donderdag 31 maart 2022

Senne DEBUCKE

 runner up met grote motor

 

Hoewel ik het van nogal nabij volg was Senne Debucke zelfs voor mij geen al te bekende naam, wat hem toch niet belette om in Bretagne de 36ste Penn Ar Bed-Pays de Loire te winnen. De discipel van het Van Moer Cycling Team legde in de tijdrit de basis voor de eindzege.

Hij had, op last van een langdurige autorit, dikke benen in de openingsrit. Goed dat die op een massaspurt uitdraaide zonder tijdverlies kostte, zodat al zijn kansen intact bleven. Die dreef hij op tijdens de matinale tijdrit op zaterdag.



Senne had goed naar het bord gekeken zodat hij zijn tijdrit perfect kon indelen. De eerste helft was, bergaf en wind mee, met de vlam in de pijp waarna het keerpunt ook letterlijk te nemen was. Senne werd daarin derde, zo ook in de tussenstand, waarmee hij overtevreden was. Hij rateerde nochtans de vroege ontsnapping maar zette dat recht door in zijn eentje de oversteek te maken. De voorsprong liep almaar hoger op zodat ze met hun negen met ruime boni in Plouzané arriveerden. Senne was van hen de best geklasseerde en werd eindwinnaar.

Zijn uitstekende tijdrit deed een belletje rinkelen. Van het PK tijdrijden op donderdag 7 april in Sint-Lievens-Esse maakt hij een voornaam doel en in het gunstig verlengde daarvan ook van het BK op 1 mei in Gavere.


Als nieuweling haalde hij enkel op de openingsdag van 2020 in Rijkevorsel de top 10. Als neo-junior zette hij enorme stappen, eind augustus bekroond met regionale overwinningen in Haasdonk en in Waasmunster. 

In de G.P. Rüebliland (Zwits.) was hij ook aardig bezig tot hij in een afdaling tijdens de slotrit zwaar viel waarbij hij een sleutelbeen brak en een schouder ontwrichtte. De rest van het seizoen ging (vooral het BK in Herzele) in rook op.


Voor Senne, student sport-wetenschappen aan Mariagaard in Wetteren, is de Penn Ar Bed-Pays de Loire de allereerste overwinning, zo ook voor Kenny Desaever als ploegleider van het Van Moer Cycling Team, die vol lof is over zijn poulain:

“Senne is supergemotiveerd”, weet Kenny. “Hij voert zijn trainingen minutieus uit. Hij verraste zichzelf met de tijdrit in Bretagne waar hij mooie waarden trapte. ‘s Namiddags koerste hij, goed luisterend naar onze info vanuit de volgwagen, met het hoofd en de benen en ze waartoe dat leidde.”

“Senne komt niet uit de lucht gevallen. In de Guido Reybrouck Classic kwam hij al sterk uit de hoek met een vroege aanval, waarop slechts twee anderen inpikten. Met meer gezellen had hij het gesloten koersverloop naar zijn pedalen kunnen zetten zoals hij afgelopen weekend deed in Bretagne.”

“Nu weet hij dat hij één en ander in zijn mars heeft. Er zit nog aardig wat rek op. Hij is in feite een neofiet die tijdens de twee gebalde Covid-19 seizoenen slechts een minimum aantal koersen reed. Dit jaar mag hij voluit gaan om zich op diverse trajecten te ontwikkelen. Ik ben vooral benieuwd hoe hij zijn ontloken capaciteiten als tijdrijder doortrekt. Ook op de hoogtemeters kan hij aardig uit de voeten, niet op uitgesponnen hellingen maar wel op korte nijdige als de Vlaamse Ardennen. Op stage in Spanje zag ik hem dag na dag groeien met een behoorlijk grote motor, waarmee hij nog vaker van zich zal doen spreken. En last but not least: hij houdt de beide voetjes op de grond.”

Louis WEYTS

winnen is zijn regel (nog) niet 

 

 

Ook in zijn vijfde seizoen legt Louis Weyts (Lotenhulle) van meet af aan een buitengewone vlijt aan de dag. Vooreerst eindigde hij in àlle baankampioenschappen rond de vijfde plaats met bovenal een podium in de keirin en de scratch. 

In zijn wegkoersen zette hij een maarts rekenkundig rijtje op: 4de in Kemzeke, 3de en 2de in Damme. 




Indien deze logica gerespecteerd werd dan zou hij zondag gewonnen hebben in Boezinge, de openingsmanche van de Beker van België. Dat lukte net niet want Nolan Huysmans was er hem te vlug af.“Nolan en Louis zijn 's lands rapste nieuwelingen”, beweert papa Frank, een zelfstandig tuinaanlegger.

Winnen is Louis’ ding (nog) niet, al verbaasde hij vorig jaar door als één der jongsten van het bouwjaar 2006, tweemaal te zegevieren. Dat baarde vooral opzien in Kuurne, waar hij het haalde van de sneller geachte Nicolas Aernouts. Een maand later won Louis ook in Merelbeke en ei zo na op de slotdag in Bachte-Maria-Leerne, waar Laurens Plancke (-2’23”) zich wijselijk uit de voeten gemaakt had.

Twee overwinningen als eerstejaarsnieuweling, dat waren er net evenveel als globaal tijdens zijn drie seizoenen als aspirant.

Louis ruilde in de herfst van 2021 het VTI in Deinze in voor de Gentse Topsportschool. 

“Super dat ik me daarvoor kwalificeerde”, glundert Louis. “Een 500 meter met stilstaande start was de lakmoesproef, waarin ik zeven op tien behaalde. Mijn passages aan de Blaarmeersen als aspirant legden mij dus geen windeieren. Bovenal doe ik het graag en het maakt mij ook beter als wegrenner. De adviezen van mijn mentor Kieran De Fauw volg ik nauwgezet op. De komende maanden zal de focus vooral op de mooiste koersen liggen, al zijn ook de drukbezette regionale wedstrijden niet te versmaden. In Damme was er twee dagen op rij een interprovinciale bezetting.”


dinsdag 29 maart 2022

De vroegmis kan leuker zijn dan de hoogmis 

Dwars is méér Vlaanderen

dan de eigenlijke Ronde zelf

 

De ‘grote koers’ van Waregem heeft een rijke geschiedenis en verdient het dan ook om een manche (1.UWT) van de World Tour te zijn.

Hij heette aanvankelijk Dwars door België en was een tweedaagse die uitzwenkte naar Sint-Truiden, Genk, Ciney, Eisden en Spa. Dit format sloeg almaar minder aan zodat men vanaf 1965 naar een ééndaags gebeuren, dicht bij het brongebied, schakelde. Voor de selectiviteit moest men het, met de nabijheid van de Vlaamse Ardennen, niet laten. Het inspireerde ook tot de naamsverandering naar Dwars door Vlaanderen.

Dwars door België stond langdurig slecht gepositioneerd op de kalender: daags na de almaar sterkere E3 Harelbeke en op een zondag die het steevast moest delen met de Brabantse Pijl met respectieve schrale bezettingen voor gevolg.

De verhuis naar de woensdag was gedurfd maar leverde niets dan voordelen op: onverdeelde aandacht voor een rijker deelnemersveld. En die woensdag bleek op termijn een geducht wapen om vanaf 2017 deel uit te maken van de World Tour.  Na het door Flanders Classics ongegeneerd wegdrummen van de Driedaagse De Panne - Koksijde werd de chronologie hertekend en werd Waregem geposteerd vier dagen vòòr de Ronde van Vlaanderen, waarmee het beter af is dan de mudvolle week voordien met opeenvolgend Brugge - De Panne, de E3 Harelbeke en Gent-Wevelgem. Ook qua bezetting levert dit voordelen op, met als blikvangers Alfred Ackermann, Sören Kragh Andersen, Davide Ballerini, Tiesj Benoot (in een vrije rol aangezien Wout Van Aert ontbreekt), Victor Campenaerts, Amaury Capiot, Arnaud De Lie, Fabio Jakobsen, Olav Kooij, Stefan Küng, Gianni Moscon, Mads Pedersen, Jasper Philipsen, Thomas Pidcock, Tadej Pogačar, Nils Politt, Jasper Stuyven, Greg Van Avermaettitelverdediger Dylan van Baarle, Mathieu van der Poel, Dries Van Gestel, Tim Wellens, … er wel bij. Allemaal potetiële en dus gewenste winnaars, bij wie nog iemand anders alternatief mag aansluiten, maar alvast niet Tim Merlier. Hij werd door Alpecin-Fenix geweerd voor Waregem, hoewel hij na Nokere en De Panne won. Hij moet wijken in eigen kontreien nog wel. On-be-grij-pe-lijk!

Waregem heeft een rijke wielertraditie met als kroonluchter het wereldkampioenschap in 1957 met de derde wereldtitel van Rik Van Steenbergen, tevens de eerste winnaar van Dwars door België met een erelijst waarop de meeste Vlaamse coryfeeën prijken.

Behalve het WK organiseerde Waregem ook tweemaal het kampioenschap van België voor beroepsrenners. Guido Reybrouck won in 1966. In 1989 was er een verrassende ontknoping: Carlo Bomans haalde het in de spurt van zijn enige medevluchter, de sneller geachte Eddy Planckaert.

In 1970 was er het BK voor liefhebbers, verrassend gewonnen door Victor Peetersvòòr de favorieten Tony Gakens en Willy Teirlinck. Johan De Muynck was de smaakmaker die de hele namiddag in de aanval reed die pas op de valreep ingerekend werd. 

Niko Eeckhout was op 28 maart 2001 de strafste in Dwars door Vlaanderen. In ‘zijn’ pokkenweer demarreerde hij kort na de start met enkel zijn Lotto-maat Thierry Marichal in steun tot op de Oude Kwaremont. De laatste vijftig kilometer haspelde Niko in zijn eentje af. Na een aanval van 193 km. arriveerde the local hero één minuut eerder dan de eerste tien achtervolgers van wie Wilfried Peeters zich de dichtste ereplaats toeëigende. Ik herinner mij hoe een supporter van Rambo kort na de start aan het Regenboogstadion arriveerde om bij de bookmakers tegen een hoge quotenogal vol in te zetten op zijn idool. Toen hij hoorde dat Niko al in de aanval reed, bedacht hij zich. Het was dus zeker géén doorgestoken kaart!

Niko Eeckhout won vier jaar later in Waregem opnieuw maar veel minder spectaculair: hij klopte zeven medevluchters.

Dit jaar is de ‘grote koers’ van Waregem aan de 76ste editie toe, die niet louter de laatste generale repetitie van de Ronde van Vlaanderen wil zijn maar ook op zich een volwaardige manche van de World Tour. Beter één (Waregemse) vogel in de hand dan tien (Oudenaardse) in de lucht.

maandag 28 maart 2022

Ontluisterend interview heeft van hem nog 

meer een onverlaat gemaakt dan hij al was

 

Peter SAGAN zou beter metéén 

de (on)eer aan zichzelf houden


Je kunt het licht van de zon inderdaad niet ontkennen: Peter Sagan heeft vooral in de klassiekers een exquise palmares bijeengekoerst met vooral winst in de Ronde van Vlaanderen 2016, Paris-Roubaix 2018 en bijna in Milano-Sanremo (tweede in 2013 en 2017). In de overige monumentale klassiekers, Liège-Bastogne-Liège en Il Lombardia, viel hij in geen velden te bekennen zodat hij hoegenaamd niet thuishoort in het exclusieve kransje van de allrounders in de ééndagskoersen zoals wel Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck, Sean Kelly, Francesco Moser, Rik Van Looy, Philippe Gilbert … op wie hij nog een heel eind achterophinkt in weerwil van een loepzuivere hattrick in het wereld-kampioenschap en drie overwinningen in Gent-Wevelgem (2013, 2016 en 2018).

Eén en ander lijstte hij vooral op met zijn passages in de Tour: een dozijn dagzeges, vier gele en 125 groene truien waarvan zeven definitieve en het zouden er, zonder zijn betwistbare uitsluiting in 2017, zelfs acht op rij geweest zijn maar de kwaliteit van die hebbedinges laat veel te wensen over. 

Zijn verval vanaf 2021 is schrijnend. Nadat hij een derde keer op rij vierde werd in Milano-Sanremo gaf hij niet meer thuis in de volgende voorjaarsklassiekers. Juist, hij behaalde wel nog wel een dagzege in de Vuelta 2020 en de Giro 2021, maar hoeveel invloeden heeft hij daar niet voor moeten aanspreken? In de Tour 2021 konden die hem zelfs niet meer helpen en dus nam hij na nog geen twee weken de vlucht vooruit en haalde dat seizoen enkel nog troostprijsjes op in de schlemiele ronde in eigen land.

Toch wil hij alsnog Milano-Sanremo winnen, de Primavera waarin hij dit jaar 92ste werd na andere prachtprestaties in de Omloop (98ste), Kuurne (117de) en Tirreno-Adriatico (opgave). Er is evenwel beterschap want in Harelbeke schoof hij op naar rang 68, wat twee dagen later richting Wevelgem alweer ontkend werd door een vrij vroege opgave. Zielig!

Eén en ander heeft hem niet belet om in HLN zijn kop te roeren met provocerende quotes, die door Marc Ghyselinck gretig werden opgepikt omwille van de smeuïge leescijfers.

We hebben het in deze over één van de (nog steeds) bestbetaalde coureurs van het peloton: 5,5 miljoen per seizoen. Het is méér, reageert hij daarop. 

TotalEnergies trapte lelijk in zijn val en nam er zijn hele gevolg bij. Ze zullen nu al diepe spijt hebben want ze moeten met hem ook nog door het stof in 2023. Niettemin vindt Saganneke dat Patrick Lefevere hem had moeten ‘nemen’. Hij had dus gek moeten wezen, want hij heeft aan één Paard van Troje genoeg, Mark Cavendish, die tenminste goed ligt in The Wolfpack én rendeert, twee opties die Sagan totaal vreemd zouden zijn geweest. De Slowaak refereert naar zijn onmiskenbare visibilteit maar Patrick Lefevere flatteert zijn sponsors liever op het terrein.

Zelfs over Remco Evenepoel had Sagan zijn zegje: die is volgens hem gemààkt is in plaats van zichzelf te maken zoals Peter zelf deed. Dat laatste klopt én het is er ook naar!

Met zijn persoonlijke manager Gabriele Uboldi als bodygard handig in zijn buurt fileert Sagan het huidige wielrennen, citaat:

“Het is onvoorspelbaar geworden door hun manier van koersen. Dat ze voor anarchie zorgen.”

Bedoelt hij misschien dat er een pikorde in acht genomen moet worden in acht genomen met hem als uiteindelijke winnaar?

Nog een gratuite quote van hem: “In Milano-Sanremo werden ze geflikt door Mohoric omdat ze enkel oog hadden voor mekaar.”

Geflikt zoals hij in diezelfde koers in 2013 (door godbetert Gerald Ciolek) en in 2017 (door de trager geachte Michal Kwiatkowski)?

Ook Gabriele Uboldi, zijn bijzittende manager (én bodyguard), doet zijn duit in het zakje van de onzin, citaat:

“Er is in het peloton geen enkele renner van het niveau van Peter. Ook Pogačar, van der Poel, Van Aert halen géén derde van de visibiliteit van Sagan, niet op sociale media, niet met privécontracten.”

Als dat al waar zou zijn, wat dan? Draait het daarrond in de koers? Is het dat wat Sagan op de barricaden houdt? Hij mag het hebben en ik wil nog altijd zien hoe hij zijn leven na de koers ingevuld krijgt. Wordt hij president van Slowakije? Neen, ik vrees het ergste voor zijn nadagen als coureur, het allerergste zelfs. Dat heeft hij al ingeoefend met zijn geregeld terugkerend wangedrag, dat zijn wàre aard illustreerde!

Michel Wuyts gaat niettemin onverkort mee in de waanzinnige idolatrie rond his airness. Hij orakelt:

“Een mens vergeet snel maar Sagan dat was vaak Van Aert en van der Poel samen. Doe er voor de volledigheid ook maar Alaphilippe bij. Zoveel klasse, zoveel strijdlust, zoveel spirit in één mens.”

Wat een belediging voor die jongens. Ik zou in Wuyts’ plaats beschaamd zijn om als commentator hun namen nog uit te spreken. Moet ik behalve aan die van Sagan ook aan Wuyts’ analytisch vermogen twijfelen? Of ziet hij in hem zijn narcistisch evenbeeld?

Sagan is géén blijde ambassadeur van zijn sport. Hij beziet zijn meeste concullega’s als fossielen. Hij spuugt op het beroep dat van hem een jonge gefortuneerde heeft gemaakt maar ik betwijfel of hij die status na zijn carrière zal behouden, want deze hufter steekt boordevol venijn en frustratie dat hem naar ontsporing kan leiden. U hoort daar nog van, zeker weten! Wat his airness betreft moet er na hem geen koers meer bestaan. Zijn goed (on)recht, net wat u zegt!

En dan is er ook nog dit: als een idioot houdt Sagan vol dat hij Milano-Sanremo alsnog kan winnen. Ik geloof het ook: in de spurt van Philippe Gilbert, met wie hij de avond voordien in Milano mocht vertrekken.


Biniam GIRMAY HAILU

vrijwel iederéén is supporter van hem


Biniam Girmay is niet de eerste Afrikaan die zich onderscheidt in een Europese topkoers. De Algerijn Marcel Molines en de Marokkaan Custodio Dos Reis behaalden al een dagzege in de Tour 1950. Ahmed Kebaili (Alg.) won een rit in het Critérium du Dauphiné 1952. Abdel-Kader Zaaf (Alg.) werd 10de in de G.P. des Nations 1955. 

Het waren one hit wonders, zoals de Zuid-Afrikaan Alan Van Heerden, die in 1979 een rit won in de Giro. Hij was de voortrekker van duurzamere landgenoten Robert Hunter, Daryl Impey en Louis Meintjes.

Biniam Girmay is ook niet de eerste Eritreër die zich onderscheidt in een Europese topkoers. Natnael Berhane, Mekseb Abraha Debesay en Merhawi Kudus gingen (= reden) hem daar (bescheiden) in voor.

Biniam Girmay is wel de eerste Afrikaan die een grote klassieker op zijn palmares inschrijft. Dat was een aangekondigde kroniek, die véél eerder waar werd dan begroot want reeds zes dagen vòòr zijn 22ste verjaardag.

Biniam Girmay was al tiener Il Imbatido in eigen land, waardoor hij uitgenodigd werd naar het UCI-opleidingscentrum in Aigle (Zwits.). Dat bracht hem in de gewenste stroomvernsnelling. Dagzeges in de ronden van Gabon en Rwanda brachten hem in het blikveld van Delko, waarvoor hij in 2020 bijna de Trofeo Laigueglia en de Tour du Doubs (2de na Giulio Ciccone respectievelijk Loïc Vliegen) won. 

Biniam gedijt kennelijk in het Franse departement Doubs want hij won er in 2021 de Classic Grand Besançon en werd opnieuw 2de in de Tour. 

Bovenal werd hij in Leuven de vice-wereldkampioen bij de beloften, waar Filippo Baroncini zich voor hem wijselijk uit de voeten had gemaaktBiniam Girmay bevindt zich als vice-wereldkampioen liefhebbers / beloften in goed gezelschap. Ook Gastone Nencini (1954), Arnaldo Pambianco (1957), Ole Ritter (1962), Jean-Pierre Monseré (1969), Freddy Maertens (1971), Sven-Ake Nilsson (1976), Oscar Freire (1997), Johan Vansummeren (2003), John Degenkolb (2010), Bryan Coquard (2012), Caleb Ewan (2014), Pascal Ackermann (2016) en Stefan Bissegger (2019) werden sterren in de beroepscategorie.

Biniam Girmay werd tweemaal door het gelukkig toeval (voor zover het bestaat) gediend. Delko kon zijn coureurs al in de lente van 2021 niet meer betalen en Intermarché-Wanty-Gobert was er als de kippen bij om hem in de armen te sluiten. En vorige vrijdag was hij, na zijn vijfde plaats in de E3 Harelbeke, van plan om naar zijn thuisland terug te keren tot het er even naar uit zag dat Alexander Kristoff niet zou kunnen meedoen. Biniam werd met zachte dwang als stand in opgevorderd en deed dat dus niet enkel bij de start maar bovenal aan de aankomst.

Biniam liet zich bij ons een eerste keer opmerken in 2018 in de driedaagse Aubel-Thimister-Stavelot (2.1), waarin hij in de eerste rit op stap was met een zekere Remco Evenepoel, met wie hij driekwart minuut van de anderen wegreed. De dagzege was voor de veel snellere Biniam, Remco deed een uitstekende zaak voor de eindoverwinning. 

zaterdag 26 maart 2022

Peter SAGAN 

primus inter pares Gent-Wevelgem

 

Op basis van 100 70 50 40 30 25 20 15 10 5 punten presteerde in Gent-Wevelgem niemand beter als Peter Sagan: winnaar in 2013, 2016 en 2018; 2de in 2012; 3de in 2014 en 2017; 10de in 2015.


   PALMARES-RANKING    

GENT-WEVELGEM 1946-2021


475SAGAN PeterSlow.
470Merckx EddyB.
455Van Looy RikB.
425Boonen TomB.
410Cipollini MarioIt.
380De Vlaeminck RogerB.
375Impanis RaymondB.
335Vanderaerden EricB.
300Hincapie GeorgeV.St.
290Raas JanNed.
270Godefroot WalterB.
265Maertens FreddyB.
240Museeuw JohanB.
235Verbeeck FransB.
225Degenkolb JohnD.
220Steels TomB.
215Schotte BriekB.
210Michaelsen LarsDeen
205Noyelle AndréB.
205Vanmarcke SepB.
200Aerenhouts FransB.
200Bontempi GuidoIt.
190De Wolf FonsB.
190Freire OscarSp.
190Planckaert WalterB.
190Rosseel AndréB.
185Moser FrancescoIt.
180Abdoejaparov DjamolidineOezb.
180Mattan NicoB.
180Ollivier ValèreB.
180Tchmil AndreiB.
170Desimpelaere MauriceB.
170Sterckx ErnestB.
170Vekemans WillyB.
160Capiot JohanB.
160Eisel BernhardOost.
160Van Avermaet GregB.
160Van Daele LeonB.
155Klier AndreasD.
150Anquetil JacquesFr.
150Démare ArnaudFr.
150Frison HermanB.
150Hoste FrankB.
150Keteleer DesiréB.
150Peeters LudoB.
150Vanspringel HermanB.
145Bennati DanieleIt.
145Decabooter ArthurB.
145Janssen JanNed.
140Beheyt BenoniB.

GENT-WEVELGEM

is zijn nieuwe entiteit aan het vinden


Gent-Wevelgem ontstond in 1934 met Gerhard Margodt en Georges Matthys als créateur-fondateurs. Op Paris-Tours na werd aan geen enkele topkoers meer gesleuteld als aan de vlasklassieker, zelfs het vlas is er amper nog. Het leken wel ‘variaties zonder thema’: wijzigende startlocaties, al of niet via de Noordzeekust naar de Vlaamse hellingen, ommetjes naar de Franse Ardennen en in 1957, 1958 en 1959 met de Omloop Het Volk vervat in de Trofee van Vlaanderen.

Gent-Wevelgem nam na de Tweede Wereldoorlog een hoge vlucht. Toch bleef het vooral een thuiskoers die vooral door Vlamingen gewonnen werd en niet van de minsten tussen wie enkel Roger De Vlaeminck (zowaar viermaal tweede) ontbreekt.

Zes renners wonnen driemaal maar niemand scoorde een loepzuivere hattrick: Robert Van Eenaeme, Rik Van Looy, Eddy Merckx, Mario Cipollini, Tom Boonen en Peter Sagan (met zijn ereplaatsen daarbovenop de primus inter pares). 

Ook Marcel Kint, Raymond Impanis (2), Noël Foré, Leon Van Daele, Benoni Beheyt, Herman Vanspringel, Walter Godefroot, Freddy Maertens (2) en Wout Van Aert wonnen bijna als vanzelfsprekend.

Rolf Graf (1954) en Jacques Anquetil (1964) werden de meest verrassende buitenlandse winnaars. Toen Bernard Hinault in 1977 won, zat men in zak en as tot hij vier dagen later ook Liège-Bastogne-Liège won. 

Met Francesco Moser (1979) en Sean Kelly (1988) werden nog twee van de tien beste naoorlogse toppers gehuldigd.

De weersomstandigheden brachten Gent-Wevelgem wel eens in verlegenheid maar nooit klein. Freddy Maertens (1975) en Ferdi Van den Haute (1978) wonnen edities in de sneeuw, Luca Paolini (2015) in de orkaan. In 2016 was er de vreselijke tragiek met het verongelukken van Antoine Demoitié.

Veel vrolijker word je van een anekdote uit 1945, toen Gent-Wevelgem … 29 juli als datum had. Briek Schotte werd na meerdere bandbreuken tot opgave gedwongen en reed met de fiets naar huis. Hij passeerde in Olsene en zag dat er daar een koers werd georganiseerd. Hij schreef zich prompt in én won.

Gent-Wevelgem is niet langer in de private handen van de tweespan Gheysens-Langedock. Interne disputen tussen de beide families zouden aan de basis liggen van deze exit, waarop Flanders Classic geamuseerd toekeek om er metweinig weerstand beslag op te kunnen leggen. De macht van de mastodont inderdaad, al gebiedt de eerlijkheid ook te stellen dat Flanders Classic indertijd het voortbestaan van de Vlaamse koerslente heeft geconsolideerd

Het organisatiecomité van Gent-Wevelgem heeft er het volste vertrouwen in dat de kwaliteit van de organisatie en de eigenheid van de koers in en om Ieper en Wevelgem zullen bewaard blijven. Een voortvarende conclusie als je het mij vraagt want zie maar wat er, om het smeer, met de Ronde van Vlaanderen gebeurd is: voor de start naar Antwerpen uitgeweken (voortaan in een beurtrol met Brugge) en de Muur uit het traject gehaald. 

Zou je helemaal durven uitsluiten dat men op termijn Wevelgem als aankomstplaats inruilt voor het ambitieuze en dus meer biedende Ieper? Gent-Wevelgem zou dan zowaar … Ieper-Ieper heten.