijsttrekker.



Het epitheton E3 had er op dat moment nog geen uitstaans mee maar was wel al een autosnelweg tussen Harelbeke en Antwerpen en dus achtte de organisatie het gepast om vanaf 1970 uit te pakken met ‘E3 Prijs Harelbeke’.

Rik Van Looy had dan al viermaal zijn welluidende naam neergeplant op de uitpuilende erelijst, hij was er zowat het vlaggenschip van. 

De tsunami van ronkende winnaarsnamen zette zich voort met Roger De Vlaeminck in 1971 (11 jaar later geklopt door Jan Bogaert!), Herman Vanspringel in 1974, Frans Verbeeck in 1975, Walter Planckaert in 1976, Didi Thurau in 1977, Freddy Maertens in 1978, Jan Raas (loepzuivere hattrick vanaf 1979), Eric Vanderaerden in 1986, Eddy Planckaert in 1987 en 1989, Guido Bontempi in 1988, Johan Museeuw in 1992 en 1998, Peter Van Petegem in 1999, Andrei Tchmil in 2001, Filippo Pozzato in 2009, Fabian Cancellara een bijna hattrick vanaf 2010, Peter Sagan in 2014, Geraint Thomas in 2015, Michal Kwiatkowski in 2016, Greg Van Avermaet in 2017 en Wout van Aert in 2022 & 2023, Mathieu van der Poel in 2024.

De excellenties Eddy Merckx  en Walter Godefroot ontbreken in die bloemlezing, daar stak ene Hubert Hutsebaut een stokje voor op die voorzomerse zaterdag 25 maart 1972.


Weinigen die het voor mogelijk hielden dat iemand ooit de loepzuivere hattrick (plus één) van Rik Van Looy zou kunnen evenaren, laat staan overtreffen. Dat was dan zonder de waard - Boonen gerekend, die vanaf 2004 zelfs een vierslager realiseerde en in 2012 (na twee dichtste ereplaatsen op rij) nog een vijfde keer won. Tom Boonen is de ontegensprekelijke monsieur E3.

 

De ‘grote koers’ van Harelbeke ondernam een gestage klim in de hierarchie van de ééndagskoersen (1.1 -> 1.HC -> 1.WT2). Indien de veel jongere Strade Bianche aanspraak maakt om het zesde monument te zijn, wat dan met de E3 Harelbeke met vier keer zoveel anciënniteit en een heterogener deelnemersveld, waarmee het veel oudere Gent-Wevelgem onmiskenbaar is bijgebeend. En foei zij die het riskeren om de E3 Harelbeke te decimeren tot een mini - Ronde van Vlaanderen. Het is blasfemie van de hoogste graad. 

 

De E3 Saxo Classic Harelbeke is Vlaanderens spectaculairste en mijn mooiste, maar 42 jaar jonger en een uur korter, het heeft geen extra gekruide finale nodig om te boeien. Deze organisatie blinkt liever uit in exposure en originaliteit maar bovenal draagt het de veiligheid torenhoog in het vaandel. 

Tycoon Jacques Coussens en zijn keurkorps blinken jaar na jaar uit qua inventiviteit en innovatie, vervat in hun E3 Gazet. Naar aanleiding van hun 60ste editie was er bovenal hun diamanten boek ‘E3 Harelbeke, excentrieke klassieker’.

 

Hand in Hand Harelbeke verdient ook dit jaar een laureaat die naadloos aansluit bij de coryfeeën van de vorige edities. Wout van Aert deed dat in 2022 en 2023, Mathieu van der Poel volgde hem op. Tadej Pogačar zal er dit jaar uiteindelijk niet bij zijn om de volgorde van het podium 2023 bij te sturen. Hij veronachtzaamt overmorgen ook aan Ieper-Wevelgem omdat hij voor Paris-Roubaix heeft gekozen, op 13 april zestien respectievelijk veertien dagen na Harelbeke respectievelijk Wevelgem. 

 

Een inrichter, die alles tot in de kleinste puntjes uitstippelde, wordt daar niet bepaald vrolijk van. Jacques Coussens al zeker niet, hij mag zijn 25.000 E3 gazetten als gedateerd opzij schuiven.

Ik ga mij, evenmin als Hand in Hand Harelbeke, verliezen in verwijten. Een valse noot is dit niet, laat staan een schuldig verzuim maar wat Tadej, al of niet opgedrongen door de ploegleiding, besliste is allesbehalve fraai. Hij had reeds zovelen lekker gemaakt om hem in zijn regenboogtrui te zien meedingen voor de primus van de 68ste E3.

 

Ik ga het Pogačar absoluut niet toewensen maar stel dat hij in de Hel van het Noorden al in de beginfase (wars van fysiek leed) door brute pech wordt uitgeschakeld dan zal hij misschien beseffen wat hij aan de koersgekke Leie liet liggen. Leedvermaak zal daarbij ongepast zijn maar karma of immanente gerechtigheid kun je niet tegenhouden.

Uiteraard zijn Tadej en de zijnen vrij om hun programma samen te stellen en aan te passen naar eigen bestwil maar empathie zal het hem niet opgeleverd hebben.



dinsdag 25 maart 2025

Vermeende Brit is een volbloed Merelbekenaar

 

Vos COLEMAN 

from Zero to Hero !

Na Duarte Marivoet in 2023 en Aldo Taillieu in 2024 is er opnieuw een junior out of the blue opgestaan die evenveel in zijn mars heeft als men vanuit divserse hoeken wilde laten uitschijnen. Zelfs Tom Van Damme sprak er mij in september over aan en dat kon geen verdachte bron zijn. 

Vos Coleman; eerst dacht ik, zoals zijn naam (met één o) insinueerde, aan een Britse passant want de voorgaande jaren kwam zijn naam amper in de uitslagen voor. Hij begon bij de aspiranten als laatstejaars met uitrijden als hoogste goed. Bij de nieuwelingen verging het hem al iets beter met Poeke tot tweemaal toe als highlight: halfweg juni 2023 werd hij er (na de snellere Bas Vandenbulcke) tweede en bijna drie maanden sloot hij er zijn seizoen af met een vierde plaats. 

Dat waren evenwel wedstrijdjes waarvan de kwantitatieve bezetting (telkens twee dozijn) te wensen overliet. Hij nipte ook even zonder bijval van het veldrijden en dus nam Vos zijn schaarse ereplaatsen op de weg mee in het winterreces maar toch vroeg de goegemeente zich af wat het met die vriendelijke jongen uit Merelbeke worden bij de junioren? Hij reed toen in de kleuren van Isorex, dat hem als meeloper verrassend veel aandacht schonk en hoe terecht want er zat inderdaad aardig wat rek op, daar had hij zelfs geen overwinning voor nodig. Het was zelfs JEGG - De Jonge Renner Academy niet ontgaan want hij maakt er dit seizoen als tweedejaarsjunior deel van uit van de onderste trap van Visma l Lease a Bike - piramide.

Vanwaar die abrupte ommekeer ten goede? Die nam als neo-junior een aanvang in het regionale circuit waarin hij enkele betere uitslagen liet optekenen. In het driedaagse Vermarc Project ging hij een stap verder: zesde in de eerste daguitslag én in het eindklassement. Zoiets geeft de burger moed en bij Vos was dat niet anders, al stelde hij teleur in Aubel-Thimister-Stavelot die hij niet eens uitreed.

Zijn vierde plaats in de sterk bezette regionale koers van Brakel-Elst halfoogst 2024 was een scharniermoment, dat hem oplaadde voor de Triptyque Ardennais, waarin hij uitpakte op de slotdag met een zesde plaats in de lastige rit van en naar Vielsalm en een zevende in het eindklassement. Begin september werd hij ook zesde in de GP du Haut-Pays van Montignies-sur-Roc. 

Met één en ander blaas je op verre na niet iedereen omver maar er was ook het klimproject van Belgian Cycling waarmee hij het wel deed. Zijn waarden waren verbazend. Vincent Laporte, scout voor Visma l Lease a Bike, kwam er achter en hield contact. Vos liet het zich welgevallig en Laporte werd zijn trainer. Vergeet bij één en ander ook niet dat Vos (°8 oktober 2007) het hele seizoen als 17-jarige doormaakte.

Vos Coleman belandde dus vanaf de winter 2024-2025 in een andere wereld, met de meer beslagen Senne Brys en Mauro Keppens als Vlaamse kompanen. Zijn prille seizoenbegin 2025 was behoorlijk maar niet overweldigend: 7de in de Gran Premi Les Franqueses del Vallès (Sp.), waarin Edouard Claisse het jaar voordien vierde werd als eerstejaars. In Nokere Koerse, waarvoor Vos pas te elfder ure werd opgeroepen, die, bleef hij steken op de 16de plaats omdat de koers niet echt openbrak. Hij was er desalniettemin de smaakmaker die tweemaal vooropreed en in de finale in dienst van de ploeg de kloof dichtte op een kopgroep vol sterke namen. 

Vos verkeerde dus in bloedvorm. Zijn uur, of juister uitgedrukt, zijn kwartier sloeg vorige zaterdag in de 11,4 km. tijdrit van de Guido Reybrouck die hij in 13’27” afvlamde op nog geen volle seconde van de verrassende Brit Dylan Sage en in identiek dezelfde tijd als de Amerikaan Ashlin Barry. In de Damse tweedaagse is de zaterdagse tijdrit meestal doorslaggevend voor de eindafrekening en wanneer je er ook daar zo dicht bij bent, ga je er toch voor? Vos liet het zich geen tweemaal zeggen.

De milde weersomstandigheden inspireerden niet meteen tot een heroïsche strijd op de kasseien van het Brugse Ommeland, die Coleman toch aanging. De notoire smaakmaker Thor Michielsen (na een matige tijdrit) lanceerde de koers met de Puurse (familie Dalving) Zuid-Afrikaan Gustav Roller en Håkon Eiksund Øksnes, de Noorse kompaan van Coleman, die op zijn beurt met Michiel Mouris (de EK tijdrijden 2024 en de NK veldrijden 2025) en Gijs Schoonvelde, de Nederlanders van Team Grenke - Auto Eder, aansloot. Allen waren even gretig gefocust op de dagzege en het optimaliseren van hun klassement. In verband met dat laatste stond Vos er het best voor want Dylan Sage en Ashlin Barry gaven niet thuis en werden met de hoofdmacht op driekwart minuut gezet zodat de Nederlanders het onderling konden uitmaken voor de dagzege, een duel waarop Coleman als eindwinnaar in spe geamuseerd toekeek. 

Quo vadis, Vos Coleman? Eerst werd hij getaxeerd als iemand voor de hoogtemeters, vorige zaterdag als tijdrijder en 's anderendaags leek ook het Vlaamse werk zijn ding te kunnen zijn. Laat het ons tot nader order bij potentiële allrounder houden en met deze embarras du choix waarmee hij nog meer dan even wil doorgaan. Op zijn 18de geboortedag per 8 oktober zal hij al veel meer te weten zijn gekomen maar uitsluitsel is ook dan nog niet aan de orde. 

Met de slechts twee jaar en twee maanden oudere Matthew Brennan had hij in 2023 alvast een inspirerende voorganger op de Damse erelijst en een trekkend voorbeeld binnen de Visma l Lease a Bike piramide. Voor Vos Coleman zal het (hopelijk) niet helemaal ten koste gaan van zijn studies aan de Gentse Freinetschool want voor Vos is trainen en koersen het beste dat er kan zijn maar zelfs hij moet nog iets anders achter de hand houden.

Zijn steile opmars heeft hem geen windeieren gelegd. Komende vrijdag behoort hij tot de nationale selectie voor de E3 Harelbeke, een kanjer bulkend van de pittigste Vlaamse hellingen, een traject dat hij intussen al verkend heeft. Nokere heeft hem geleerd dat hij van het Vlaamse reliëf niet al teveel schrik moet hebben.

maandag 24 maart 2025

Guido Reybrouck Classic

… where stars are born …

 

Drie nieuwe parels aan de rijke Damse kroon

 

Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid heeft de 18de editie van de Guido Reybrouck Classic meerdere nieuwe groeidiamanten opgeleverd na Dylan Groenewegen (2010), Taco van der Hoorn (2011), Jasper Philipsen (2016), Remco Evenepoel (2018), Samuel Watson (2019) en Vlad Van Mechelen (2022) als opeenvolgende winnaars. In 2023 was er zelfs een trio gelauwerden met een grote toekomst: Sente Sentjens (tijdrit), Steffen De Schuyteneer (wegrit) en bovenal de Brit Matthew Brennan (eindzege) die inmiddels als contractrenner voor Visma - Lease a Bike reeds vijf overwinningen behaalde waarvan de GP de Denain vorige donderdag de mooiste is. 

De Fransman Louis Chaleil (tijdrit en eindzege) en Hector Alvarez (wegrit) waren de winnaars van vorig jaar. De kloeke Spanjaard werd naderhand de Europese vice-kampioen en de zesde van het WK, dat op magistrale wijze gewonnen werd door de Italiaan Lorenzo Finn, die vorig jaar in Damme elfde werd in de tijdrit en zestiende in het eindklassement. Aldo Taillieu was toen de absolute veropenbaring die na een verrégende chaotische finale op zondag ei zo na nog eindwinnaar werd. 

2025 wilde niet onderdoen. Op zaterdag ijlden acht adepten van het bouwjaar 2007 en twee van 2008 de 11,4 km. tijdrit aan een gemiddelde van meer dan 50 km. per uur. Het dagpodium (de Brit Dylan Sage, de Amerikaan Ashlin Barry en Merelbekenaar Vos Coleman) eindigde binnen dezelfde seconde waarbij het flirtte met de 51 km./u. Dagwinnaar Sage deed er zeven seconden minder over dan vorig jaar Louis Chaleil, die het toen verrassend haalde van Jasper Schoofs (+5”). Zij waren toen de enigen die een gemiddelde haalden van ruim 50 km. per uur. Aldo Taillieu bleef daar net onder maar was niettemin dé verrassing van de vroege lente, die drie weken eerder Kuurne-(Brussel)-Kuurne had gewonnen. 

Dit jaar was het Vos Coleman die out of the blue opdoemde en op zondag zijn seconde achterstand in de tussenstand in een klinkende eindzege kon omzetten via een verwoede aanval met zijn Noorse kompaan Håkon Eiksund Øksnes. Michiel Mouris en Gijs Schoonvelde, de Nederlanders van Team Grenke - Auto Eder (het satellietteam van RedBull-BORA-hansgrohe), werkten er maar al te graag aan mee. Het leverde hen de dagzege én de accessieten van het eindpodium op. De Britten waren een beetje de losers van de zondag: leider Dylan Sage (Cannibal Victorious) schoot er het eindpodium zelfs helemaal bij in en Henry Hobbs (de WK individuele achtervolging), de 16-jarige Leon Atkins en Luca Bednarek van het sterke collectief van Fensham Howes - Mas Design kwamen er minder aan te pas dan ze voor ogen hadden.


zaterdag 22 maart 2025

Eddy MERCKX wist er 7x raad mee ...


MILANO-SANREMO

de gemakkelijkste om te rijden,

de moeilijkste om te winnen

 

Milano-Sanremo zou voor Eddy Merckx de moeilijkste klassieker zijn om te winnen want hij zou op de via Roma keer op keer door snellere concurrenten overruled worden. Dat heb ik, zoals niet weinig anderen, zestig jaar geleden abusievelijk ingeschat. De Primavera werd zowaar de grote koers die hij het vaakst won. 

Eddy liet er van meet af aan geen twijfel over bestaan: zijn eerste twee deelnames (in 1966 en 1967) zette hij in klinkende overwinningen om. 

Eddy ging bij zijn eerste deelname op 19 maart 1966, drie maanden vòòr zijn 22ste verjaardag, van vrij vèr aan. Van vrij vèr, was letterlijk te nemen = op 100 km. van de finish toen hij met ruime groep achtervolgers de vroege vluchter Guido Carlesi opraapte en dat gezelschap tot 15 eenheden uitdunde onder wie Lucien Aimar (die vier maanden later de Tour zou winnen), Franco Balmamion (winnaar van de Giro 1962 en 1963), Michele Dancelli (die zes weken later La Flèche Wallonne zou winnen en in 1970 de Italiaanse ban in Sanremo zou breken), Roberto Poggiali (winnaar van La Flèche Wallonne, waarin Merckx zijn profdebuut maakte), Raymond Poulidor (de winnaar van 1961), Herman Vanspringel, … Eddy lokte ze allemaal mee in een eerste groot offensief. Zoals hij vijf jaar eerder Rik Van Looy lapte, zo probeerde Poulidor zich ook voor Eddy Merckx uit de voeten te maken maar tevergeefs. In een langgerekte krachtspurt haalde Eddy het nipt van het duo Durante-Dancelli, waartussen Vanspringel zich wurmde voor een precieus plekje op het 57ste podium van de Primavera

Ook in 1967 koos Merckx voluit voor het offensief, dit keer vanaf de Capo Berta (op 50 km. van de finish) met Gianni Motta als enige compagnon de route. Het goed samenwerkende duo werd toch nog in de laatste kilometer achterhaald door Franco Bitossi en Felice Gimondi. Eddy moest vooral de intrinsiek snellere Franco vrezen maar na een koers van bijna 300 km. aan de recordsnelheid van 45 km./u. waren de restérende krachten bepalend.

Merckx won de eerste twee keer op atypische wijze.

Van dan af werd Eddy efficiënter door als puncher de slaagkansen van de sprinters te anticiperen, waarbij zijn behendigheid en zijn durf, met dank aan zijn opleiding als pistier, hem aardig van pas kwamen om de geslagen kloof op de Poggio in de afzink te consolideren of zelfs uit te bouwen. Op de duur was het verbazender als Eddy niet won dan wanneer wel.


Roger De Vlaeminck, volgens mij (ook qua palmares) de beste ééndagscoureur na Merckx, benaderde Eddy in Sanremo het dichtst. 

Rik Van Looy hield Miguel Poblet in 1958 van een loepzuivere hattrick. In 1954 had Rik Van Steenbergen in een massaspurt gewonnen.

Het laatste wat je mag doen is Milano-Sanremo laagdunkend tot een vluchtklassieker decimeren. La Primavera werd nooit gewonnen door Vlaamse vluggerds als Walter Godefroot, Freddy Maertens, Eddy-Jo-Walter-Willy Planckaert, Guido Reybrouck, Ward Sels, Patrick Sercu, Rik Van Linden, Willy Vannitsen, Frans Verbeeck, …..  

Zij haalden niet eens het podium zoals Tom Boonen, Eric Leman, Johan Museeuw, Leon Van Daele, Eric Vanderaerden, ….. wel deden.


Ook merkwaardig dat vier winnaars geboren werden op 18 maart daags vòòr de geijkte datum (Sint-Jozefsdag) van Milano-Sanremo: Costante Girardengo in 1898, Miguel Poblet in 1928, Rudi Altig in 1937 en Fabian Cancellara in 1981. 

Guido Reybrouck Classic

… where stars are born …

 

Tadej POGAčAR werd 23ste in 2016, 

Lorenzo FINN 16de in 2024

De Guido Reybrouck Classic werd in 2006 in leven geroepen als huldebetoon aan de toen zwaar zieke ex-toprenner, die evenwel door het aanwenden van propolis wonderbaarlijk genas. Het blééf de Classic in plaats van de Memorial te worden. 

De jonge erelijst spreekt al boekdelen met onder anderen Dylan Groenewegen (2010), Taco van der Hoorn (2011), Jasper Philipsen (2016), Remco Evenepoel (2018) en Samuel Watson (2019) en Vlad Van Mechelen (2022) als opeenvolgende winnaars. 

In 2023 was er zelfs een trio gelauwerden met een grote toekomst:  Sente Sentjens (tijdrit), Steffen De Schuyteneer (wegrit) en de Brit Matthew Brennan (eindzege). Laatstgenoemde heeft inmiddels voor Visma - Lease a Bike reeds vijf overwinningen als contractrenner behaald waarvan de GP de Denain vorige donderdag de mooiste is. 

De Fransman Louis Chaleil (tijdrit en eindzege) en Hector Alvarez (wegrit) wonnen vorig jaar. De kloeke Spanjaard werd naderhand de Europese vice-kampioen en de zesde van het WK, dat op magistrale wijze gewonnen werd door de Italiaan Lorenzo Finn, die vorig jaar in Damme elfde werd in de tijdrit en zestiende in het eindklassement werd. Aldo Taillieu was de absolute veropenbaring die ei zo na in de verrégende finale op zondag nog eindwinnaar werd. 

Ook dit jaar zullen het geen pannenkoeken zijn die op de diverse podia worden geroepen. Hou in dat verband vooral de uitstekende tijdrijder Yasu Vervoort van het R.EV. Brussels Cycling Team, Thor Michielsen (de energieke winnaar van Nokere Koerse) van Avia-Rudyco, de onvolprezen Mikita Babovich van Cannibal B Victorious, de Brit Henry Hobbs (de WK individuele achtervolging) van het Fensham Howes - Mas Design en de Amerikaan Barry Ashley van de JEGG-DJR Academy in de gaten evenals het internationale zestal van Soudal - Quick-Step. Last but very not least Jinze Joris (Acrog-Tormans), die vorig jaar de Damse prelude der nieuwelingen won vòòr Mauro Keppens

Nog meer aanstaande coryfeeën maakten indertijd hun opwachting in Damme maar konden dat niet in een triomf omzetten, in alfabetische orde zijn dat onder anderen: Ethan Hayter (2de in 2016), Olav Kooij (19de in 2019), Tom Pidcock (5de in 2017), Fred Wright (33ste in 2016) en zowaar ook Tadej Pogačar (23ste in 2016).


woensdag 19 maart 2025

Thor MICHIELSEN

van smaakmaker tot winnaar

Thor Michielsen (Retie) werd al vaker geprezen om zijn ongebreidelde strijdlust bij de nieuwelingen, waarbij de prestatie primeerde op het resultaat wat dus niet altijd de juiste beloning opleverde.

Bij de junioren leken de kansen gekeerd. Thor werd, als één van de jongste eerstejaars, de individuele winnaar van de Beker van België met één punt meer dan Matijs Van Strijthem, de BK op de weg en de tweevoudige WK op de piste, en met Jasper Schoofs de beste van zijn lichting. 

Toch was Thor niet onverdeeld tevreden over 2024, waarin hij naar eigen zeggen niet het beoogde niveau haalde ten overstaan van de sterke internationale concurrentie waartegen hij inderdaad nog niet veel in te brengen had. Dat mocht hij vooral ondervinden in de Ain-Bugey Valromey, de mini-Tour van de 17-18-jarigen waarin hij helemaal achterin eindigde op ruim een uur van de Deense eindwinnaar Albert Withen Philipsen, de WK van Glasgow 2023. 

Indien geen hoogtewerker dan maar een breedtewerker ofte allrounder moet Thor gedacht hebben. Het Vlaamse en het Waalse reliëf pareert hij alvast fluitend terwijl het tijdrijden (pas 39ste in het BK te Geraardsbergen) een voornaam werkpunt is. En er wacht hem trouwens nog een herkansing in de Ain-Bugey Tour

Inmiddels heeft hij vorige zaterdag Nokere Koerse, waarin hij vorig jaar nog viel, op zijn portfolio bijgeschreven. Het zat er niet meteen aan te komen want deze triomf slaat vanzelfsprekend alles. En zie op wie hij op het podium mocht neerkijken: op Henry Hobbs, de WK individuele achtervolging die zesde werd in Kuurne, en op de Deen Mikkel Weigelt die tweede werd in Kuurne!

Het viel Thor te beurt na een zware koers waarin hij zich langdurig gedeisd hield maar, net als in 2024, toch ten val kwam maar met een bloedende rechterhand, die veel pijn ontlokte, volhardde zodat hij met een bonus van 40” over de laatste kasseistroken kon alvorens op het beton van de Waregemsestraat de oppergaai af te knallen na een pittige finale waarin ook Henry Hobbs alsnog voorin geraakte en meedeed voor het podium. Thor had als initiële bedoeling om de sprint in te leiden voor zijn occasionale en intrinsiek snellere Soudal - Quick-Step kompaan en local hero Thibaut Van Damme (zijn sidekick bij het behalen van het BK madison in de Blaarmeersen). Thor deed het met zoveel kracht en bravoure dat zijn lot zomaar  in eigen handen viel en niemand hem nog passeerde waarbij hij met genoegen vaststelde dat hij in de laatste lichthellende hectometers nog panache op overschot had. 

Dat belooft voor hetgeen volgt, te beginnen de Guido Reybrouck Classic van komend weekend, de E3 Harelbeke (28 maart) en/of Paris-Roubaix (13 april), twee manches voor de Nations Cup, waarvoor hij met de nationale ploeg hoopt geselecteerd te worden door bondscoach Angelo De Clercq. Beide oogmerken bevatten elementen van Nokere Koerse.  

De piste heeft Thor, met een knipoog van zijn mentor Kristof De Baets, deugd gedaan en verbrééd als coureur. Thor is in de verhoopte stroomversnelling gekomen waarmee hij nog meer lekkers hoopt af te dwingen met als voornaamste doelwit een overstap naar een Devo Team als 18-jarige want vergeet daarbij niet dat Thor (°17 augustus 2007) het grootste gedeelte van 2025 als 17-jarige zal doormaken.

Als student aan de Gentse Topsportschool heeft hij er niet ongaarne maar met meer bijval dan in het veld de piste bijgenomen met vooral een derde plaats in de individuele achtervolging als cliffhanger.

zondag 16 maart 2025

 

Jonas VINGEGAARD wordt 

schromelijk ondergewaardeerd


Hoe Jonas Vingegaard dan weer zijn seizoen invult, dat zou bij wielerwet verboden moeten zijn, meent Hans Vandeweghe die het staaft met: de Deen rijdt van nu tot de Tour alleen koersjes om wat ritme op te doen, en hij zal er daar een paar van winnen, waarna hij weer voor zes maanden verdwijnt.

Mag ik er Hans, die ik samen met de meer romantische Joeri De Knop als de beste wielerjournalist van Vlaanderen aanzie, op wijzen dat de zogezegd zuinig koersende Jonas, die pas vanaf 2024 vol inzette op het wielrennen, inmiddels 38 koersen heeft gewonnen en niet de minste, maar wel vooral: tweemaal de Tour (2021 en 2022) annex vier dagzeges en ook twee eindigde in 2021 en 2024, de Itzulia Basque Country 2023, het Critérium du Dauphiné 2023, Tirreno-Adriatico 2024, de Tour de Pologne 2024 en de Vuelta 2023 (twee dagzeges) met frisse tegenzin aan zijn kompaan Sepp Kuss moèst laten. Jonas komt de meeste jaren overigens uit op een best aardig aantal koersdagen: 58 in 2021, 54 in 2022, 67 in 2023 en 44 in 2024. Die laatste campagne werd gereduceerd door zijn zware val in het Baskenland, die hem bijna drie maanden uit competitie hield en waardoor hij niet helemaal klaar was voor de Tour, waarin hij het met bloed, zweet en tranen moest afleggen tegen de optimale Tadej Pogačar. Jonas ondervond nog meer krampachtigheid bij het nipt winnen van de Tour de Pologne, waarna hij zijn seizoen wijselijk vervroegd afsloot. 

Vingegaards aanpak ligt voor een stuk aan het wielerbestel, dat reductie en specialisatie in de hand werkt. Indien Eddy Merckx nu koerste dan zou hij hooguit de helft van zijn programma van 50-60 jaar geleden afwerken omdat er nu een veelvoud te verdienen valt met een minvoud aan koersdagen.

Jonas’ twee jaar jongere concurrent Tadej is gretiger maar kwam vanaf 2019 evenmin aan meer dan 60 koersdagen per seizoen, zelfs niet in 2024 toen hij er 25 van won, inzonderheid de Giro én de Tour (na telkens zes dagzeges).

De specifieke klassementsrenner Vingegaard, die behoudens de Drôme Classic 2022 geen enkele éédagskoers won, is geen allrounder à la Pogačar maar staat in mijn naoorlogse palmares ranking niettemin 156ste en zal bij leven en welzijn over afzienbare tijd vlotjes van de top 100 deel uitmaken. Tadej staat daarin reeds 18de en zal nog veel hoger klimmen.

zaterdag 15 maart 2025

Wil men naar 12 à 15 teams met elk 12 renners, die alles nog meer ‘onder controle’ kunnen houden?

 

Twee Topteams stellen veto tegen meer wildcards in de grote ronden

 

Cyclingnews.com meent te weten heeft dat de Professional Cycling Council(waarin vertegenwoordigers van de UCI, teams, organisatoren en zowaar ook … renners) op 26 maart bijeenkomen om te stemmen over het verzoek van RCS (Giro), ASO (Tour) en Unipublic (Vuelta) voor minstens één extra wildcard in hun grote ronde.

 

Twee topteams uit de WorldTour, die laffelijk anoniem wensen te blijven, meldden cyclingnews.com dat ze geen voorstander zijn van extra wildcards omdat ze tot 50 miljoen euro moeten ophoesten om deel uit te maken van de WorldTour, terwijl ProTeams voor veel minder mee genieten van de enorme visibiliteit van de topkoersen, inzonderheid de Tour.

 

RCS (Giro), ASO (Tour) en Unipublic (Vuelta) mogen vier wildcards voorbehouden aan ProTeams, dat zijn behalve de 18 WorldTeams met startplicht en de eerste twee ProTeams in de UCI-teamranking eind 2024, hetzij in het voorkomend geval Lotto en Israel - Premier Tech met startrechttout court. Omwille van de grote interesse om deel te nemen, claimen de grote ronden bij de UCI minstens één extra wildcard, waardoor én Tudor, én Uno-X én Total Energies kunnen deelnemen terwijl het expansieve Q36.5 ernaast zou grijpen. Tudor en Q36.5 kunnen wel naar de Giro naast de bescheiden inheemse teams Polti - VisitMalta en VF Group-Bardiani CSF-Faizanè.

Q36.5 en Uno-X willen (ook) naar de Vuelta en hypothekeren daarmee de kansen op deelname van het autochtone Caja Rural - Seguros, Kern Pharma, Euskaltel - Euskadi of Burgos Burpellet BH.

 

Waarom in elk van de drie grote ronden geen 25 teams van elk zeven renners (175 starters) toelaten in plaats van de gebruikelijke 22 van elk acht renners (176 starters)? Het zou de controlerende almacht van de sterkste teams reduceren en de spankracht ten goede komen. 

 

Dat zal helaas niet gebeuren aan de vooravond van het opdoemende spook van OneCycling, dat vooral uit is op een compacter en meer gesloten wielrennen waarin door de stakeholders zoveel mogelijk kan voorgeprogrammeerd worden? Indien men dat inderdaad wil, waarom dan niet meteen schakelen naar 12 à 15 teams van elk 12 renners, die de buit naar eigen goeddunken met voor elk in grotere stukken kunnen verdelen? 

Het zou neerkomen op een terugkeer naar vorige eeuw, met minder teams met meer renners. De Vuelta in het voorjaar (tot en met 1994) was overwegend schraal bezet met absoluut dieptepunt in 1977 met slechts zeven ploegen van elk tien renners. Goed dat men te elfder ure Flandria - Velda voor een klein fortuin kon vastleggen of het waren er nog tien minder. Het verloop was er ook naar: Freddy Maertens behaalde als eigenaar van de regenboogtrui (die men enkel bij de proloog in Dehesa de Campoamor te aanschouwen kreeg) 13 dagzeges, werd eindwinnaar met de tijd en met de punten, Pedro Torres won de bergprijs en Teka (met Miguel Maria Lasa, Klaus-Peter Thaler en Pedro Torres in de top negen) het ploegenklassement. Ook Michel Pollentier (zesde in het eindklassement) won zijn rit. Amper 54 renners voltooiden de 32ste Vuelta. De aansluitende Giro was veelomvattender en daarin trok Flandria zijn soevereiniteit door.

Zelfs de wonderbaarlijke Tour van 1969 had geen overschot aan kwantiatieve weelde: 13 teams van 10 coureurs. Een geprikkelde Merckx had enkel zin in heersen en niet in verdelen. Hij veroverde àlle truien én zijn Faema het ploegenklassement. Toch kon hij niet beletten dat de onooglijke Fransman Pierre Matignon, de hekkensluiter van het tijdklassement die in de andere ritten niet dichter dan de 48ste plaats was geëindigd, hem de rit naar de Puy-de-Dôme ontfutselde. De Fransman reed voor Frimatic, het team van de rijke graaf Jean de Gribaldy.

 

Wil men terug naar dit soort verhaallijnen? Néén, bedankt!

Meer ploegen met minder coureurs betekent ook minder budget en een democratischer peloton. Of wil men het topwielrennen, zoals het voetbal, liever uitbesteden aan de Emiraten wiens inbreng weliswaar welkom is maar dan wars van monopolisering.


Gevreesd mag worden dat dit allemaal zou/zal gebeuren indien het vermaledijde OneCycling van de grond komt. Het eerste wat David Lappartient dan moet doen is zich helemaal kaal laten scheren om ook visueel te gelijken op Gianni Infantino, de Zwitserse-Italiaanse tycoon, de ijskoude voorzitter van de wereldvoetbalbond Fifa.

Lappartients autocratie wordt ook geïllustreerd door het against all odds koppig vastklampen aan het vervloekte WK in Rwanda, waarbij hij een plan B niet eens in overweging wenst te nemen. Voor de afgestofte Fransman moet er dus een aardig extraatje aan vastzitten. Wat het nog pertinenter maakt: voor het WK 2025 ging het tussen Rwanda en … Rusland.