Arthur VAN DEN BOER

blijft nadrukkelijk veldrijder

 

 

Arthur Van den Boer (Elewijt) én Mats Vanden Eynde (Begijnendijk) hebben als neo-junior een geslaagde winter achter de rug. 

Arthur won in Meulebeke het BK, zelfs megatalent Jasper Schoofs had geen verhaal tegen zijn blitzstart. Hij werd naderhand vierde in de Wereldbeker zodat hij in de uitslag van het WK dichter werd verwacht dan de 13de plaats, twee dagen nadat hij ruim zijn steentje bijdroeg tot het Belgische brons in de mixed-relay. Mats werd zesde in het BK, 12de in de WB en 13de in het WK.

Wat hun matig WK betreft zijn ze als 4de en 5de eerstejaars toch nog beter af dan Aubin Sparfel en Stefano Viezzi in 2023 op het WK in Hoogerheide die daar 18de respectievelijk 33ste werden. Als ze op dezelfde manier ontwikkelen als de Fransman en de Italiaan dan komen ze op 26 januari 2025 allebei in aanmerking voor het WK-podium in het Noordfranse Liévin.

 

Arthur zal ook in 2024 een beperkt programma (van eind april tot begin september) op de weg afwerken. Bij de nieuwelingen stond het een uitblinkersrol niet in de weg. In Elverdinge hernieuwde hij met een majestueuze sprint zijn Vlaamse titel en tien dagen later won hij ook het tweedaagse Vermarc Project. Op de Vlaamse en de Waalse hoogtemeters kan hij aardig uit de voeten. 

Verder deel uitmakend van de AA Drink Young Lions zal hij als neo-junior op de uci-kalender enkel deelnemen aan wedstrijden waarvoor hij door Belgian Cycling of door Cycling Vlaanderen geselecteerd is, in combinatie met een respectabel aantal koersen op de nationale kalender, inzonderheid de kampioenschappen want je mag Arthur best omschrijven als een titel- en truienfreak.

Papa Robert, van Breda afkomstig, was geen coureur maar een motocrosser. Hij werd Belg en postbode in Zemst en is gehuwd met Sofie Antonis, directrice lager onderwijs in Putte-Grasheide. Ze hebben behalve Arthur nog twee zonen die koersen/veldrijden: de één jaar oudere Seppe en de ruim drie jaar jongere Bas. Met hun drieën bestonden ze het om in hetzelfde jaar kampioen van Antwerpen te worden.

Nog meer dan aan het veldrijden verleent Arthur volstrekte prioriteit aan zijn studies wiskunde-wetenschappen aan het Scheppersinstituut in Mechelen.