Niet voor één levensgat te vangen …
Cas DE SMEYTER
duurzaam oprukken vanuit de luwte
Cas De Smeyter (Melden) is vooralsnog geen tafelspringer die wekelijks het nieuws haalt met spraakmakende uitslagen. Winnen is alvast zijn regel niet, uitblinken des te meer. Hij begon er pas echt aan als nieuweling omdat hij eerder met zijn slechts 46 kilo verdeeld over 1,68m door kloekere leeftijdsgenoten overruled zou zijn geworden.
Daarmee was ook van meet af aan duidelijk waar hij vanaf 2023 de mosterd zou halen: op de hoogtemeters die hij meteen vond op La Halluinberg (Fr.), de Radjugendtour (Oost.), het Critérium Européen (Lux.), de Vuelta al Bayo Aragon (Sp.) waarin de prestaties beter waren dan de uitslagen deden vermoeden. In eigen land behaalde hij zijn beste resultaten: derde in Laneffe en Aalbeke, vijfde in Balegem. Meest genoegen beleefde hij onder de taalgrens in de Triptyque Ardennais (9de) en de Tour de la Basse Meuse (7de).
Cas zag in 2024 reikhalzend uit naar zijn overstap naar de junioren omwille van de verdubbelde afstand en de verhoogde lastigheidsgraad die natuurlijke bondgenoten zouden zijn. Een weekend na zijn derde plaats (na Edouard Claisse en Nicolas Aernouts maar vòòr 130 anderen) in het selectieve Orroir behaalde hij zowaar de allereerste overwinning in Florennes, een highlight net als de tiende plaats in Herbeumont en het podium in de GP du Haut-Pays van Montignies-sur-Roc. Eén en ander werd nog ruim overtroffen door zijn opmarsin de Vuelta a Cantabria, waar hij dermate imponeerde dat hij meteen kon overstappen naar de u19 van het pro continentale Polti-VisitMalta.
Cas is evenwel (nog) niet voor één levensgat te vangen. Zo studeert hij aan het GO! Atheneum Avelgem: Technologische Wetenschappen (8u wiskunde!) als doorstroomfinaliteit voor burgerlijk of industrieel ingenieur. En tussendoor houdt hij het brein fris met koersen op niveau.
Hij was zijn prille lente 2025 aardig aan het stofferen: daags na zijn tweede plaats (na Edouard Claisse) in Orroir hernieuwde hij zijn overwinning in Florennes. Hij kon dus onbevangen toeleven naar zijn eerste grote afspraak van het seizoen: La Bernaudeau (Fr.) die in de Vendée de 132 km. verbindt tussen La Roche-sur-Yon en La Tardière met 1633 vertikale meters. Cas was er de beste na de sakkerse Claisse, niet zijn zwart beest maar iemand die hij veel respect toedraagt voor diens solo van 43 km. waarmee hij bijna anderhalve minuut van hem wegreed. Daar viel weinig tegen in te brengen al probeerde Cas het wel. De eerste uitval kon hij met een Amerikaan nog pareren maar bij de tweede moest hij passen. Edouard reed tergend meter voor meter weg van Cas, die er wel in slaagde de dichtste ereplaats te vrijwaren die een beetje de smaak van de overwinning mocht hebben.
Eén en ander leverde een selectie met Cycling Vlaanderen op voor de E3 Saxo Classic van en naar Harelbeke, een manche van de Nations Cup met vanaf de Kattenberg dezelfde finale als de grote jongens die aan zijn thuis voorbijkomt. Zo vèr is Cas evenwel niet geraakt. In de aanloop naar de eerste helling kwam hij bij het positie kiezen ten val en brak een sleutelbeen. Een schone breuk weliswaar die inmiddels in Herentals operatief verholpen is maar die hem toch een tijdje uit competitie haalt. Geen drama dus want zoals ene Johan Cruijffooit orakelde: elk nadeel hep een voordeel.
Het overkwam Cas op het minst ongeschikte moment want daardoor kan hij in plaats van een persoonlijke stage met opa en oma in de Pyreneeën met de klasgenoten een Geïntegreerde Werk Periode meemaken in Berlin, die hij anders niet zonder spijt had moeten missen. Het gevoel is dubbel want de Pyreneeën stonden in functie van de Ain Bugey Valromey Tour (Fr., 10-14 juli), één van zijn hoofddoelen voor een sollicitatie door een Devo Team, waarvan er overigens al enkele hun licht opstaken.
Cas is de zoon van Joost De Smeyter, een talent van het bouwjaar 1974 net als Mario Aerts, Andy Caboor (recentelijk overleden), Glenn D’Hollander, Danny Jonckheere, Geert Omloop, Frank Vandenbroucke, Hendrik Van Dijck, Rik Verbrugghe, … die hun symfonie niet konden voltooien en Joost al zeker niet want in de Nijverheidsprijs van Deerlijk 1993 brak hij bij een ware doodsmakeen dijbeen en een heup. In die bange dagen was er voor een snel herstel nog geen Lieven Maesschalck beschikbaar zodat Joost als coureur niet meer verbeterde en al op zijn 21ste de eer aan zichzelf hield en iets duurzamers verzon om zich in de wielrennerij te handhaven: de kwalificatie A-trainer wielrennen verwerven via de Vlaamse Wielerschool en het Bloso onder leiding van Ferdi Van den Haute en docent worden aan de Wielerschool van Ronse, waar ene Thomas De Gendt door de jaren heen één van zijn meest fascinerende leerlingen was.
Last but very not least is Joost een gerenommeerde duivenspecialist, een via zijn opa zaliger uit de hand gelopen passie die zijn core business is geworden: een adept van de zware fond voor de internationale vluchten waarvan hij er een resem won, als exposure vergelijkbaar met de matchen in het voetbal om de verkoop, inzonderheid aan Aziaten, te stimuleren. Het bangelijkste probleem in dit vak is de rigide beveiliging van de hokken.
Wat indien Joost had kunnen kiezen tussen succes met de blauwe geschelptenen een gestoffeerd palmares als wielrenner? Voor Cas zal die keuze wel nooit aan de orde zijn want behalve de koers houdt hij een studieplan A achter de hand én: het één hoeft het ander niet uit te sluiten.
De inbreng van Fred Vandervennet, de eerste trainer-coach van Remco Evenepoel en meer anderen, is voor de De Smeyters een absolute meerwaarde.
“De drievoudige Belgische kampioen op de marathon is een supermens”, jubelt Joost, “een vakman die mijn langdurige tussentijd als mentor overbrugt, doet heropleven en die oldskool tot een moderne versie, wars van fantasietjes, verheft.”
Cas is een bofkont, een beetje out of the blue zoals Vos Coleman. Die twee zien mekaar vanaf mei terug, wellicht worden Liège-Bastogne-Liège (11 mei) en de Ronde van Vlaanderen (Oudenaarde, 25 mei) Cas’ eerste voorname objectieven.