zaterdag 31 augustus 2019

Waar eindigt het met Alejandro Valverde?
the sky (with a rainbow) is the limit

Waar eindigt het met de ruim 39-jarige Alejandro Valverde
Met een top tien in deze Vuelta klimt hij in mijn persoonlijke naoorlogse palmares-ranking naar een verbazende vijfde plaats en in die van de Vuelta stoot hij Roberto Heras van zijn sokkel. 
Het was géén aangekondigde kroniek. Alejandro leek op zijn beurt niet te ontsnappen aan de vloek van de regenboogtrui.zowel in Valencia, Murcia als in de UAE Tour was het net niet. Aansluitend moest hij voor de Strade Bianchi ziek afzeggen, zo ook voor Tirren-Adriateco. Wars van een optimale voorbereiding haalde hij toch de top tien in Milano-Sanremo, zo ook in zijn eerste Ronde van Vlaanderen. Het zette evenwel niet de toon voor zijn passage in Nederlands Limburg en in de Ardennen. Een kwalijke val op training speelde hem parten. In de Amstel werd hij teleurstellend 66ste en in La Flèche Alejandro bleef hij steken op een voor hem ondermaatse elfde plaats. In Liège-Bastogne-Liège gaf hij er op 100 km. van de finish de brui aan. Nader onderzoek detecteerde vochtophoping (oedeem) in het heiligbeen, wat hem weghield uit de Giro, waarna hij bijna twee maanden uit competitie bleef.
Alejandro on the point of no return?! Dat dachten velen tot hij in de Route d'Occitanie (de vroegere Route du Sud) zijn comeback maakte met een dag- en de eindzege. De week daarop werd hij voor de derde keer kampioen van Spanje en dus was hij helemaal klaar voor de Tour waarvan, hij in 2018 dacht definitief afscheid te hebben genomen. Hij maakte er het beste van met de negende eindplaats, al kwam hij (tweede na Vincenzo Nibali) enkel in de ingekorte 20sterit naar Val Thorens in aanmerking voor een dagzege, die hij dus wel behaalde in zijn dertiende Vuelta en doorschoof hij aar de derde plaats in de tussenstand.
Kan hij tien jaar later zijn tweede eindzege behalen? Ik durf het niet helemaal uitsluiten maar dacht van niet. Primoz Roglic is een minstens even goede klimmer en een beduidend betere tijdrijder. Dat laatste zal dinsdag blijken daags na de eerste rustdag op Frans grondgebied tussen Jurançon en Pau. Pau was ook al de locatie van de enige tijdrit in de Tour. Deze 36 km. zijn lichtere kost dan de 27 km. van de Tour.
Bij de steile ontknoping op Mas de la Costa kon ik mij niet van de indruk ontdoen dat Roglic Valverde weinig in de weg legde. Dat kan wijzen in de richting van partners in crime om Miguel Angel Lopez, de beste klimmer, af te houden. Met Astana (Dario CataldoOmar FraileJakob FuglsangIon en Gorka IzagirreLuis Leon Sanchez,…) kan hij op het sterkste collectief terugvallen maar hij is een ronduit zwakke tijdrijder (42ste op 3’46” van Roglic in de tijdrit van de Giro, de 35 km. van Riccione - San Marino).

Het aantal klassementsrenners in deze Vuelta is al na een week drastisch uitgedund. Na Steven Kruijswijk en Rigoberto Uranzijn ook Davide Formoloen Tejay Van Garderen letterlijk uitgevallen. George Bennett(+ 3’34”) is een kompaan van Primoz Roglic. Jhoan Esteban Chaves(+ 2’52”), Fabio Aru en Wilco Kelderman(+ 3’36”),… zijn al (te) vèr teruggeslagen en die verschillen worden in de tijdrit wellicht nog verder uitgediept, een lot dat ook Nairo Quintana(in de tijdrit van de Tour 28steop 1’51” van Julian Alaphilippe).
Of zorgt Alejandro Valverde alsnog voor de absolute verrassing? Het zou een blamage zijn voor de huidige lichting klassementsrenners, al haalde zelfs de ruim 40-jarige Raymond Poulidor nog het eindpodium van de Tour in 1976. En zeggen dat Poupou in zijn beste jaren Jacques Anquetil niet in verlegenheid kon brengen.





vrijdag 30 augustus 2019

De revival van Radsport Deutschland

Pascal Ackermann won de openingsrit van de hernomen Deutschland Tour, al zijn negende seizoenszege na de Clasica Almeria, de Bredene Koksijde Classic, de Rund um den Finanzplatz Eschborn-Frankfurt en dagzeges in de Giro (2), Slovénie en Polen (2).
Pascal legde alle bolides (John DegenkolbArnaud DémareCaleb EwanFernando GaviriaAlvaro Jose HodegAlexander KristoffGiacomo NizzoloDanny van PoppelElia Viviani,…) minstens één keer over de knie en mag dus aanzien worden als (één van de zoniet) de snelste van dit illustere gezelschap. In het Europees wegkampioenschap in Alkmaar zat hij geknepen in de tang Deceuninck-Quick.Step met Elia Viviani en Yves Lampaert.  
De afgetreden slechts 25-jarige Duitse kampioen is de opvolger van de abdicerende Marcel Kittel en is met Emanuel Buchmann (vierde in de Tour) en Maximilian Schachmann (de nieuwe kampioen van Duitsland na spraakmakende prestaties in meerdere rittenkoersen van de World Tour) dé absolute sterkhouder van het heroplevende Duitse wielersport.

Duitsland was twintig jaar geleden een voornaam wielerland met coryfeeën als vooral Jan Ullrich en Erik Zabel maar er bleek schimmel aan hun klink te kleven net als aan die van Danilo HondoJörg JakscheMatthias KesslerAndreas KlödenOlaf LudwigStefan Schumacher en Patrik Sinkewitz. Deze excessen deden Radsport Deutschland als een kaartenhuisje ineenzakken. De Rundfahrt hield op te bestaan en ARD weigerde nog wielrennen uit te zenden.

De geschiedenis van de Deutschland Tour begint in 1911 en toch zijn er amper 33 edities. Het land en die sport bleken al te vaak koele minnaars. Vanaf 1937 leek er eindelijk continuïteit toen Opel-directeur Herrmann Schwartz er zijn brede schouders onder zette. Langer dan drie edities duurde dat niet onder de last van de Tweede Wereldoorlog. In 1950 schreef men de eerste buitenlandse winnaar op het verbrokkelde palmares: Wetteraar Roger Gyselinck en zijn landgenoot Isidoor De Ryck twee jaar later werden de enige Belgische winnaars. Van Nederlandse zijde waren er Ab Geldermans(1960), Peter Post (1962) en Theo de Rooij (1982) aan het feest. Thuisrenner Jens Voigt is vooralsnog de enige die tweemaal won (in 2006 en 2007). Andere welluidende namen van laureaten waren die van Didi Thurau (1979), Silvano Contini (1981), Alexandre Vinokourov (2001), Michael Rogers (2003), Levi Leipheimer (2005) en Matej Mohoric (2018) als voorlopige afsluiter.
De Deutschland Tour vierde hoogtij tussen 1999 en maakte vanaf 2005 deel uit van de ProTour maar na 2008 was het over and out omwille van een tsunami van dopinggevallen. De Grand Départ van de Tour de France 2017 in Düsseldorf zorgde voor een nieuw begin en krachtig elan onder de auspiciën van ASO. Verwacht wordt dat de Deutschland Tour eerlang weer onderdeel wordt van de World Tour maar alvast nog niet in 2020. De Deutschland Tour maakt er nochtansmeer aanspraak op dan enkele wel meetellende korte(re) rittenkoersen.





Hij kan zondag een derde keer de Bretagne Classic winnen ...
Het fé-no-méén Oliver Naesen: no nonsense please !

Oliver Naesen werd vorige zondag tiende in de massaspurt van EuroEyes Hamburg, een manche in de World Tour.
Een fait divers?! Op zich wel maar toch een zoveelste parel aan de rijke kroon van zijn seizoen 2019. In de tussenstand van de World Tour bekleedt hij de vijfde plaats en in het aparte klassement van de ééndagskoersen neemt hij zelfs de pole position in. Daarmee doet hij zelfs beter dan Greg Van Avermaet, die in bedoelde rankings negende respectievelijk tweede staat. Hij kan zondag beide posities versterken door in Plouay voor de derde keer in vierjaar de Bretagne Classic winnen. Kras dat het, na een dagzege in de slotrit van de BinckBank Your, pas zijn tweede zege van het seizoen zou zijn. Een zoveelste bewijs dat uitblinken essentiëler is dan winnen.

Tom Boonen was zijn aansteker en Greg Van Avermaet zijn stichtend voorbeeld naar wie hij nog steeds opkijkt want ook de forward van de Parelvissers.
Oliver is ook een rolmodel inzake hoe word ik coureur?”. Het komt ongeveer hierop neer: jezelf niet al te serieus nemen als koersende tiener tot je er achter komt dat je één van de beteren bent. Je kapt meteen met je hogere studies lichamelijke opvoeding & bewegingsleer en gaat koerieren voor een wasserij (à 1600 euro per maand). Dat je dat niet voor de lange rest van je dagen wenst te doen spoort je aan om alles op alles te zetten. Je bent nog net op tijd om de "trein" te nemen "die slechts één keer voorbijkomt".
Oliver was al 21 toen hij in 2012 zijn eerste drie koersen won. Die in Niel per 2 augustus was een specialleke. Met de vrienden Glenn De Ridder, Gregory Franckaert en Jori Van Steenberghen keerde hij pas in de late ochtend terug van Crammerock in Stekene, net op tijd om de koerstas klaar te maken, een broodje te verorberen spoorslags naar Niel te vertrekken. In de late namiddag stonden drie van de vier fuifnummers op het podium met Oliver op de hoogste trede. Die stunt zette hem aan het denken: wat zou dat geven indien hij er àlles voor deed? Zo gedacht, zo gedaan. In 2013 stoomde hij, als elite zonder contract, door naar de absolute bovenlaag met vijf regionale overwinningen en verre ereplaatsen in een rist mooiste koersen. Het volstond (nog) niet voor een doorstart naar de beroepscategorie. Cibel-Aliplast was in 2014 de laatste ultieme tussenstap die nam hij met zevenmijlslaarzen. Hij manifesteerde zich op nagenoeg alle belangrijke afspraken en dat weerspiegelde zich in een derde eindplaats in de Topcompetitie. Hij behaalde vier vroege en vier late overwinningen. Zijn slotakkoord was er één dat kon tellen: de Memorial Fred De Bruyne in eigen Berlare, waar een heus volksfeest losbarstte.
Eén en ander leverde hem een stagecontract op bij Lotto dat overstegen werd door een effectieve verbintenis bij Topsport Vlaanderen - Baloise. Het bracht hem in een volgende stroomversnelling met een lucratieve overstap naar IAM Cycling, waarmee hij in 2015 de internationale bühne besteeg en er zich ook waarmaakte. In 2016 reed hij zijn eerste Tour (uit), zijn kangoeroesprong als coureur. Aansluitend won hij Plouay en werd hij (na de beter omringde Niki Terpstra) tweede in de Eneco Tour. Het viel samen met de abdicatie van IAM Cycling zodat hij naadloos kon overstappen naar het betere gestructureerde AG2R dat meteen een kopman voor de lente had en zich gelijk beter kon positioneren in de ranking van de ploegen.
Kopman Romain Bardet kreeg er een slapie bij die hem enkele keren behoedde en zelfs redde van een zwak moment in de Tour. Het ging niet ten koste van zijn opmars. Oliver klom stelselmatig in de erg betrouwbare Cycling Quotient Ranking die àlle internationale koersen verhoudingsgewijs taxeert: 99ste eind 2015, 68ste eind 2016, 37ste eind 2017, 34ste eind 2018 en 19de in de tussenstand van dit seizoen. 
In Antwerpen kampioen van België 2018 worden oversteeg alles. Een monumentale klassieker is het volgende objectief. Hij komt almaar dichter bij die zon, zo leerde de lente van 2019: tweede (na Julian Alaphilippe in Milano-Sanremo, derde in Gent-Wevelgem, zevende in de Ronde van Vlaanderen, dertiende in Paris-Roubaix,… Dan mag je in die sector van nòg meer dromen, net zoals van een dagzege in de Tour die hij al viermaal op een rij uitreed en waarin hij in de daguitslagen van 2019 viermaal een top tien liet noteren.
Niettegenstaande meer gegadigden dan uitverkorenen is Oliver niet weg te denken uit de Belgische selectie voor het WK op zijn gedroomd parcours in Yorkshire, waar hij er - indien alles er in de juiste plooi valt - voor de hoogste verrassing kan zorgen want remember: hij is de best prestérende klassieke coureur van 2019 remember.


donderdag 29 augustus 2019

Pover begin van de Vuelta met Dylan Teuns als Vlaams lichtpunt

Wat mij betreft heeft de 74ste Vuelta zijn start gemist met een verstoorde ploegentijdrit en twee obligate massaspurten met Sam Bennett en Fabio Jakobsen als gedroomde winnaars. Goed dat Nairo Quintana op de eerste zondag met een sterk nummer uitpakte want de vijfde en de zesde rit, waarvan toch één en ander verwacht werd, werden maten voor niets en vervélende bedoeningen voor het slinkende aantal tv-kijkers. 
Sluimeretappes (geen goed Nederlanders) heet dat met de familie Herrada als bindteken. Nadat Jose in de vijfde rit in de tang zat van het Burgos-BH - duo Angel Madrazo-Jetse Bol legde zijn vijf jaar jongere broer Jesus het ’s anderendaags slimmer maar niet bepaald nobel aan boord door zich ostentatief in het spoor te wurmen van de gretige Dylan Teuns, die hij in de laatste hectometer sans gêne passeerde. De Limburger werd wel gehonoreerd met de rode leiderstrui maar ik vemoed dat hij, zoals in de Tour (La Planche des Belles Filles), liever de dagzege op zijn naam had gebracht.
Jesus Herrada is geen figurant à la Angel Madrazo want hij behaalde dagzeges in onder meer Asturia, de Route du Sud, Poitou-Charentes, de Limousin, de Dauphiné. Bovenal werd hij kampioen van Spanje in 2013 en in 2017. Dit seizoen behaalde hij twee dagzeges en de eindoverwinning in de Tour de Luxembourg. 

Het werd allemaal overschaduwd door enkele zware valpartijen met Hugh Carter (dagwinnaar en bergprijs Tour de Suisse), Victor De La Parte, Steven Kruijswijk, Nicolas Roche en last but bot least Rigoberto Uranals uitgeschakelde slachtoffers. Tejay Van Garderen, stilaan dé antiheld van de valpartijen, bereikte Ares del Maestrat met 24’45” achterstand en zal morgen allicht niet meer aanzetten. 
Angel Madrazo past niet in het plaatje 

Meer dan oververdiend voor hemzelf  maar volgens de sportieve logica zou het eigenlijk niet mogen maar het is nu éénmaal de (on)wil van het peloton van de Vuelta.
Angel Madrazo godbetert: in de Cycling Quotient Ranking nooit hoger gestegen dan de 235steplaats (eind 2012). De spreeuw van Cazona overschreed niettemin als eerste de finish van de vijfde rit. Winnen kun je dat bezwaarlijk noemen want met zijn Nederlandse Burgos-ploegmaat Jetse Bol en zijn landgenoot José Herrada (Cofidis) begonnen met negen minuten boni op de voorwacht van de talmende favorietengroep en geen volle minuut van overgehouden op de top van de Alto de Javalambre (een klim van 11,1 km. met 7,8% als gemiddeld stijgingspercentage en met halfweg een strook van 16%).
Angel loste meermaals maar keerde telkens terug om alsnog zijn slag thuis te halen en gelijk zijn pole position in de bergprijs te verstevigen. Toch zou het voor de sportieve logica goed zijn dat niet hij (wat niet totaal uitgesloten is) maar wel de beste klimmer het haalt, wat men enkel kan bekomen met de tijdsopname van elke beklimming van de voet tot aan de top.
De eerste klimrit was dus hoegenaamd geen propaganda voor het hoogste echelon van het internationale wielrennen. Dit soort anticlimaxen zijn van alle tijden. Zo won ene Pierre Matignon tijdens de weergaloze Merckx-Tour van 1969 zowaar de etappe met aankomst op de Puy de Dome. Onder zijn zadelpen bengelde een figuurlijke rode lantaarn. Onooglijk!

woensdag 28 augustus 2019

Nicolas (zoon van Stephen) Roche 
is hoegenaamd géén kleine coureur!

Nicolas Roche is, dankzij de met Sunweb gewonnen ploegentijdrit en de bonificatieseconden van zijn tweede plaats (na Nairo Quintana) in de tweede rit, al twee dagen drager van de rode leiderstrui in de Vuelta. Dat genoegen viel hem ook al (één dag) te beurt in 2013.
Nicolas is de zoon van Stephen, die in 1987 (dertien jaar na Eddy Merckx) een (bijna) unieke trilogie Giro-Tour-WK realiseerde. Net als Axel Merckx en als Thibau Nys is hij dus op zijn beurt een beetje de zoon van God”.
Nicolas’ palmares is slechts een fractie van dat van zijn bijna 60-jarige vader. Doe toch maar niet te meewarig over Nicolas want hij is een bovenste beste coureur, die vanuit het besef dat hij op verre na geen aardje naar zijn vaartjezou zijn wijselijk koos voor het statuut van modelhelper van een rist kansrijkere teamgenoten. 
Nicolas werd vooral ingezet in de grote ronden, die hij twintig op éénentwintig keer voleindigde: driemaal de Giro, negen keer de Tour en nu bezig aan een negende Vuelta. Hij won de Route du Sud 2014.
Op het Iberische schiereiland gedijt hij vèruit het best: hij kwam er in 2006 uit op de zesde en in 2013 op de vijfde eindplaats. Verder behaalde hij op Baiona/Alto do Monte da Groba 2013 en in Riaza 2015 een precieuze dagzege.
Visueel gelijkt hij almaar sterker op zijn illustere papa die apetrots op hem is. Het is Nicolas niet aan te zien dat hij al 35 jaar is met vijftien intense campagnes (met gemiddeld ruim tachtig koersdagen) op de teller. En nog heeft hij er niet genoeg van. Het zou best kunnen dat hij er, naar het voorbeeld van onder anderen Alejandro Valverde en Philippe Gilbert, tot zijn veertigste mee doorgaat.
Tussen Kevin De Weert en Lotto-Soudal kan het niet meer goedkomen toch?!

Ik vernam het zondag al in Fernelmont vanuit de kringen van Marc Wauters, die zaterdagavond spoorslags naar de Vuelta vloog om het als tweede ploegleider (naast Mario Aerts) over te nemen van Kevin De Weert, de performance manager die op non aktief werd gezet. Een inderdaad drastische beslissing geprovoceerd door een voorval dat zich ook al tijdens de Tour zou hebben voorgedaan. Bizar dat dit telkens gebeurde nà de ploegentijdrit en waarvoor Kevin toen een figuurlijke gele kaart kreeg.
Kervin werd dit seizoen ingehaald als performance manager na drie seizoenen de nationale bondscoach te zijn geweest. Samen met algemeen manager John Lelanguevormde hij de tweespan van Lotto-Soudal restyled, dat in 2019 beter presteerde dan de vorige jaren. Kevin leek vooral een rijk aandeel te hebben in Victor Campenaerts’verbetering van het werelduurrecord. Eerder was Kevin, behalve succesvol, ook omstreden als bondscoach. Ene Peter Sagan zal hem bijvoorbeeld hemels dankbaar zijn dat de Belgische ploeg op slot hield zodat de onzichtbare Slovaak op een diefje naar een tweede (Doha 2016) en derde regenboogtrui (Bergen 2018) kon spurten. 
 “Of ik ontslagen ben? Voor zover ik weet niet”,reageerde Kevin in HLN.
Dat weet hij juist wel want dit kan niet meer goedkomen. Een consensus in deze is zo goed als uitgesloten want net als in het voetbal bestaan er in het wielrennen géén oranje kaarten, enkel gele en rode.
Wie helemaal zeker verdwijnt bij Lotto-Soudal is Bart Leysen die uit eigen beweging opstapt. Er verandert trouwens nogal wat bij Lotto-Soudal. Victor Campenaerts kiest voor Team Dimension Data (NTT) en Tiesj Benoot voor Team Sunweb. Philippe Gilbert wordt als een Heilandi (her)ingehaald en John Degenkolb als een speerpunt voor de lente. 
Zijn ze bij Lotto-Soudal aan een Anderlechtje of een Coucketje toe? Maar als de wel eens hautaine Kevin De Weert zijn boekje te buiten is gegaan dan kon John Lelangue niet anders dan ingrijpen. Voor De Weert hoeft dit geen drama te zijn. Hij zal hier op termijn sterker uit komen en vindt wel gauw een nieuwe uitdaging. 

maandag 26 augustus 2019

Timothy Dupont is op zijn manier uitstekend bezig

“Weer niet gewonnen”, reageerden velen toen zij kennis namen van zijn dichtste ereplaats in de Schaal Sels van en naar Merksem.
Inderdaad maar geklopt worden door Attlio Viviani (de bijna acht jaar jongere broer van Elia, die dezelfde namiddag een hattrick afrondde in de EuroEyes Hamburg) was beslist geen oneer. Dat lot onderging ook Alberto Dainese, de Europese kampioen bij de beloften.
Timothy Dupont rukt daarmee op naar de 83ste plaats in de erg betrouwbare Cycling Quotient Ranking, die àlle internationale koersen verhoudingsgewijs taxeert. Ter vergelijking: aan het eind van het seizoen 2016 (waarin alles van een leien dakje liep en hij met vijftien overwinningen de internationale zegekoning werd) kwam hij uit op de 37steplaats, eind 2017 op de 139steen eind 2018 op de 58ste.
Timothy kende een moeilijke eerste seizoenshelft. Door een opspélende hamstring kwam hij in “zijn” periode (te) weinig tot scoren. Op de eerste zomerdag kwam hij in het Hageland (tiende) weer boven water, twee dagen later werd hij vierde in de Elfstedenronde van en naar Brugge en nog een week verder werd hij in zijn Gentse roots tweede in het kampioenschap van België. Timothy wilde niet ontgoocheld zijn al zou hij met een leadout zoals Tim Merlier er één genoot minder kansloos zijn geweest. Velen zijn het inmiddels al vergeten dat Timothy de Belgische vice-kampioen is.
En toch verzaakte hij dit keer aan de Tour, waarin hij in 2018 reveleerde met negen keer top vijftien en 26ste in de algemene puntenstand.
“Ik zat in de voorselectie maar meldde zelf af omdat ik er niet helemaal klaar voor was”, bekent Timo ootmoedig. “In de Tour volstaat het niet om 90% te zijn. Indien niet de volle honderd procent dan blijf je er beter weg.”
Na een adempauze van een kleine maand nam hij de draad terug op in de Cerami (vierde) en behaalde hij in de openingsrit van de Tour de Wallonie zijn voorlopig enige seizoenszege. Die zette hem op het spoor naar een aardige nazomer en herfst met een best aardig BinckBank Tour (driemaal top zeven en vierde in het puntenklassement). Een overwinning in Merksem had het nog mooier gemaakt maar uitgesteld is niet verloren want er volgen nog kansen: de Druivenkoers van Overijse (28 augustus), de Omloop van Mandel-Leie-Schelde van en naar Meulebeke (31 augustus), de Jef Scherens - Rondom Leuven (1 september), de Brussels Classic (7 september), de Antwerp Port Epic (8 september), de Kustpijl van Knokke-Heist (14 september), het kampioenschap van Vlaanderen – Koolskamp (19 september), de Impanis - Van Petegem in Kampenhout (21 september), de Gooikse Pijl (22 september), de Omloop van het Houtland - Lichtervelde (25 september), de Tour de l’Eurométropole - Tournai (5 oktober), Binche-Chimay-Binche (8 oktober),…..
Op al die locaties wenkt een korf punten om zijn CQRanking van 2016 naar de kroon te steken. Timothy beseft ook wel dat hij één en ander beter oplijst met één of méér exponerende overwinningen maar de concurrentie in de spurt is moordend met Timothy meestal als einzelgänger.
Zijn contractverlenging voor 2020 werd reeds vorige winter afgedwongen maar indien niet dan zou die niet in het gedrang zijn geweest.





Beste Michel Wuyts: 
nazomer en herfst zijn méér dan de Vuelta en het WK

Opnieuw moet ik mijn schrijvend  idool (!) Michel Wuyts meer dan wat bijsturen. 
In zijn wekelijkse column in ‘Het Laatste Nieuws’ van zaterdag 24 augustus poneert hij dat er ons dit jaar nog slechts twee beklijvende topkoersen resten: de Vuelta a Espana en het wereldkampioenschap op de weg in Yorkshire. Al de rest is voor hem garnituur. Dat hij dat doet met de afsluitende Tour of Guangxi (China), daar kan ik best inkomen maar de overige manches van de World Tour (de EuroEyes Classic - Hamburg, de Bretagne Classic - Plouay en het Canadese duet Quebec-Montreal) degradeert tot satellietkoersen van het wereldkampioenschap, dat gaat er bij mij niet in. Ik schat ze even hoog in als de Cadel Evans, de Omloop, Brugge - De Panne, Dwars door Vlaanderen - Waregem, Eschborn-Frankfurt, San Sebastian en de RideLondon, die - dat wel! - een interessantere datum hebben maar niettemin eveneens meetellen voor de World Tour Ranking om nog maar te zwijgen over de eraan verbonden precieuze prijzenpot.
Voor de Ronde van Lombardije wil Michel nog mild zijn. Mildheid is in deze véél te weinig: hij zou als Italofiel een gigantische lans moeten breken voor de vijfde (en volgens mij in lengte van decennia) mooiste monumentale klassieker, die de jongste jaren helaas gedegradeerd tot een vijgen na het wereldkampioenschap, waarvoor de meeste toppers de neus ophalen om zich op het pad van de decompressie te begeven.
Erg dat Michel (reeds met het hoofd bij het very oversized veldrijden) het wereldkampioenschap tijdrijden zelfs helemaal over het hoofd ziet. Die is mij minstens evenveel waard als het wegwereldkampioenschap want meestal een exactere weergave van de krachtverhoudingen. De aandacht zal wel opgelijst worden indien én werelduurrecordhouder Victor Campenaerts, én Remco Evenepoel én Yves Lampaert eraan deelnemen. Het zijn stuk voor stuk kanshebbers op de top tien.

zaterdag 24 augustus 2019

Spetterende BK’s voor aspiranten 
in het hoogzomerse Fernelmont

Zondag 25 augustus ligt is Fernelmont (een gemeente in het noorden van de provincie Namenmet ruim 8.000 inwoners op een hoogte van 196 meter) met helaas (te) weinig hoogtemeters the place to bevoor de basis van het Belgische wielrennen.
De aspiranten rijden er vanaf 10 uur (tijdrit 12-jarige meisjes) met Auke De Buysser(Knesselare) als absolute favoriete, een rol die zij ’s namiddags ook zal opnemen in de wegrit. Auke reed haar meeste wedstrijden met de jongens, waarvan zij er vijf won en in een dozijn andere in de top vijf eindigde. Wars van tegenslagen kan de kleindochter van ex-renner Rony Christiaens een fraaie dubbelslag lukken, al werd zij in het kampioenschap van Vlaanderen verrassend van het podium gehouden. Zo zie je maar dat elke koers moet gereden worden. Bij de 13-jarige meisjes zal het nog meer een open strijd worden waarbij verwacht wordt dat vooral Emma (dochter van Dennis en zus van NathanSzékely naar voor zal treden. Bij de 14-jarigen gaat men uit van een meeslepend duel tussen Dina Boelsen de pittige Anna(dochter van GertVanderaerden
De 12-jarige jongens dan met veel toonaangevers in het regionale circuit (in alfabetische orde) Xander Danckaarts,Kyan DegreefSiebe De NaeyerToon De ZutterZeno DurieJul HélinMaurice HoorensFre LeenaersSiebe Van CanneytThibaut Van DammeKobe Van der VurstTuur Verbeeck(kampioen van Vlaanderen),….. Wie zich tekort gedaan voelt omdat ik hem niet vermeldde, mag mij altijd. Jules Delcommune, Louis Lucas, Lucien Thomas en Matthias Vivier zijn de Waalse eendjes in de bijt en maken in een breed open wegkampioenschap ook aanspraak op een podiumplaats. Wat betreft de tijdrit is het helemaal koffiedik kijkenwant het bouwjaar 2007 reed nog geen nationale tijdrit. 
De 13-jarigen vormen een compacter geheel. Puur qua resultaten steken Tommy Delestrait (de kleinzoon van Christian De Buysschere, een veelwinnaar uit de jaren zestig) en titelverdedigerNolan Huysmans er hoog bovenuit. Beiden wonnen vrijwel al hun koersen. Nolan leed zijn enige nederlaag was, net als in 2018, Il Imbatido.Enkel in de afsluitende manche van de Antwerp Tour moest hij het afleggen tegen Milan De Winter, die daardoor boordevol zelfvertrouwen aan zijn BK zal beginnen. Ook Aless De Bocken Xander Scheldemanzijn voorname podiumkandidaten. Toch verwacht ik nog het meest van de veelzijdige Axel Van den Broek. Als er één Nolan Huysmans naar de kroon kan steken dan is hij het wel, al speelt het ontbreken van hoogtemeters in zijn nadeel want daardoor zal hij het koersverloop voor hem niet slopend (genoeg) zijn om enige afscheiding te bewerken en in de spurt is hij normaal géén partij voor de veel kloekere Nolan.
Depièce de résistancezal geserveerd worden door de 14-jarigen. Jammer dat die al op 1 mei hun kampioenschap tijdrijden reden. Yarno Van Herck haalde het in Sint-Lievens-Houtem vòòr Sente Sentjens en veelwinnaar Corentin Delhaye. Titelverdediger Viggo Van Neste moest daar wegens een zware val in Handzame verstek geven. Meteen heb ik vier favorieten opgenoemd maar er is ook nog pocketspurter Liam Van Bylen, die in Heppen op magistrale wijze kampioen van Vlaanderen werd. Viggo Van Neste was minder dominant dan in 2018. Valpartijen en ziektetoestanden speelden hem meermaals parten. Eigenlijk was dit het minst erge wat hem kon overkomen want zo leerde hij te relativeren. Toch handhaafde hij, door zijn offensieve manier van koersen, het beeld van le petit Remco,al zal hij in Fernelmont niet zomaar van de anderen kunnen wegrijden.
 .




Jarige Roger De Vlaeminck was na Eddy Merckx de best prestérende ééndagscoureur

Vrolijk zal hij er niet van worden maar Roger De Vlaeminck begint vandaag al aan zijn 72ste levensjaar. 
Op 23 februari 1969 deed hij in Magstadt (D.) de wereldtitel veldrijden bij de amateurs cadeau aan René (vader van MarioDe Clercq; Roger zou die regenboogtrui toch niet kunnen dragen, zijn boezemvriend wel.
Roger maakte immers de zaterdag daarop zijn profdebuut in de Omloop Het Volk die hij meteen won. Zijn recital als sublieme ééndagscoureur had zich al op zijn openingsdag ingezet.
Als een kroonprins bestormde hij het keizerrijk de Brusselse Kannibaal maar dat deed hij al te driest. In de klassiekers kon hij Eddy al meteen naar de kroon steken maar niet in de Tour, waartoe hij zich als kakelverse kampioen van België al te voortvarend liet verleiden. 
Roger schoof tijdens de aansluitende jaren almaar dichter bij Eddy en werd samen met hem en Rik Van Looy de enige die de vijf monumentale klassiekers minstens één keer won. Roger won ook de meeste topkoersen net daaronder maar niet Gent-Wevelgem (viermaal tweede) noch Paris-Tours.
De beste beslissing die hij als coureur nam, was om na 1971 het krenterige Flandria de rug toe te keren en Italië te kiezen als uitvalsbasis, eerst bij Dreher en daarna bij Brooklyn, waarvoor hij meteen Milano-Sanremo een eerste keer won en er van de baas een … Ferrari bovenop kreeg, die hij evenwel gauw weer van de hand deed. Italië was voor Roger het Beloofde Land, waar hij het sportief en materieel helemaal naar zijn zin had. Had Freddy Maertens na 1976 maar dezelfde demarche gedaan, zijn palmares zou kwalitatiever zijn geweest. Roger won behalve drie keer de Primavera (en zes keer de aanloop van Tirreno naar Adriateco) tweemaal Il Lombardia. Ook op de Giro zette hij een zware voetafdruk: ei zo na viermaal in de top tien van het tijdklassement en tweeëntwintig dagzeges. In zijn bestjaar 1975 werd hij na zeven (!) dagzeges zelfs vierde en aansluitend reed hij een - naar eigen zeggen - een nòg straffere Ronde van Zwitserland, die hij op zijn palmares bijschreef nadat hij Merckx op de slotdag driemaal (!) klopte: in de korte voormiddagrit, in de klimtijdrit en in het eindklassement. Eddy kloppen was Rogers hoogste goed.
Veel minder fraai was de onverkwikkelijke ontknoping van de Giro van 1976. Niettegenstaande hij opnieuw vier dagzeges behaalde en uitzicht had op een vijfde paarse puntentrui pleegde hij, en met hem de hele Brooklyn-crew, vaandelvlucht toen het er al te sterk naar uitzag dat gregario Johan De Muynckde 59ste Giro zou winnen. “Eens knecht altijd knecht” is een quote die velen Roger kwalijk namen. 
Veel minder spraakmakend dan die in de Giro was zijn passage in de Tour, waarvoor hij de neus ophaalde. Hij zette er drie keer in aan maar gaf er telkens gauw de brui aan. Daags nadat hij in 1970 in Valenciennes een dagzege had behaald, liet hij zich in Vorst gewoon vallen om via een ambulance uit de Tour te kunnen ontsnappen. Ik stond op die plek, zag het gebeuren, dacht er toen al het mijne van maar durfde er Roger niet mee confronteren tot hij er zelf mee uitpakte. Roger hield niet van Frankrijk, behalve van Roubaix waar hij vijfmaal triomfeerde en zich in 1978 gedeisd moest voor zijn frère-ennemi Francesco Moser.
Om Liège-Bastogne-Liège te winnen moest broer Eric Merckx een zetje geven in de tunnel van Rocourt en in Vlaanderen benutte Roger de uitgesloten Freddy Maertens als gangmaker om niet zonder gêne en met een pak verwijten de finish in Meerbeke te overschrijden. 
Helaas kwam Roger niet in het bezit van de regenboogtrui en had hij vooral te wijten aan een misplaatst sneertjerichting Lucien Van Impe, die vandaag de dag één van zijn beste vrienden is maar die hem in Yvoir 1975 geen handje toestak in zijn achtervolging op Hennie Kuiper.
Roger behoort met (in alfabetische orde) Jacques AnquetilBernard HinaultSean Kelly en Eddy Merckx zonder discussie tot de vijf (!) best prestérende naoorlogse coureurs, zelfs het palmares van Rik Van Looy kan niet aan het zijne tippen.
Hoe jammer toch dat deze campionissimo nog zo weinig in het openbaar verschijnt en even zelden in de randprogramma’s van de koers opdoemt? Wil hij het zo of neemt bijvoorbeeld Karl Vannieuwkerke het hem nog altijd kwalijk dat hij eens (terecht!) wegliep in een confrontatie met zijn broer Eric? Roger zou eens moeten weten hoe velen hem graag zouden terugzien, live of op het scherm. Roger is een warme mens en heus een toffe peeals hij het niet (onnodig) op zijn heupen krijgt. En waarom zou hij geen uitgesproken mening mogen hebben, zelfs al druist die in tegen de gangbare normen?

donderdag 22 augustus 2019

Breaking news …

Géén Richard Carapaz in de Vuelta !

Richard Carapaz zal zaterdag ontbreken aan de afrit van de 74ste Vuelta a España in Salinas de Torrevieja. 
Hij betaalt daarmee een zware tol aan de gevolgen van een banale valpartij tijdens het criterium van Etten-Leur. De Ecuadoraan heeft niet te harden last van een gekneusde rechterschouder.
Ziedaar een fikse aderlating voor La Vuelta in haar geheel en meer in het bijzonder voor Movistar, dat  zo op zijn al langer gevestigde waarden (Nairo Quintana en Alejandro Valverde) zal moeten terugvallen. 
Er rust kennelijk een vloek op de deelname van favorieten in een grote ronde. Eerder vielen ondere anderen ook al Tom Dumoulin (Giro) en Chris Froome (Tour) faliekant uit.  Richard Carapaz had in de Vuelta a Burgos (derde) geïllustreerd dat hij helemaal klaar was voor een hoofdrol op het Iberische schiereiland.


PALMARES-RANKING 
Vuelta a España

… op basis van 150 120 105 90 75 60 54 48 42 36 30 24 21 18 15 12 9 6 3 punten (1946-1994) en van 200 160 140 120 100 80 72 64 56 48 40 36 32 28 24 20 16 12 8 4 (vanaf 1995).

Heras RobertoSp.1400
Valverde AlejandroSp.1368
Delgado PedroSp.918
Rodriguez JoaquimSp.836
Ocana LuisSp.825
Contador AlbertoSp.820
Froome ChrisGr.-Br.800
Sastre CarlosSp.772
Lasa Miguel-MariaSp.702
Zülle AlexZwits.678
Rominger TonyZwits.605
Nibali VincenzoIt.592
Sanchez SamuelSp.580
Escartin FernandoSp.566
Lorono JesusSp.555
Tamames AgustinSp.525
Parra FabioCol.516
Dietzen RaimundD.489
Moreno DanielSp.488
Perez Frances JoséSp.486
Mosquera EzequielSp.480
Pesarrodona JoseSp.474
Casero Angel-LuisSp.472
Menchov DenisRus460
Manzaneque FernandoSp.450
Velez EusebioSp.447
Otano LuisSp.444
Gabica FranciscoSp.441
Pino AlvaroSp.438
Rodriguez EmilioSp.438
Sevilla OscarSp.416
Lejarreta MarinoSp.405
Perurena DomingoSp.399
Beltran ManuelSp.392
Ruiz BernardoSp.390
Ruperez FaustinoSp.390
Kelly SeanIer387
Quintana NairoCol.384
Jalabert LaurentFr.380
Echave FedericoSp.375
Fernandez AlbertoSp.372
Olano AbrahamSp.371
Mancebo FranciscoSp.360
Poulidor RaymondFr.360
Torres PedroSp.360
Ruiz Cabestany PelloSp.351
Millar RobertGr.-Br.348
Aru FabioIt.332
Pacheco MiguelSp.330
Suarez AntonioSp.330