dinsdag 23 mei 2023

Herrijst de 106de Giro 

alsnog uit zijn puinen?

De 106de Giro d’Italia gaat eindelijk zijn slotfase in. Nog zes dagen te doorstaan, waarvan die van woensdag en zondag er voor het klassement niet toe zullen doen. De klimtijdrit van vrijdag naar de (tot 22%) steile flanken van de Monte Lussari des te meer maar of de Monte Bondone (vandaag), de Val di Zoldo / Palafavera (donderdag) en de Tre Cime di Lavaredo (vrijdag) keer op keer vuurwerk zullen opleveren, durf ik sterk te betwijfelen. Ik verwacht eerder dat in de Dolomieten het strikt nageleefd niet-aanvalsverdrag nog minstens één keer zal gehandhaafd worden, misschien zelfs driemaal in functie van de beslissende klimtijdrit.

Na het coronagewijs uitvallen van eerst Aleksandr Vlasov en daarna Remco Evenepoel werden de drie sterkste ploegen Ineos (Thomas Geraint), Jumbo-Visma (Primož Roglič) en UAE (João Almeida) nooit in verlegenheid gebracht. Ze hielden de rest van het uitdunnende peloton in hun wurggreep. Die mochten de dagzeges wel netjes verdelen: Jonathan Milan (Bahrain Victorious), Michael Matthews (Jayco AlUla), Aurélien Paret-Peintre (AG2R Citroen), Mads Pedersen (Trek-Segafredo), Davide Bais (Eolo-Kometa), Ben Healy en Magnus Cort (Education-EasyPost), Pascal Ackermann en Brandon McNulty (UAE Emirates), Nico Denz (Bora-Hansgrohe) en Einer Rubio (Movistar). Behalve Evenepoel stak geen enkele klassementsrenner een gretige hand uit naar een dagzege. 

Kon men het anders verwachten op het einde van een aanslepende landtocht, die door ziektes en barslecht weer geteisterd werd? Zal het inrichtende RCS (en bijgevolg ook hun concullega ASO) eindelijk begrijpen dat 'hoe lastiger' niet per definitie 'hoe boeiender' betekent. 

Het zijn de coureurs die de koers maken of kraken. Neem nu dat rittenschema met drie uiteenlopende tijdritten, niets fout aan, wel integendeel. Het bracht wel met zich dat de gemiddelde afstand van de 18 ritten in lijn 188 km. bedroeg. De Tour en de Vuelta lijken dat (met iets meer dan 160 km.) al iets beter begrepen te hebben.

Wie zal uiteindelijk deze slijtageslag naar zijn pedalen zetten? De 37-jarige Geraint Thomas, die vijf jaar geleden de Tour won of de 33-jarige Primoz Roglič die een loepzuivere hattrick (vanaf 2019) in de Vuelta achter zijn naam heeft? Of verbetert de steeds nog maar 24-jarige João Almeida zijn vierde plaats in 2020 en zijn zesde in 2021. Dat zou hij allicht al in 2022 hebben gedaan indien hij, als vierde in de tussenstand op minder dan twee minuten van Richard Carapaz en Jai Hindley, door (jawel!) corona niet meer kon/mocht aanzetten in de 18de rit? 

Van de drie antagonisten is João intrinsiek de minste tijdrijder, al deed hij op de openingsdag 14” respectievelijk 33” beter dan Roglič en Thomas. Het weekend daarop in Cesena moest Almeida die kostbare seconden weer inleveren. In de heuse klimtijdrit als die naar de Monte Lussari kan een frissere Portugees toeslaan de dag zelf en in het algemeen toeslaan indien hij vandaag, donderdag en vrijdag niet al teveel averij heeft opgelopen. Daar vrees ik voor want de minder jonge lijven van Thomas en Roglič hebben meer beschermende eelt en zijn bovenal beter omringd. En verlies ook Thibaut Pinot (die vooral tuk is op de bergprijs) maar niet helemaal uit het oog.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten