donderdag 30 januari 2025

Voor wat het (niet weinig) waard is

 

Tim MERLIER behoort met zijn 52ste overwinning op de uci-kalender tot de 19 vaakst winnende Belgische profs ooit en bevindt zich daarmee hij zich op één zegestreepje van de Top 100 van de allertijdse uci-zegelijst.

 

Herinner u de herhaalde bedenking van José De Cauwer: probeer het maar eens om één koers te winnen.


Tom PIDCOCK laat ons dolblij zijn dat hij opnieuw gefocust is

Tom Pidcock overhoop met de Ineos Grenadiers waarmee hij een lucratief contract had tot eind 2027, dat kon toch niets anders dan fake news zijn?

Toch niet, het berustte op realiteit want begin december 2024 stapte Tom zowaar over naar het vooralsnog bescheiden Q36.5 Pro Cycling, dat pas aan een derde campagne toe is in het peloton, waarin het nog niet veel potten brak en het zag er niet naar uit dat het in 2025 anders zou zijn. Tot Tom Pidcock zijn opwachting maakte …


De 25-jarige Brit had een kwalijk 2024 achter de rug met de Amstel Gold Race als unieke overwinning en als dieptepunt een positieve coronatest in de Tour waarin hij er enkel in Troyes (tweede na Anthony Turgis) aan te pas was gekomen. Veel kwam er tijdens dat vermaledijde 2024 niet meer bij, zelfs in de (voor zijn betaalheer niet onbelangrijke) Tour of Britain liep het fout door een val, waarna hij nog één keer meedeed voor de vette prijzen als tweede na Tadej Pogačar in de Giro dell’Emilia. 


Tijdens de aansluitende winter reed hij, als de WK van 2022, geen enkele veldrit wegens extra-sportieve beslommeringen.

Was de complexloze kerel van weleer een onmogelijke jongen geworden? De nieuwe feiten weerlegden dat al meteen want Tom won op eclatante wijze in de (wegens een schandalig slecht wegdek) ingekorte tweede rit van de AlUla Tour. 

De toon kan meteen gezet zijn voor een seizoen zoals je het van Pidcock mag verwachten met in de lente: de Ruta del Sol, de Omloop, Kuurne, de Strade Bianche (die hij in 2023 won), Tirreno-Adriatico, Milano-Sanremo, waarna een competitiereces tot aan het drieluik Flèche-Doyenne-Amstel. 

Voorlopig wordt het nog speculeren op een wildcard voor de Giro, die hem op basis van zijn status en wat hij er tijdens de lente 2025 heeft aan toegevoegd wel niet ontzegd zal worden. Wees er dus maar bijna zeker van dat op één Vuelta en drie Tours een eerste Giro (die hij overigens won als belofte in 2020) zal volgen. De Tour zal dit jaar geen vierde keer aan de orde zijn, misschien een tweede keer de Vuelta in de aanloop naar het WK.   

Ach, die sakkerse Thomas waarbij ik ootmoedig moet toegeven dat ik het aanvankelijk niet zag in hem tot ik erachter kwam dat hij op identiek dezelfde dag geboren is als mijn kleindochter, daaraan lag het dus niet wel zijn uitpuilend palmares als jonge twintiger. Zijn dagzege gisteren in de AlUla Tour was weliswaar nog maar zijn vijfde overwinning op de uci-kalender maar die werd weelderig omkranst door een resem (dichte) ereplaatsen in de koersen die er meer dan toe deden. Vergeet daarbij vooral niet dat hij zowel in Tokyo 2020 als in Paris 2024 de Olympische titel mountainbike veroverde en tussendoor in Fayetteville 2022 het WK veldrijden won. And we still ain’t seen nothing yet ...

 

Tom Pidcock 2.0 recule pour mieux sauter bij het Zwitserse Q36.5 Pro Cycling, één van de betere Pro Teams, dat behalve Pidcock vooral ook Sjoerd Bax (UAE Team), Milan Vader (Visma – Lease a Bike) en Harm Vanhoucke (Lotto-Dstny) als nieuwe waarden begroet. Het beschikte al vooral over Gianluca Brambilla(37), David De La Cruz (35), Mark Donovan, Frederik Frison, Matteo Moschetti, Giacomo Nizzolo (36), Jannik Steimle, … Géén keurkorps met slechts zes (van wie niemand na 2002) van de 25 zijn in deze eeuw geboren.

Pidcock is het evenwel gewoon om het zoveel mogelijk zèlf te op te lossen die als notoir MTB’er, veldrijder en tijdrijder het klappen van die zweep kent en dat zal in 2025 niet anders zijn tijdens een overgangsjaar van zijn team naar een sterkere bezetting vanaf 2026.

 

Pro memorie: Q36.5 staat voor fietskleding die erover waakt dat de lichaamstemperatuur constant blijft.


woensdag 29 januari 2025

Al meteen op de afspraak in de Tour of Sharjah

 

Duarte MARIVOET géén meteoor maar een duurzame wissel op de toekomst


 

Zijn voornaam is Portugees, door zijn papa bedacht en die ‘voortvarend beschermer’ betekent. Toch is Duarte een volbloed Vlaming uit Kontich, die over vier dagen 20 jaar wordt.

Bij de aspiranten legde hij een bescheiden traject af maar als nieuweling zette hij fikse stappen. Zijn allereerste overwinning in Tielt-Winge had een duidelijke meerwaarde. Nadat hij Yarno Van Herck, zijn enige medevluchter, in de slotronde van zich had afgeschud, bundelde Acrog-Tormans met zijn zessen de krachten maar Duarte reed almaar verder van hen weg om met ruim een minuut voorsprong te winnen. Tien dagen later voerde hij een nòg stràffer nummer op in de Ardennenkoers van Herbeumont. Op de tweede klim was Gilles Dockx de enige die Duarte kon volgen maar van wie hij in de eerste lokale ronde wegreed om met bijna 100 seconden voorsprong te winnen. 

Tim Meeusen, toen freelance-talentscout van Bora-Hansgrohe maar er inmiddels voltijds aan de slag, keek er - getipt door Patrick Van Staeyen - met openvallende mond naar en wist genoeg. Tim piloteerde de volgwagen in Koksijde, waar Duarte derde werd in het BK tijdrijden.  

Zowat een half jaar later gooide Duarte als eerstejaars meteen hoge ogen bij de junioren. In de Cottbuser Etappenfahrt (D.) bevestigde hij het rijke potentieel (wattages en VO2 = maximale zuurstofopname) dat men via allerlei testen bij hem detecteerde. 

In de openingsrit eindigde hij in de buik van het uitgedunde peloton. ’s Anderendaags werd hij in Drachhausen achtste in de korte maar pittige tijdrit. De afsluitende koninginnenrit van en naar Dissen werd zijn prooi die hem naar de tweede eindplaats (na zijn Duitse kompaan Emil Herzog) voerde en waarvoor hij als beste jongere een tweede keer op het podium werd geroepen. Zijn treintje leek definitief vertrokken tot het op het einde van een overgeslaagd 2022 ontspoorde door een zware valpartij op het WK in Wollongong, waarbij hij een nekwervel brak. 


In de ontwikkeling van Duarte zat letterlijk een breuklijn die hem niet enkel in 2023 parten speelde maar die ook nog in 2024 nazinderde en hem belette om zich meteen door te zetten als een groeidiamant van het UAE Team Emirates Gen Z. Nu komt een remontada eraan die zal uitwijzen dat hij geen meteoormaar een duurzame wissel op de toekomst is.

 

Hij is er alvast al in deze laatste week van januari aan begonnen in de Tour of Sharjah (één van de zeven Emiraten), waarin hij als zesde eindigde en tot beste jongere werd uitgeroepen. Dit kan de toon zetten voor een spraakmakend seizoen met verantwoorde dromen van een uitblinkersrol in de onvoorspelbare Italiaanse ééndagskoersen (180 km. met een loodzware finale) en van een puik resultaat op het WK tijdrijden (31,2 km.) op maandag 22 september in Kigali (Rwanda). Dat zou een mooi slotakkoord zijn die hem aardig laat opschuiven in de onuitgesproken pikorde van ’s werelds beste wielerteam, waarmee hij dit seizoen tweemaal een hoogtestage meemaakt.


Om zijn doelen te heiligen heeft Duarte voor drie maanden een huis gehuurd in Spanje. Eerste objectief was de Sharjah Tour, met een tijdrit (op de dagdagelijkse wegfiets) een stevige aankomst bergop (8 km gemiddeld 10% stijgend) die hem een eerste mooi klassement opleverde. Dit genre van rittenkoersen ligt hem dus wel. Zelfs tijdens zijn minder 2024 werd hij in de Giro d’Italia next gen niet zoek gereden maar kwam hij uit op een niet onaardige 28ste eindplaats. Daar zien ze hem vanaf 15 juni misschien terug voor meer en beter op één van de vele afspraken waar hij zichzelf uitnodigt.


maandag 27 januari 2025

Ethan HAYTERparadepaardje of Paard van Troje voor Soudal-Quick.Step?

 

Ethan Hayter kwam in 2020 niet zomaar uit de lucht te vallen. De geboren Londenaar maakte ook in onze contreien geregeld zijn opwachting: in 2015 als neo-junior tweede (na de betere tijdrijder Cedric Beullens) in de Keizer van Koksijde. Het jaar daarop maakte hij een nog meer opgemerkte passage door Vlaanderen: winnaar in Kuurne, Lierde en De Klijte; tweede in de Guido Reybrouck Classic en in de Memorial André Noyelle. Ook de meerdaagse inspanningen bleek hij aan te kunnen als tweede (na de betere tijdrijder Brandon McNulty) in de Trofeo Karlsberg. 

Ethan bleef ook trouw aan zijn basis, de baan, waarop hij een resem Britse titels behaalde, drie Europese en vier mondiale ... allicht stuk voor stuk overstegen door twee zilveren Olympische medailles: in Tokyo 2020 in de madison en in Paris 2024 in de ploegenachtervolging.


Vanaf 2019 focuste Ethan voller op de weg en dat legde hem geen windeieren maar een dag- en de eindzege in A Travers les Hauts de France, de proloog en de openingsrit in de Giro d’Italia u23 en een dagzege in de Tour de l’Avenir.

Dave Brailsford haastte zich om dit goudhaantje vanaf 2020 in zijn rangen te sluiten. Ethan ontbolsterde in de Settimana Coppi e Bartali en maakte half september een dolle Italiaanse driedaagse mee: 3de in de Giro della Toscana, 9de in de Coppa Sabatini en bovenal winst in de Giro dell’Appennino.

Vanaf 2021 rolde er almaar meer uit voor de Londener: een sliert overwinningen waarvan de meeste in de WorldTour met zelfs de eindzege in de Tour de Pologne 2022. Het voerde hem naar zijn eerste grote ronde, de Vuelta, die hij helaas op de tiende dag moest verlaten wegens een positieve coronatest. 

Dat leek zijn mindset meer een beetje te verstoren, al behaalde hij in 2023 nog een dagzege in zowel het Baskenland en als in Romandië. Hij verzaakte dat jaar aan elke pistebedrijvigheid en dat deed hem kennelijk meer kwaad dan goed want 2024 werd een quasi nuljaar met enkel winst in het Britse kampioenschap.


Ethan wijtte die nare gang van zaken aan het feit dat hij de voorbije twee seizoenen, ondanks een toezegging voor de Giro 2024, verstoken was gebleven van deelname aan een grote ronde, waarin hij zichzelf had kunnen verbreden als coureur. Vooral dat manco inspireerde hem om na vijf seizoenen Ineos in te ruilen voor Soudal - Quick-Step. 

Daar moest hij al gauw vernemen dat een selectie voor de Giro weer niet vanzelfsprekend zou zijn. Die moet hij, zoals de anderen, afdwingen in plaats van in de schoot te worden geworpen. De Tour is in 2025 al helemaal niet aan de orde zoals misschien wel een happy return naar de Vuelta indien tegen dan zou gebleken zijn dat hij voor de sprints een match heeft met Tim Merlier


zaterdag 25 januari 2025

Jhonatan NARVáEZ 

na een druk voorjaar eindelijk 
naar de Tour met het UAE Team?

 

Vijf jaar geleden dacht ik met Jhonatan Narváez aan een Colombiaan maar hij bleek een Ecuadoriaan, weliswaar grondig verschillend van zijn illustere landgenoot Richard Carapaz, een adept van de grote ronden waarvan hij de Giro in 2019 won en ook in de Vuelta 2020 (2de), de Tour 2021 (3de) en in de Giro 2022 (2de) het eindpodium haalde. 

Dat ligt niet binnen het vermogen van Narvaez, zelfs een ereplaats is hem in die sector niet weggelegd. Hij moet het van briljante momenten hebben en wanneer die zich cruciaal voordoen in een korte rittenkoers dan zit zelfs de eindzege er in die hij behaalde in de Coppi e Bartali 2020 en de Österreich-Rundfahrt 2023. Daar komt morgen bijna zeker Tour Down Under, waarin hij vorig jaar al tweede werd 9” na Stephen Williams, bij na eclatante winst in de koninginnenrit naar Willunga Hill.


Jhonatan Narváez is na zes jaar Ineos gemuteerd naar UAE - XRG, waarin hij een voorname sidekick zal zijn van Tadej Pogačar en dat zowel in de ééndagswedstrijden als in de grote ronden. Zijn langverbeid debuut in de Tour wenkt na een drukke lente met een, op Paris-Roubaix na, deelname aan alle grote voorjaarskoersen.  

Narváez, die op 4 maart 28 jaar wordt, was de absolute verrassing in Kuurne-Brussel-Kuurne 2021 die vanaf de Kruisberg als enige meekon met de uitbrekende Mathieu van der Poel, voor wie hij een aardige steun betekende en uiteindelijk de lachende 29ste werd.

Dergelijke Vlaamse prestatie werd niet verwacht van Jhonatan die 4,5 maanden eerder in Cesenatico een spraakmakende dagzege had behaald in de (wegens corona) verlate Giro van 2020. Dat deed hij in de editie van 2024 over in de openingsrit naar Torino, waarbij het opviel hoe weinig tegenstand hij mocht ondervinden van zijn medevluchter Pogačar.


Jhonatan belandde via de opleidingsploegen Klein Constantia 2016 (waarin ook Rémi Cavagna, Ivan Garcia, Enric Mas, Kenny Molly, Maximilian Schachmann, …) en Axeon Hagens Berman 2017 logisch bij Quick Step Floors, dat hij na één campagne alweer verliet wegens an offer he couldn’t refuse van Ineos, waar hij evenwel niet in de comfortzone belandde waarop hij gehoopt had. Bij UAE Team Emirates zal dat hem wel te beurt vallen zodat de tweede helft van zijn carrière nòg rijker zal gestoffeerd zijn dan de eerste. We ain't seen nothing yet ...


vrijdag 24 januari 2025

Bryan COQUARD dagzege in de Tour blijft het opperste doel

 

Bryan Coquard (in april 33) is een ronkende naam in wielerland en dat dankt hij vooral aan zijn 53 overwinningen op de uci-kalender, waarmee hij door de jaren heen de elfde vaakst winnende Fransman is maar inzake kwaliteit moet hij het tegen de tien vòòr hem duidelijk afleggen want hij behaalde hij er slechts drie in de WorldTour. 

Een jaar geleden brak hij de ban in Tour Down Under (Willunga Township) met een machtsprint die sterk geleek op een late uitval à la Willy Teirlinck. Vandaag, bijna dag op dag een jaar later, won hij opnieuw de vierde rit. Tussendoor won hij op 10 juni 2024 in Regensdorf de tweede rit van de Tour de Suisse. Dat viel hem te beurt aan de vooravond van zijn zevende Tour, waarvan hij er zes uitreed maar waarin hij tevergeefs een dagzege najoeg.

Die opperste doelstelling zal hij wel nog niet helemaal opgegeven hebben. Hij sprintte zich ruim 30 keer in de top tien van de daguitslag met bovenal tweede plaatsen (na Andre Greipel) op de Champs Elysées 2015 en (na Marcel Kittel) in Limoges 2016. 

In de Tour van 2021 viel hij zwaar in de openingsrit rond Nice. Hoe erg (twee ribben en een lendenwervel gebroken) hij er aan toe was, bleek pas daags nadat hij op de negende dag in de zware bergrit naar Tignes buiten tijd was gearriveerd. Aan de Tour van 2022 mocht hij, wegens een positieve coronatest, niet eens beginnen. In 2023 en 2024 kon hij met Cofidis eindelijk opdraven en met vijf respectievelijk vier keer top tien in de daguitslag en telkens de derde eindplaats in het puntenstand.  

Bryan is een adept van de piste, waarop hij vooral én in 2009 én in 2010 wereldkampioen omnium bij de junioren werd en in 2015 in de ploegkoers (met Morgan Kneisky) bij de elite. Hij behaalde als 20-jarige neoprof meteen dagzeges in Bessèges, Langkawi en Picardie en hij won ook de Circuit de l’Indre in Châteauroux. 

Zijn thuisland was zijn voornaamste wingebied bij uitstek en dat viel hem vooral te beurt in 2016 met een loepzuivere hattrick (annex eindzege) in de Quatre Jours de Dunkerque. Dat jaar behaalde hij 13 overwinningen en kwam hij in de internationale zegestand uit op de derde plaats na Timothy Dupont (16) en Peter Sagan (14). Daarna won hij ook wat vaker in het buitenland, niet in het minst in België: dagzeges in de Ronde van België 2017 en 2018, de GP Marcel Kint (Zwevegem) en de GP Pino Cerami (Frameries) in 2019.

In zijn ideale wereld wordt Bryan Coquard op 29 juni 2025 in Herbiers (Vendée) kampioen van Frankrijk en behaalt hij in die kakelverse driekleur een langverbeide dagzege in de Tour. Bij die gelegenheden zal hij telkens te maken krijgen met zijn zwart beest Arnaud Démare, die hem in Grand-Champ 2020 al eens van de Franse titel hield.

donderdag 23 januari 2025

Is Javier ROMO een minder 

vluchtige passant dan gedacht? 

 

De notoire favorieten op de eindzege in Tour Down Under hebben de eerste rit die ertoe deed niet volledig naar hun hand kunnen zetten. Javier Romo wist hen zelfs te ontglippen: een 26-jarige Spanjaard in 2024 die na drie jaar Astana overkwam naar Movistar en er meteen een vrij goede beurt maakte. 

In zijn eerste Tour werd hij, zonder zich te forceren, 23ste op ruim 100 minuten van Tadej Pogačar. Romo haalde in de daguitslagen slechts één keer de top tien: zevende in Troyes. Op de andere dagen liet hij zich in met zijn uitgesproken kopman, de inmiddels 30-jarige Enric Mas die in het eindklassement slechts vijf plaatsen vòòr hem eindigde, wat Mas naderhand rechtzette in de Vuelta als derde na Primož Roglič en Ben O’Connor, die hij evenwel nooit in verlegenheid bracht.

Deze Tour Down Under zal een eerste keer uitwijzen of er in Javier Romo genoeg potentieel steekt om Mas onder druk te zetten in de pikorde van Movistar. De tweede bestorming van de Knots Hill (2,6 km. gemiddeld 6% stijgend met pieken tot 16%) was hem alvast genegen. Hij nam de vlucht vooruit op de hoger ingeschatte kandidaten Luke Plapp en Jay Vine die met vijf seconden meer niet uitgeteld zijn voor de eindzege, evenmin als Jhonatan Narvaez, Finn Fisher-Black en de 18-jarige Albert Withen Philipsen. Titelverdediger Stephen Williams verloor 25".

 

De gevierde van de dag was evenwel Javier Romo, vooralsnog geen tafelspringer, al won hij in 2020 het Spaans kampioenshap u23, wat hem een driejarig contract opleverde bij Astana, waarvoor hij zich meteen profileerde als een klassementsrenner: 5de (na bijna een dagzege) in de Coppi e Bartali 2021, 8ste in de Tour de Hongrie 2021, 7de in de Vuelta a Burgos 2023, …

In de Vuelta 2023, zijn debuut in een grote ronde, schoof hij driemaal mee in de vroege vlucht maar daags vòòr de eerste rustdag viel hij zwaar in de negende rit naar Caravaca de la Cruz en werd met een wervelfractuur opgeraapt. Het was zijn afscheid in mineur van Astana.

Movistar beval hem in 2024 aan om iets resultaatgerichter te koersen en dat rendeerde. De ereplaatsen rolden er meer en meer uit. Als twaalfde in het Critérium du Dauphiné bewees hij helemaal klaar te zijn voor de Tour en dat werd door de feiten bevestigd.

 

Benieuwd hoe hij met zijn pole position in Tour Down Under omgaat. Hij is niet te best omringd maar hoe het ook uitdraait: zijn aanhef 2025 kan nu al niet meer stuk en misschien: we ain’t seen nothing yet. 


woensdag 22 januari 2025

Zoveelste ereplaats brengt dat weer wat dichterbij

 

Arne MARIT kan nog steeds de 

Vlaamse primeur van 2025 worden

 

Dichter bij een dagzege in de World Tour kun je niet komen dan Arne Marit vandaag in Tanuna (Tour Down Under) deed. Daags na je 26ste verjaardag de voornaamste accessiet worden van de recidiverende grootmeester Sam Welsford mag een beetje de smaak van de overwinning hebben.

Arne uit Vollezele begon al aan zijn vijfde campagne als contractrenner. Na twee met Sport Vlaanderen - Baloise is hij aan de derde toe voor Intermarché-Wanty. Men mag er geredelijkerwijs van uitgaan dat dit de beste van de drie wordt.

Ook verleden jaar was Arne er vroeg bij om een dichtste ereplaats in de wacht te slepen: na Jonathan Milan in de derde rit van de Volta a la Comunitat Valenciana en na Marijn van den Berg in vierde van de Volta a Catalunya.

Zegevieren was in 2023 noch in 2024 niet aan de orde, zoals wel in 2021 met de razendsnelle (bijna 46 km./u.) GP du Morbihan (Fr., 1.PS), waar hij Bryan Coquard en Elia Viviani over de knie legde. Dat leek toen al het eerste schaap dat over de dam geraakte en waarop andere overwinningen op de uci-kalender gewillig zouden volgen. Niet dus, al won Arne nationaal wel in 2022 de GP Raf Jonckheere in Westrozebeke en de Sluitingsprijs in Putte-Kapellen. Een koers winnen, ga er vandaag de dag maar eens aan staan. Het dogma "enkel winnen telt" mag stilaan uit de wereld worden geholpen, ik hou het liever bij "uitblinken is essentiëler dan winnen".

Over hun goedlachse Oost-Vlaming zijn ze bij Intermarché-Wanty ruim tevreden, anders had algemeen manager Jean-François Bourlart hem ook in 2026 niet bij zich gehouden.

Arne reed de Giro 2023 (vierde in de tweede rit naar San Salvo) en de Vuelta 2024 (vierde in de derde rit naar Castelo Branco) feilloos uit. Misschien is dit jaar de Tour aan de orde om zijn Eritrese kompaan Biniam Girmay aan volgende dagzeges te helpen en zo hoog mogelijk te laten eindigen in de groene puntenstand.     

 

Arne Marit is geen coureur zoals je er dertien in een dozijn aantreft maar een even kostbare als dankbare jonge mens, die veel beter verdient dan wat hij in 2024 doormaakte. Een zware valpartij in de Scheldeprijs met een gebroken enkel voor gevolg zette hem ruim twee maanden aan de kant. Hij maakte een moeilijke periode door, maar Bourlart en het hele team stelden hem op zijn gemak. Na zijn geslaagde Vuelta wenkte een vruchtbare herfst, het jaargetijde waarin hij altijd op zijn best is, en dat zou in 2024 niet anders zijn geweest ware het niet dat hij in de GP d’Isbergues opnieuw zwaar viel en met een complexe drievoudige sleutelbeenbreuk werd opgeraapt. 

Voor de ietwat lookalike van Jasper Stuyven mag het in 2025 wat rimpellozer verlopen. De aanhef is alvast veelbelovend en Arne kan één dezer dagen nog altijd de eerste Vlaamse winnaar worden.

Sam Welsford zal daar evenwel geen boodschap aan hebben. De heuvels van de volgende dagen zullen Arne wat moeten bijspringen om Sam af te botten maar hij wordt met de jaren almaar taaier. 


dinsdag 21 januari 2025

Na vijf wereldtitels en drie Olympische medailles op de baan

 

Sam WELSFORD rondt de kaap van 

tien uci-overwinningen op de weg


Zoals de kroniek aankondigde, won de Australiër Sam Welsford vandaag opnieuw de openingsrit van Tour Down Under. Het viel hem te beurt in Gumeracha, twee dagen na zijn 29ste geboortedag en het zal, evenmin als vorig jaar, wel niet bij die ene voltreffer blijven, waarmee hij de kaap rondt van tien overwinningen op de uci-kalender.

 

Sam Welsford werd derde in de Scheldeprijs 2022 en tweede in die van 2023. Volgens een logisch wiskundig rijtje moest hij vorig jaar winnen maar hij bleef steken op de zevende plaats. Hij zat al meer met zijn gedachten bij de Olympische ploegenachtervolging in Parijs die hij acht jaar na zijn tweede plaats in Rio de Janeiro (na de Britten, onder wie Bradley Wigginsen vier jaar na zijn derde in Tokyo (waar Italia, aangevoerd door Filippo Ganna, won) eindelijk zou winnen met zijn onbekende landgenoten Oliver Bleddyn, Conor Leahy en Kelland O’Brien als sidekicks.

Vanaf 2022 schakelde Welsford, in de armen gesloten door Team DSM, meer over naar de weg en dat ging hem al meteen vrij goed af. Drie weken vòòr de Scheldeprijs werd hij vierde in de Bredene Koksijde Classic en tien dagen na Schoten won hij van Jasper Philipsen de vijfde rit van de Tour of Türkiye. Daarna kwam Sam nog enkel in de ZLM Toer in aanmerking voor de vette prijzen. 

Dat veranderde in 2023 want Sam won de slotritten der Vuelta a San Juan van onder anderen Sam Bennett, Fernando Gaviria, Fabio Jakobsen, Giacomo Nizzolo, Elia Viviani, ... Hij stoomde zich ook klaar voor Belgische koersen: winnaar van de vervroegde Criquielion, derde in de Monseré en in de Bredene Koksijde Classic, tweede in de Scheldeprijs. In de ZLM Toer moest hij in Olav Kooij nog zijn meerdere herkennen maar niet meer in de vierde rit van de Renewi Tour in Peer, waar Sam behalve Kooij ook Jasper Philipsen, Tim Merlier, Arnaud De Lie en Dylan Groenewegen over de knie legde.

 

Eén en ander leverde Welsford vanaf 2024 een lucratieve overstap naar Red Bull - Bora - Hansgrohe op, die hij al op de openingsdag van Tour Down Under verzilverde. Hij haalde het drie dagen vòòr zijn 28ste verjaardag, in Tanunda vrij gemakkelijk van Phil Bauhaus, Biniam Girmay en Caleb Ewan. Daar werd op de derde en de vierde dag nog ééntje aan toegevoegd. Begin mei won hij de openingsrit van de Tour of Hongrie. 

 

Dagzeges behalen in de drie grote ronden wordt Sam's volgend groot objectief. De Tour van 2023 reed hij alvast netjes uit met een tiende plaats in Moulins als hoogste goed. Dit jaar zal hij in zijn eerste Giro allicht spraakmakender zijn.

 

Matthew BRENNAN & Simon DEHAIRS

 

In de massaspurt van Gumeracha werd Matthew Brennan tweede. De 19-jarige Brit is een goede bekende van bij ons, want in 2023 eindwinnaar van de Guido Reybrouck Classic in Damme en een half jaar later ook van de Keizer van Pittem - Koksijde. Beide tweedaagsen kunnen dus met een ferme referentie uitpakken.

 

Zesde en eerste Vlaming in Gumeracha werd Simon Dehairs (Zoutleeuw), de vergeten BK van 2023 in Putte, die na drie campagnes met het Devo Team (waarmee hij dagzeges behaalde in de Course de Solidarnosc, de Loir & Cher en Olympia’s Tour; de GP Rik Van Looy won en ei zo na ook de Veenendael Classic) nu voltijds contractrenner is bij Alpecin - Deceuninck. Mijn intuïtie zegt dat deze trage maar gestage groeier dit seizoen minstens één keer zal verrassen in de sprinten. 


zaterdag 18 januari 2025

Zilveren Tour Down Under schiet met een best aardige bezetting 

de World Tour 2025 op gang


Tour Down Under (Austr.) is uiteindelijk aan zijn zilveren editie toe in weerwil van de onderbreking in 2021 en 2022, omwille van Covid-19.

De 25ste editie (van dinsdag 21 tot en met zondag 26 januari) schiet meteen ook de 15de UCI World Tour, de laatste in zijn huidige vorm, op gang.

De 28-jarige Brit Stephan Williams (Israel - Premier Tech), die drie maanden later ook La Flèche Wallonne won en begin september de Tour of Britain, is titelverdediger en opnieuw niet kansloos met vooral George Bennett, Simon Clarke en good old (38) Michael Woods in steun. 


Het wordt voor Israel - Premier Tech vooral optornen tegen het sterke blok van het UAE Team Emirates - XRG, waarvoor Rune Herregodts zijn allereerste koers rijdt. Jammer voor hem dat er naar traditie een individuele tijdrit ontbreekt. Hij zal zich dus uitsloven voor Jay Vine (de eindwinnaar van 2023). Van dat topteam maakt ook de amper 19-jarige Pablo Torres, de Spaanse hoop in almaar bangere dagen, deel uit. 

 

Andere grote favoriet voor de eindzege is Luke Plapp, het kerstekind van 2000 dat onlangs voor de derde keer kampioen van Australië tijdrijden werd en bijna voor de vierde keer op de weg. De eyecatcher van Jayco AlUla zette in 2024 na de zesde eindplaats in Paris-Nice ook mooie stappen in de Giro, waarna hij zich focuste op de Olympische tijdrit in Parijs. Hij liet bij het eerste tussenpunt een veelbelovende tijd noteren waarna hij vol op een dranghekken knalde en met een ernstige buikwonde niet verder kon. Die vergde zelfs een medische ingreep waardoor hij voor de rest van het seizoen aan de kant moest blijven. 

     

Tour Down Under 2025 telt twee vlakke etappes en vier heuvelritten, en is met zijn globaal zowat 12.500 vertikale meters geen eitje maar of de tijdsverschillen hoog zullen oplopen is onwaarschijnlijk.

Wanneer het op sprinten aankomt dan zal vooral de Australiër Sam Welsford (vorig jaar drie dagzeges) te duchten zijn. Van zijn landgenoot Caleb Ewan, die in deze race al negen dagzeges behaalde, zal hij alvast geen last hebben want op de startlist in geen velden te bekennen, waarbij men zich zelfs afvraagt of hij nog koerst. Zijn manager beweert van wel en hij staat inderdaad nog op de loonlijst van Jayco-AlUla maar hoelang nog? De voorlaatste rit van de Tour de Pologne op 17 augustus 2024 was de laatste koers die hij (anoniem) uitreed. Ook Lotto - Dstny was eind 2023 blij dat ze van hem af waren. Op zijn 30ste lijken zijn koersdagen al geteld. Voor Arne Marit (foto) kan de bevrijdende eerste voltreffer nabij zijn. 

 

Bizar toch dat weer pas de zondag daarop de Cadel Evans (Great Ocean Road) Race wordt gehouden. Dat betekent dat de respectieve deelnemersvelden nogal van mekaar verschillen wat extra verblijfs- of verplaatsingskosten met zich brengt voor dezelfde WorldTeams of betaalt het organiserende Events South Australia alles terug misschien? Ik dacht van niet.

donderdag 16 januari 2025

Almaar meer u19 in de piramide van WorldTeams 

 

Het statement van Jef ROBERT doet er zeker en vast toe 


 

Jef Robert, reeds ruim 20 jaar de trotse voorzitter van Acrog-Tormans, heeft bij Wielerverhaal door Hans Fruyt een interessant statement laten optekenen.

 

Jef was verrast toen Soudal - Quick-Step tijdens de nazomer van 2024 aankondigde dat het vanaf 2025 een u19 aan zijn piramide zou toevoegen, meer bepaald een negental onder leiding van talentscout Johan Molly

Jef was behalve verrast ook not amused en briefte daarover op het juiste moment Jürgen Foré, de opvolger van Patrick Lefevere. Uit dat onderhoud ontstond het nodige begrip. Meerdere WorldTeams gingen The Wolfpack daarin voor dat dus niet kon achterblijven indien het niet nog meer dreigde buitenlandse talenten dreigde te mislopen.

 

Deze nieuwe ontwikkeling staat de lopende samenwerking tussen Acrog-Tormans en Soudal - Quick-Step evenwel niet in de weg. Beide actoren zullen in meerdere 1.1- & 2.1-wedstrijden met een gemengde ploeg opdraven. Een win-winsituatie voor beide partijen dus die zich ook voordoet inzake recrutering. De respectieve scouts zullen mekaars ontdekkingen op het terrein niet van mekaar afvangen maar juist plaatsen.

Jef Robert toont minder begrip voor de algemene tendens van de WorldTeams om een eigen u19-team in het leven te roepen. Jef ziet de opleiding van koersende tieners als een specifieke missie, waarin zijn stichting ruim 75 jaar ervaring heeft. De overgrote meerderheid van WT kunnen daar niet op terugvallen en zullen zich volgens Jef baseren op de werkwijze van hun hoofdmacht. Die strookt inderdaad niet altijd met de ontvankelijkheid van 17- en 18-jarigen. 

Er zijn trouwens twee Vlaamse voorbeelden van een niet optimaal verlopen samenwerking: Senne Brys bij JEGG - De Jonge Renner Academy (Visma - Lease a Bike) en Thibaut Van Damme bij Team Grenke - Auto Eder (Red Bull - Bora - Hansgrohe).

Jef vreest dan ook dat dit opzet geen lang leven zal beschoren zijn en is ervan overtuigd dat zijn manier van werken en die van de andere betere clubs in België de juiste is. 

Acrog-Tormans beschikt over een dertigtal junioren, waarvan de ene helft al tot de beteren wordt gerekend terwijl de andere mag rijpen in een comfortabele wachtkamer. Voor elk van hen blijven de studies prioritair, daar wordt constant op gehamerd. Zich voortvarend opbranden is totaal niet aan de orde. 

Daarvoor vreest Jef wel bij u19 teams die gelinkt zijn aan WT: dat die talenten na hun 18de meteen zullen doorstarten in de beroepscategorie ofwel verloren zullen zijn én voor het wielrennen én voor het onderwijs.

Er zit zeker waarheid in maar zo zwart-wit wens ik het zelf toch niet te zien. De omkadering van de meeste WT zal ook wel begaan zijn met de algemene ontwikkeling van hun groeibriljanten, die ook vanuit hun opvoeding een normenbesef zullen meegekregen hebben om hun studies niet zomaar laten schieten. Zij die dat laatste helaas wel doen zijn trouwens niet uitsluitend coureurs.  

Het statement van Jef Robert is zeker niet ongepast noch misplaatst. Beter teveel dan te weinig gewaarschuwd voor de excessen van futiele lauweren en uitstervend applaus. 17 en 18 jaar zijn inderdaad moeilijke leeftijden maar dat geldt niet uitsluitend voor coureurs, die (zeker indien ze goede studenten zijn) over het algemeen volwassener zijn dan hun tijdgenoten.

Toch volhardt Jef dat voor een Belgische junior een WorldTeam niet incontournable is om van een volwaardig u19 collectief deel uit te maken. Jasper Schoofs (foto) is daar een mooi voorbeeld van. Behalve zijn eigen stichting is er vooral ook het Crabbé-Dstny van Jo Van Gossum en meer anderen die een optimale omkadering, begeleiding en programmatie garanderen.

Vraag is evenwel of een ouder het zijn ambitieuze getalenteerde zoon kan ontzeggen om op zijn minst gevleid te zijn door de sollicitatie om van de piramide van een WorldTeam deel uit te maken. Goede afspraken (maar in géén geval ten koste van studies) kunnen dat in de juiste banen leiden.

woensdag 15 januari 2025

 R.EV Brussels Cycling Team u19. 

wordt een absolute méérwaarde


Remco Evenepoel begint over tien dagen aan zijn 25ste levensjaar als, behalve toprenner, de op één na de jongste wielerpatron ooit. Zowaar Patrick Lefevere was 46 jaar geleden nòg iets jonger nadat hij half mei 1979 gestopt was met zelf te koersen, iets wat Remco nog lang niet van plan is, anders bevond hij zich zondagmorgen vroeg niet in het LAB Antwerp van Thijs Hertsens voor zijn dagelijkse kinesessie. Vanop die pijnbank moedigde Remco de renners en de stafleden van ‘zijn’ R.EV Brussels Cycling Academy Team aan om het beste uit zichzelf te halen.

Dat collectief werd op hetzelfde moment boven de doopvont gehouden in één van de bollen van het Atomium als een uitvloeisel van het vorig jaar opgestarte sociale project R.EV Brussels Cycling Academy, met als initiële doel de Brusselse jongeren tot recreatief of competitief fietsen te bewegen als een ‘way of life’ om zo goed op te gaan in de brede maatschappij.

De kern van tien uitverkoren junioren, onder wie Rayane Arifi en Mathieu Levaque gerecruteerd uit de eigen Academy, wordt gemanaget door ex-renner Kenny Terweduwe en sportief geleid door ex-prof Dimitri Peyskens. En met nieuwelinge Lobke Spinnoy uit Schepdaal wordt reeds gedacht aan een u19-meisjesteam vanaf 2026.

“Remco is de créateur-fondateur”, benadrukt papa Patrick“Aan ons uit te voeren zoals hij het ziet. Inmiddels werden er al ruim 200 kinderen gerecruteerd in de buurthuizen, om en bij de 48 zijn in de Academy opgenomen waarvan er vorig jaar 26 in competitie traden als aspirant of als nieuweling.”

Remco mag dan nog zelf koersen, hij is even nauw betrokken als een dagelijks bestuurder, die de lijnen uitzet, die iedereen bij naam kent, die meegaat op teambuilding en tijdens het seizoen meer dan even zal komen piepen. Hij benut het WhatsApp-groepje, van waaruit hij zijn discipelen met trainings-, voedings- en materiaaladvies oplijst. En of ze vereerd zijn om dat allemaal van hun idool te mogen ontvangen!

Zoveel mogelijk koersen winnen is geen issue maar zegevieren is uiteraard niet verboden. Toch primeert de prestatie op het resultaat, al hoeft het één het ander niet uit te sluiten. Zoveel duurzamer dan het behalen van Pyrrusoverwinningen is het doorstromen naar een Development Team.

Specifieke doelstelling op middellange termijn: in 2030 met minstens één jongen en/of meisje uit de Academy aan de start staan van het WK in Brussel. Hooggegrepen, dat zeker maar geen conditio sine qua non om het Project in zijn totaliteit te zien slagen.

Deze Tien om te Zien krijgt tijdens het nakende seizoen een attractieve agenda af te werken vanaf Kuurne alover de Guido Reybrouck Classic in Damme naar Gent-Wevelgem en de Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Het team solliciteerde ook voor een deelname aan de Ain Bugey Valromey Tour ofte Tour de France u19.

De tien bofkonten zijn, qua blote resultaten, niet allemaal toppers van de bouwjaren 2007 en 2008. Matthias Bogaert en Yasu Vervoort (beiden komende van Isorex) zijn dat wel. Ze zijn éérstejaars net als Rayane Arifi en Mathieu Levaque.

Rayane Arifi is een discipel van eigen kweek die in vergelijking met 2023 (driemaal bescheiden top 10) in 2024 mooie stappen zette met achtmaal podium, zij het zonder hoogste trede maar dat kon de algemene voldoening niet temperen. 

 

Mathieu Levaque is the special one want hij kwam begin mei 2024 over uit het hockey. Veel rodage had hij niet nodig want eind mei deed hij in de zware koers van Kester (bijna 100 dln.) al mee voor de vette prijzen. Matthias Bogaert en Rayane Arifi flankeerden hem op het podium.

 

Mathias De Keersmaeker (Heist CT) en Oskar De Meester (Onder Ons Parike) zijn tuk op revanche na een moeilijk 2024. Ze zijn wel nog wat zoekende als coureur. Hun nieuwe team helpt hen op de juiste weg. Indien dat niet lukt dan houden ze aardig wat anders achter de hand. Mathias heeft een jaar boni in zijn studies rechten, Oskar is een virtuoos die latijn-wiskunde studeert. 

 

Hugo Percque muteerde als neo-junior van Cureghem Sportief naar Acrog-Tormans maar komt nu als Schepdaalnaar thuis. Behalve aan de lokale verankering dankt hij dat ook aan zijn mooie maand juli 2024. Op een dichtste ereplaats (na de Australiër Finlay McRobbie, die zijn twee volgende koersen won) in Brakel volgden overwinningen in het golvende Bogaarden en in het vlakke Veldegem. Tijdens die zalige periode vierde hij zijn 17de verjaardag.

 

Tuur Verbeeck (Dijlespurters Mechelen), in 2019 de Vlaamse kampioen der 12-jarige aspiranten, won vijf jaar later de zware Tour de Condroz in Ougrée-Haut van onder anderen Wout Hemeryck, Nicolas Aernouts, Thor Michielsen, Axel Van den Broek en Tristan Jannes. Wie dat reeds kan als neo-junior mag best één en ander verwachten van zijn tweede campagne.

 

Arnaud Noirhomme (Lux.) en Erik Rege (Noor) vervolledigen het mooie tiental. Hun aanwerving is eerder gebeurd op basis van testen dan van resultaten, maar beiden zijn jongens met een meerwaarde als persoon want van goeden huize.


dinsdag 14 januari 2025

Met Koen CHRISTIAENS als aanjager …


Belgian Chrono Challenge

onderstreept het impact van het tijdrijden

 

De melding dat Belgian Cycling een Chrono Challenge in het leven roept sloot ik als een sportief kerstgeschenk in de armen. Massimo Van Lancker beloofde als Directeur Sport innovatie en is van zijn woord, ik had het niet anders verwacht.

De Belgian Chrono Challenge wil de nationale tijdritten bestendigen omdat het van cruciaal belang is dat jonge ambitieuze renners/rensters voldoende kaansen krijgen om de kunst van het meten is weten te beoefenen en de specifieke skills verder te ontwikkelen. 

Tijdrijden is niet enkel een doel maar ook een middel om zich als jonge coureur te verbeteren en zijn limieten voor zich uit te schuiven. 

In eerste instantie kwamen deze manches in aanmerking: Borlo (30 maart), Poperinge (26 april), het BK in Heusden-Zolder (1 mei) en de Memorial Igor Decraene in Waregem (7 september). 

Die laatste moet het evenwel voor gezien houden omdat voor de ouders van Igor tien jaar eerbetoon aan hun illustere zoon volstaan. 

Sterkhouder Koen Christiaens wilde met een aardige oorlogskas nog verder, desnoods onder een andere naam op een andere locatie, maar stond er alleen voor. Belgian Cycling liet hem evenwel niet vallen. 

Op de Belgian Cycling Youth Evening in Oosterzele werd de Trofee Igor Decraene de ultieme keer uitgereikt in het bijzijn van onder anderen Massimo Van Lancker, Serge Pauwels en Angelo Declercq. Bij die gelegenheid had men het over die nationale tijdritten en hun nieuwe formule naar een idee van Christiaens om er een Klavertje Vier van te maken en er geldprijzen aan te verbinden. Het kwam in Koen op omdat een respectabel renners aan de afsluiter in Waregem verzaakten. Het idee belandde dus niet in dovemansoren maar het werd behartigd en dus doe ik er dus goed aan om de eerste zondag van september vrij te houden op een nog onbekende locatie, de habitat van één van ’s lands beste tijdrijders. Een goede verstaander heeft meteen begrepen dat het over Schepdaal (Remco Evenepoel) of Lendelede (Alec Segaert) moet gaan.

 

De Belgian Chrono Challenge richt zich tot 50 jongens en 15 meisjes van de bouwjaren 2009 en 2010 (nieuwelingen), 35 jongens en 15 meisjes van de bouwjaren 2007 en 2008 (junioren) en 30 jongens en 15 meisjes van de bouwjaren 2003, 2004, 2005 en 2006 (u23).

 

In het BK zullen logisch beduidend meer punten te verdienen zijn dan in de drie overige tijdritten. Voor het eindklassement worden van elke renner de drie hoogste behaalde puntenaantallen samengeteld. 

 

De Belgian Chrono Challenge is onweerlegbaar een prachtig initiatief, waarbij toch deze kanttekening. Biedt het vrijkomen van zondag 7 september 2025 niet de opportuniteit om het BK tijdrijden naar die datum op te schuiven? In functie der internationale kampioenschappen komt het op 1 mei véél te vroeg. Idealiter zou dus zijn het vier maanden te verlaten zodat men tijdrijders in bloedvorm kan selecteren voor het het WK (eind september 2025 in Kigali-Rwanda) en het EK (begin oktober 2025 in de Ardèche).


zondag 12 januari 2025

Arrigo PADOVAN was een (nòg) bétere en merkwaardiger coureur dan eerst gedacht

 

 

Arrigo Padovan is een week geleden overleden. Hij zou daags vòòr Eddy Merckx’ tachtigste verjaardag 98 jaar zijn geworden. Toch verdient hij postuum een postuum eresaluut want hij was een (nog) merkwaardiger coureur dan eerst ingeschat.


Hij was een relatief late roeping die pas op zijn 23ste prof werd en bijna 24 jaar toen hij op 1 mei 1951 de GP Industria & Commercio di Prato won aan de vooravond van zijn eerste Giro, waarin hij in Pescara bijna zijn eerste tappa won maar Giuseppe Minardi, de aanstaande winnaar van Il Lombardia (1952) tussen tweede plaatsen in Milano-Sanremo door, was hem daar te vlug af. Arrigo legde een bijzondere regelmaat aan de dag en kwam uit op de achtste eindplaats op nog geen kwartier van Fiorenzo Magni die Rik Van Steenbergen, Ferdi Kübler, Fausto Coppi, Giancarlo Astrua, Hugo Koblet en Louison Bobet afhield. Padovan was the best of the rest in wie men als klassementsrenner een wissel op de toekomst zag maar dat was te hooggegrepen. Hij vond zijn toevlucht in dagzeges maar hij moest geduldig zijn. De eerste liet vijf jaar op zich wachten tot de zesde dag die eindigde in Pescara, waar hij revanche nam op zijn dichtste ereplaats in 1951.

De twee volgende in 1959 respectievelijk 1960 waren dubbel en dik. De eerste daarvan werd in Genua behaald op André Darrigade, die twee en een halve maand later in Zandvoort (Ned.) de regenboogtrui zou grijpen. In de Giro daarop won Arrigo de slotrit in Milano en dat opnieuw vòòr een WK in spe, Rik Van Looy. Behalve drie keer winnen werd Padovan in de grote ronde van zijn land ook nog zesmaal tweede.

In de Tour was hij er, in een dienende rol voor de squadra Italia, slechts viermaal bij, goed voor twee victoires d'étapes: in Rouen 1956 (vòòr Gilbert Desmet, die er in het bezit kwam van le maillot jaune) en in Bordeaux 1958 (vòòr André Vlayen, de drager van de volle Belgische driekleur).

 

1956 was zijn speciaal jaar, waarin hij tussen 26 april tot 28 juli of in 93 dagen de drie grote ronden voltooide. De Vuelta was toen nog voorjaars, meteen na de klassiekers waarin Arrigo zich beperkte tot Milano-Sanremo die in 1956 zijn beste uitslag (8ste) opleverde.


In elk van de drie samengebalde grote ronden was Arrigo tuk op een dagzege. Die leek hij al meteen te behalen in de Vuelta maar op de voorlaatste dag had le regional de l’étappe Benigno Azpuru de vlucht vooruitgenomen, hij arriveerde aan een moyenne van nog geen 30 km./u. met grote voorsprong in Vitoria, waar Padovan zich uit de slappe greep van het nog amper 40 koppen tellende peloton waarvan Rik Van Steenbergen (die zes van de 18 ritten won, winnaar op punten werd en vijfde in het tijdklassement) de spurt voor de derde plaats regelde. 


Het ontmoedigde Arrigo niet om een week later in Milano aan de Giro te beginnen en de zesde rit te winnen in Pescara. 

In de Tour lukte hem dat al op de derde dag in Rouen, de habitat van Jacques Anquetil die het jaar daarop zijn debuut zou maken in de Tour om die op zijn 23ste meteen te winnen.


Eén van Padovans sterkste prestaties is wat tussen de plooien van de rest gevallen. Eind oktober 1952 werd hij derde in de 46ste Giro di Lombardia. Hij maakte er deel uit van een ruime kopgroep en werd in Milano enkel geklopt door Giuseppe Minardi en de amper 20-jarige Nino Defilippis

 

Toch werd Arrigo niet de klassieke coureur die men in hem wilde zien. Hij was al evenmin één veelwinnaar maar werd toch met aanzien opgeslagen in de annalen van het ciclismo italiana tussen 1951 en 1960. Daarna werd hij een geslaagd ondernemer in zijn thuishaven Masi (Padua, regio Veneto) en een rolmodel voor die gemeenschap.