vrijdag 28 februari 2025

Magnus CORT haalt er het absolute maximum uit

 

Indien men mij vraagt naar een coureur, die het ruime maximum uit zijn gelimiteerde mogelijkheden haalt, dan moet ik niet lang nadenken om de Deen Magnus Cort Nielsen te benoemen. 

Na zijn dubbelslag in de O Gran Camiñ(in de autonome Spaanse gemeenschap Galicia) telt hij 33 zegestreepjes op de uci-kalender en is daarmee de vierde vaakst winnende Deen na Rolf Sörensen (52), Mads Pedersen (48) en Jonas Vingegaard (38) die weliswaar nòg meer kwaliteit uitrollen. Op zijn 32ste is Magnus niet uitgeteld.

 

In de klassiekers moet je Magnus niet verwachten, een achtste plaats in Milano-Sanremo 2018 was zijn hoogste goed. Vier pogingen in de Ronde van Vlaanderen brachten hem niet dichter dan de 20ste plaats. Nog minder aan hem besteed zijn de klassementen in de grote ronden. Hij reed er een dozijn van, voltooide ze allemaal behalve de Tour 2022 die hij vijf dagen na zijn dagzege in Megève met Covid-19 diende te verlaten. 

Als weinig anderen weet hij zijn momenta in die grote ronden kiezen. Negen keer lukte hem dat: één keer in de Giro, tweemaal in de Tour en zes keer in de Vuelta waarvan de helft in 2021 toen hij er het label van strijdlustigste renner bovenop kreeg. Ook in de Tour 2022 zou hij ervoor in aanmerking zijn gekomen indien men hem niet had moeten wegsturen.


Dat Magnus als junior in 2011 de Course de la Paix won en anderhalve maand later Deens kampioen werd, spande de verwachtingen rond Magnus almaar strakker op en dat verminderde er niet op toen hij twee jaar later op zijn 20ste met het continentale Team Cult twee dagzeges behaalde in de Danmark Rundt. Hij bevestigde in de eerste helft van 2014 met tien overwinningen, waarbij zelfs klassementen van korte rittenkoersen. Eén en ander volstond voor een stageplaats bij Orica-GreenEDGE, waarvoor hij meteen de openingsrit van de Danmark Rundt won. Hij kreeg meteen een lucratief contract voor drie seizoenen, waarna hij voor twee campagnes verkaste naar Astana. EF Education was vanaf 2020 zijn volgende opdrachtgever tot hij in 2024 bij het Noorse Uno-X Mobility een beetje thuiskwam in Scandinavië.


Weinig coureurs die beter zichzelf kennen als Magnus en die hun zelfkennis uitspelen tijdens gun zoektocht naar resultaten, wat van hem één der gelukkigste stervelingen van het internationale peloton maakt.

 

zondag 23 februari 2025

Reeds in 2026 willen 'ze' ermee beginnen ...

OneCycling 

doodgeborene of doodgraver 

van het huidige wielrennen?  

 

Niet voor de glans maar om het smeer 

likt de kat de kandeleer

  

De zelfverklaarde wijzen achter het schimmige project OneCycling willen al in 2026 de (naar eigen zeggen) grootste hervorming ooit van het professionele wielrennen opstarten. De stakeholders zouden het contract al in maart tekenen zodat ze het plan eindelijk kunnen onthullen. Eindelijk?! Wie zat daarop te wachten? Toch beklemtonen ze: OneCycling gaat sowieso door, desnoods … zonder de Tour de France! 

Het Saoedische SURJ Sports Investment is bereid om zo’n 300 miljoen dollar over een periode van drie jaar in de Champions League van de koers te investeren voor een beter economisch model en meer aantrekkelijkheid richting voor het grote publiek.

 

Achter de schermen zou al zo’n drie jaar aan dit project gewerkt zijn met het in leven roepen van een bedrijf achter deze hervorming. Op 10 december 2024 is in het Companies House in Cardiff, de Britse overheidssite die bedrijfsgegevens registreert, het bedrijf als ‘OneCycling Limited’ ingeschreven. Als ceo staat zowaar Richard Plugge genoteerd met Yellow B Cycling, het bedrijf achter Visma | Lease a Bike, als voorlopige enige aandeelhouder. Wat als een formaliteit wordt omschreven, noem ik belangenvermenging. Het dagelijks bestuur van OneCycling zou naderhand in handen komen van een neutrale organisatie.

 

Andere stakeholders zouden de geldschieters van Ineos Grenadiers, RedBull-BORA-hansgrohe, EF Education - Easy Post, Soudal - Quick-Step, Lidl-Trek en … organisator Flanders Classics zijn. Dat die laatste erbij zou zijn voelde ik allang aankomen en ik word er niet vrolijk van. 

 

Bedoeling zou ook zijn de beste renners vaker tegen elkaar te laten koersen. De betrokken WorldTourTeams hebben hun handtekening evenwel nog niet gezet, niettegenstaande ze de komende drie jaar één miljoen dollar per jaar zouden ontvangen voor deelname aan de wedstrijden op het zelfverklaarde hoogste platform. Voor die teams zou dat een extra inkomstenbron zijn bovenop de eigen sponsoring die momenteel zo’n 90% van hun budget beloopt. Dat miljoentje dollar per seizoen is dat geen peulschil op het totaalbudget?

 

Het in leve roepen van een gesloten circuit matcht evenwel niet met de regels van de UCI, waardoor OneCycling meteen besloot om ervan af te zien. Die flinterdunne ballon is dus al doorprikt.

Het Italiaanse RCS Sport kon zich in tweede instantie dan toch vinden in OneCycling. Begrijpelijk want het bivakkeert in een noodlijdend wielerland waarvan het vlaggenschip de Giro zijn hoofdsponsor Enel zag afhaken. Nu is RCS van plan haar koersen aan de Saoediërs te verkopen maar dat staat on hold.

 

Amaury Sport Organisation daarentegen volhardt als een rabiate tegenstander van OneCycling omdat het volkomen autonoom wil blijvenOneCycling blijft niettemin overtuigd dat ASO alsnog zal volgen wanneer de andere actoren hun handtekening hebben gezet en ASO er ook financiële baat bij heeft. Dat laatste is geen issue, ASO baadt nu al in financiële weelde en daaruitvolgende almacht.

Indien ASO toch het been stijf zou houden dan kan de kalender van OneCycling naast die van ASO bestaan en de betreffende ploegen zullen de wedstrijden van ASO niet boycotten. Dat betekent gelijk het in leven roepen van een dubbel circuit. Oeverloos gelul want het was toch de initiële bedoeling om de beste coureurs zo vaak mogelijk tegen mekaar te laten koersen?

 

De Union Cycliste Internationale houdt zich vooralsnog op de vlakte aangaande OneCycling, niettegenstaande de stakeholders het onder hun auspiciën willen organiseren waardoor het ook voor de UCI lucratief kan zijn. Voorzitter David Lappartient benadrukte wel dat OneCycling onder de UCI moet fungeren opdat de sport niet in twee fronten zou uiteenvallen. Een verbeterd economisch model kan volgens hem enkel indien alle discussies onder de paraplu van de UCI plaatsvinden. Een paraplu die veel slijtage vertoont en vooral op macht uit is.

 

OneCycling heeft het overigens niet langer over een progressieve kalender met koersen over de hele wereld, maar wil grotendeels vasthouden aan de traditionele kalender, verwijzend naar het eerste plan dat Hein Verbruggen in 2004 uitrolde: een beperkte kalender, marketingvoordelen en gezamenlijk verkochte tv-rechten, ook een kjortstondige miskleun trouwens.

 

Volgens het aangepaste plan zou OneCycling het met de belangrijkste historische wedstrijden uit de huidige WorldTour doen en die combineren met nieuwe koersen om extra geld te genereren, waarvoor volgens cyclingnews.com digitale technologie en moderne marketingtechnieken zullen aangewend worden om evenementrechten, digitale platforms, weddenschappen, gamification, merchandising en … lidmaatschap van fans te verzilveren. Over het sportieve wordt daarin met geen woord gerept. Niet voor de glans maar enkel om het smeer likt de kat de kandeleer! 

 

De huidige WorldTour telt zo’n 185 koersdagen, een aantal dat dringend moet gereduceerd worden door diverse kortere rittenkoersen (Catalunya, Itzulia Basque Country, Romandie) niet in OneCycling op te nemen, zoals wel Paris-Nice, Tirreno-Adriatico, het Criterium du Dauphiné en de Tour de Suisse op voorwaarde dat zij inkrimpen naar maximaal vijf à zes dagen. Of die daar zomaar mee akkoord zullen gaan, dat wil nog zien. 

 

Over nieuwe koersen in OneCycling is nog weinig bekend. SURJ wil de apotheose van het seizoen in Saoedi Arabië houden in oktober met aansluitend een groot gala waarop de trofeeën worden uitgereikt. OneCycling blijft er dus van overtuigd dat grote multinationals zullen toehappen omdat de marketing- en televisierechten in hun geheel worden aangeboden. 

In hun bevlogenheid zien zij wel over het hoofd dat nogal wat koersen contracten hebben afgesloten, die nog jaren doorlopen. Zo heeft ASO het contract voor onder meer de Tour en de Vuelta met de European Broadcasting Union tot 2030 verlengd en Flanders Classics dat met VRT/Sporza al tot en met 2031. De Giro en de andere wedstrijden van RCS liggen tot en met dit jaar vast bij Eurosport/Discovery.

SURJ Sports Investment heeft al met diverse mediagiganten bestaande contracten. Het Saoedische voetbal en allicht ook de FIFA World Cup 2034 in Saoedi-Arabië worden door het streamingplatform Dazn (wiens eigenaar Len Blavatnik een Russische oligarch zou zijn die door Oekraïne op de sanctielijst is gezet) uitgezonden. 

Het is zeer de vraag of alle organisatoren bereid zullen zijn om de tv-rechten collectief door een andere partij te laten verkopen. Een (verzonnen?) persoon achter OneCycling arandeert dat de organisatoren het actuele bedrag van de tv-rechten blijven ontvangen, géén extra dus zoals verwacht mocht worden. Er zou wel gezocht worden naar nieuwe opbrengsten om onder de diverse partijen binnen OneCycling te verdelen. Weer voorwaardelijk op amper een jaar van de opstart. 

 

Wat betreft de sportieve structuur van OneCycling zouden de vroede vaderen van het cyclisme beter in de leer gaan bij de wijzen van het internationale voetbal die van hun product een structureel sterk onderbouwd merk hebben gemaakt, dat almaar meer belangstelling geniet en bijgevolg ook almaar meer opbrengt.


zaterdag 22 februari 2025

Hij weet waarom hij zo altruïstisch is 

 

Wout VAN AERT wilde vooral niet eindigen zoals Wilfried NELISSEN in 1996-1998   

 

van Aert 2.0 kan nog altijd

 

Wout van Aert heeft, net als in de Clasica Jaen, ook in de cruciale tweede rit van de Volta ao Algarve niet aan zichzelf gedacht. Hij sloofde zich uit voor zijn notoire kopman Jonas Vingegaard en arriveerde op ruim een kwartier van de amper 20-jarige Zwitserse dagwinnaar Jan Christen. In de derde rit had hij de intentie om mee te sprinten maar deed het tenslotte toch niet wegens te gevaarlijk. Nogal wat kortzichtigen zien in die gang van zaken het voorspel van een (qua eigen resultaten) ook in 2025 teleurstellende Kempenaar. Dat zou kunnen maar daar ben ik nog zo zeker niet van.

Wout van Aert naamtekende halfweg september 2024 bij Visma | Lease a Bike een contract van onbepaalde duur. Hij had er al een verbintenis lopen tot eind 2026. Wout heeft overduidelijk de intentie om zijn rennerscarrière bij Visma | Lease a Bike af te sluiten met een verloning die voor de rest van zijn leven zijn materiële zorgen wegneemt.


Dat hoeft niet uit te sluiten dat Wout alsnog heropstaat als toprenner maar hij zal zijn momenta selectief kiezen wanneer ze zich voordoen, erdoor geobsedeerd zijn is passé. In 2024 verkeerde hij tweemaal in optimale doen en stond hij stijf van de ambitie om zowel in het voor- als in het najaar toe te slaan. Herinner u maar hoe hij in de E3 Harelbeke, ondanks een slechte positionering aan de voet van en een nerveuze stuurfout op de Paterberg, de enige was die de uitgebroken Mathieu van der Poel achternasnelde en tot net voor de hellende Karnemelk-beekstraat in verlegenheid bracht. Vijf dagen later werd hij tijdens Dwars door Vlaanderen door een vreselijke val in de afzink van de Kanarieberg bijna twee maanden uitgeschakeld. Het was niet zijn eerste zware beproeving en het zou ook niet zijn laatste zijn want bijna vijf maanden later was het weer van dat in de 16de rit van de Vuelta. Indien beide rampspoeden hem niet waren overkomen dan had hij een exquise voor- en najaar waargemaakt. 

Toch zet het een mens aan het denken en zeker van Aert, die kort daarna dertig jaar werd. Kenmerkend daarbij was dat hij de Tour van 2023 verliet na de 17de rit om de geboorte van zijn tweede zoontje (Jerome) mee te maken. Dat Jonas Vingegaard dan al gewonnen spel had, was mooi meegenomen maar geen voorwaarde.

 

Wat Wout allemaal overkwam roept meer dan een beetje de herinnering op aan Wilfried Nelissen een kwarteeuw geleden. Ook hij rolde van het ene onheil in het andere. De scheut die de overvolle emmer deed overlopen overkwam hem in Gent-Wevelgem 1996 waarin hij na amper 8 km. aan volle snelheid tegen een verkeerspaaltje knalde met draconische gevolgen: een dubbele open scheenbeenbreuk, een dijbeenbreuk en bovenal een fractuur van de knieschijf. Hij probeerde nog een comeback bij Palmans maar in 1998 begaf zijn knie het onomkeerbaar op training. Het voorval werd naderhand als een arbeidsongeval gecatalogeerd waarbij Nelissen voor 16% invalide werd verklaard. Zijn veelbelovende carrière had slechts een fractie opgeleverd wat ze in zich droeg.

Zo’n horrorscenario had ook van Aert kunnen overkomen. Ik denk dat dit in zijn hoofd heeft gespeeld bij zijn switch van uitgesproken kopman naar teamplayer met een langlopend contract dat hem en zijn gezin behoedt voor een zware maatschappelijke terugslag. Teamplayer hoeft ten andere niet te betekenen dat hij geen grote koersen meer mag proberen te winnen. Juist wel en zijn kompanen zullen er alles aan doen om hun onuitgesproken wegkapitein zoveel mogelijk terug te geven. Ik blijf erin geloven dat hij alsnog Vlaanderen en/of Roubaix kan winnen zoals Mathieu van der Poel vorig jaar deed. Wout stond eind maart - begin april conditioneel vrij dicht bij Mathieu, die al top was vanaf Milano-Sanremo waaraan Wout verzaakte. Dit scenario kan zich dit jaar herhalen maar dan hopelijk meer in het voordeel van Wout.

Bij leven en welzijn zal Wout daarna de Giro en de Tour combineren zoals hij in 2024 deed met de Tour en de Vuelta. Tussendoor werd hij derde in de Olympische tijdrit van Parijs. In de Vuelta scherper dan in de Tour met na vijftien dagen al drie dagzeges en evenveel tweede plaatsen plus de zekerheid dat de groene trui van de puntenstand terwijl ook de bolletjes van de bergprijs wenkten. 

En op het WK in Zürich was Wout voor Remco Evenepoel de missing link om de overmoedige Tadej Pogačar alsnog in verlegenheid te brengen.

In de Giro en de Tour van dit jaar kan Wout de sleutelfiguur te zijn in het reduceren van de almacht van het UAE Team Emirates, de draak met de vijf koppen (Almeida, Ayuso, Pogačar, Vine, A.Yates) die een spraakmakend klassement kunnen afdwingen.

De almacht die weet je nog wel Jumbo-Visma in 2023 zelf in pacht had met het vooral het winnen van de drie grote ronden. Ze waanden er zich onaantastbaar door, pestten Primož Roglič weg en de kansen keerden in 2024. Ook 2025 dient zich niet aan als een boerenjaar.

Ach, Wout van Aert; er valt zoveel (goeds) over te vertellen. Woutje die de mythische Mont Ventoux overwon, die Tadej Pogačar op Hautacam in 2022 van een derde opeenvolgende zege in de Tour hielp houden, die in tijdritten verschillen kan maken én bovenal: die nog performanter zou zijn indien hij zijn krachten meer voor ‘eigen gebruik’ wilde aanwenden maar dat almaar gereserveerder doet om bovenstaande redenen. 

Laat van Aert 2.0 maar aanmeren!

 

donderdag 20 februari 2025

36-jarige wacht al 16 maanden op 90ste zege

 

Elia VIVIANI als surprise du chef 

(indien HEULOT nog dé chef is)

 

Begin januari liet ik mij een quote ontvallen die men niet meteen van mij had verwacht: Lotto tout court heeft, alle omstandigheden in acht genomen, een goed team tout court want een squadra met (nòg) meer toekomst dan heden. Ik was een beetje blij met mijn inschatting.

General manager Stéphane Heulot was er against all odds in geslaagd om Arnaud De Lie en Lennert Van Eetvelt aan boord te houden. Vernoem er in één adem ook maar Jenno Berckmoes bij. Goed dat Heulot hem tot en met 2027 vastlegde.

 

Uit de eigen piramide diepte het Steffen De Schuyteneer, Robin Orins, Alec Segaert en Lorenz Van de Wynkele op vanaf dit seizoen en Milan Donie en Jarno Widar vanaf 2026 (bij gelegenheid al inzetbaar op het hoogste vlak). 

Op weinig andere teams leek er meer rek te zitten als op Lotto, de langdurigste wielersponsor die aan zijn 41ste campagne begon en er een rijke geschiedenis op nahoudt maar de jongste jaren in de verdrukking kwam door het foute beleid van een omkadering die almaar meer van een Spaanse herberg had. Wie aan de deur werd gezet of de vlucht vooruitnam, mocht zich als het ware veréérd voelen, de meesten die in hun plaats werden ingehaald waren dikbetaalde handpoppen


In dat verband liet ene Jannie Haek, de toenmalige ceo van de Nationale Loterij en dus ook de baas van de wielerploeg Lotto-Soudal zich bij het aanstellen van John Lelangue als algemeen manager van de wielerploeg in Het Laatste Nieuws van donderdag 27 februari 2020 ontvallen: “Lelangue is onze Lefevere, mét een goed karakter.”


Wat een miscast want voor het wielerteam van de Nationale Loterij braken geenszins de roaring twenties aan. En dat zal ook in de tweede helft van dit decennium niet gebeuren al leek er duidelijk beterschap in zicht die men nu kennelijk weer ongedaan wil maken.

Stéphane Heulot, een behoorlijke Franse ex-renner die eind 2022 als een Messias werd ingehaald, en bovenal de hondstrouwe en hyperbekwame Kurt Van de Wouwer deden hun stinkende best om er weer (wel)vaart in te krijgen. Inmiddels verkwanselden ze wel Dstny als co-sponsor. De tekst en de uitleg die ceo Daan De Wever daaromtrent in Het Laatste Nieuws van 21 december 2024 gaf, was allesbehalve om vrolijk van te worden en draaide onder meer (hoe raad je het?) rond machtsspelletjes. Daan trok eind juli 2024 zijn conclusies want hij wilde niet op een schip blijven waar hij enkel als een popje in de mast bengelde.


Veertien dagen geleden werd Elia Viviani 36 jaar. Zijn 90ste zege op de uci-kalender laat al sedert 12 oktober 2023 op zich wachten: de openingsrit van de Tour of Guangxi, een mooie weliswaar want in Beihai haalde hij het na 136 km. van onder anderen van Jonathan Milan, Sam Bennett, Arnaud De Lie en Olav Kooij.

In 2024 hield Viviani het bij tweede plaatsen (na Sam Welford) in de derde rit van Tour Down Under en (na Biniam Girmay) in de Surf Coast Classic. Dat was al in januari. Sindsdien bleef hij almaar verder uit de buurt van het podium. Zijn driejarig lucratief contract bij Ineos was uitgediend. Voor 2025 kwam hij logisch zonder uitvalsbasis te zitten, hij zou toch stoppen. Zijn afscheidstournee afgelopen winter op de piste stelde ook bitter weinig voor. Zijn abdicatie voelde dus meer aan als een bevrijding dan een pijnlijk moment.  

Niettemin voelde Lotto zich geroepen om hem alsnog een reddingsboei toe te werpen. Ik veronderstel dat hij één of andere sponsor meebrengt om zijn pittig contract te valoriseren. Elia zegt er zelf over dat hij klaar is om zijn nieuwe rol op te nemen en zijn teamgenoten, of ze nu sprinters zijn of niet, tips (en tricks?) te geven en te helpen groeien. Op zijn 36ste beweert Viviani nog steeds erg gemotiveerd te zijn. 

Dat had Elia desgevallend ook vanaf de zijlijn kunnen doen maar hij heeft natuurlijk groot gelijk dat hij voor zijn (sic) leefloon meer wil doen. Hij beklemtoonde evenwel: allereerst wil ik blijven sprinten voor de overwinning. Arnaud De Lie en Steffen De Schuyteneer zullen het (sic) graag vernomen hebben. En nu serieus: Viviani zal wel nog steeds een peperdure vogel zijn terwijl er onvoldoende geld was om er uit het rijtje Victor Campenaerts, Pascal Eenkhoorn, Andreas Kron, Maxim Van Gils, Florian Vermeersch, … enkele over te houden. 


Ziedaar een miscast van jewelste waarbij ik mij moeilijk kan voorstellen dat dit de unieke strategie is van general manager Stéphane Heulot die het ofwel niet meer voor het zeggen heeft of de voorbije tijd op een andere planeet vertoefde. Met de komst van de gedateerde Italiaan zet Lotto zijn klokken terug op wintertijd en heropent zijn Spaanse herberg.


woensdag 19 februari 2025

António MORGADO alsnog een 

Portugees voor de klassiekers?

 

 

Portugal en de klassiekers, dat heeft zelden gematcht. Acacio Da Silva was de eerste uitzondering, die vooral vijfde werd in Liège-Bastogne-Liège 1984 en in de Giro di Lombardia 1986; Rui Costa de tweede witte merel die zowel in de Giro di Lombardia 2015 als in Liège-Bastogne-Liège 2016 derde werd nadat hij in 2011 de GP de Montréal won. Bovenal werd hij WK in Firenze 2013. Joaquim Agostinho haalde de neus op voor het ééndagswerk en João Almeida doet het hem na.

 

Tien jaar later heeft er zich een nieuwe mohikaan gemeld. António Morgado is nog maar net 21 jaar geworden en is toch, ook als contractrenner, reeds spraakmakend geweest. Drie weken na de GP Castellon (Sp., 1.1) won hij de Figueira Champions Classic (1.Pro), de voornaamste Portugese ééndagskoers waarin hij Remco Evenepoel navolgt op de ultrakorte erelijst.

 

De Figueira Champions Classic dus, what’s in a name?! Mooie koers, dat wel, die evenwel nog maar drie edities telt maar zich al meteen de epitheta champions en classic toeëigent, totaal misplaatst als was het een monumentale klassieker. Hoe arrogant moet je wel zijn om je prille geesteskind met zo’n naam op te fokken?


António Morgado zal de laatste zijn om dat erg te vinden. Hij is aan een steile opmars bezig. De vice-WK u19 in Wollongong 2022 (in de sprint geklopt door Emil Herzog) en van de u23 in Glasgow 2023 (verrast werd door de pientere Axel Laurance). António onderscheidt zich daarin van Matej Mohorič die in Valkenburg 2012 en Firenze 2013 die beide regenboogtruien wel veroverde en intussen een fabuleus palmares als contractrenner opstartte.

Morgado werd zelfs al vijfde in de Ronde van Vlaanderen 2024, hij was nog maar 20 jaar en twee maanden. Aan hem zal er, net als aan Matej Mohorič, geen klassementsrenner verloren gaan. Hoe jammer voor de spankracht van de koersen dat ook hij deel uitmaakt van het UAE Team Emirates waar zijn (fel verbeterd) contract inmiddels tot eind 2027 werd verlengd.

Morgado bedankte met een uitmuntend seizoenbegin 2025. In vier van zijn acht koersen stond hij op het podium. Twee daarvan won hij. Drie weken na de GP Castellón (1.1) palmde hij de zelfverklaarde Champions Classic (1.Pro) in. In en rond Figueira da Foz moest hij daarvoor op de ultieme beklimming van de lastige Rua Parque Florestal afrekenen met Filippo Ganna en zich meteen uit de voeten maken voor de Franse runner up, de nog drie maanden jongere Franse vluggerd Paul Magnier. Dat deed António met zoveel panache dat er druk over werd nagepraat. Vanaf vandaag mag hij bevestigen in de Volta ao Algarve, waarin hij met de nog een half jaar jongere Zwitser Jan Christen op jacht mag voor dagzeges en João Almeida voor de eindzege, waarvoor hij te maken krijgt met onder anderen Romain Bardet, Primož Roglič en Jonas Vingegaard.


dinsdag 18 februari 2025

Milan FRETIN

zijn ontbolstering is begonnen


Ik heb: 

… Jean-Pierre gekend, hij hield het bij het regionale circuit, er was nauwelijks meer en anders;

… Steve gekend, hij maakte deel uit van het keurkorps der Eddy Merckx Boys;

… Milan gekend, ik zag hem beginnen als aspirant en van meet af aan schitteren en dat is nooit gestopt.

 

Milan kwam vanaf 2022 bij Sport Vlaanderen - Baloise uitstekend terecht. Hij mocht er het pad der geleidelijkheid bewandelen. Zijn opmars verliep vlotter dan hij zich in zijn realisme had voorgesteld want vanaf 2024 mocht hij voor vier campagnes naamtekenen bij Cofidis (foto Gino Coghe), waar hij dus gebeiteld zit en waar ze al meteen rendement van verkregen met een zege in de openingsrit van de 4 Jours de Dunkerque en ruim drie maanden later in de tweede etappe van de Tour Poitou-Charentes en Nouvelle Aquitaine (vòòr Arnaud Demare). Beide precieuze successen werden verbonden door een rist ereplaatsen, die hem in de top 100 brachten van de betrouwbare cqranking.com waarmee hij voor Cofidis tweede werd na (de intussen naar Visma l Lease a Bike vertrokken) Axel Zingle. Meer moest dat niet zijn voor de dan nog 23-jarige Genkenaar maar het mocht vanaf 2025.

 

Milan liet het niet koud worden maar warmde het vorige zondag extra op met een majestueuze sprintzege in de Clasica de Almeria (een manche van de 1.ProSeries, goed voor 200 uci-punten) vòòr Max Kanter, Emilien Jeannière en Arnaud De Lie.

Vanaf woensdag mag Milan zijn vormpeil sublimeren in de Volta ao Algarve opdat hij spic & span zal zijn voor zijn mooie Vlaamse lente die loopt via Kuurne, de Monseré, Nokere, Brugge - De Panne, Wevelgem, de Scheldeprijs en Roubaix. Daarop volgt wellicht de Giro.

Milano-Sanremo is voorlopig niet aan de orde, de klassieker waaraan hij als het ware een beetje schatplichtig is want geboren op 19 maart hetzij Sint-Jozefsdag, de vroegere steevaste dagtekening van de eerste monumentale klassieker, nu kiest men voor de zaterdag die daar het dichtst bij aanleunt. Of de via Roma ooit spek voor de bek van Milan zal zijn valt nog te bezien maar indien niet dan zijn er nog genoeg andere koersen waarin hij zich wel kan waarmaken.  

 

Zijn tienertijd was een recital, doorspekt met highlights inzonderheid Limburgse, Vlaamse en Belgische titels. 

Zo werd hij als 13- en als 14-jarige aspirant kampioen van België tijdrijden maar na de middag geraakte hij telkens net niet op de hoogste trede van het podium der wegrit. 

Uitgesteld was evenwel niet verloren want als neo-nieuweling werd hij in Grandglise (waar hij het jaar voordien nog geklopt werd door Jarne Van Dyck) wèl wegkampioen van België. En als tweedejaarsnieuweling won hij de Topcompetitie nadat hij vroeg op het jaar aan de Blaarmeersen een reeks baantitels verzamelde die hij als junior voortzette. 


Dat bracht met zich dat hij voor de nationale baanselectie opgevorderd werd, wat zijn actieradius als wegrenner drastisch beknotte maar zijn algemene ontwikkeling ten goede kwam en meteen een stek voor opleverde bij Sport Vlaanderen - Baloise. Ook op de weg maakte hij zich waar met de voorlaatste dagzege in de Ronde van Oost-Vlaanderen als enige overwinning die ertoe deed. Hij was ook duurzaam aanwezig in buitenlandse rittenkoersen als in de Etoile d’Or (Fr.), de Okolo Jiznich Czech, de Tour de Bretagne en het afsluitend Zeeuws Beloften Weekend, waar hij telkens dicht bij een dagzege kwam. Als teamplayer was hij een stichtend voorbeeld, zijn goede vriend Arnaud De Lie kan ons daar veel meer over vertellen. 


Gerechtigheid geschiedde: Milan, die via la mamma Angie Chiaverini ook Italiaans bloed in de aderen heeft, trad reeds als 21-jarige tot de beroepscategorie toe. In de vele jaren dat ik hem meemaakte, liet hij zich zelden op een stemverheffing betrappen. Hij is de man van de daad niet van het woord en dat zal niet gauw veranderen, waarom zou het?!

Zijn opa Jean-Pierre is een goede vriend van Steven Buyse, de wielerfanaat van Hippo 12 in Bredene, die in het verleden al een fanclub voor Frank Vandenbroucke en Peter Sagan in het leven riep. 


maandag 17 februari 2025

Victor VERCOUILLIE deed er nog een ferme schep bovenop

De zondagse woorden over hem waren nog niet koud of hij deed er al een volgende schep bovenop. Ook in de Clasica de Almeria schoof Victor Vercouillie (foto Gino Coghe) mee in de vroege ontsnapping en hield het daarin, als laatste overlever, 165 km. vol. Hij haalde nog net de uitzending van Eurosport 1 en volgens die beelden oogde hij niet eens stikkapot. Tegen een ijlend peloton ben je evenwel kansloos, dat besefte Vic ook wel en dus liet het in de laatste kilometers lopen om onnodige crashes te vermijden. Indien er een premie van de strijdlust voorzien was dan zal die andermaal voor hem geweest zijn. 

Er is evenwel meer: de 165 offensieve km. van gisteren voeren hem met een totaal van 517 km. naar de pole position van de ranking most attack kilometres van procyclingstats.com waarin hij vorig jaar 32ste eindigde met 994 km. Nu zit hij dus al over de helft en ziet het er sterk naar uit dat hij dat totaal van 2024 fluitend zal overtreffen, of het zou moeten zijn dat hij zich almaar vaker gedeisd houdt om van de beslissende ontsnapping deel uit te maken. Nu mag Victor twaalf dagen competitief uitblazen in de aanloop naar de Omloop van zaterdag 1 maart, waar hij eveneens hoopt deel uit te maken van de vroege uitval die langdurig in beeld wordt gebracht door de diverse tv-kanalen.    

zondag 16 februari 2025

Victor VERCOUILLIE

aanvaller par excellence 

als opstap naar hoger

 

Ha die Victor Vercouillie; je had het hem luttele jaren geleden nooit aangegeven dat hij als coureur op een welslagen zou afgaan indien hij niet de zoon van Kristof was en dus … een aardje naar zijn vaartje.

Kristof kreeg indertijd willens nillens ook het traject met de meeste weerstand opgedrongen: werken voor zijn eerste koersfiets die hij pas als twintiger kon kopen om te beginnen in de nevenbonden en als 23-jarige bij de BWB. Hij maakte er alsnog het beste van met vooral het volmaken van de Giro della Valle d’Aosta - Mont Blanc, derde worden in de Tour de Namur, de interclub van Geluwe winnen en de tijdrit van de Spar Arden Challenge gewonnen (vòòr onder anderen Bauke Mollema). Om er nog veel meer uit te halen was het te laat. Als vijftiger springt hij nu frequent bij als ploegleider. 

 

Kristof was meedogender voor zoon Victor, die twee seizoenen alles op alles mocht zetten en die kans met de beide benen aan het grijpen is. Eerst voetbalde hij nog bij SK Beveren-Leie als tweevoetige spits tot hij op zijn zestiende andere prikkels gewaar werd. 

Bij de nieuwelingen telde Vic als beginnende tweedejaars in 2018 nauwelijks mee met toch al een zesde plaats in Wakken. Als junior werd het nog heikeler maar Vic volhardde en werd op 23 juli 2020 in Gistel beloond met een allereerste overwinning. 

De paranoia van de beloftencategorie loerde dan reeds om de hoek, evenwel niet voor Vic die het incasseren gewend was en het cool aanpakte met de aanval als de beste verdediging. Een vierde plaats in Bredene liet hem weten dat hij niet zinloos bezig was, tien dagen nadat hij knap zesde was geworden in de Memorial Igor Decraene, een nog meer dierbare inspiratiebron. 

In 2022 was er een meervoud aan ereplaatsen en bovenal een plek op het podium van de Memorial Igor Decraene waarop hij glunderde naast Alec Segaert en Thibaut Bernard.

Dat beloofde voor 2023 met een doorstoot naar de subtop met een rist fraaie ereplaatsen en vooral de tweede in de Memorial Igor Decraene met amper negen tellen meer dan de snelbloeier William Lecerf. Op dat ogenblik had hij al geoogst in Wakken (vanwaar zijn recentelijk overleden opa afkomstig was en op de verjaardag van zijn oma) en in Ardooie. Het was evenwel vooral zijn insmijter op 6 mei 2023 die kon tellen: winst in de tijdrit van het Zeeuwse Beloften Weekend waarin hij zelfs de alomge-prezen Huub Artz achter zich hield. 

Het was géén volslagen verrassing want in meer andere tijdritten maakte Victor zich waar ook in die van de Flanders Tomorrow Tour in Wulpen, waar hij als tweede werd in dezelfde seconde als de Zweedse eindwinnaar Jakob Söderqvist, die het jaar daarop in Zürich vice-WK u23 werd.

 

Het tijdrijden was Victor’s cliffhanger om incontournable te zijn voor de beroepscategorie. Flanders-Baloise hapte evenwel pas in 2024 toe en zal daar inzake zijn prestaties annex visibiliteit geen spijt van hebben. Wie sprinter noch klimmer is moet iets anders verzinnen om geen grijze muis te zijn.

Victor reed in 2024 bijna duizend km. in de aanval en in 2025 wordt dat niet anders want de offensieve teller staat na één week alweer op 352 km. met de bergprijs van de Etoile de Bessèges als vergelding.       

 

Zijn limieten steeds verder voor zich uitschuivend om zichzelf te verbeteren als coureur; allemaal mooi en wel, maar waarnaar moet dat op termijn leiden? Vraag het aan Tim Declercq en Julien Vermote hoe vèr ze daarmee kwamen. Fred Vandervennet is zijn dierbare gids die hem stelselmatig gerichter zal doen koersen. De drievoudige nationale marathonkampioen (1982, 1983 en 1985) heeft zijn poulain verder gerustgesteld: Vic staat meer dan vaag op de radar van enkele hogere ploegen. Dat geeft de burger moed om ongebreideld voort te doen. 

 

Victor werkt dit weekend een Spaans triumviraat af. Zijn eerste optreden in eigen land is voorzien op dinsdag 4 maart met de Ename Samyn Classic. Zowel voor de Omloop als voor Kuurne is hij - begrijpe wie kan – voorlopig slechts als invaller weerhouden. Dat soort extra prikkels zal hij ook niet nodig hebben voor zijn thuiskoers Dwars door Vlaanderen in Waregem op 2 april, vier dagen vòòr de Ronde van Vlaanderen. Het laat zich nu al raden wat hij van plan is indien hij er daar mag bij zijn.

 

Tenslotte is er nog dit: op 26 mei 2024 werd Cériel Vercouillie geboren. Victor (21,5) is jonge papa geworden, denk je dan. Toch niet, wel grote broer want Kristof (50) is de gedateerde papa, waarmee hij zich andermaal waarmaakte als late roeping.


vrijdag 14 februari 2025

Aurélien én Valentin PARET-PEINTRE 

hebben een onwaarschijnlijk BMI

 

Eerst was er Aurélien Paret-Peintre, die in 2020 op zijn 24ste zestiende werd in zijn eerste Giro en het jaar daarop vijftiende in zijn eerste Tour. Verbeten aanklampend leken het de stijloefeningen van een aanstaande klassementsrenner tot hij in de Tour van vorig jaar met Covid-19 na de tweede rustdag uit de Tour stapte met dan al ruim een uur meer op Jonas Vingegaard maar wellicht remde het virus hem dan al af. 

Hem in het algemeen afschrijven was voortvarend want hij verbaasde in 2024 met een vijfde plaats in Liège-Bastogne-Liège na meer andere dichte ereplaatsen in mooie voorjaarskoersen. Als klassementsrenner moest hij wijken voor Ben O’Connor, die tweede werd in de Vuelta maar inmiddels is overgestapt naar Jayco-AlUla zodat de bestaande pikorde misschien wordt herzien. 

Van Aurélien werd al langer verteld dat hij er een vijf jaar jonger broertje Valentin op nahield die nog meer in zijn mars zou hebben. Vlugger beweerd dan bewezen maar intussen zijn er de feiten die vooral spraken uit zijn resultaten in de Giro (waarin hij als 16de eindigde na winst op Cusano Mutri en bijna ook in Bassano del Grappa). Veel kwam er dat jaar niet meer bij, hij had zijn lotsverbetering al afgedwongen met een lucratieve overstap naar Soudal - Quick-Step, dat hem niet meteen het statuut van helper in de Tour voor Remco oplegt maar een derde opeenvolgende deelname gunt aan de Giro, waarin hij op Mikel Landa zal kunnen rekenen om zijn grenzen af te tasten. 

Het meest merkwaardige aan Valentin is zijn schriele lichaamsbouw. Hij weegt amper 52 kilo, die hij uitsmeert over een lengte van 1,78m wat (indien de cijfers kloppen) neerkomt op een onwaarschijnlijke BMI* van 16,41 (wat medisch staat voor ernstig ondergewicht). 

Zijn broer Aurélien (64 kilo gestrekt over 1,84m) komt uit op 18,90 en Jonas Vingegaard  op 18,94. Tadej Pogačar verrast met een relatief hoge 21,31 en Remco Evenepoel met 20,86. Zij zijn vrolijke allrounders.

*BodyMassIndex = gewicht gedeeld door het kwadraat van de gestalte.


Valentin Paret-Peintre beweert dat hij Adam Yates in de Tour of Oman van de eindzege zou gehouden hebben indien hem niet opgedragen was om zijn uitval tot de laatste anderhalve hectometer uit te stellen in functie van de dagzege. Daar ben ik nog niet zo zeker van want Yates is een ervaringsdeskundige die, naast ereplaatsen in de drie grote ronden, acht kortere rittenkoersen op zijn palmares inschreef. In deze Tour of Oman was Yates trouwens titelverdediger, een mandaat dat hij verlengde als zijn 30ste zege op de uci-kalender. Valentin behaalde op Green Mountain pas zijn tweede overwinning. Het was al heel wat dat hij daar Yates, in tegenstelling tot David Gaudu, kon bijhouden.


woensdag 12 februari 2025

Laakbare maar niet toxische aanmaning

 

Teken  bij Team Pogačar of je geraakt er nooit meer bij

 

Daarmee gepast omspringen is de boodschap!  

 

Het Laatste Nieuws wijdde een interessante vierdelige reeks aan NEXTGen, aanstormend Belgisch wielertalent, wat een respectabel aantal opmerkelijke issues aan het licht bracht.

 

Teken nù bij Team Pogačar of je geraakt er nooit meer bij”, zo zou de verbale aanmaning luiden die enkele uitgenodigde tieners te horen kregen wanneer ze bij hun kennismaking met het Team UAE Emiraties niet onmiddellijk toehapten op hun zelfverklaard aanlokkelijk voorstel van die ploeg. 

A&J All Sports, het makelaarskantoor van Alex Carera (de manager van Tadej Pogačar, Biniam Girmay, Jasper Philipsen en meer anderen), voelde zich geviseerd en ontkende het in alle toonaarden en dus is het zijn woord tegen dat van die anonieme tieners.

 

Was het evenwel niet Carera die eind 2023 de toen 20-jarige en nog onder contract liggende Cian Uijtdebroeks als het ware weglokte bij Bora-hansgrohe om voor een verbeterd contract naar Visma l Lease a Bike over te stappen, wat binnen de kortste keren ook gebeurde maar wat de coureur, behoudens het financiële, vooralsnog niet al teveel baat bijbracht.  


De eventuele handelwijze van het UAE Team Emirates is slechts zo verbijsterend als men er wenst mee om te gaan. De jacht op aanstormend wielertalent is de jongste jaren een klopjacht geworden. Groeidiamanten worden op almaar jongere leeftijd getest en volgens hun gedetecteerde waarden opgevrijd met zogezegd an offer they can’t refuse om zich aan één of ander team te binden. Elk topteam dat zichzelf respecteert heeft een Devo Team, waarin ze de pril aangeworven talenten opslaan. 

Op zich is daar niets fout aan indien er met de ouders of met andere vertrouwenspersonen correcte afspraken gemaakt worden. De meeste wielertalenten zijn gelijk ook prima studenten die uit zichzelf wijs genoeg zijn om hun prioriteiten op de juiste orde te houden en er, hoe het ook afloopt met de koers, geen blijvende gevolgschade aan overhouden.  

Een halve eeuw geleden waren er seizoenen dat er vele tientallen amateurs een dure proflicentie betaalden en van wie de meesten er een broek, een trui, eventueel een fiets en een minimaal handgeld bijkregen terwijl hun vrouw of partner uit werken moest opdat manlief coureur zou kunnen blijven. Die toestand opende de poort voor allerlei excessen ter overlevering. Dat was andere-tijden-koers die, voor zover ik wil weten, niet meer bestaat.


Elke jonge coureur en meestal ook zijn gevolg is terecht geflatteerd door de ongeveinsde interesse van een grote wielerploeg, hoe zouden wij zelf zijn?! Wie als papa of mama zijn veto stelt riskeert het dat, indien hun telg die er langs de meer gebruikelijke weg niet in slaagt om als coureur door te breken, dat zij eeuwig en één dag moeten aanhoren dat het daardoor is dat zoonlief geen coureur is geworden.

 

Wie wel de unieke kans grijpt zonder zijn studies te versmaden betreedt ook de universiteit van het leven. Wie op een hoog niveau gekoerst heeft, al was het maar gedurende een beperkte tijd, komt er als jonge algemene mens sterker uit omdat hij weet dat elk ander vak minder opofferingen vergt en meer slaagkansen biedt. Nog een reden om ’koersen’ niet platweg als verloren tijd te beschouwen.

 

En er is, behalve op de hoogste verdieping, ook nog koers op de etages daaronder bij de elite individueel en de elite 2. Ook daar wordt er gevlamd op een ongekend hoog niveau aan duizelingwekkende uurgemiddelden. En er zijn altijd late roepingen die zich als gedragen twintiger alsnog waarmaken omdat ze traagbloeiers zijn of er in hun jongere jaren niet genoeg voor deden. 

 

De klopjacht op piepjong wielertalent heeft ook goede kanten. Tieners, die zichzelf hoger inschatten dan ze in werkelijkheid zijn, worden via testen op hun realiteit gewezen en zo tegen hun illusies beschermd. Totaal anders dan lang geleden toen elke jongere die meer dan vijf koersen had gewonnen de hemel werd ingeprezen en een lucratief bestaan als beroepsrenner werd voorgespiegeld. En indien hen dat niet lukte dan benutten sommigen hun verworven regionale populariteit om een café te beginnen. Niet weinigen van hen kwamen daar verder mee dan hen als arbeider of als bediende zou zijn te beurt gevallen.

 

Eigenlijk kan men met het hedendaagse wielrennen, indien men er juist mee omgaat door het te combineren met duurzame studies, niets fout doen. Een bedachtzame indeling maakt de combinatie haalbaar. Tijdens de donkere maanden ligt de klemtoon op studeren met trainen als een  zodat men tijdens de klaarste maanden naar hartelust koersen indien men voorafgaandelijk voldoende punten heeft opgenomen in plaats van herexamens. Hoeveel masters, bachelors en andere hoger opgeleiden zouden de actuele pelotons niet tellen?


Wielrennen is véél méér dan koers! Het is een levensopvatting met behalve de coureurs een veelvoud van andere betrokkenen. Toen Patrick Lefevere rond de jaarwende op zijn 70ste verjaardag als ceo afscheid nam telde zijn collectief 56 renners (30 in de WT, 17 in het Devo Team en 9 junioren) voor wie er bijna honderd begeleiders en medewerkers klaarstaan. 1,7 miljoen volgers maken het geheel nog véél zinvoller.

Meer andere teams hebben eveneens een adembenemende bezetting die een respectabel aantal (droom)jobs oplevert. 

 

De UCI gaat te veel te weinig mee in dit mooie verhaal. Vaak ontkom je niet aan de indruk dat ze het louter als een lonende bedrijvigheid koesteren met coureurs als vervélende bijwerking. In 2025 lijkt dat allesbehalve anders te zullen zijn, jammer maar helaas! Vive le Velo!!!