Met de beloftenselectie valt best te leven
In een eerste
opwelling schreeuw je
moord en brand maar bij nader inzien is
Jean-Pierre Dubois' selectie voor het wereldkampioenschap bij de beloften hoegenaamd niet
uit de lucht gegrepen. Die bestaat voor de helft uit
neo-profs van
Topsport Vlaanderen, diegeen deel uitmaken van een
World Tour Team en dus startgerechtigheid zijn bij de
U23 in Valkenburg.
Van de selectie van
Tom Van Asbroeck valt allerminst iets af te dingen. Hij reed
een dijk van een seizoen en zowel in de
Memorial Rik Van Steenbergen als in
Fourmies was hij geregeld in beeld. Het belette hem niet om telkens zestiende te worden. Hij is de finisher die in Valkenburg van groot nut kon zijn. Hij die beweert dat het daar niet op een groepsspurt kan uitdraaien
kettert. Remember in dat verband de ontknoping in
Geelong 2010, waar een nog zwaarder parcours werd geserveerd en waar ze niettemin met zijn 46 (onder wie twee vertegenwoordigers uit ... Hong Kong) spurtten voor de podiumplaatsen.
Het schuldgevoel ten opzichte van de in Londen aan zijn lot overgelaten
Gijs Van Hoecke moet bijzonder groot zijn. Ook al werd hij knap zesde in het
kampioenschap van België te Geel, wat daarna volgde, was - mede door zijn deelname aan de
Olympische baankampioenschappen - heel wat minder. Blijkens zijn recente uitslagen kan je niet bepaald zeggen dat Gijs momenteel
in bloedvorm verkeert. Zijn onverwachte selectie is hem evenwel van harte gegund na het grote onrecht dat hem door een welbepaalde
matennaaier werd aangedaan.
De selectie van
Zico Waeytens baart bij kennisname nog het meeste opzien maar bij nader inzien blijkt dat hij na een langdurige periode van
kommer en kwel al enkele weken uitstekend bezig is. Zo zong hij het tot en met de finale uit in de
Coppa Agostoni (16de), de
Tre Valle Varesini (23ste), de
Druivenkoers - Overijse (22ste), de
Schaal Sels - Merksem (7de) en in de
Giro di Padania haalde hij tweemaal de top-tien. Toch zal Zico zelf wel de allerlaatste geweest zijn die op een selectie gerekend heeft.
De selectie van drie neo-profs bewijst ten overvloede dat de beloften de
paria's zijn van het nationale wielerbestel. Ze kunnen zich in eigen land amper profileren in specifieke koersen en worden daarop nu afgerekend.
Yves Lampaert was over het hele jaar allicht 's lands best presterende met als kroonstuk zijn nationale titel in het tijdrijden aan de Lac de l'Eau d'Heure behaald. Daardoor wordt hij afgedeeld naar het
WK tijdrijden, een
vergiftigd geschenk. Bij gebrek aan een specifieke voorbereiding zal een top-twintig in Valkenburg het hoogst haalbare zijn en de waarde van een medaille hebben. In de
Chrono Champenois vorige zondag werd hij slechts achttiende. Kan hij niet beter? Toch wel maar hij kreeg er te maken met veel beter en vooral gerichter voorbereide concurrenten. In Valkenburg zullen er dat nog meer zijn.
Kevin De Jonghe (nog een
neo-prof van
Topsport Vlaanderen) presteerde in de buurt van Reims iets beter, hij werd er twaalfde. Ook hij beseft dat, behoudens een mirakel, de top-tien in Valkenburg heel
heikel wordt.
De geselecteerde beloften dan.
Dieter Bouvry is geen tafelspringer. Hij cijfert zich (al te) vaak weg voor een clubmaat die hij kansrijker acht. Zowel op de Vlaamse als de Waalse hellingen etaleerde hij zijn kunnen. Hij geeft ook nooit af. In het
kampioenschap van West-Vlaanderen in Dadizele zag ik hem, vanuit een diep verloren positie, nog oprukken naar de tiende plaats.
Kenneth Vanbilsen won de
Ronde van Vlaanderen (tellende voor de
Nations Cup) en werd tweede in de
Circuit de Wallonie. Ook op de hellingen van Nederlands-Limburg zag men hem met de besten oprukken, een
beklijvende stijloefening!
Jasper Stuyven, die deel uitmaakt van het Amerikaanse
Bontrager - Livestrong Team geleid door
Axel Merckx, heeft tijdens de zomer in de T
ours of California, Utah en
de l'Avenir veel
metier opgestoken. In de lente presteerde hij ook al uitstekend in de
Tour de Normandie. In het
kampioenschap van België te Ooigem was hij één van de
smaakmakers.
Ook
Floris Smeyers kwam in aanmerking maar viel tenslotte naast de boot omdat hij volgens Jean-Pierre Dubois iets te laat in vorm kwam. Een flauwe uitleg! Hij reed een uitmuntende
Ronde van Namen (vijfde) en was één van de
smaakmakers op het
BK in Ooigem, waar hij niets kon forceren maar toch negende werd. Beide prestaties werden in augustus neergezet, niet te laat dus. Of had men de selectie reeds opgemaakt bij het begin van die maand?