vrijdag 30 juli 2021

Clásica San Sebastián met fraaie bezetting 

en een piepere Spaanse versie van Remco

Juan AYUSO is de naam

die nog àlles te bewijzen heeft

 

 

Met de 40ste Clasica San Sebastian begint de derde periode van de World Tour 2021, waarvan de continuïteit behoorlijk verstoord werd door de Olympiade van … 2020, een ongemak waarmee ook de Tour zonder enige vorm van protest te maken kreeg.

De meeste teruggekeerden uit Tokio zullen er in het Baskenland niet bij zijn maar zelfs zonder hen (les absents ont toujours tort) is de bezetting indrukwekkend met onder anderen (in alfabetische orde) Julian Alaphilippe, Alex Aranburu, Egan Bernal, Mattia Cattaneo, Mikel Landa, Gino Mäder, Daniel Felipe Martinez, Matej Mohoric, Bauke Mollema (de vierde van Tokio), Gianni Moscon, Mark Padun, Diego Ulissi, Jonas Vingegaard, Adam en Simon Yates, … vrijwel allemaal klassementsrenners wat wijst op een atypische ééndagskoers, de meest belangrijke Spaanse en de duurzaamste midzomerklassieker die kan bogen op een imposant portfolio. 

Meest gebeiteld in de herinnering zal wel de beeldenstorm zijn die Remco Evenepoel in 2019 ontketende. Als de titelverdediger is hij er niet bij maar de voorbije week zal hem wel verder in balans met zichzelf gebracht hebben. Een week geleden kon hij enkel maar teleurstellen, vanaf de Tour of Denmark (waarna de Druivenkoers, de Brussels Classic, de Benelux Tour, de wereldkampioenschappen en de vermaledijde Giro di Lombardia) kan hij enkel nog verrassen indien hij zich verbaal niet langer in de eigen voet schiet.

Remco krijgt in San Sebastian misschien een (nog) jonge(re) opvolger: Juan Ayuso, die over zeven weken nog maar zijn 19de verjaardag viert en een week geleden (na Luis León Sánchez) al tweede werd in de Prueba Villafranca - Ordiziako Klasika. Hij muteerde half juni van Team Colpack Ballan naar UAE-Team Emirates en wordt aanzien als de uiteindelijke opvolger van de ruim 22 jaar oudere Alejandro Valverde. Winnen in San Sebastian wordt een mission impossible, maar dat dacht men twee jaar geleden ook van Remco.

Benieuwd hoe de ook slechts 21-jarige Ilan Van Wilder zich verhoudt tot die reeds ferm bejubelde Juan Ayuso. Bij zijn Team DSM dobbert Ilan momenteel op een woelige zee. Hij werd geweerd uit de preselectie van de Vuelta, waarop hij nogal wat zinnen had gezet maar hij mag wel opdraven richting San Sebastian. Of hij zijn tot eind 2022 lopend contract uitdoet, is nog onduidelijk maar allicht voor beide partijen beter van niet en het zal hem niet op straat doen belanden.

zaterdag 24 juli 2021

Van het Olympisch wielrennen werden 

de mooiste disciplines afgevoerd

 

Behalve de weg- en de tijdrit voor mannen en vrouwen zijn er voor de beide seksen vanaf 24 juli ook de BMX-race & -freestyle, het mountainbiken en de baanwedstrijden: keirin, de Olympische sprint, het omnium, de madison, de teamsprint en de ploegenachtervolging.

Ach, de Olympische wielerspelen: ze raakten mij wel zolang ze op een amateuristische leest geschoeid waren. 

André Noyelle in Helsinki 1952 vernam ik via de overlevering. Van Ercole Baldini in Melbourne 1956 herinner ik mij al wat meer en bovenal van de bronzen medaille van het verkwanseld talent Willy Vanden Berghen in Rome 1960 en van Walter Godefroot in Tokio 1964. Die van Axel Merckx in Athene 2004 leek mij al surrealistischer, zo ook het goud van Greg Van Avermaet in Rio 2016, net als het zilver van Wout Van Aert gisteren in Tokio.

Andere beklijvende momenten waren de kilometer van Patrick Sercu in Tokio 1964 en de puntenrit van Roger Ilegems in Los Angeles 1984.

Jammer maar helaas en totaal onbegrijpelijk dat de (naar mijn gevoelen) mooiste disciplines afgevoerd werden: de kilometer met staande start (na 2004), de individuele achtervolging (na 2008) en de ploegentijdrit (na 1992). De individuele tijdrit kwam er (vanaf 1996) gelukkig bij.

Vooral het afvoeren van de 100 km. ploegentijdrit is een miscast van jewelste. Nederland won die tweemaal op een rij: in 1964 met (de amper 18-jarige = roofbouw!) Evert Dolman, Gerben Karstens, Johan Pieterse en Bart Zoet en in 1968 met Fedor den Hertog, Jan Krekels, René Pijnen en Joop Zoetemelk.

Vlaanderen dacht dat het in München 1972 aan de beurt was maar Ludo Delcroix, Staf Hermans, Staf Van Cauter en Louis Verreydt strandden op 21” van het podium waarvan het Nederlandse kwartet (Fedor den Hertog, Hennie Kuiper, Cees Priem en Aad van den Hoek) werd verbannen omdat laatstgenoemde door de mand viel bij de medische controle. Drie van de vier genoemde Vlamingen (met Ludo Vander Linden in de plaats van Ludo Delcroix) waren het jaar voordien in Mendrisio wereldkampioen geworden. Ook zij werden in verband gebracht met (onbestraft) dopinggebruik, ook al omdat Louis Verreydt (al op zijn 27ste) en Ludo Vander Linden (op zijn 32ste) op jonge leeftijd stierven en de anderen vrij snel opgebrand. Patrick Corneillie pakt dienaangaande in zijn wondermooi boek ‘WK Wielrennen’ met enkele schokkende confidenties.

Dresscode bepaalt het deelnemersveld …

Vermarc Cycling Project - koersen zijn gemengde clubkampioenschappen

Hooghartigheid ook afgestraft


Michiel Lambrecht (vrijdag met voorsprong) en Senne Hulsmans (zaterdag in de spurt) wonnen de eerste twee manches van het Vermarc Cycling Project voor junioren, dat eigenlijk een gemengd of beter gezegd vestimentair clubkampioenschap is want de 17- en de 18-jarigen die niet aan de Vermarc - dresscode voldoen, mogen er niet aan deelnemen. 

Vooral de afnemers van Bioracer, nochtans kledingsponsor van Belgian Cycling, zijn daar de dupe van maar het geesteskind van Raymond Vanstraelen hield zich waardig gedeisd en zou zo’n segregatie nooit doorvoeren, geen denken aan.

Hooghartigheid werd de jongste weken afgestraft. Vermarc werd na twintig jaar als kledingsponsor van Patrick Lefevere verdrongen door het veel meer biedende Castelli (lijkt een beetje de Italiaanse wraak voor … Santini). 

Bioracer van zijn kant komt vanaf 2022 in de plaats van Castelli als de aankleder van de Ineos Grenadiers, waarvan ook Richard Carapaz, de kakelverse winnaar van de Olympische wegrit, deel uitmaakt.

woensdag 21 juli 2021

Olympische Spelen spreken 

vooral het patriottisme aan

 

Velen van ons zullen zich nog herinneren wat ze op die zonovergoten zaterdagnamiddag van 6 augustus 2016 aan het doen waren terwijl Greg Van Avermaet in Rio de Olympische wegrit won. 

Omdat het hun chauvinisme streelde … Pascal Richard (Atlanta 1996), Jan Ullrich (Sydney 2000), Paolo Bettini (Athene 2004), Samuel Sanchez (Peking 2008) en Alexandre Vinokoerov (Londen 2012) gingen hem als contractrenners voor op die erelijst maar zij zijn veel minder bijgebleven dan het brons van Axel Merckx in Athene 2004. 

De Olympische Spelen spraken mij vooral aan voor atletiek en zwemmen, de polyvalente sporten bij uitstek. Mijn schuchtere kennismaking dateert van Rome 1960. Die werd zowaar met … vensteraffiches aangekondigd, ik dacht aan een jamboree van jeugdverenigingen. 

Als 11-jarige vroeg ik mij af wat dat precies inhield. Met acht jaar vertraging kwam ik er achter dat André Noyelle in Helsinki (vòòr Robert Grondelaers, Lucien Victor werd vierde) Olympisch wegkampioen werd, gevolgd door Ercole Baldini in Melbourne 1956 en Viktor Kapitanov in Rome 1960 (waar Willy Vanden Berghen brons pakte en Benoni Beheyt zevende werd). Tastbaarder werd het voor mij vanaf 1964 in … Tokio, waar Vlaanderens rijkste lichting ooit opstond: Patrick Sercu won de kilometer, Walter Godefroot pakte zilver in de wegrit (wereldkampioen Eddy Merckx werd elfde). Behalve de Russische staatsamateur Kapitanov waren het jonge twintigers op de drempel van een professionele loopbaan. Remco Evenepoel zou ruim een halve eeuw later ideaal in dat rijtje gepast hebben ware het niet dat hij reeds een topper is in de beroepscategorie. Toch wil hij er alsnog naartoe net als onder anderen Wout Van Aert en Mathieu van der Poel, die zelfs zo ver gaat dat hij een Olympische titel in het mountainbiken hem precieuzer zou zijn dan drie dagzeges in de Tour. Tja ...


Ach de moderne (roggen)brood en spelen, ik word niet warm van hun moderne, overgecommercialiseerde versie. Moet het onderbetaalde professionele wielrennen daarin meegaan? Wat levert hetde coureurs en hun team op aan kijkgelden? Significant dat het overbetaalde topvoetbal zich wijselijk afzijdig houdt. 

De Geilige Graal (een cashmachine die miljarden euro’s produceert -> die van 2012 leverden de Britse economie ruim elf miljard op, wat zou de Brexit daarvan gevonden hebben?). Niet de gezondheid maar de wilsbeschikkingen van het oppermachtige IOC overrulen alles. Tegen die almacht wil zelfs de ASO (want partner in crime) niet optornen, ze zullen wel overvloedige compensaties aan vastzitten, vandaar dat de Tourrenners vanop de Champs-Elysées halsoverkop het vliegtuig richting Tokio moesten om ter plekke aan een tsunami van controles te worden onderworpen.

En wat een onnozel orakel dat baron Pierre de Coubertin, de geestelijke vader van de moderne(re) Olympische Spelen zou verkondigd hebben: "deelnemen is belangrijker dan winnen". Zo kan hij dat nooit gezegd hebben, het is de misvormde interpretatie van “het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden” en dan nog. Laten wij het dus maar houden bij "deelnemen is essentiëler dan winnen".

vrijdag 16 juli 2021

 BAHRAIN mocht blijven en kraaide opnieuw Victorious 

“Nooit rook zonder vuur” is een oud gezegde en dus moest er, zelfs al waren het slechts vermoedens, wat aan de hand zijn met Bahrain - Victorious: een tastbaar feit of een losgeslagen geruchtenmolen?

Bahrain-Victorious is de gebeten hond omdat het tijdens de voorzomer zo hoog scoorde met de dagzege van Gino Mäder en de tweede eindplaats van de subtopper Damiano Caruso in de Giro, de twee opeenvolgende dagzeges van Mark Padun in het Critérium du Dauphiné, de dagzeges van Matej Mohoric en Dylan Teuns en de veropenbarende Sonny Colbrelli in de Tour.

De opmars van Bahrain-Victorious stak, binnen en buiten het peloton, de ogen uit. Het belaagde team reageerde twee dagen later met een nieuwe uithaal die Matej Mohoric een tweede dagzege opleverde. 

Indien de inval op niets uitdraait, ‘des te beter’. Dan nog is het een krachtig signaal dat er nauwlettend wordt toegezien op het reilen en zeilen van het huidige peloton met als bijsluiter dat de pakkans groot is en de bestraffing gi-gan-tisch.

Je zou gek moeten om dat te riskeren, al zullen er wel altijd enkelingen zijn die de illusie hebben dat het van de radar blijft.

Stel dat er effectief iets uit voortvloeit dan moet dat als een ‘overwinning’ geïnterpreteerd worden, want het ware toch veel erger indien misbruik (waardoor het gelijkekansenprincipe in het gedrang is) onbestraft bleef.

Indien de Franse politie op basis van gratuite vermoedens heeft willen uitpakken dan is het een grove miscast en dat ze daarbij de gsm’s van de renners ‘ter inlezing’ meenamen en pas over enkele maanden zullen teruggeven, is er héél vèr over. En hebben we de CPA gehoord in deze?

woensdag 14 juli 2021

Waarom verlost men GREG niet uit zijn lijden, al kan hij (tip ?) ook de eer aan zichzelf houden ?! 


Alle respect voor (de naar mijn gevoelen ideale) bondscoach Sven Vanthourenhout maar dat hij against all odds vasthoudt aan zijn oorspronkelijke selectie voor de Olympische wegrit mèt de zwalpende Greg Van Avermaet (die vandaag als 137ste in het laatste ‘busje’ arriveerde, ruim 34 minuten na Tadej Pogacar) gaat er bij mij en vele anderen niet in.

Na zijn (naar eigen zeggen) slechtste Tour uit het rijtje van negen zal Greg op de Champs-Elysées aan hoogdringende decompressie toe zijn en naar huis snakken, maar néén in plaats daarvan wordt hij, zoals een maand geleden voorzien, op het vliegtuig richting Tokio gezet. Het heeft iets van een strafexpeditie. Of wacht men tot Greg smeekt om de eer aan zichzelf te mogen houden? Dit zie ik ook nog gebeuren, het kan bijna niet anders.

Welke dienst bewijst men hem door hem sine qua non naar Tokio mee te nemen? Wat indien hij er, zoals te vrezen, afgaat als een gieter en al in de beginfase de rol moest lossen? Hij zal ermee zitten en het zal ook de bondscoach langdurig achtervolgen als een eerste miscast van jewelste. Of is Sven onder druk gezet door externe invloeden? Zo ken ik hem alvast niet.  

Argument om Dylan Teuns toch niet op te roepen is dat hij aan de vooravond van de Tour nog geen deuk in een pakje boter had geduwd. Dat klopt maar waarom heeft men Dylan dan als eerste invaller aangeduid? En wat weegt er zwaarder door? De conditie van het moment of die van maanden geleden? 

Ander ronduit onnozel argument om Van Avermaet te handhaven is het ... op voorhand wennen aan de hitte van Japan. Hoe kan Greg dat meer en beter dan Dylan? Ze maken, op respectabele afstand van mekaar, samen de slotdagen van de Tour door.

maandag 12 juli 2021

Sepp KÜSS wordt een vaste klant

voor dagzeges in de grote ronden

 

Sepp Küss is de nieuwste Adonis van het internationale peloton. Je zou het hem niet aangeven dat hij op 13 september al zevenentwintig wordt.

Sepp wie?! Küss! Een Duitser? Neen, een Amerikaan geboren in Durango (Colorado), een adept van het terrein, mountainbike en crosscountry.

Vanaf 2016 switchte hij naar de weg in kleinere Amerikaanse rittenkoersen met vooral een dagzege in de G.P. Beauce. In 2017 onderscheidde hij zich nog meer in die omgeving, waar hij in 2018 (gepromoveerd naar LottoNL-Jumbo) de kers op de taart plaatste met drie dagzeges en de eindoverwinning in de Tour of Utah (2.HC), geflankeerd door Ben Hermans en Jack Haig

Het leverde hem een selectie op voor de Vuelta, in onvoorwaardelijke dienst van Steven Kruijswijk (vijfde). Dat scenario herhaalde zich in de Giro en de Vuelta van 2019 ten faveure van Primoz Roglic. In de 15de rit naar de extreem Santuario del Acebo (Asturias) schoof hij als waakhond mee met de ontsnapping van de dag, met de goed geklasseerde Ion Izagirre en Marco Soler aan boord. Op het einde zag hij de kans schoon om op het juiste ogenblik te versnellen en met ongeziene souplesse buiten schot te blijven. Zoals hij, vijf dagen vòòr zijn 25ste verjaardag, en danseuse de steile klim naar Santuario del Acebo bedwong en het publiek handjesrakend in zijn euforie betrok, meldde Sepp zich dan als een nieuwe vaste waarde. 

 

Sepp Küss is dezelfde frisse empatische verschijning als Andy Hampsten (winnaar van de Giro 1988) maar of hij op termijn diens  langverbeide opvolger wordt, is nog iets anders. Bij Jumbo-Visma moet hij in de pikorde wijken voor Primož Roglič, Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk en Wout Van Aert. Allicht hij is er zich zelf van bewust dat hij eerder een momentencoureur is dan een klassementsrenner

Die rol leverde hem alvast op de slotdag van het Critérium du Dauphiné 2020, een voltreffer op in Megève, waarmee hij zijn selectie voor een eerste Tour beveiligde en waarin hij zich als modelhelper onderscheidde zonder zich totaal op te offeren want zowel op de Grand Colombier (zesde) als de Col de la Loze (vierde) ging hij voor eigen eer en glorie, wat zich ook weerspiegelde in een best aardige 15de eindplaats. 

Een maand later deed hij nòg beter in de Vuelta: Primož Roglič dit keer wel aan eindwinst kunnen helpen, vijf keer top tien in de daguitslag (waaronder zesde op l’Angliru) en zestiende in het algemeen.

2021 bracht de bevestiging: na een drukke aanloop met vier zware en voltooide rittenkoersen in de World Tour nam hij bij voorbaat afstand van een goed klassement, dat eerst door Primož Roglič en vervolgens door Jonas Vingegaard moest afgedwongen worden. Hij bevond zich zowat in dezelfde situatie als Wout Van Aert: helpen wanneer het moet, eigen kans gaan wanneer het kan.

Beide modelhelpers bundelden op weg naar Andorra de krachten en dat loonde. Na Wout op de Mont-Ventoux was Sepp naar zijn tweede thuishaven de vooruitgeschoven pion. Hij kweet zich cum laude van die taak en werd enkel nog door de 41-jarige Alejandro Valverde in verlegenheid gebracht.

Een podium, zelfs een top vijf in een grote ronde lijkt voor Sepp Küss te hooggegrepen maar voor dagzeges zal hij een vaste klant zijn en wie weet, wanneer in een korte rittenkoers alles in de juiste plooi valt, zal hij ook daarvoor helemaal klaar zijn. 

zondag 11 juli 2021

Afscheid via de grote poort van de Champs-Elysées?

Mark CAVENDISH

de Gerd Müller van de koers 

 

Mark Cavendish klom vrijdag in Carcassone, inzake dagsuccessen, op gelijke hoogte met Eddy Merckx

Matematisch klopt het en er komt met een aan grenzende waarschijnlijkheid nog minstens ééntje bij. Zelfs dan zal het niet minder noch niet meer zijn dan een cijfermatig curiosum maar toch één met historische waarde want Cav’s eindcijfer wordt nooit ofte nimmer nog overtroffen. 34-34, 34-35 of 34-36: er zal een blijvend verschil in ‘munteenheid’ zijn.

En om de vergelijking nog meer ‘op een ander’ te zoeken beriep ik mij zowaar op de terminologie van het voetbal. Ik zie Mark Cavendish als de Gerd Müller (de Duitse pocketspits, die in de Bundesliga 401 en voor de Mannshaft 68 doelpunten scoorde) van de koers. In het voorkomende geval is de Deen Michael Mørkøv de assistkoning maar the whole Wolfpack is very part of the deal.

Het is een retorische vraag of de eind 2020 totaal ontredderde Mark Cavendish zonder Patrick Lefevere nu nog coureur zou geweest zijn. Hij werd niet, zoals in de parabel van de verloren zoon die na een mislukt avontuur terugkeerde, door de vader omhelsd en op een groot feest getrakteerd. 

Néén, Cav moest hemel en aarde bewegen om op het ‘oude nest’ te mogen terugkeren. Lefevere liet hem langdurig sudderen in zijn tranen tot die van lieverlede met eigen sponsors kwam aandraven om Patrick van zijn ware intenties te overtuigen. De ceo liet zich tenslotte vermurwen voor een minimumcontract, opgelijst met gigantische bonussen. 

Lefevere had soortgelijke oefening al gedaan met Philippe Gilbert die in 2017 de Ronde van Vlaanderen en in 2019 Paris-Roubaix won maar in 2020 geen contractverlenging kreeg. 

Ik zou niet van verbazing omvervallen indien Cavendish na dit jaar geen contractverlenging krijgt aangeboden, meer zelfs dat hij er al op de Champs-Elysées een punt achterzet. Veel zal er toch niet meer bij komen en dus kan hij maar beter in absolute schoonheid eindigen. Patrick zal geen zin hebben in een uitbolscenario, dat zou hij zelfs voor eigen zonen niet kunnen opbrengen.

Tom Boonen werd in de lente van 2017, ook op zijn 36ste, op dezelfde manier behoed voor ‘het jaar teveel’. Hij mocht van Lefevere nog het voorjaar afwerken en een ultieme keer (tevergeefs) proberen om het zegerecord van Roger De Vlaeminck in Paris-Roubaix te verbeteren. 

In de nazomer van 2001 rehabiliteerde Patrick Lefevere ook al Richard Virenque, een adept van Festina die een schorsing van negen maanden had uitgezeten. Hij bedankte meteen met een triomf in Paris-Tours, keerde het jaar daarop terug in de Tour, won op de Mont-Ventoux en veroverde een zesde en een zevende keer de bolletjestrui.  

Peter Sagan zal er hemelse spijt van krijgen dat hij niet ingespeeld heeft op de potentiële interesse van Patrick Lefevere om zijn carrière nieuw leven in te blazen. Sagan wilde liever het Paard van Troje zijn die elf mensen uit zijn vorige manege meebracht: zijn jongere broer Juraj, Erik Baska, Maciej Bodnar, Daniel Oss, twee mecaniciens, twee verzorgers, een ploegleider, een persman en een hospitality manager. Niet dusd, want het zou The Wolfpack tot een Spaanse herberg gedegradeerd hebben.

vrijdag 9 juli 2021

Nils POLITT:

is zijn symfonie herbegonnen?

 

Twee dagen na zijn 24ste verjaardag liet hij zich in Paris-Nice pijnlijk ringeloren door one hit wonder Jérôme Cousin. Dat zette hij een kleine vijf maanden recht in de Deutschland Tour, waarin hij Matej Mohoric wel van de laatste dagzege maar niet van de eindoverwinning kon houden in de Deutschland Tour.   

Toen de net 25 jaar geworden Kölner de lente daarop eerst zesde werd in de E3 Harelbeke, vervolgens vijfde in de Ronde van Vlaanderen en tenslotte tweede (na Philippe Gilbert) in Paris-Roubaix leek hem een lucratieve toekomst weggelegd in de vlakke voorjaarsklassiekers maar het jaar van de bevestiging weerlegde dat. Zijn overstap naar Israel Start- Up Nation schonk hem géén vleugels. Vanaf 2021 leek het bij Bora-Hansgrohe niet anders te worden, ook niet in de Tour, die hij al voor de vijfde keer op een rij aansneed. Niemand die er wat van merkte want in de daguitslagen eindigde hij slechts één keer bij de eerste vijftig: 31ste in Tignes. 

Hij greep de tweede helft van de Tour meteen aan. Deel uitmakend van de ontsnapping van de dag leek hij het te moeten afleggen tegen de beter op dreef lijkende medevluchters Julian Alaphilippe, Stefan Küng, Edward Theuns en Brent Van Moer (die bovendien Harrison Sweeny in steun had). Het was evenwel Nils Politt die ze allemaal overvleugelde met een krachtige demarrage op 12 km. van de finish in Nîmes. Niemand die hem nog in verlegenheid kon brengen.

Het viel Nils te beurt op de dag dat zijn notoire kopman eruitstapte, goed dat Peter Sagan dat deed, anders moest de Duitser misschien weer bij de Slowaak blijven. 

Nils’ triomf wint nog aan waarde omdat de dertien koplopers er, met aardig wat wind mee, een ijlend tempo onderhielden en een moyenne haalden van 47,3 km./u.

Voor Politt kan dit het nieuwe begin van zijn symfonie zijn, die hij ook in 2022 en 2023 mag uitzingen bij het vorstelijk verlonende Bora-Hansgrohe. Is dat motiverend of demotiverend?

woensdag 7 juli 2021

De fair play is nièt met de voeten getreden!

  

Het grote gelijk van Patrick LEFEVERE én van SOUDAL


“Koers is business, romantiek en fair play is goed voor wielernostalgici” titelt Wim Vos, de zelfverklaarde chef wielrennen van ‘de koers is (gelukkig niet) van ons’.

Even zijn analyse … analyseren.

Koers is business, absoluut want het betreft géén crowdfunding maar wel vele tientallen miljoenen euro’s om de beste coureurs in de rangen te kunnen sluiten én houden.

De ‘business’ gaat vooral uit van Soudal, dat niet langer tevreden was over het rendement van zijn investering bij zijn huidig team en ‘meer en beter’ wilde. 

Patrick Lefevere, die hen dat wel kon bieden, is gretig op die kar gesprongen en heeft kort op de bal gespeeld, zoniet hadden anderen dat in zijn plaats gedaan. 

Binnen zijn eigen organisatie maakte hij het omgekeerde mee. Deceuninck wilde na drie extreem succesvolle campagnes zijn inbreng niet verhogen omdat het qua naambekendheid de hoogste doelstellingen had gehaald. Voor hetzelfde geld wilde het een voortzetting wel nog overwegen, misschien kunnen ze dat nu zelfs voor wat minder bij de … Nationale Loterij, wie weet?! 

Néén, Patrick Lefevere heeft hoegenaamd niet tegen de fair play gezondigd! Of had hij misschien met lede ogen moeten toezien hoe Soudal naar bijvoorbeeld Alpecin-Feniks overstapte?

dinsdag 6 juli 2021

Tadej POGAČAR

gun hem, tot het tegendeel al of niet blijkt,

het voordeel van de twijfel!

 

 

Met hun insinuerend statement hebben Thomas De Gendt en Greg Van Avermaetde dopingknuppel in het hoenderhok gegooid. 

Beiden komen er, na fraaie passages, nu niet meer aan te pas in de Tour. 

Het soevereine meesterschap van Tadej Pogačar steekt inderdaad velen de ogen uit maar dat was eerder ook met anderen al het geval.

Van die tyconen werd enkel Lance Armstrong tot op het bot ontmaskerd. Nu stelt men zich terechte vragen rond de steile opmars van een nog maar 22-jarige Sloveen die er zich op de rustdag online sec van afmaakte met: “Ik heb zondag drie dopingcontroles gekregen. Dat moet volstaan”.

Oh ja?! Zou dat een hermetisch sluitend bewijs zijn? Hopelijk wel want anders incasseert het wielrennen un coup fatal. Of ik Tadej Pogačar verdenk? Niet per se maar het is toch logisch dat men behalve bewonderend ook verwonderend op zijn exploten toeziet?! 

Benieuwd of Tadej tijdens de tweede helft van deze Tour even manifest zal (durven) zijn als tijdens het apocalyptische Alpenweekend? Ik denk dat hij behoedzamer uit de hoek zal komen, zelfs al zal hij aan zijn nakende eindoverwinning graag nog enkele dagzeges willen laten voorafgaan.

 

Doping is sowieso niet langer een handvat waarvan een coureur zich à la carte ongestraft kan van bedienen. De gevolgen zijn draconisch: een hoge pakkans en een gigantische strafmaat. Het is natuurlijk de vraag of een positieve controle aan de renner dan wel aan zijn entourage ligt. Om de entourage van Tadej Pogačar is overigens veel te doen, maar ook dat is geen bewijs van schuld!

 

De feiten afwachten is de beste houding. Daarom zijn de confidenties van Thomas De Gendt (nog één jaar onder contract bij Lotto-Soudal) en Greg Van Avermaet (nog twee bij AG2R-Citroën) slim noch relevant.

Serge Pauwels, performance manager bij Belgian Cycling,  fileert het statement van De Gendt: 

“Thomas heeft een destructief kantje in zich eens het slecht gaat.”

Evenwel: hoe zou je in Thomas’ plaats zijn? Zoveel bereikt ‘met eigen middelen’ en dan met lede ogen moeten vaststellen dat je de hoofdgroep van 70 renners moet laten rijden terwijl je er in 2019 nog uit wegreed om uren later een eclatante dagzege te behalen?

Ook Greg, die in Rodez 2015 en op Le Lioran 2016 een heuse bergrit in de Tour won, moet nu machteloos toezien hoe vèr hij achter de feiten koerst. Op de zondag dat hij zijn ophefmakende verklaring aflegde, arriveerde hij in Tignes vijf seconden binnen de tijdslimiet 37’ na de winnaar van de dag,  zijn jonge ploegmaat Ben O’Connor die een Pogačariaanse prestatie neerzette. Stelde Greg zich daar evenveel vragen bij?

 

Dit maar om te zeggen hoe moeilijk het is om de actuele ontwikkelingen juist te taxeren. Het is evenwel goed dat er over gediscusseerd wordt in plaats van het klakkeloos aan te nemen. Dàt zou pas erg geweest zijn.

maandag 5 juli 2021

Ben O’CONNOR

is géén vluchtige passant

 

 

“Voilà, weer iemand die zijn éénmalig moment de gloire beleeft”, denk je wanneer je Ben O’Connor ziet uitbreken en het tot de finish volhouden. De 25-jarige Australiër maakte allesbehalve out of the blue zijn opwachting. 

De 25-jarige Australër raakte vooral bekend met een dolle tweedaagse bij tijdens de slotweek van zijn derde Giro. In San Daniele del Friuli moest hij het pijnlijk afleggen tegen de Sloveense hardrijder Jan Tratnik. Hij vermande zich en zette dat ‘s anderendaags recht in Madonna di Campiglio, waar hij iedereen uit zijn spoor knalde.

Die bijna dubbelslag kwam hem aardig van pas om zijn verblijf in het profpeloton op te lijsten. Bij het abdicerende NTT had hij geen comfortabel gevoel wat hem zelfs deed twijfelen om met dit veeleisende beroep door te gaan. Toen AG2R Citroën zich na de Giro met een veel beter en vooral duurzaam contract (tot en met 2024),meldde, bloeide hij helemaal open. 

Hij was dit seizoen meteen op niveau met winst in de koninginnenrit van Bessèges die arriveerde op Le Mont Bouquet. Ook in de Tour des Alpes Maritimes et du Var en in Paris-Nice maakte hij een goede beurt maar klassementen bleven uit. Hij had duidelijk gefocust op de periode vanaf mei met de Tour de Romandie (6de) en het Critérium du Dauphiné (8ste). 

Hij was helemaal klaar voor zijn eerste Tour, waaraan hij behoedzaam begon. Aan de voet van de Alpen had hij (31ste in de tussenstand) nog geen trap teveel gegeven. De apocalyptische weersomstandigheden waren zijn natuurlijke bondgenoten. In Le Grand-Bornand arriveerde hij met de favorieten die ruim drie munten inboetten op Tadej Pogacar. ’s Anderendaags hield Ben zich richting Tignes minder gedeisd: haasje over met de uitgehongerde Colombianen Sergio Higuita en Nairo Quintana. Tijdens zijn dolle raid voor de dagzege kwam hij zelfs in het bezit van le maillot jaune maar een afgetekende tweede plaats in de tussenstand na Tadej Pogacar is ook extreem waardevol en kan een opmerkelijke eindnotering inluiden. In zijn vorige grote ronden werd hij niet weggereden: 32ste (2019) en 20ste (2020) in de Giro, 25ste in de Vuelta 2019. Hij heeft bovendien een behoorlijke tijdrit in de benen.

zondag 4 juli 2021

Dylan TEUNS

you ain’t seen everything yet

 

 

In de opleidingsreeksen (als nieuweling bij het DCM van Bob De Cnodder, als junior bij Rik Devoogdt en als belofte bij het Jong Vlaanderen van Freddy Missotten) leidde hij een zorgeloos bestaan, gepimpt met mooie (inter)nationale overwinningen. 

In de nazomer van 2014 verlengde hij zijn stage in 2014 bij BMC in een effectief contract.

Na twee zegeloze verkenningsjaren metamorfeerde hij in 2017 plots naar een notoire winnaar met tussen 24 juli en 13 augustus acht (!) successen (dagzeges en de eindoverwinning in de Tour de Wallonie, de Tour de Pologne en de Arctic Race of Norway). Het viel hem te beurt na een eerste seizoenshelft, waarin hij enkel met een derde plaats (na Alejandro Valverde en Dan Martin) in La Flèche Wallonne van zich had doen spreken.

Bizar dat Dylan in 2018géén enkele keer won. En toch werd het zijn seizoen van de bevestiging want hij handhaafde zich in alle mogelijke rankings.Meer zelfs: zijn rennerswaarde steeg en het leverde hem, na vier lonende seizoenen BMC, een nòg lucratiever tweejarig contract op bij het Bahrain-Merida met Vincenzo Nibali als uitgesproken kopman en Rik Verbrugghe als eerste ploegleider. Ook teammanager Brent Copeland was bijzonder gecharmeerd door Teuns’ aanzienlijke potentieel. Zijn ereplaatsen (vooral 6de in Paris-Nice, 7de in de Brabantse Pijl, 5de in de Tour de Pologne, vijfmaal top vijf in de Vuelta, 3de in Emilia en in Lombardia) waren minstens evenveel waard dan zijn meer in het oog springende overwinningen in 2017. 

Een toekomst als klassementsrenner was toch niet aan hem besteed, hij is zoveel liever een ‘soortgenoot’ van Thomas De Gendt en Tim Wellens om op het juiste moment toe te slaan. En dat deed hij na één keer in het Critérium du Dauphiné cum laude op twee iconisch wordende plaatsen in de Tour: op La Planche des Belles Filles en in Le Grand-Bornand.

Misschien had het aan dagzeges in de Tour een ‘drie op een rij’ kunnen worden maar hij werd voor die van 2020 niet geselecteerd omdat hij bij Bahrain nog niet had bijgetekend, wat hij naderhand toch deed.

Het gaf hem aanvankelijk geen vleugels voor een eclatant 2021 want zijn lente verliep teleurstellend met een zuinige zevende plaats in de Brabantse Pijl als bescheiden lichtpunt. In drieluik Amstel - Flèche - Doyenne haalde hij niet eens de top dertig. Hij leek op zijn 29ste al op zijn retour maar Dylan liet het niet zo, al leek het ook in de Tour niet meteen anders te worden. Er kwam opnieuw een emotionele rollercoaster aan te pas. Na La Planche des Belles Filles vroeg hij zijn vriendin ten huwelijk. Zijn raid naar Le Grand-Bornand stond van tevoren in het teken van het afsterven van zijn opa, misschien wel zijn grootste fan, die overleed én begraven werd tijdens en waarvoor Dylan niet terugkeerde uit het Critérium du Dauphiné. Zijn opa zou het niet anders gewild hebben dat Dylan hem eerde met een tweede triomf in de Tour. 

Dylan Teuns is behalve een momentencoureur in de Tour ook een podiumkandidaat voor de zwaarste klassiekers. Anderhalf jaar na La Flèche Wallonne 2017 haalde hij eveneens het podium van de Giro di Lombardia, de allerzwaarste klassieker, waarin hij enkel Thibaut Pinot en Vincenzo Nibali moest laten voorgaan. 

En jà, Dylan Teuns was ten nadele van Tiesj Benoot of Greg Van Avermaet, op zijn plaats geweest in de Olympische wegrit met 5000 hoogtemeters in Tokio. Viseer daarvoor niet de bondscoaches Sven Vanthourenhout en Serge Pauwels maar Belgian Cycling dat onder druk van het International Olympic Committee zijn vijftal al vòòr de Tour moest samenstellen, waarom verzint men zoiets ?

Ook zonder Tokio blijft Dylan Teuns een vat vol verrassingen waaruit hij, na haring en sardien, nu ook tonijn en zalm opdiept. Kaviaar is dan weer te hooggegrepen maar misschien lust Dylan dat niet.

Dylan TEUNS, de held van de dag

Wout VAN AERT hield aardig stand

 

Tadej POGACAR 

zette de punten op de i’s en 

hét uitroepteken achter de zin



Je kunt er geen peil op trekken, enfin ik toch niet want ik dacht dat de favorieten een niet-aanvalspact zouden afkondigen tijdens het weekeinde in de Alpen. 


Sören Kragh Andersen, tweevoudig dagwinnaar in 2020, leek met zijn uitval de zaak van zijn koersleven te doen (zelfs le maillot jaune kwam even in beeld) maar hij arriveerde tenslotte 17’ na Dylan Teuns in Le Grand-Bornand. 


Tadej Pogacar brak (op 80 dagen van zijn 23ste verjaardag) wel de ban. Hij zette zijn 'concurrenten' minstens twee minuten verder weg en zit al na de eerste week gebeiteld op de gele troon.


Dylan Teuns werd de onverwachte held van de dag. Pas op de achtste kwam hij in zijn ritme maar geen erg: een klassement is toch niet aan hem besteed om op een uitverkoren dag out of the blue toe te slaan, zoals hij twee jaar geleden al deed op La Planche des Belles Filles.


Ook Wout Van Aert maakte er het allerbeste van, wat niet le maillot jaune maar de tweede plaats in de tussenstand opleverde. Een goed klassement lijkt mij duurzamer dan het kortstondige symbool. In combinatie met een latere dagzege zou het zijn sprankelend seizoen nòg méér glans geven.

Mathieu van der Poel loste de gele rol. Was het van niet beter willen of van niet beter kunnen? Ik denk dat we het nooit exact zeker zullen weten. Dat hoeft ook niet, Mathieu stippelt zijn traject zoals hij dat wil. Hij was zeker een absolute meerwaarde voor de Tour, die hij allicht op de eerste rustdag achteloos verlaat.


De eerste Alpenrit bracht het failliet van Julian Alaphilippe (nu 24ste in de tussenstand op 18’51”), Emanuel Buchmann (42ste op 32’20”), Tao Geoghegan Hart (82ste op 51’45”), Sergio Higuita (48ste op 37’09”), Ion Izagirre (37ste op 29’18”), Patrick Konrad (59ste op 42’48”), Pierre Latour (40ste op 30’57”), Dan Martin (64ste op 44’17”), … 

Hun Tour kan enkel nog door een dagzege ‘gered’ worden.


Voor de gedateerde Vincenzo Nibali (26ste op 21’32”) en Alejandro Valverde (65ste op 44’22”) wenkt meer dan ooit het afscheid.


Voor de brute pechvogels Primoz Roglic (51ste op 39’45”) en Geraint Thomas (45ste op 36’03) zou het tot op de bodem ledigen van de bittere kelk wel eens teveel gevraagd kunnen zijn. Het frappante is dat Roglic keer op keer versterkt uit een beproeving komt en gauw terugslaat.


Richard Carapaz (5de op 5’01”), David Gaudu (9de op 5’52”), Alexey Lutsenko (3de op 4’38”), Enric Mas (8ste op 5’15”), Rigoberto Uran (4de op 4’46”) en revelatie Jonas Vingegaard (5de op 5’) bleven wel behoorlijk overeind en vrijwaarden hun kansen op een top tien of zelfs een top vijf.


De notoire klassementsrenners zijn almaar dunner gezaaid en verspreiden zich bovendien over de drie grote ronden. Opmerkelijk dat de tussentijdse top tien van de 108ste Tour door tien verschillende landen bemand wordt en waarin Italia, zoals verwacht, helemaal ontbreekt. De andere traditionele wielerlanden zijn er nauwelijks beter aan toe.

zaterdag 3 juli 2021

Bij leven en welzijn wordt Tadej POGACAR 

niet meer in verlegenheid gebracht

 

Met Wout VAN AERT 

kan het meer kanten op

 

Na de ingrijpende uitkomst van de tijdrit naar Laval stelde ik een offensieve Tour in het vooruitzicht. Daarmee werd niet eens gewacht tot het weekeinde in de Alpen, het voltrok zich reeds in de schromelijk onderschatte ‘overgangsrit’ naar Le Creusot die opgefokt werd door 29 haastigaards die er van meet af aan de beuk ingooiden en Tadej Pogacar even in verlegenheid leken te brengen. Zijn UAE Team Emirates stond geïsoleerd en zag de ijlende ontsnapping van de dag almaar verder wegknallen.

Bij nader inzien bleek de titelverdediger toch niet de verliezer van de dag, integendeel zijn lijdende landgenoot Primoz Roglic werd definitief weggezet en de fluks uitbrekende Richard Carapaz, de speerpunt van decollectief ijzersterke Ineos Grenadiers, werd geneutraliseerd door de rancune van Movistar, waar de Ecuadoriaan na 2019 in slaande ruzie vertrok.

 

Ik durf Tadej Pogacar zelfs de duurzame winnaar van de zevende dag noemen. Hij wordt in de tussenstand nog door Mathieu van der Poel, Wout Van Aert, Kasper Asgreen en Matej Mohoric voorafgegaan. Enkel Wout maakt (meer dan) een beetje aanspraak op het label ‘klimmer’. Mathieu zal vandaag allicht met de glimlach de gele rol lossen. Zonde indien hij dat ‘bij voorbaat’ doet. Wat indien hij, na van het tijdrijden, nu ook eens een minder koele minnaar van het klimmen werd? Misschien leidt dit tot een volgende zelfontdekking. 

Wout Van Aert is daar al verder mee en hopelijk trekt hij de fraaie lijn door. Binnen zijn team moet hij enkel nog rekening houden met de gunstig geklasseerde Jonas Vingegaard. Wat indien de nog fragiele Deen in de Alpen faalt en Wout niet? Dan valt wat Sean Kelly (4de in 1985), Laurent Jalabert (4de in 1995) en Julian Alaphilippe (5de in 2019) vermochten toch ook binnen zijn bereik of waren / zijn zij dan zovéél beter?


Even memoreren: Wout deed over de 3470 km. van de Tour 2020 tachtig minuten meer dan Tadej Pogacar. Overdrijf ik wanneer ik beweer dat hij het bij zeventig daarvan liet lopen na zware inspanningen voor zichzelf (twee ritzeges, ook nog tweemaal derde, vierde en zesde) en voor Primoz Roglic? Indien Wout op de eigen strepen stond en zijn inspanningen beter doseerde dan werd ook het residu van die tien minuten misschien grotendeels weggewerkt en dan kwam de top van het tijdklassement ongetwijfeld in beeld. In die anti-omstandigheden haalde hij alsnog de top twintig zonder er initieel naar te streven, waar kan een bedachtzamere aanpak in deze Tour toe leiden? Waarmee ik zeker niet wil geschreven hebben dat hij ook Tadej Pogacar in verlegenheid kan brengen, al is ook die niet onaantastbaar maar bij leven en welzijn is hij onbetwistbaar de beste en kan hij enkel door een monstercoalitie van zijn sokkel gehaald worden. Zijn entourage zal zich daar, met het aanmaken van natuurlijke bondgenoten, wel tegen wapenen zoals het voorbestemde winnaars betaamt.

Vorig jaar realiseerde Tadej het vrijwel in zijn eentje, het werd hem als het ware in de schoot geworpen door Jumbo-Visma dat te langdurig vasthield aan de ‘1-0’ en in het slot tegen een dubbele counter aanliep. 

UAE Team zal er wel angstvallig over waken dat het in de slotdagen ‘3-0’ staat, anders kunnen de rollen zich omkeren maar dan nog is het zeer de vraag wie van (in alafebtische orde) Julian Alaphilippe, Emanuel Buchmann, Richard Carapaz, David Gaudu, SergioHiguita, Wilco Kelderman, Pierre Latour, Alexey Lutsenko, Enric Mas, Vincenzo Nibali, Geraint Thomas, Rigoberto Uran, Jonas Vingegaard, … tot dergelijke putsch in staat mag geacht worden. 

Vandaag en morgen zullen enkelen van hen uitgeteld worden, zelfs al verwacht ik mij in de Alpen aan een niet-aanvalspact. 

Matej MOHORIC vervolledigt 

het Sloveense triumviraat

 

 

In 2012 werd hij, zes dagen nadat hij in de tijdrit 7” meer deed dan de onbekend gebleven Zweed Oskar Svendsen, in Valkenburg (vòòr …. Caleb Ewan in de massaspurt) de kampioen van de wereld van één namiddag en dat herhaalde hij het jaar daarop als neo-belofte in Firenze, waar hij vooral Louis Meintjes en andermaal Caleb Ewan afhield.

Beide titels werden versterkt door andere spraakmakende overwinningen (Oberösterrech, Lunigiana en een walk-over in de Basilicata) die Matej toelieten om al op zijn 19de over te stappen naar de beroepscategorie. 

Zijn eerste campagnes liepen niet van een leien dakje en hij leek eerder een meteoordan een rijzende ster. Zijn mutatie naar UAE Team Emirates zorgde voor een stroomverselling nen toch keerde hij na één seizoen terug naar Merida dat zich aan Bahrain gelinkt had. 

Matej werd gaandeweg de coureur die men in hem zag en die een dagzege behaalde in de langste ritten van de Vuelta 2017 en de Giro 2018. En de rit die hij gisteren in de Tour won, is de langste rit in de Tour der 21ste eeuw. 

Het was een fameus werkstuk dat hij in Le Creusot afleverde: aangejaagd door revelatie Brent Van Moer om 80 km. van de finish de jacht op de bolletjestrui in te zetten en te verlengen in een spraakmakende dagzege, waarmee hij de 105de renner is die er in elk van de drie grote ronden minstens één behaalde.

In de tussenstand had hij, in weerwil van een zwakke tijdrit, nog net geen vijf minuten toegegeven zodat hij aan de voet van de Alpen vierde staat vòòr alle klassementsrenners tenzij je het trio van der Poel - Van Aert - Asgreen als dusdanig aanziet. Tijdens het weekend in de Alpen wacht hem de lakmoesproef die duidelijk maakt of hij ook als klassementsrenner een toekomst heeft. 

In 2018 won hij alvast de BinckBank en de Deutschland Tour. Met concurrentie in eigen rangen hoeft hij in deze Tour alvast geen rekening te houden want Damiano Caruso (tweede in de Giro), Mikel Landa en Gino Mäder (dagwinnaar in diezelfde Giro) werden niet geselecteerd en Jack Haig werd door een zware val uitgeschakeld zoals Mohoric in de Giro. Tijdens de afdaling van de Passo Godi sukkelde zijn voorwiel in een put met een salto mortale voor gevolg. Met een hersenschudding kon hij niet verder wat hem alsnog in de Tourselectie bracht. Afdalen is nochtans zijn ding want hij had een patent op de supertuck (roekeloos afdalen met de kont van het zadel en de neus op het stuur).

Benieuwd dus of hij zich vanaf vandaag profileert als klassementsrenner, ik denk eerder van niet en dat is – zoals in het geval Mathieu van der Poel – jammer indien hij het niet eens zou proberen of wordt hij liever een bondgenoot van zijn vriend-landgenoot Tadej Pogačar?

In de ééndagskoersen heeft Matej zich al aardig bewezen: 5de in Milano-Sanremo en 9de in Gent-Wevelgem in 2019, 4de in Liège-Bastogne-Liège 2020, 9de in de Amstel Gold Race van dit jaar, … De gewonnen Tourrit vertoonde nogal wat gelijkenissen met La Doyenne, vandaar.

Er zit in elk geval nog aardig wat rek op de ‘derde’ Sloveen die na dit seizoen nog maar 27 jaar wordt.