maandag 24 mei 2021

Victor CAMPENAERTS’ transformatie loont

 

 

Voor de achtste maal op vijftien keren is de vroege ontsnapping op een welslagen uitgedraaid. Het leverde dit keer geen occasionele wel een gehevroneerde winnaar op: de regérende wereldurrecordhouder (55,089 km.!). 

Als zo’n bekroning iemand toekomt dan is het toch wel Victor Campenaerts zeker na vier eerdere dichtste ereplaatsen in de Giro (drie in een tijdrit en één in Asti 2020, waar Josef Cerny zich voor hem uit de voeten had gemaakt). 

Victor had zich al omgevormd van specifieke tijdrijder (zo werd hij in de openingstijdrit van deze Giro pas 24ste) naar meer algemene coureur voor de trajecten met beperkte hoogtemeters, zoals op weg naar het Sloveense Gorizia. Dit inspireert herhaling.

Tijdrijden was zijn handelsmerk, waarin hij meerdere Belgische titels verzamelde, maar ook de Europese in Glasgow 2018. Anderhalve maand later werd hij in het WK in Innsbruck knap derde. Meer en beter kon hem because Filippo Ganna in die sector niet meer weggelegd zijn, zelfs niet in eigen land waar Remco Evenepoel en Wout Van Aert hun opwachting hadden gemaakt en hem allicht ook de weg naar Tokio zullen barreren. 

Victor moest dus iets anders verzinnen om spraakmakend te blijven. Dat deed hij een eerste keer in de Belgium Tour 2019 en zowaar in de lastige Ardennenrit van en naar Seraing, waar hij er zijn medevluchters Andreas Kron en … Remco Evenepoel onder hield.

De toon van de omschakeling was gezet. Die kon hij in het gebalde coronajaar niet doorzetten. Hij bewees wel het als tijdrijder nog steeds te kunnen maar tegen Wout Van Aert (BK) e Filippo Ganna (Giro) was hij niet opgewassen. In Plouay kon hij zijn Europese titel niet verlengen en op het WK in Imola bleef hij steken op de achtste plaats. Bye bye chrono!

Het Vlaamse voorjaar 2021 luidde de volgende fase van zijn reconversie in. Hoger dan een 17de plaats in de Brabantse Pijl klom hij niet maar in meerdere andere wedstrijden had hij zich terdege onderscheiden en er zat nog aardig wat rek op. 

Aànvàllen, luidde zijn credo dat hij ook in de Giro toepaste. Als de light version van Thomas De Gendt zou het geen sinecure zijn om hoge doelstellingen te halen en toch haalde hij in Slovenië zijn eerste grote slag thuis.

Toch ook nog eens herinneren aan twee vergeten grote onderscheidingen in het tijdrijden:

• op 17 februari 2017 haalde hij (toen bij Jumbo-Visma) het in de Ruta del Sol aan ruim 48 km./u. met één tel van Alejandro Valverde  en Alberto Contador (+7”);

• op 19 maart 2019 won hij aan ruim ... 53 km./u. in San Benedetto del Tronto de klassieke afsluiter van Tirreno-Adriatico.


In weerwil van die laatste voltreffer kreeg hij een half jaar later de buitenwacht bij Lotto-Soudal, dat meer zag in duurdere has beens als John Degenkolb en Philippe Gilbert. Hij belandde van lieverlede bij NTT Pro Cycling, dat het evenwel net langer dan één seizoen leek te kunnen uitzingen tot Assos, de Zwitserse gigant in sportkledij bijsprong. 

Het team was gered en leek er herbevleugeld. Giacomo Nizzolo behaalde al meteen een eerste zege (Clasica de Almeria) en stond naast Wout Van Aert op het podium van Gent-Wevelgem. In de Giro behaalde hij zijn langverbeide dagzege, wat de 20-jarige Mauro Schmid hem voor- en de bijna 30-jarige Victor Campenaerts hem nadeed. Zou het helemaal uitgesloten zijn dat één van de drie dat herhaalt in de … Tour?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten