vrijdag 3 maart 2023

Bij het wegvallen van al teveel koersen …

ertevoedekoers legt de vinger in de wonde en suggereert een oplossing

Het al of niet definitief wegvallen van de Trofee van Vlaanderen voor junioren en de Internatie voor elite 2 en beloften in Reningelst heeft bij veel wielerliefhebbers ongenoegen gewekt. 

En voor commotie gezorgd bij Bergdal Reningelst dat het bij monde van Sylviane Desodt, tot nader order, bij een sabbatjaar omwille van grote wegeniswerken wenst te houden. Een definitieve exit is nog niet aan de orde.

ertevoedekoers bij monde van Freddy Deberdt reageert niet op het specifieke Reningelstse maar op het algemene geval waarbij men al te gemakkelijk het financiële als een alibi aanwendt. Volgens Freddy zijn reglementitis en vergrijzing van de besturen de grote boosdoeners. En door Covid-19 waren niet weinig inrichters plots op hun gemak en ook zonder koers in het dorp ging het leven verder.

Een zestal mensen uit de Westhoek met het koershart op de juiste plaats ging er langer lijnrecht tegen die trend in, verenigde zich in ertevoedekoers en vormde een cluster. Vier jaar later zijn ze de trotse organisatoren van drie koersen voor meisjes en jongens junioren (nu zondag 5 maart in de Klijte) en evenveel voor meisjes en jongens nieuwelingen plus het vlaggenschip, een nationale tijdrit voor genoemde categorieën eind april. Het opgehaalde sponsorsgeld belandt in één pot die volgens een objectieve verdeelsleutel wordt aangesproken. Dit bespaart veel tijd en moeite en genereert een gevoel van samenhorigheid. Om daartoe te komen moet men initieel ego’s en tradities opzijschuiven en dat is misschien nog het moeilijkste van al.

Paris-Nice en Tirreno-Adriatico 

kunnen perfect naast mekaar bestaan

 

 

Vanaf 2026 zou de World Tour - kalender er anders uitzien: géén overlappende manches meer, meldde de minzame Peter Van den Abeele namens de UCI in de podcast Cross van Play Sports. 

Dat zou onder meer betekenen dat de Siamese tweeling Paris-Nice en Tirreno-Adriatico gescheiden wordt. Scheiden is één, er een nieuwe bestemming geven is twéé! 

Paris-Nice en Tirreno-Adriatico  in plaats van op mekaar lijkt mij een utopie want in dat geval is er geen egale aanloop meer naar Milano-Sanremo, waaraan beide rittenkoersen onlosmakelijk verbonden zijn.

 

Paris-Nice ontstond al in 1933, Tirreno-Adriatico kwam er in 1966 bij en leek de ‘koers naar de zon’ te kunnen verdringen als stijloefening voor Milano-Sanremo. De feiten hebben aangetoond dat beide rittenkoersen wat dat betreft een evenwaardig bestaansrecht hebben. Blijf daar dus af!


Met Sean Kelly, die ‘de koers naar de zon’ vanaf 1982 zeven opeenvolgende keren won, en Roger De Vlaeminck, die dat vanaf 1972 zesmaal op rij deed in de Tweezeeënkoers, hebben ze elk hun absolute heerser.

Paris-Nice presenteert, zelfs bij afwezigheid van titelverdediger Primož  Roglič, de mooiste affiche met het itanenduel Tadej Pogačar - Jonas Vingegaard. Zij etaleerden in de Ruta del Sol respectievelijk de O Gran Camiño hun conditionele paraatheid. Zij voeren ook de rijkste en bijgevolg sterkste teams aan die nog sterker gemaakt worden door de ploegentijdrit van 32,2 km. op de derde dag rond Dampierre-en-Burly. Dit had een individuele tijdrit moeten zijn.

Tirreno-Adriatico moet het sowieso met minder doen maar met meer uitgesproken kanshebbers en veel spankracht met Julian Alaphilippe, João Almeida, Thymen Arensman, Benoît Cosnefroy, Jai Hindley, Mikel Landa, Enric Mas, Tom Pidcock, Thibaut Pinot, Domenico Pozzovivo (bij Israel - Premier Tech), Wout van Aert (die naar niemand hoeft om te zien maar wellicht zichzelf zal ontzien), Aleksandr Vlasov, Adam Yates, …

Reeds op de openingsdag zal er kleur bekend worden met een individuele tijdrit van 11,5 km. rond Lido di Camaiore. Benieuwd hoe Filippo Ganna daarin uitpakt en verder mee omgaat.

 

Op basis van 100 70 50 40 30 25 20 15 10 5 punten aan de respectieve top tien zijn dit de best prestérende renners in:

 

PARIS-NICETIRRENO
700KELLY SeanIerADRIATICO
605Anquetil JacquesFr.660MOSER FrancescoIt.
585Merckx EddyB.625De Vlaeminck RogerB.
500Poulidor RaymondFr.355Saronni GiuseppeIt.
490Jalabert LaurentFr.320Rominger TonyZwits.
485Roche StephenIer315Sörensen RolfDeen
480Zoetemelk JoopNed.310Knudsen KnutNoor
380Contador AlbertoSp.285Nibali VincenzoIt.
325Knetemann GerrieNed.270Quintana NairoCol.
295Rebellin DavideIt.265Rebellin DavideIt.
285Rominger TonyZwits.265Zilioli ItaloIt.
255Archambaud MauriceFr.260Scarponi MicheleIt.
255Ocana LuisSp.230Fondriest MaurizioIt.
250Impanis RaymondB.220Freire OscarSp.
250Indurain MiguelSp.220Garzelli StefanoIt.
250Porte RichieAustr.200Bitossi FrancoIt.
240Sanchez Luis-LeonSp.200Pogacar TadejSlov.
235Janssen JanNed.185Fuchs JosephZwits.
230Planckaert JefB.185Maechler ErichZwits.
220Laurent MichelFr.180Bettini PaoloIt.
220Vinokourov AlexandreKaz.180Contador AlbertoSp.

donderdag 2 maart 2023

Exit koers in Reningelst

… hoe jammer is dit?!

 

De Trofee van Vlaanderen voor junioren en de Internatie voor elite 2 en beloften in Reningelst, voorzien op woensdag 26 respectievelijk donderdag 27 juli, zullen alvast dit jaar geen doorgang meer vinden maar je mag er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van uitgaan dat dit een definitieve exit zal zijn. Dit komt hard binnen voor mensen die er al decennialang een vaste afspraak hadden.

Beide koersen ontstonden onder die naam in 1974 en kunnen bogen op anciënniteit en status maar de gouden jubileumeditie zal alvast niet voor dit jaar zijn en allicht ook nooit meer daarna.

Het wielrennen heeft het dorp Reningelst indertijd op de nationale kaart gezet, al kon je er de laatste jaren niet naast kijken dat de publieke belangstelling flinterdun was geworden in vergelijking met tijdens de vorige eeuw toen ze zich rijendik verdrongen in de aankomststrook enop het parcours.

Had men niet één van de twee topkoersen kunnen redden en dan vooral de Trofee van Vlaanderen voor junioren? Indien niet, kan Menen-Kemmel-Menen niet min of meer in de plaats komen? Deze 1.1 is dit jaar voorzien op zondag 9 juli maar heeft zware concurrentie van de vierdaagse Sint-Martinusprijs van Kontich, die op donderdag 6 juli begint en op zondag 9 juli (de dag van Menen) eindigt.

Die medediging zou bezworen zijn indien Menen twee zondagen opschoof naar zondag 23 juli, wat de kwaliteit van het deelnemersveld zou ten goede komen.

Britse junior Peter DRABBLE

versierde een West-Vlaamse dubbelslag

 

 

Peter Drabble (CT Menen) is er tijdens het openingsweekeinde als enige in geslaagd om een dubbelslag te versieren.

In Staden maakte hij zich wijselijk uit de voeten voor de allicht snellere Nolan Huysmans en arriveerde met driekwart minuut voorsprong. Dat hoogstandje herhaalde hij ’s anderendaags in Vlamertinge, waar hij met kleinere voorsprong door de finish reed.


Peter Drabble reed vorig jaar in de kleuren van het WAC Team.

Men moet zich daarbij afvragen of Peter niet meer op zijn plaats was geweest in de internationale interclub van Kuurne. 

“Goeie vraag”, zegt Nico Mattan, die wel meeging op stage maar zich voor de rest nog maar weinig wenst in te laten met het team. “Peter was niet indrukwekkend op stage, hij trainde op de hartslagmeter en dat werpt kennelijk mooie vruchten af. De Fin Aatu Ylipelkonen liet mij de beste indruk maar werd op weg naar Kuurne uitgeschakeld door een wielbreuk.”

Simon Bril was er met een 66ste plaats op vijf minuten van Jarno Widar de ‘hoogst’ eindigende discipel van CT Menen.

Of Peter Drabble, die tijdens het tussenseizoen van het WAC Team overkwam, meer dan wat in zijn mars heeft moet nog blijken.

Als neo-junior parkeerde hij in de interclubs van 2022 vooral tussen de twaalfde en de vijftiende plaats. In het regionale circuit werd hij derde in Sinaai-Waas en Hingene, vijfde in Beernem.

Nu heeft hij na één weekend al meer bereikt dan over het hele seizoen 2022. Zijn toegejuichte dubbelslag schreeuwt om bevestiging in de aankomende interclubs, op voorwaarde dat hij ervoor geselecteerd wordt.

Weer geen Italiaanse sant in eigen land

 

Nans PETERSenkele jaren na zijn vergeten dagzege in de Giro en de Tour

 

 

Italië heeft in januari-februari acht overwinningen behaald op de uci-kalender. Vijf landen deden beter. België spant daarin de kroon met bijna het dubbele. 

Ook de verzopen 60ste Trofeo Laigueglia, de Italiaanse openingskoers aan de Ligurische kust, ging aan de autochtonen voorbij. De Fransman Nans Peters bleef zijn teamgenoot Andrea Vendrame, Alessandro Covi en Lorenzo Rota voor en ik denk niet dat ze daar op het schiereiland vrolijk van werden.


perempic@rchief - foto AG2R Citroen

Nans Peters godbetert, de meesten onder ons zullen al vergeten zijn dat hij in 2019 een dagzege behaalde in de Giro en in 2020 één in de Tour behaalde waarna nog amper wat aan persoonlijke resultaten maar hij maakte zich bij AG2R Citroën nuttig als de slapie van zijn kansrijkere kompaan Benoît Cosnefroy, die hem in Laigueglia op een kleine dertig km. van de finish als verkenner uitstuurde. Nans hield stand zoals hij dat vier en drie jaar geleden deed in de Giro respectievelijk de Tour.

Nans Peters, what’s in a name?! Hij stamt van Nederlandse grootouders maar is al lang een volbloed Fransman, genoemd naar Nans Le Berger, een illustere schaapherder. 

Als junior won Nans vooral de Ain Bugey Valromey Tour 2012. Als belofte kwam hij piepen met een vierde plaats in zowel de Piccolo di Lombardia 2014 als in de Ronde van Vlaanderen 2015.

Een coureur voor de klassiekers ging aan hem evenwel niet verloren. Hij nam genoegen met een rol van meester-helper én momentencoureur die er zijn dagjes uitkiest en met het hoofd en de benen naar zijn pedalen zet.

woensdag 1 maart 2023

Net als Tadej Pogačar blijft hij wèg uit de Strade Bianche …  

Statement van Wout van AERT is totààl misplààtst


Na Tadej Pogačar past ook Wout van Aert voor de 16de Strade Bianche. Laten we duidelijk zijn: het is hun volste recht dat te doen.

Tadej geeft verstek omdat hij ’s anderendaags al aan Paris-Nice begint, Wout omdat hij vorige week ziek(jes) was waardoor hij niet voor de zege in aanmerking denkt te komen.

De Strade Bianche krijgt zo te maken met een onthoofd deelnemersveld want met Wout en Tadej ontbreken twee recente ex-winnaars.  Eigen schuld, dikke bult want hoe kan men het verzinnen om koppig pàl voor Tirreno-Adriatico én Paris-Nice een plaats op de kalender in te nemen? Waarom niet vandaag een plaatswissel doorgevoerd met de Trofeo Laigueglia, de Italiaanse openingskoers?

Wie zaterdag in Siena koerst bevindt zich op 172 km. van Camaiore (de uitvalsbasis van Tirreno-Adriatico) en op 858 km. van La Verrière (département des Yvelines en région Île-de-France), de startlocatie van Paris-Nice, waarvoor Pogačar  opteert, een keuze die moeilijk uit te leggen is.

Wout van Aert dan die volgens de teamleiding van Jumbo-Visma weloverwogen uit de Strade wegblijft omdat hij in Tenerife ziek(jes) na een onderbreking van twee dagen pas op 15 februari doorgedreven kon beginnen trainen. Hij voerde een geslaagde inhaalbeweging uit en door weg te blijven uit de Strade kan hij iets langer finetunen op de Teide.

Het is uiteraard het goed recht van Tadej en Wout om die afweging te maken maar de organisatie van de Strade Bianche zal not amused zijn, zelfs al resten er (in alfabetische orde) met Julien Alaphilippe, Tiesj Benoot, Michal Kwiatkowski, Alexej Lutsenko, Matej Mohorič, Tom Pidcock, Mathieu van der Poel, Aleksandr Vlasov, … voldoende favorieten die wèl meedoen.

 

Is er bij Wout van Aert ook niet vooral het probleem van zijn aangemeten status ten opzichte van de buitenwereld die verwacht dat hij altijd en overal voor de overwinning in aanmerking komt? Hij voelt zich aangesproken en skipt de Strade om beter te zijn in Tirreno-Adriatico die hij rijdt in functie van Milano-Sanremo. Wout bleef ook al weg uit het Vlaamse openingsweekeinde en laat tijdens de tweede helft van april ook de Amstel en Liège-Bastogne-Liège aan zich voorbijgaan. Wat blijft er tenslotte nog over en wat moet je daar als organisator van vinden? Als topcoureur zou enig respect tegenover die actoren niet misstaan!

 

Wat mij bij van Aert extra stoort is zijn uitspraak dat hij enkel wil koersen waar hij (of - in het geval van de Tour - een kansrijkere kompaan) grote kans maakt op de overwinning. Dergelijk dedain liet hij zich ook al ontvallen aangaande het WK tijdrijden in Wollongong. Zelfs een dichte ereplaats is hem kennelijk te min. Met die redenering moeten er in de meeste koersen niet veel coureurs starten. Eén en ander komt uit de mond van iemand die, hoe graag hij het ook anders had gewild, nog maar één van de vijf monumenten heeft gewonnen en die op zijn 28ste nog geen wereldkampioen werd.

 

Eén en ander brengt mij naadloos bij twee tegengestelde quotes:

1Deelnemen is belangrijker dan winnen”, ik denk dat men baron de Coubertin op het einde van de 19de eeuw verkeerdelijk geïnterpreteerd heeft en dat hij eigenlijk bedoelde: Deelnemen is essentiëler dan winnen.

2Winning isn’t everything, it's the only thing”, orakelde voetbalcoach Vince Lombardi.

Wout van Aert zegt het hem met andere woorden na. Indien dat het evangelie van de koers is dan moeten we voortaan slechts een minimaal aantal deelnemers laten meedoen maar zelfs dan zal er slechts één van die kanshebbers kunnen winnen terwijl er negen keer zoveel voor de top tien in aanmerking komen. Ik pleit bij deze voor het eerherstel van de ereplaats! En laat er maar 150 à 200 starten!

Willy forever young IN ’T VEN

begint aan zijn 80ste lente


Ha die toffe Willy, die vandaag aan zijn 80ste astronomische lente begint onder het gesternte ‘forever young’.


Willy IN 'T VEN, als neoprof in 1966.
(perempic@rchief.be - foto Peter REMMERIE)

Hij was op zijn 17de een late roeping en werd pas een winnaar als twintiger: een dozijn keer in 1964 en twintig maal in 1965. Kwaliteit ontbrak niet met vooral een derde plaats op het BK in Aubel, waar hij op het podium stond met Eddy De Sitter en Louis Van den Broeck, van wie nog amper wat vernomen werd in tegenstelling tot de Willy die er in 1966 als neoprof meteen stond. 

Een zevende plaats in La Flèche Wallonne was al knap maar drie dagen later kwam hij in een zonovergoten Liège-Bastogne-Liège nòg stràffer uit de hoek als de beste na Jacques hors concours Anquetil die Rocourt vijf minuten eerder binnenreed dan Willy en Vic Van Schil, die wel wou maar niet kon overnemen en de tweede plaats aan Willy toezegde. In de officële uitslag wordt het anders afgelezen but no hard feelings richting Vic zaliger.

“Het ijlende peloton dreigde ons op de piste te overspoelen en dat schiep zoveel verwarring dat ik op de sintelbaan belandde zodat Vic mij ongewild passeerde omdat hij zich repte om zijn podiumplaats te vrijwaren. Ik was een blije derde.”

Willy werd meteen goed bevonden voor zijn debuut in de Tour en ook dat ging niet onopgemerkt voorbij. Hij piekte naar de koninginnenrit der Pyreneeën waarin hij op de Soulor vooropraakte met acht anderen. Op de Aubisque deelde hij  enkel nog het gezelschap van Tommaso De Pra die sowieso de nieuwe maillot jaune worden. Willy bood hem, omgerekend naar nu, 500 euro voor de dagzege. De Italiaan reed verkeerd maar kon weer aansluiten aan en bleek Willy “niet helemaal begrepen” te hebben en won in Pau. The winner takes it all. Willy’s Tour was desalniettemin geslaagd. Aansluitend werd hij vierde op het BK in Waregem.

In de titelrace deed hij het jaar daarop nog beter. In Mettet zonderde hij zich af met zijn veel snellere Mann-Grundig - kompaan Jos Boons. De tweede plaats was zijn hoogste goed. Enkele dagen later werd zijn eerder (!) bestelde BMW thuis afgeleverd. Er werd voor waar rondverteld dat Boons die bekostigd had, Willy wou dat het waar was. 

“Jos was veel rapper dan ik en een Belgische driekleur is meerdere BMW’s waard”, beklemtoont Willy, die twee maanden later een dubbelslag versierde in Bertrix.

Willy was elk jaar goed voor minstens één overwinning die ertoe deed. In 1968 was dat de GP d’Isbergues. In 1969 werden er zelfs twee: de Brabantse Pijl en een dagzege in de 4 Jours de Dunkerque.

1970 werd zijn beste jaar met vooral een dagzege en de vijfde eindplaats in de Vuelta en de dichtste ereplaats in de GP des Nations op minder dan een minuut van zijn kopman Herman Vanspringel maar vòòr Ole Ritter en Luis Ocaña. Noël Vantyghem werd derde maar samen met In ’t Ven gedeklasseerd omdat ze (zoals de meeste anderen) fraudeerden bij de medische controle. 

In 1971 en 1972 leek Willy op zijn retour maar in 1973 beleefde hij zijn moment suprême in de E3 Harelbeke, waar hij, uitgestuurd door zijn kopman Eddy Merckx, triomfeerde.

“Daarna maakte ik dé inschattingsfout van mijn carrière”, bekent Willy. “Ik verliet de comfortzone van Eddy en Molteni voor het beduidend meer biedende Ijsboerke-Colner maar sportief werd ik er niet beter van.”

Na een tussendoortje bij Gero-Eurosol kon Willy op zijn 34ste nog zijn mooiste contract versieren bij het grote Bianchi van Felice Gimondi en Rik Van Linden. Kamiel had nog geen rit gewonnen maar leidde na tien top 10 plaatsen afgetekend voor de groene trui, die Jacques Esclassan hem niet meer zou afgenomen hebben. De Fransen moesten dus iets anders verzinnen om hun chouchou te helpen. 

“In de ultieme bergrit naar l’Alpe d’Huez hadden wij een bus van 31 renners gevormd die buiten tijd arriveerde maar die wegens het overtal wel zou gedelibereerd worden maar op 19 juli 1977 werden we zonder pardon uitgesloten wat Jacques Esclassan alsnog le maillot vert opleverde. Voor mij was dit het minste moment van carrière”, zucht Willy.

 

Vergeet bij één en ander vooral niet dat Willy tussen al zijn eigen bedrijven door een meester-helper was van het gouden Mann-Grundig - duo Jos Huysmans - Herman Vanspringel en dat hij in mindere mate ook Felice Gimondi en Eddy Merckx diende.

 

Willy’s twee jaar jongere broer Paul koerste ook en werd in 1967 de verrassende winnaar van de Schedeprijs in Schoten en van de GP Isbergues.

Ook Willy’s zoon Danny (°1968) koerste. Hij topte diverse keren de BWB-ranking van alle koersen dat men de op de duur tot het In ’t Ven - klassement omdoopte. Hij oordeelde dat hij als beroepsrenner meer en beter verdiende dan hij in 1992 en 1993 bij Collstrop kreeg. Hij verkondigde die waarheid evenwel iets té luid en té manifest zodat hij in ongenade viel en naar de elite 2 moest terugkeren. Danny had nochtans recht van spreken onder meer als de drievoudige kampioen van België tijdrijden: als junior (vòòr Bart Leysen en Marc Wauters) in 1986, als liefhebber in 1990 en 1991. In Tielt 1997 werd hij ook nog bij de elite 2 Belgisch kampioen op de weg.

De twee zonen van zijn dochter Kristel koersten eveneens maar Daniël en Vincent Peeters hadden snel door dat het wielrennen niet helemaal hun ding was en slaagden op een andere manier in het leven.

 

Willy zag in de abdicatie van zijn zoon en zijn kleinzonen geen aanleiding in om de wielersport de rug toe te keren want als begeleider van Team Kempen staat hij nog altijd op de barricaden. Het was een groot genoegen om hem te ontmoeten op het VK veldrijden voor aspiranten in Maldegem en op de ronden van West-Vlaanderen voor nieuwelingen en aspiranten. Dat zal dit jaar niet anders zijn.