maandag 30 september 2019

Alejandro Valverde en Peter Sagan 
dé wereldkampioenen 
van de wereldkampioenen

Titelverdediger Alejandro Valverde heeft geen volgende ereplaats toegevoegd aan zijn rijkelijk palmares in de wereldkampioenschappen, hij gaf onderkoeld op met nog zes lokale ronden voor de boeg.
Peter Sagan, die vanaf 2016 een loepzuivere hattrick opzette, deed veel beter. Zijn vijfde plaats in Yorkshire voert hem naar de achtste plaats in de algemene stand met uitzicht op de vierde plaats indien hij er na 2020 (aflopend contract bij Bora-HansGrohe) nog mee doorgaat.
Mads Pedersen, de kakelverse regenboogtruidrager, was (nadat hij in het Noorse Bergen in 2017 opgaf) pas aan zijn tweede wereldkampioenschap toe als contractrenner. In Firenze 2013 werd hij (na … Mathieu van der Poel) tweede in het WK voor junioren. 


PALMARES-RANKING 
WEG - WERELDKAMPIOENSCHAP 1946-2019

… op basis van 150 120 105 90 75 60 54 48 42 36 30 24 21 18 15 12 9 6 3 punten.

987
VALVERDE Alejandro
828
Merckx Eddy
786
Freire Oscar
684
LeMond Greg
666
Zoetemelk Joop
651
Poulidor Raymond
648
Van Looy Rik
633
Sagan Peter
630
Bobet Louison
621
Darrigade André
606
Van Steenbergen Rik
600
Gimondi Felice
576
Bettini Paolo
567
Saronni Giuseppe
546
Anquetil Jacques
540
Kelly Sean
534
Moser Francesco
512
Kübler Ferdi
498
Criquielion Claude
498
Fernandez Juan
480
Bugno Gianni
459
Zabel Erik
444
Gilbert Philippe
438
Hinault Bernard
432
Indurain Miguel
426
Stablinski Jean
423
Konychev Dimitri
423
Schotte Briek
420
Maertens Freddy
416
Ockers Stan
402
Dancelli Michele
393
Bitossi Franco
387
Argentin Moreno
372
Simpson Tom
369
Breschel Matti
369
Magni Fiorenzo
366
Bartoli Michele
366
Kristoff Alexander
357
Derycke Germain
348
Kolobnev Alexandre
345
Altig Rudi
345
Rooks Steven
345
Schulte Gerrit
342
Coppi Fausto
339
Janssen Jan
336
Boonen Tom
336
Matthews Michael
324
De Vlaeminck Roger
318
Costa Rui
315
Museeuw Johan.


Yorkshire, het Waterloo 
van de gestelde lichamen

Tijdens de slotweek van september 2019 werden in Yorkshire geen andere dan prachtige koersen geserveerd. De apocalyptische omstandigheden waren eerder een méér- dan een minwaarde als de natuurlijke bondgenoten van de beste deelnemers. Enkel de benaming van deze topkoersen en de buitenproportionele barnum waren fout om nog maar te zwijgen van de andere UCI-uitschuivers.
  
Inzonderheid het kroonstuk op zondag in een nog meer verzopen Yorkshire kende een totaal onverwachte ontknoping. Van de favorieten leek enkel Mathieu van der Poel de slijtageslag te overleven tot van het ene moment op het andere zijn fonkelend licht doofde. Hij ontkende een hongerklop en dus blijft slechts één verklarende oorzaak over: in dàt weer kon hij de afstand (nog) niet aan. Vergeet daarbij vooral niet dat Mathieu nog aan geen enkele grote ronde deelnam, zoals zijn elf maanden jongere Mads Pedersen wel al tweemaal (Giro) deed. Dat heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat hij het zesde koersuur wèl overleefde. 

Na de uittelling van Mathieu van der Poel wenkte een buitenkans voor de beslagen Matteo Trentin. Ook hij zat op de limiet, weet het aan de kou (die ook de anderen overviel) en vond dat hij zichzelf niets te verwijten had. Dat laatste klopt, want het vat kan meer geven wat het bevat en wat betreft prestaties in de monumentale klassiekers is dat bijzonder weinig: een tiende plaats dit jaar in Milano-Sanremo. Zeker voor de 30-jarige Italiaan was het zesde koersuur er teveel aan.

Stefan Küng (bijna 26) en Gianni Moscon (25,5) waren er ook niet vèr van en leken als supertalent eindelijk in een stroomversnelling beland maar blokkeerden. Of ze ooit nog dichter bij de zon komen, is een goede vraag. Aan hun intrinsiek talent zal het alvast nièt liggen dat ze zelfs met deze fraaie ereplaats nog steeds onder de langjarige verwachtingen zijn gebleven.

Het Belgische collectief kreeg de door de media opgeklopte verwachtingen niet ingevuld en moest het van diezelfde pers zwaar ontgelden. Waren de Fransen (Julian Alaphilippe 28ste), de Nederlanders (Niki Terpstra 20ste), de Spanjaarden (de Izagirre’s 9de en 16de) er dan zoveel beter aan toe? En ja, de Italianen telden drie vertegenwoordigers bij de eerste elf maar voelden zich meer verliezers dan winnaars. 

Voor de Belgen zat overigens veel tegen met de dubbele val van de zwaar aangeslagen Philippe Gilbert die door zijn jonge kamergenoot Remco Evenepoel voorbeeldig opgewacht werd en in de aftocht meegesleurd. Anders had Philippe zich minstens gehandhaafd in de buurt van Peter Sagan en Greg Van Avermaet, de enige gestelde lichamen die in Yorkshire overeind bleven maar toch amper voor het podium in aanmerking kwamen. 
Zo zie je maar hoe straf Johan Museeuw in 1996, Tom Boonen in 2005 en Philippe Gilbert in 2012 moeten geweest zijn om hun missie wel tot een triomfantelijk einde te brengen. 

Ook het 85ste wereldkampioenschap heeft, voor zover nog nodig, geïllustreerd dat het uitreiken van de regenboogtrui op één namiddag totaal uit den boze is én altijd zal blijven.
Mads Pedersen, 
de kampioen van de wereld 
van 29 september 2019
Ook Michael Valgren lijkt terug

Mads Pedersen is de kampioen van de wereld van zondag 29 september 2019, niet van de dagen daarvoor en (nog) niet van de dagen erna.
Bijna was hij dat ook op 1 april 2018  toen hij (na Niki Terpstra) tweede werd in de Ronde van Vlaanderen. Toch is deze regenboogtrui niet de vlag die zijn lading dekt. Voor de aanvang van zijn gewonnen wereldkampioenschap stond hij 346ste in de betrouwbare Cycling Quotient Ranking en 90ste in de World Tour.
Die twee topresultaten worden niet verbonden door andere spraakmakende prestaties. Hij reed wel de Giro een tweede keer (ongemerkt) uit, waarna overwinningen in de Fyen Rundt, de tijdrit in de Tour of Denmark (zowaar vòòr Wout Van Aert, toch een referentie!) en de Tour de l’Eurométropole. Tijdens de eerste negen maanden van 2019 bleef hij helemaal uit beeld tot hij op 22 september de G.P. d’Isbergues won maar zelfs dat promoveerde hem niet tot een schaduwfavoriet voor Yorkshire.
Mads Pedersen moet nog vierentwintig worden (op 18 december) en heeft dus nog veel meer te goed dan hij al heeft afgedwongen. Hij beschikt over een aanzienlijk potentieel maar was kennelijk té veel Adonis om een absolute topper te worden of het zou moeten zijn dat hij deze nazomer de knop heeft omgedraaid met een maniakale voorbereiding op Yorkshire. Zijn strijdmakker/boezemvriend Jasper Stuyven bij Trek-Segafredo keek daar geamuseerd op toe, hield het voor zich en zal hem nu vooruitbranden om een waardige drager van de regenboogtrui te worden. In dat plan kadert niet in het minst Paris-Roubaix. 

Mads Pedersen was een vaak gevierd junior (winnaar in Istria 2012, de Trofeo Karlsberg 2012 & 2013, Paris-Roubaix vòòr Nathan Van Hooydonck, de Course de la Paix vòòr Mathieu van der Poel, de Sint-Martinusprijs van Kontich 2013, tweede in het wereldkampioenschap in Firenze nà Mathieu van der Poel, …) én belofte (Frankfurt 2015, dagzege in de Tour de l’Avenir 2015, Gent-Ieper 2016, …). Als neoprof werd hij meteen kampioen van Denemarken en behaalde zowel in de Tour du Poitou-Charentes als in de Tour of Denmark een dag- en de eindzege. 

Zijn bijna vier jaar oudere landgenoot Michael Valgren was in 2018 nòg spraakmakender (winst in Het Nieuwsblad en de Amstel plus dichte ereplaatsen in Vlaanderen, Plouay, Québec en het WK). Hij leek de voorbestemde opvolger van Rolf Sörensen maar stelde op zijn beurt teleur in de lente en de zomer van 2019 maar was helemaal terug vanaf september. Na ereplaatsen in Plouay en in Canada handhaafde hij zich als Mads' waakhond in het spoor van Peter Sagan. Benieuwd hoe die twee Denen zich de komende seizoenen gedragen als partners in crime en/of naar de kroon steken.

zondag 29 september 2019

Het kampioenschap van de wereld in één namiddag, ach kom …

Het is dus weer zover: het wereldkampioenschap, het ver-ma-le-dijde kampioenschap van de wereld dat in minder dan zeven uur tijd kan gewonnen worden en beloond met de regenboogtrui. Hoe ouder ik word, hoe minder ik erbij kan dat deze stuitende onlogica in stand wordt gehouden. 
In een ideale(re) wereld zou men dit epitheton moeten afvoeren en vervangen door de G.P.van de UCI als sluitstuk van het internationale seizoen. Wie komt de fonkelende regenboogtrui het meest toe: de beste van die dag of de beste van het héle seizoen? Een retorische vraag, die helaas nooit toepasselijk zal beantwoord worden.
Laat ons eens de vergelijking maken met het vermaledijde voetbal. Kunt u zich inbeelden dat de winnaar van de match S.C. Charleroi - F.C. Antwerp tot landskampioen wordt uitgeroepen of de ploeg die het meest scoort tijdens de kerstperiode?

De regenboogtrui uitreiken aan de beste van het héle seizoen is nog lang niet aan de orde in Yorkshire, waar men - dat wèl ! - één van de meest selectieve trajecten (evenwichtiger dan in Innsbruck 2018) had uitgestippeld, maar door de weersomstandigheden moest afzwakken. Julian Alaphilippe, die met Jakob Fuglsang het voorjaar beheerste, en naderhand ook de Tour inkleurde, zou de ideale wereldkampioen zijn, net als titelverdediger Alejandro Valverde. Uit Spaanse hoek verneem ik dat hij zich als maniakaal heeft voorbereid. En Primoz Roglic dan? Inderdaad, maar hij was uitsluitend klassementsrenner die opeenvolgend de UAE Tour, Tirreno-Adriateco en Romandië won, derde werd in de Giro en primus in de Vuelta. Als ééndagscoureur stelt hij evenwel bitter weinig voor (hij hield het bij een 17de plaats in Il Lombardia 2018) en dat zal in Yorkshire, na zijn val in en zijn decompressie na de Vuelta, niet anders zijn. Toch staat hij aan de leiding in de UCI World Tour en ziet het er sterk naar uit dat het zo zal blijven want het wereldkampioenschap telt daar niet in mee. Van een ongerijmdheid gesproken. Il Lombardia telt wel mee maar staat ook in 2019(zaterdag 12oktober) nà het wereldkampioenschap op de kalender, “vijgen na Pasen” dus, waarvoor nogal wat toppers zoals gebruikelijk de neus zullen ophalen. Het is een schande dat men de volgens mij mooiste klassieker zo decimeert.
De ondraaglijke lichtheid van het wereld-kam-pioen-schap, het is een oud zeer waarover ik nog even langdurig als tevergeefs zal zagen.
Het kampioenschap van de wereld werd nooit gewonnen door metronomen als Jacques AnquetilFranco BitossiRoger De VlaeminckMiguel IndurainLaurent JalabertSean KellyHugo KobletFiorenzo MagniMiguel PobletRaymond PoulidorHerman Vanspringel, Erik Zabel,... maar godbetert wel door Hans Knecht (1946), Theo Middelkamp (1947), Heinz Müller (1953), Harm Ottenbros (1969), Luc Leblanc (1994), Laurent Brochard (1997), Oscar Camenzind (1998), Romans Vainsteins (2000), Igor Astarloa (2003),... om slechts die te noemen. Het nodige respect maar dàt zijn géén passende wereldkampioenen of wel soms? En let wel: zij kunnen dit jaar een nazaat krijgen. Zou jij er 100 euro durven op verwedden dat iemand als Kasper AsgreenBenoît CosnefroyRémi CavagnaSimon ClarkeRuben GuerreiroYves LampaertKrists NeilandsNils PolittDylan Teuns, … om maar die te noemen géén wereldkampioen worden? Ikke niet! 

De wereldtitel op één nanoen toekennen: welke idioot heeft dàt een kleine eeuw geleden bedacht en welke navolgers houden dat in stand? En dat zij die morgen willen winnen zich maar hoeden bij en na pech, anders lapt de hardvochtige wedstrijdjury hen een … Eekhoff. Benieuwd hoe dat uitpakt indien één van de coryfeeën te voet wordt gesteld en het oponthoud loopt uit. Dan komt the revenge of the boomerang er aan, vol in hun gezicht.

zaterdag 28 september 2019

Wat doet de UCI met het éérlijke getuigenis van motard Marnik Vansevenant?

De storm rond de (ontnomen) wereldtitel van Nils Eekhoff zal niet gauw gaan liggen en maar goed ook. De jury floot hem terug, ùren na een voorval in het begin van de koers. Motard (en ex-renner) Marnik Vansevenant maakte Nils’ jacht vanop de eerste rij mee en neemt het als neutrale getuige ondubbelzinnig op voor de gekwelde renner. Hij reed met zijn cameraman in de slipstream van Nils Eekhoff, die vroeg in het WK gevallen was en met een ontwrichte schouder jacht maakte op het peloton. Dat die beelden uren later uiteindelijk tot een coup de théâtre zouden leiden, daar hield niemand (en zeker Marnik) géén rekening mee. In een statement op Facebook geeft hij zijn eerlijke visie weer: 

"De beelden kwamen van de cameraman op onze motor. Ik zit 41 jaar in het peloton. De duizenden die na pech of een val op mensenkracht terugkeren tot de plaats waar ze zaten voor hun voorval, wil ik niet te eten geven."

"Ik ben gisteren geen twintig meter uit de buurt van die jongen tijdens zijn achtervolging geweest. Een kortstondige bidon-collé (een drinkbus van de volgwagen als klein duwtje in de rug, red.) en gebruik maken van de volgwagen als haas is datgene wat hij heeft gedaan om na kilometers achtervolgen opnieuw zijn plaats in te nemen in het peloton. So what!"

"Nils Eekhoff werd tot de favorieten gerekend en dus besliste onze regisseur dat we bij hem bleven om zijn terugkeer in beeld te brengen en daar doen ze dan dàt mee."

"Wat zal dit dan geven indien er zondag iets met een topfavoriet gebeurt? Willen we als supporter niet weten hoe hij geblesseerd of niet, terugvecht om zijn plaats te heroveren? Je hebt gevochten als een leeuw, Nils. Proficiat", sluit de motard zijn statement af.

Als dat voor de UCI geen handvest is om Nils Eekhoff zijn rechtmatige titel alsnog terug te geven maar zijn de zelfverklaarde onfeilbaren van de koersjury te ijdel voor. Het tegendeel zou hen nochtans sieren en de overgrote meerderheid van de wielerfans van een aanslepende kater verlossen. 

Gestuurde selectie sloeg nergens op …
Vlaamse beloften gebuisd

De Belgische beloften hebben, om het eufimistisch te stellen, op weg naar Harrogate geen onverdeeld goede beurt gemaakt. Amper twee van de zes (onder wie drie contractrenners) konden zich onderscheiden. Meer dan de coureurs verdient de (door één of meer bemoeiallen) gestuurde selectie een buis.
Stan Dewulf verdiende de (niet toegekende) prijs van de strijdlust voor zijn onverdroten ijver in de vroege ontsnapping met acht waarmee hij zijn vijf landgenoten in de comfortzone zette. Had hij zich beter gedeisd gehouden tot aan de finale? Misschien, maar dat is praat achteraf. Het was mogelijk dat er meer anderen kwamen aansluiten om de ontsnapping te doen slagen. Het was alvast dank zij Stan dat er tenminste één turquoise trui in beeld.  
Ilan Van Wilder, de enige van het bouwjaar 2000 die in de top twintig eindigde, handhaafde zich langdurig voorin. Meer een klassementsrenner dan een costaud mocht er van hem niet meer verwacht worden.  
Jasper Philipsen zakte loodzwaar door het ijs. Zonder een trap teveel te moeten geven miste hij de beslissende afscheiding en vocht niet eens terug. Was hij conditioneel wel in orde? Twee weken geleden werd hij tijdens het Canadese weekend al hopeloos zoek gereden. De 63ste koersdag was teveel aan?! Wist men dat dan niet bij voorbaat?
Brent Van Moer, net als Stan Van Tricht betrokken in de valpartij vòòr de cruciale klim, was na zijn mislopen tijdrit aan de verwachte decompressie toe.
Jens Reynders deed inderdaad ook mee, hij reed zelfs uit (59steop 12’42”) maar niemand die er wat van merkte. Zijn onbegrijpelijke selectie (om Wallonie-Bruxelles te behagen) was een vergiftigd geschenk.

Voor àltijd verkorven
De UCI moet doodziek(elijk) zijn om zich zo diep in de eigen voet te schieten

Eerst was er de zure farce met de Team Trial Mixed Relay en de buitenproportionele eraan verbonden geldprijzen om de Heilige Graal van het International Olympic Committee welgevallig te zijn. Dan was er het oeverloos gedoe over de lengte van de sokken (die volgens wetenschappelijke berekening één seconde winst per 27 km. zou kunnen opleveren) is er nu de oneindig grotere dramatiek met de declassering van Nils Eekhoff omdat die na een val (inderdaad) heeft gestayerd achter de volgwagen, waaraan hij zich zelfs enkele seconden vastklampte, maar hoevelen deden dat vòòr hem? Nils’ oponthoud was van langere duur want een schouder moest weer in de kom. Dat hij nog in de hoofdgroep terugkeerde, was al een overwinning op zich waarvoor men niet genoeg respect kan opbrengen. Met enkele anderen viel hij trouwens op een onveilige plekn waar de organisatie allesbehalve vrijuit ging.
Haal hem dan godverdomme gelijk uit koers in plaats van hem na afloop mensonterend te doen “sterven zonder doodgaan”. Is hij een fraudeur, jà? Moeten zijn medevluchters dan ook niet uitgesloten worden want ze haalden toch voordeel uit de aflossingen van een gediskwalificeerde medevluchter?
In één klap zijn de mooiste wereldkampioenschappen ooit, die de algemene kijkdichtheid naar ongekende hoogten voerden, gedegradeerd tot een gedrocht. Ergens las ik alsof de VAR in blessuretijd een penalty toekent voor een fout die in de eerste minuut gebeurde”. Beter kun je het niet formuleren. Over de twee restérende wereldkampioenschappen zal een donkere sluier hangen. Hopelijk komen er acties. Er zal alvast commotie zijn telkens wanneer er een renner lek rijdt of valt. Benieuwd hoe men daarmee omspringt wanneer het een topfavoriet overkomt. Men heeft bij deze een lastig precedent geschapen, die zich als een boemerang tegen "hen" zal keren. Wie valt of lek rijdt, moet dus extra gestraft worden want het is per definitie “zijn schuld”. Misschien kan men een coureur die iets overkomt beter meteen uitsluiten want zijn achtervolging is toch uitzichtloos. Of nòg ingrijpender: géén depannerende want “tricherende” volgwagens meer.


vrijdag 27 september 2019

Wereldkampioenschap of niet:
 Ook de 47ste Keizer” 
wordt een Topper

De Tieltse Keizer” der nieuwelingen, tevens de Ereprijs Roger Decockis zondag al aan de 47ste editie toe en andermaal de apotheose van de Beker van België. Bijgevolg nemen vrijwel al ’s lands beste 15- en 16-jarigen er aan deel met de beide kampioenen van België als eyecatchers:
• éérstejaars Yoran Van Gucht, die zijn meesterschap van bij de aspiranten strak heeft doorgetrokken;
• twéédejaars Stijn Degeest, de verrassende kampioen van België van Lendelede die onderwijl bewees dat géén one hit wonder te zijn.
Beide kampioenen werden, qua resultaten, weliswaar overtroffen door Noah Detalle (kampioen van België tijdrijden), Cian Uijtdebroeks (die in het Critérium Européen de Luxembourg een Remcootje opvoerde) en Dries Verstappen (de Vlaams-Brabantse dubbelkampioen en leider in de Topcompetitie, die op 13 oktober met de Affligem Classic zijn ontknoping kent).
Drie West-Vlamingen sluiten daar kort bij aan: Sander Inion en Alec Segaert (de tweede van 2018, die zich zowel in het tijdrijden als op de hoogtemeters onderscheidden) en last but not least Michiel Lambrecht, die in bloedvorm verkeert en in eigen kontreien spraakmakend wil afzwaaien bij de nieuwelingen. 
In één adem mag je daar de namen van Jens Dalle (die excelleerde vanaf augustus met behalve vier overwinningen ook verbaasde in het tijdrijden), Milan (zoon van HansDe MeesterSenne (zoon van NicoHulsmans, de helemaal ontbolsterde Wout Remmerie en Jan Van Dyck, het aalvlugge woelwater Thomas SzkanderaArne Van Cauwenberghe (die zich bij ontstentenis van hoogtemeters toch schrap zal zetten),… aan toevoegen. 
Veronachtzaam ook de Waaltjes Thibaut BernardLucas Jacques, Théo KempinaireLucas LaurentMaxence Place,… Théo Lowie ontbreekt in dat gezelschap omdat hij afgelopen week op training door een auto werd omvergereden.
Zij die zich, wegens niet-vermelding, verongelijkt voelen mogen mij met een knappe uitslag van antwoord dienen.

De “Keizer” trotseert met weinig averij de concurrentie van het wereldkampioenschap want in nogal wat Tieltse afspanningen en zeker in café "Textielhuis" kan men op een groot scherm de regenboogstrijd volgen. Je zou al in Tielt willen zijn om de immer kwieke Roger Decock te zien én te horen. Hij is inmiddels 93 jaar, bijna dubbel zo oud als de “Keizer” en zopas overgrootvader geworden van ene Viktor.

De “Keizer” heeft een rijke geschiedenis met een pleiade van hoogtepunten. Marc Maertens won in 1976 aan het eind van het absolute gloriejaar van zijn zeven jaar oudere broer Freddy, die dezelfde namiddag de G.P. des Nations (het officieuze WK tijdrijden) had gewonnen. Geen enkele nieuweling won tweemaal. Lorenzo Lapage, de ex-schoonzoon van Paul Van Himst en thans ploegleider van Mitchelton-Scott, werd zowel in 1981 als in 1982 derde, net als de aanstaande wereldkampioen veldrijden Danny De Bie in 1976.  
Een nog frappantere vaststelling: de tweede (de vice-Keizer dus) in de uitslag verwierf naderhand meer naam en faam dan zijn overwinnaar: Eddy Planckaert (1974), Dirk De Wolf (1977), Eric Vanderaerden (1978), Tom Steels (1987), Wim Feys (1988, ook derde in 187), Stijn Devolder (1995), Tom Boonen (1996), Nikolas Maes (2002), Frederik Frison (2008), Sasha Weemaes (2013),... 
Als dat de deelnemers van dit jaar maar niet inspireert om vol in te zetten op de … dichtste ereplaats.

donderdag 26 september 2019

Pittem en Koksijde kijken Keizer-lijk geamuseerd toe …

Quinn Simmons
de mannelijke versie van Chloé Dygert

In een ronduit sprankelend wereldkampioenschap met wijdopen "achterdeur" heeft de meest Vlaamse deelnemer, de doorgroeide Amerikaan Quinn Simmons de koers van begin tot einde gedomineerd. Hij had van meet af aan haast, voerde dus al op 65 km. van de finish de forcing, jutte zijn medevluchters (onder wie zijn meer verfijnde sidekicMagnus Sheffield) op en dat richtte veel averij aan in de almaar diepere achtergrond en schakelde zelfs verwachte namen al vrij vroeg uit. Ook Marco Brenner ging meer ten onder dan hem lief was, maar ook hij is een éérstejaars die zich al voldoende profileerde met de bronzen medaille van de tijdrit.
Bij de stoere Quinn Simmons toch deze kanttekening: de perceptie wil dat hij al meer aan zijn hiernumaals dan aan zijn hiernamaals bezig is, met andere woorden: zit er nog rek op de oerkracht die hij nu reeds uitstraalt? Deze costaud zou in 2020 al meteen kunnen doorstarten bij Trek-Segafredo. Het welslagen is hem van harte gegund want hij is a very nice guy.
Pittem en Koksijde hebben geamuseerd toegekeken hoe hun laureaat de Keizer onbedoeld een upgrade toediende door een demonstratie die de voornaamste dagzege en de eindoverwinning opleverde. 

Tussen de twintig overige overlevers handhaafden zich twee Vlamingen en dat zijn er niet minder dan verwacht. Milan Paulus deed dat al wat meer dan Ramses Debruyne (éérstejaars zoals tijdrijder Lars Van Ryckeghem). Ramses werd in York zesde éérstejaars, een opsteker! Om dat te bereiken was het meer dan een beetje sterven zonder doodgaan, mààr: what doesn’t kill you makes you stronger, very indeed! Dat is ook wat hen (en al hun concullega’s), liefst in combinatie met hogere studies, de komende jaren wacht. Het internationale wielrennen stoomt door naar almaar ongekendere hoogten. 

Alex Vandenbulcke (die zich tijdens de beginfase aan overacting bezondigde en dat cash betaalde) en Jago Willems beleefden niet hun beste dag en werden geconfronteerd met hun (al of niet voorlopige) beperkingen die ze de komende jaren bij het EFC-L&R-Vulsteke van Wim Feys kunnen uitvlakken. Het siert hen alvast wel dat ze de bittere Yorkse kelk tot op de bodem ledigden.
Quinn Simmons kreeg op het podium company van zijn onafscheidelijke landgenoot Magnus Sheffield en de niet verwachte Italiaan Alessio Martinelli wiens voorafgaande resultaten niet al te veel voorstelden.
Voor een organisator is het vervélend dat twee vluchters uit hetzelfde land met 1’19” voorsprong bijna hand in hand door de finish rijden maar niet meer twaalf dagen later. Het was verdorie WK-podium in avant-première. Bij deze is ook al de topfavoriet voor 2020 gekend: uiteraard Magnus Sheffield die, met Matthew Riccitello in steun, als tweedejaars de scepter van Quinn kan overnemen. Hopelijk ondervinden de Yankees dan meer tegenstand dan dit jaar door er Marco Brenner en de Italiaanse selectie bij te halen. 
Wie er zeker bij zal zijn is de nieuwe stichting rond Rik DevoogdtCanguru (een Mechels IT bedrijf)QTS (Quality Tyre Service, dé Bredense bandenspecialist) - Air College (Oostendse opleidingsschool voor lijnpiloten), waarmee hij almaar hoger wil opstijgen.  
Ook Ramses Debruyne (Acrog - Pauwels Sauzen) en Lars Van Ryckeghem (Jonge Renners Roeselare) zullen in 2020 performanter uit de hoek komen.

Meteen heeft het Noord-Amerikaanse wielrennen een onstuitbare inhaalbeweging ingezet want twee dagen geleden kwam, zag en overwon Chloé Dygert zo mogelijk nog overtuigender uit de hoek. Zij kan niet enkel de first lady van het Amerikaanse maar va het globale vrouwenwielrennen worden.