zaterdag 31 oktober 2020

Frankrijks hoop voor de klassementen 

David GAUDU: 

trage maar gestage groeier

 

In het duel van de recente winnaars van de Tour de l’Avenir (2015 respectievelijk 2016) heeft David Gaudu het gehaald van Marc Soler,  die wel eerst in zijn eentje twee minuten moest overbruggen naar de kopgroep waartoe de Fransman meteen behoorde en waarin hij de steun kreeg van zijn kompaan Bruno Armirail.

Marc Soler is bijna drie jaar ouder en bouwde al een mooiere portfolio uit met vooral de eindzege in Paris-Nice 2018. Toen was me sterk geneigd om de Spanjaard een grote carrière toe te dichten maar hij bakte er, hoewel negende in de Vuelta van 2010, te weinig van. Het moest beter in 2020 maar dat liet op zich wachten tot deze Vuelta, waarin hij de tweede rit won in Lekunberri en bijna ook de elfde op de Alto de La Farrapona. Bij die laatste gelegenheid schoof hij ook mooi door naar de zesde plaats in de tussenstand net na zijn uitgesproken kopman Enric Mas.

David Gaudu werd dé gevierde van de dag die ook ook een zaakje deed in de tussenstand. De ingezetene van het wielergekke Quimper (Bretagne) heeft het wat in zich om Romain Bardet en Thibaut Pinot te verdringen als beste Franse klassementsrenner. Hij is géén beeldenstormer maar een trage gestage groeier, die in zijn eerste Tour 34ste en in zijn tweede 13de. Dit jaar wenkte dus de top tien maar een nogal zware val (met een blessure aan het heiligenbeen voor gevolg) in de openingsrit rond Nice zette hem al meteen weg. Hij probeerde er nog het beste van te maken met een aanval in de Pyreneeënrit naar Laruns, maar in de zware Alpenrit naar  Villard-de-Lans kon hij niet verder. De Vuelta moest soelaas bieden en die bracht die ook.

Het eerste luik van het weekend in de Asturias werd een maat voor niets. Dat heb je nu éénmaal met een loodzwaar rittenschema dat bij de sterkhouders een niet-aanvalsverdrag uitlokt. Zowat tienduizend hoogtemeters in de barre Asturias zijn inderdaad van het veeleisende teveel. Het zou kunnen dat het op de laatste steile hectometers van L'Angliru na niet anders wordt. Het collectieve meesterschap van Jumbo-Visma, met langdurig vijf veretegenwoordigers in de favorietengroep, stak de ogen uit en hield de voordeur stevig op slot die zich slechts selectief opende.

David Gaudu werd als tweedejaarsjunior dag- en eindwinnaar van de onvolprezen internationale driedaagse Aubel-Thimister-La Gleize in 2014. Twee jaar later won hij als belofte behalve Tour de l’Avenir (Egan Bernal werd toen vierde, Jai Hindley vijfde) ook de Course de la Paix (Tao Geoghehan Hart werd toen tweede, Bjorg Lambrecht vierde). Eén ander volstond om door Marc Madiot voor Groupama-FDJ in de armen te worden gesloten. Als jonge contractrenner liep hij niet al te hard van stapel, al scoorde hij wel meteen in de World Tour als derde in de UAE Tour, zesde in Liège-Bastogne-Liège en bovenal met ei zo na twee dagzeges op een rij en de derde eindplaats in de Tour de Romandie.

David Gaudu is als klassementsrenner Frankrijks hoop in bange dagen want Romain Bardet en Thuibaut Pinot mogen stilaan afgeschreven worden en ook Guillaume Martin (die na een sterk begin in de Tour terugzakte naar rang elf) zal het niet worden wanneer men beziet dat hij zich in deze Vuelta focust op de bergprijs.

Zelfs in de tussenstand laat hij niets aan het toeval over

 

Wie doet Primoz ROGLIC wat op de barre hoogten van Asturias?

 

Of copieert CARTHY GEOGEHAN HART?

 

Het was een aangekondigde kroniek dat Primoz Roglic zijn geconsolideerde bloedvorm zou aanwenden in het loodzware begin van de Vuelta, waaraan hij als titelverdediger begon. Hij won al meteen met veel panache de openingsrit, die voor punchers leek voorbestemd en waardoor hij zich dus òòk aangesproken voelde. Ook in de twee volgende ritten graaide hij, telkens tweede, enkele bonificatieseconden mee zodat zijn opmars almaar op een overwalk leek. Op de eerste zondag kwam er een kink in de mooie kabel. In de verzopen bergrit naar Aramon Formigal (als alternatief voor de Franse passage door de Pyreneeën) arriveerde hij driekwart minuut na Richard Carapaz. Na zijn dronkemanshelm in de Tour speelde een regenjasje (waardoor onderkoeling) hem parten. Het klonk als een voorwendsel om een mindere dag te verdoezelen. Primoz antwoordde met de pedalen door op de volgende aankomst bergop, de Alto de Moncalvillo, te zegevieren en dertien tellen op Richard Carapaz terug te nemen. Weer twee dagen later won hij ook de rit voor punchers in Suances, waar de Ecuadoriaan de rol moest lossen. Met de tien bonifcatieseonden daarbovenop heroverde Primoz de amarillorrui waarmee hij door Asturias mag schrijden. Maandag is er de tweede rustdag, daags vòòr de 33,7 km. tijdrit van Muros naar Mirador de Ezaro aan het begin van een minder zware slotweek met enkel nog een bergrit naar La Covatilla. In de Tour deed Carapaz in de afsluitende tijdrit naar La Planche des Billes Filles zes (!) minuten meer dan de ontdane Roglic.

Het is duidelijk dat Primoz Roglic er alles aan doet om niets aan het toeval over te laten. En met het toeval wordt vooral bedoeld de eventualiteit van een vervroegde stopzetting waardoor de tussenstand de eindstand zou worden.

Het ziet er dus sterk naar uit dat Primoz Roglic, net als in 2019, dé primus inter pares van 2020 wordt. Het ultieme verlies van de Tour werd door zijn toevalstreffer in Liège-Bastogne-Liège meer dan een beetje goedgemaakt.

Onbestaande is de kans dat Hugh Carthy à la Geoghehan Hart voor de verrassing zorgt. In de tijdrit van de Tour was hij een minuut minder slecht dan Carapaz en dat zegt veel over zijn intrinsiek vermogen. Een top vijf, waarvoor Dan Martin (beste resultaat in een grote ronde was een zesde plaats in de Tour van 2017) nog meer een certitude lijkt, zou al heel wat zijn voor de 26-jarige Brit, die weliswaar elfde werd in de Giro van 2019 maar ook daar veel pluimen liet (zowat twee minuten op Chad Haga) in de korte afsluitende tijdrit van Verona. Voor Hugh Carter zal het dus dit weekend moeten gebeuren.

donderdag 29 oktober 2020

Voor Deceuninck-Quick.Step

zat er nòg véél méér in dan er uitrolde

 

De zegeteller van Deceuninck-Quick.Step stopt voorlopig bij véértig. Best mogelijk dat er reeds vandaag in de Vuelta dankzij Sam Bennett nog ééntje bijkomt. In de Victory Team Ranking kunnen ze niet meer bijgehaald worden want het UAE Team Emirates moet het als tweede met 32 streepjes stellen.

 

En hoeveel overwinningen zou het uitvallen van Remco Evenepoel (die op 9 augustus al 9 overwinningen telde) en Fabio Jakobsen niet gekost hebben?! Yves Lampaert was een maand out met een in de Ronde van Polen gebroken sleutelbeen.

 

In de monumentale klassiekers waren ze vooral aan zet in Milano-Sanremo, die Julian Alaphilippe met gering verschil verloor aan Wout Van Aert. In de Giro di Lombardia zou Remco Evenepoel er niet vèr van geweest zijn indien hij in de afdaling van de Muro di Sormano niet in het ravijn was gesukkeld.

In Liège-Bastogne-Liège leek Julian Alaphilippe onweerstaanbaar op weg naar de zege tot hij eerst flagrant van zijn lijn afweek en vervolgens voortvarend het zegegebaar maakte. Nog goed dat de tweede fout de terechte declassering zowaar wat verzachtte.

Ook in de Ronde van Vlaanderen schoot de ongedurige Fransman zich in de eigen voet door zonder kijken vol op de Jury 1 - motard te knallen. Julian was op weg naar Oudenaarde minstens de evenknie van Wout en Mathieu.

De afgelaste Paris-Roubaix was nog de grootste gemiste kans voor Deceuninck-Quick.Step, waarin het (blijkens de perfecte generale repetitie in Gent-Wevelgem) moeilijk te kloppen zou zijn geweest.


Deceuninck-Quick.Step had dus in alle vijf de monumentale klassiekers op het podium kunnen/moesten staan, het bleef bij de dichtste ereplaats in Milano-Sanremo van Julien Alaphilippe. Goed dat hij in Imola wereldkampioen was geworden of hij zou de eigen kop van Jut geweest zijn. 

Eén en ander kon toch niet beletten dat Deceuninck-Quick.Step, zonder specifieke klassementsrenners, in de UCI World Team Ranking afgetekend de pole position inneemt.

 

Van Aert versus van der Poel

 

WOUT de bétere maar op 

MATHIEU zit nog méér rèk

 

Toch wordt Primoz ROGLIC 

de primus inter pares van 2020

 

Het ziet er sterk naar uit dat Primoz Roglic net als in 2019 ‘mijn’ renner van dit (gebalde corona)seizoen wordt. Hij en de zijnen verkwanselden nochtans de Tour maar Primoz was niet van slag maar herpakte zich de twee volgende zondagen. Hij maakte deel uit van de beslissende vlucht op het WK en Liège-Bastogne-Liège kon hij op een diefje winnen zoals hij de Tour verloor. 

De 31-jarige Sloveen is een uitstekende coureur maar werd gediend en tegelijk genekt door de omstandigheden in de Tour met in de hoofdrol zijn teamgenoot Wout Van Aert, die het tempo dag na dag hoog hield. Doet Wout dat niet dan wint hij zelf nog minstens een rit meer en/of haalt hij allicht de top tien van het tijdklassement. Dan is hij en niemand anders dé renner van 2020. Door de Tour moest hij trouwens Il Lombardia (net ervoor) en Liège-Bastogne-Liège (net erna) missen, zo ook Paris-Roubaix die geen doorgang vond.

Primoz Roglic mag iederéén naar de kroon steken, dat is nu éénmaal de luxe van de klassementsrenner. Zijn zware opdoffer van de slotdag der Tour had hij snel verwerkt, de week daarop behoorde hij tot de besten op het WK in Imola en nog een week verder won hij, met dank aan de slordige Julian Alaphilippe, Liège-Bastogne-Liège. Nog is zijn heilig vuur niet gedoofd want in de Vuelta verdedigt hij met bravoure zijn titel en is een zelfopvolging allerminst uitgesloten. In dat geval heeft hij, meer nog dan Wout Van Aert, recht op de nominatie ‘primus inter pares van 2020’.

Tadej Pogacar liet het na de Tour, waarin hij individueel de beste was, lopen en zijn bizarre uitval op het WK had veel van de ‘raid of the loser’. Ik had hem graag in Lombardia bezig gezien zoals wel in Milano-Sanremo (12de), de Strade Bianche (13de), la Flèche Wallonne (9de) en Liège-Bastogne-Liège (3de). De perceptie wil dat hij zich voor de ééndagskoersen minder goed kan opladen.

Michel Wuyts installeert Wout Van Aert nu reeds als dé coureur van 2020. Het is vòòr het einde van een boeiende Vuelta voortvarend maar toch niet uit de lucht gegrepen, waarbij snel vergeten wordt dat Wout òòk vice-wereldkampioen tijdrijden werd na de ‘hors concours’ ijlende Filippo Ganna. Dat Wout de Italiaanse 'hyperspecialist' op een ander parcours zou kunnen kloppen vind ik een miscast. Hy-per-spe-cia-list?! Nu trap je op mijn eventueel koersverstand, beste Michel. Tijdrijden is géén specialiteit maar een correcte afmeting, een meervoudige Coopertest die er nooit om liegt. Op dat vlak maakt Van Aert het verschil met van der Poel, die in de korte tijdrit van de BinckBank Tour (die er nochtans toe deed voor de eindzege) ‘slechts’ vijfde werd waarbij hij per kilometer anderhalve seconde meer deed dan Sören Kragh Andersen. Wuyts’ vaststelling dat Wout als 70-plusser concurrenten van tien kilo lichter partij gaf op de cols is inderdaad fabuleus. 

Julian Alaphilippe was op het loodzware WK in Imola de enige die Wout kon kloppen. Op de via Roma van Sanremo was het net andersom. Wout was de enige die Julian op de Poggio kon terughalen. Mathieu (hoewel op korte afstand dertiende) kwam er daar niet aan te pas, hij was nog niet top anders rijden ze daar met hetzelfde trio als in Vlaanderen de finale in. Mathieu gaf, vanuit het besef dat hij op dergelijk parcours kansloos zou zijn tegen hen die regelrecht uit de Tour kwamen, verstek voor het WK. Jakob Fuglsang vormde daarop in Imola de uitzondering maar niemand die er wat van merkte. 

Volgens Wuyts heeft Wout Van Aert Mathieu van der Poel als wegrenner bijgehaald. Tot vòòr de Ronde van Vlaanderen vond ik zelfs dat hij hem overstoken had. Mathieu (15de op ruim tien minuten) werd in de Strade Bianche zoekgereden en parkeerde in Milano-Sanremo op de 13de plaats. In Il Lombardia en in Liège-Bastogne-Liège kwam hij niet in aanmerking voor de top vijf. In Gent-Wevelgem werd hij weggehoond omdat hij Wout zogezegd boycotte. Hij had er hem als partner in crime moeten bij halen om de kopgroep in beider voordeel verder uit te dunnen. Een week later had Mathieu in de Ronde van Vlaanderen die enkele procentjes meer gegenereerd om met open vizier mee te strijden voor de overwinning die hij in Oudenaarde ook effectief behaalde. Hou er daarbij ook rekening mee dat  Mathieu van der Poel nog geen enkele grote ronde op zijn kerfstok heeft. Dat betekent dat er op hem nog aardig wat rèk zit, waarbij het niet uitgesloten is dat hij in de ééndagskoersen de allerbeste van zijn generatie wordt. In de Tour daarentegen zie ik Mathieu niet uithalen als Wout Van Aert en Julian Alaphilippe. Mathieu weet dat hij meer van der Poel is dan van der Poel(idor). Raymond zou het liever anders gezien hebben.

Wout en Mathieu moeten als partners in crime verder zoals een halve eeuw geleden Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck. Zo zie ik het ook evolueren. Net voorbij de finish in Oudenaarde voerden ze wat dat betreft al een eerste stijloefening uit, ze worden frère-ennemis voor het leven die zich tijdens de winter amuseren in hun eerste sportieve speeltuin.

woensdag 28 oktober 2020

 WORLD TOUR 2020 -> 2021

 160 renners zijn nog zoekende 

 

Sport-Planet.eu heeft een interessante enquête gevoerd waaruit blijkt dat liefst 160 coureurs, die dit seizoen deel uitmaakten van een World Tour Team, nog geen contract voor 2021 hebben.

Vooral bij Team Ineos, dat voortaan Ineos Grenadiers wil genoemd worden, is er een groot verloop. Het wierf al Andrey Amador (Movistar), Laurens De Plus (Jumbo-Visma), Daniel Felipe Martinez (Education First), Tom Pidcock (Trinity Racing), Richie Porte (Trek-Segafredo) en Adam Yates (Mitchelton-Scott) aan. Michal Kwiatkowski (vooral de wereldkampioen van 2014 en winnaar van Milano-Sanremo 2017), Filippo Ganna (regérend wereldkampioen tijdrijden en vier keer dagwinnaar in de Giro) en zelfs Tao Geoghegan Hart (de winnaar van de Giro) kregen nog geen contractverlenging, waarbij de twee laatsten zullen uit zijn op een forse loonsverhoging. Of zij tenslotte kunnen blijven zal niet zozeer aan het onuitputtelijke budget liggen wel aan de sportieve setting waarin Egan Bernal, Richard Carapaz, Rohan Dennis en Geraint Thomas centraal blijven.

Ook Simon Clarke (Education First), Silvan Dillier (AG2R La Mondiale), Ion Izagirre (Astana), Alexey Lutsenko (Astana), Moreno Hofland (Education First), Miguel Angel Lopez (Astana), Gianni Moscon (Ineos Grenadiers), regérend Europees kampioen Giacomo Nizzolo (NTT), Rigoberto Uran (Education First), Michael Valgren (NTT), … weten nog niet wat in 2021 hun uitvalsbasis wordt.

Ook enkele Vlaamse jongens konden in dit rijtje van onbevoorrechten niet ontbreken en dan hebben we het over: Sander Armée (Lotto-Soudal), werelduurrecordhouder Victor Campenaerts (NTT), Dimitri Claeys (Cofidis), Laurens De Vreese (Astana), Jens Keukeleire (Education First), Stijn Vandenbergh (AG2R La Mondiale), Guillaume Van Keirsbulck (CCC), Julien Vermote (Cofidis), ...

Wellicht wordt een respectabel aantal onder hen nog gerecupereerd nadat ze, hoe langer het aansleept, hun desiderata hebben gemilderd. Dit aanbod kan goed nieuws zijn voor Circus - Wanty Gobert, dat als kakelvers World Tour Team dringend op zoek moet naar een kwalitatieve upgrade

Voor de 35-jarige Mark Cavendish (Bahrain-McLaren) zal het, na dit nuljaar (met een 74ste plaats in Gent-Wevelgem als minst slechte uitslag) wel helemaal ‘over and out’ zijn. Voor hem doet het er reeds lang niet meer toe maar voor veel meer anderen blijkt nu dat contractrenner op termijn en zeker in functie van de zelf bepaalde vervaldag een bijzonder fragiel vak kan zijn.

Jürgen ROELANDTS:

hoe voltooid is zijn symfonie?

 

Jürgen was reeds als tiener een zielsgelukkige sporter. Het voetballertje van Daring Bodegem en V.K. Liedekerke wekte de interesse van Eendracht Aalst maar werd liever coureur. Dat bleek van meet af aan de juiste keuze. 

Als nieuweling behoorde hij meteen tot ’s lands besten met vooral winst in Herman Vanspringels Diamond, de Belgische titel in het tijdrijden in Torhout en de dichtste ereplaats in het Critérium Européen (Lux.). Kenner Rik Devoogdt had al bij het seizoenbegin verkondigd dat Jürgen een aanstormend talent was.

Jürgen trok als neo-junior de fraaie lijn door voor de afwisseling eens wegkampioen te worden in Willebroek. Als tweedejaars ging hij meer de internationale toer op in Toscana, een dagzege in de Tour de l’Abitibi (Can.) en bovenal de eindzege in de Münsterland Tour (D.). 

Als belofte kwam hij uitstekend terecht bij het Jong Vlaanderen van zijn illustere streekgenoot Freddy Missotten. Met overwinningen in Paris-Tours en dagzeges in de rondjes van Normandië, Vlaams-Brabant en Namen werd hij gauw goed bevonden voor de beroepscategorie.


Jürgen ROELANDTS op weg naar zijn ultieme profzege
in Gullegem Koerse 2018.
(foto Gino COGHE)

Het zijn allemaal toffe en beslagen jongens die afzwaaien maar als er één is die je ‘seigneur’ mag noemen dan moet het toch wel Jürgen Roelandts zijn, die eerder dan gepland ‘de handdoek gooide’ want ook vanaf zijn 35ste had Jürgen nog graag enkele jaren gekoerst maar het kon/mocht niet zijn, zelfs al werd hij nog door twee World Tour Teams gesolliciteerd.

Hij hield liever de eer aan zichzelf, mede ingegeven door zijn niet verlengd contract het Movistar van Alejandro Valverde, die hem als gids wilde om op gevorderde leeftijd Milano-Sanremo en de Ronde van Vlaanderen te veroveren en waarin hij in 2019 achtste respectievelijk zevende werd.

Jürgen Roelandts deed in die klassiekers beter met telkens een derde plaats in 2013 respectievelijk 2016. Die podiumplaatsen zou hij door aanslepend blessureleed niet meer benaderen waardoor hij een moedige conclusie trok. Hij was net geen kwarteeuw coureur waarvan ruim de helft als contractrenner en overwegend voor de Nationale Loterij. 

Eén van de (misschien wel dé) mooiste herinneringen viel hem te beurt op het kampioenschap van België 2008 in Knokke. Hij was nog maar enkele maanden contractrenner toen hij zijn groot voordeel kon halen uit een chaotische massaspurt. Toch was het géén volslagen verrassing want hij was er (telkens tweede) al kortbij geweest in de Algarve, Nokere Koerse en de Ronde van België.

Kampioen van België had hij zeven jaar later opnieuw kunnen worden in Tervuren, waar hij zich in de luren liet leggen door de vermetele Preben Van Hecke, die hem al het werk liet opknappen om de terugkeer van Greg Van Avermaet te verijdelen. Achteraf is het makkelijk praten dat hij dat risico had moeten nemen of was winnen ook in deze een onderneming misschien?

Ook in de internationale kampioenschappen was Jürgen geregeld op zijn best met een vijfde plaats op het WK in Kopenhagen 2011 en met een zevende in de Olympische wegrit in Londen 2012, waarbij Philippe Gilbert het vertikte om voor hem de spurt in te leiden.

Dé prestatie zette hij evenwel neer in de orkaanachtige versie van Gent-Wevelgem in 2015 waarin hij zestig kilometer soleerde, door de zes eerste achtervolgers overstoken werd maar volhardde voor een zevende plaats, die de smaak van de overwinning mocht hebben en die hij het jaar daarop herhaalde. 

Behalve een overwinning in een klassieker greep Jürgen ook naast een dagzege in een grote ronde. Het dichtst bij de zon kwam hij nog in de E3 van Harelbeke in 2011, waar er evenwel niet te beginnen viel tegen de allerbeste Fabian Cancellara.                        

Doe vooral niet meewarig over Jürgen Roelandts want behalve een waardige coureur is hij bovenal een beslagen persoon, gewapend met een bachelor of Science in de lichamelijke opvoeding & de bewegingswetenschappen en daar kan hij meer dan wat mee aanvangen. Hij wil er de precieuze kwalificatie van ‘Trainer A’ aan verbinden om prominente plaats te verwerven achter de schermen van de brede sportwereld, liefst die van het wielrennen maar dat hoeft niet per se. Jürgen wil immers niet langer voor dat één sportgat te vangen zijn.

Michaël WOODS

het 'zwarte beest' van Valverde

 

Noem hem gerust een fenomeen!

Op zijn 19de was hij een veelbelovend atleet op de 1500 meter tot een aanslepende stressfactuur hem naar de tweewieler dreef die hem nog gelukkiger maakte.

Een dagzege en de tweede eindplaats in Tour of Utah in 2015 deden hem dromen van meer en Cannondale-Drapac had oren naar die verzuchting. Michael bedankte met de 12de plaats in La Flèche Wallonne en de 31ste in Il Lombardia. Vanaf 2017 schoof hij verder op: 11de in La Flèche en 9de in La Doyenne. Aansluitend behaalde hij in de Giro, zijn eerste grote ronde, twee vijfde plaatsen in de daguitslag en in de herfst eindigde hij zevende in La Vuelta.

Vanaf 2019 spitste hij zich meer toe op het ééndagswerk met zowel in Liège-Bastogne-Liège als in Il Lombardia een vijfde plaats. Eigenlijk was hij te regelmatig om briljant te zijn behalve in Milano-Torino, waarin hij afrekende met zijn enige medevluchter, de kakelverse wereldkampioen Alejandro Valverde.
Tijdens het gebalde coronajaar bleef hij, spijts een dagzege in Tirreno-Adriateco, aanvankelijk onder de verwachtingen, zo ook met een 12de plaats op het wereldkampioenschap in Imola. Beter getimed waren ‘zijn’ Waalse klassiekers, waarin hij zevende en derde werd. De Vuelta moest daar een vervolg aan breien met als doelstelling een verbetering van zijn zevende eindplaats uit 2017, maar die ging reeds in de openingsrit op in een nogal zware valpartij waardoor hij het ook de volgende dagen liet lopen ten bate van een dagzege, die hij ei zo na al behaalde daags voor de rustdag met de alternatieve tocht naar Aramon Formigal, waar de broertjes Izagirre hem in de tang namen. Uitgesteld was evenwel niet verloren en daags nà de rustdag sloeg hij toe in Villanueva de Valdegovia, waar hij zelfs een uitstekende Alejandro Valverde klein kreeg en voor wie hij stilaan het ‘zwarte beest’ is. 

Mijn inschatting is dat Michael het niet bij die ene dagzege zal laten. Voor de continuïteit van zijn carrière hoeft hij het alvast niet meer te doen: hij verkast naar het ambitieuze Israel Start-Up Nation dat onder anderen ook al Alessandro De Marchi (CCC), Chris Froome (Ineos), Daryl Impey (Mitchelton-Scott) en Sep Vanmarcke (Education First) aanwierf.

dinsdag 27 oktober 2020

Nikolas MAES:

géén ‘vaarwel’ maar ‘tot weerziens’


Zijn veertiende is zijn ultieme campagne geweest als contractrenner, de vierde bij Lotto-Soudal na zeven bij Quick.Step en drie bij Topsport Vlaanderen. Op basis van persoonlijke resultaten zal hij als een figurant aanzien worden met amper twee zegestreepjes achter zijn naam: een dagzege in Burgos 2009 en de eindzege in de World Ports Classic 2013 maar inzake hand- en spandiensten voor kansrijkere maats behoort hij tot de besten.


Nikolas Maes wint de Bredene Kerst Strandrace 2019 waarmee hij bewees helemaal
klaar te zijn voor zijn veertiende campagne als contractrenner.
(Foto Gino COGHE)

“Het mooiste was de gouden lente van 2012 met Tom Boonen die binnen de vijftien dagen Harelbeke, Wevelgem, Vlaanderen en Roubaix won. Dat ik daartoe mijn steentjes kon bijdragen, ontlokte de hoogste graad van voldoening.”

"Het minste was het WK in Qatar 2016, waarnaar ik als waaiercoureur op afgestuurd werd", zucht Nikolas. "Het liep er evenwel helemaal anders dan ik mij had voorgenomen."


Nikolas behoort al vanaf zijn … twaalfde tot de fine fleur van het bouwjaar 1986.

In 2002 was hij de primus inter pares van een uitmuntende nieuwelingenlichting. Behalve in eigen land (winst in de Vanspringel, kampioen van België - tijdrijden, vice-Prins, vice-Keizer,...) excelleerde hij vooral in de Jugendtour Oststeiermark (Oost., waar hij twee dagzeges behaalde en na Pieter Jacobs tweede werd in de eindstand) en in het Critérium Européen (Lux., derde zonder dagzeges). Bovendien won hij le petit Paris-Roubaix. Nikolas Maes was de aanvoerder van een exquise lichting, waartoe onder anderen ook Jan Bakelants, Thomas De Gendt, Ben Hermans, … behoorden. 


Nikolas Maes leek onstuitbaar vertrokken naar de beroepscategorie en toch was zijn weg lang en soms hobbelig. Als belofte was hij niet overweldigend. Hij opteerde bewust voor een geduldige opbouw. Tot hij een late superdag beleefde in de zware G.P. Joseph Bruyère van en naar Hotton. 

- “Kort na de blitzstart reed ik lek”, herinnert hij zich. “Het oponthoud nam veel tijd in beslag en toch keerde ik tussen de volgwagens fluitend terug in de voorwacht. In de finale geraakte ik voorop met Francis De Greef, Jelle Vanendert en de Nederlanders Johnny Hoogerland en Robert Gesink. Hoewel ik op Gesink na de jongste was, kon ik ze alle vier van de overwinning houden. Dat deed mij met immens vertrouwen aan het winterreces beginnen met Geert Tiebergyn in steun en bij wie ik steeds terecht kon. In 2006 verkeerde ik het hele seizoen in optima forma met in de West-Vlaamse kampioenentrui en nogal wat ereplaatsen in de mooiste koersen, opgelijst met een triomf in de Circuit de Wallonie van en naar Fleurus, waar ik afrekende met onder anderen Geert Steurs, Jürgen Roelandts, Jelle Vanendert, Greg Van Avermaet, Ben Hermans,... Walter Planckaert had genoeg gezien en was er als de kippen bij om mij in te lijven bij Topsport Vlaanderen.”


- “Als neo-prof deed ik het in 2007 niet onaardig en dus zou ik de ingezette lijn in 2008 doortrekken maar een kwakkelende gezondheid stond dat in de weg. Na veel onderzoeken kwamen dokter Dag Van Elslande en professor Andrew Crapé er achter dat aneurysma de grote boosdoener was, levensbedreigend zelfs want een vaatafwijking die overal kan toeslaan in de bloedvaten. Vooral in de hersenen zijn die bloedvatuitstulpingen een hoog risico. Ik werd er dus van af geholpen maar het sleepte omzeggens het hele seizoen 2008 aan. Ik rolde door een slechte spiercohesie van de ene blessure in de andere. Goed dat ik deel uitmaakte van het geduldige Topsport Vlaanderen. In 2009 haalde ik wel niveau met vooral een zesde plaats in het lastige kampioenschap van België rond Aywaille maar bovenal een dagzege in Burgos, een scharniermoment om door Quick.Step in de armen te worden gesloten.”


Nikolas Maes verwachtte veel van 2020 in het herbronde Lotto-Soudal, opgelijst met de komst van Philippe Gilbert met wie hij hoopte diens drie laatste jaren te delen. Corona zette evenwel alles op zijn kop en Nikolas Maes, nochtans vier jaar jonger dan zijn kopman, kreeg de buitenwacht. Hij had er nog graag de lente van 2021 bijgenomen maar het was hem niet gegund zodat Brugge - De Panne zijn allerlaatste koers werd. Zoontje Maurice verliezen was nòg zoveel erger.

De Panne was zijn afscheid maar met een zweem van ‘tot weerziens’ want begeleider of ploegleider worden van jongerenteam is een afgelijnde ambitie. Betreffende zijn hoofdjob zal hij andere wegen inslaan, die hij kortelings ontvouwt.

 

Ondanks zijn leeftijd nièt op de stoep gezet

zoals wel Nikolas MAES en enkele anderen

 

Iljo KEISSE

wàt een coureur !

 

Iljo Keisse heeft op het einde van zijn elfde campagne voor Patrick Lefevere zijn zevende grote ronde voltooid ondanks een irritante blessure. Iljo wilde kost wat kost een ‘zeven op zeven’: een clean sheet die fonkelt op zijn portfolio.


Foto Gino COGHE

In zijn vijfde Giro reed Iljo er niet voor spek en bonen bij maar deed er alles aan om zijn 16 jaar jongere kopman Joao Almeida in la maglia rosa te houden én naar de eindzege te loodsen. En die zeldzame keer dat hij op weg naar Asti zelf in een batige positie koerste, leek er vijf jaar later een tweede dagzege in de maak maar tegen de ijzersterke Tsjech Josef Cerny viel niets te beginnen.


Een dagzege in de Giro behalen lukte hem wel op de slotdag van 2015 naar Milano, waar hij zijn Australische medevluchter Luke Durbridge overmeesterde. Het was de vèruit de mooiste uit het rijtje van ‘vijf om te zien’, waarin ook de slotrit van de Tour of Turkey 2012, de Circuit de l’Indre - Châteauroux 2014, de Ronde van Zeeland 2015 en de Omloop van Mandel-Leie-Schelde - Meulebeke 2017.


Iljo maakte er ook een erezaak van om de Ronde van Vlaanderen te rijden én te voltooien in nadrukkelijke dienst van een kansrijkere kopman. Geen kassei of helling kan hem stoppen. Hij begon ermee in 2013 en slaagde daar zeven keer op een rij in. Wees er maar zeker van dat daar dit jaar een achtste keer zou zijn bijgekomen indien hij op 18 oktober niet aan de slag was geweest in de Giro.


“Zijn” Ronde van Vlaanderen is de z6sdaagse van Gent. Ik herinner mij hoe ik mij in november 2002 op het middenplein van het Kuipke begaf en zag hoe een schriel bedremmeld jongentje zich aan het opwarmen was, niet voor die van de toekomst maar voor de grote zesdaagse. Bij nader inzien bleek het ene Iljo Keisse, nog geen 20 jaar die werd gekoppeld aan de Zuid-Afrikaan Jean-Pierre Van Zyl. Ze werden hekkensluiter op 40 ronden van het winnende Zwitserse koppel Kurt Betschart - Bruno Risi.

“Wacht maar tot ik groter en sterker ben”, liet Iljo zich daarover meteen ontvallen en in 2002 was het al zo vèr: tweede met Andreas Beikrich. Het was het ultieme overstapje naar zeven overwinningen: 2005 (met Matthew Gilmore), 2007 en 2008 (Robert Bartko), 2010 (Peter Schep), 2012 (Glenn O’Shea), 2015 (Michael Morkov) en 2018 (Elia Viviani). Iljo won globaal 28 zesdaagsen en komt daarmee in de allertijdse ranking uit op de veertiende plaats. Hij behaalde ook een respectabel aantal nationale en internationale titels. Zowel inzake zesdaagsen als kampioenschappen werd het aanbod almaar beperkter. Wat dat betreft is Iljo Keisse dus een halve eeuw te vroeg geboren.

 

Velen zouden het in deze barre coronatijden niet abnormaal gevonden hebben dat Patrick Lefevere met een dubbel gevoel afscheid had genomen van de straks 38-jarige Gentenaar maar dat deed hij nièt. Iljo bedankte met een kanjer van een Giro waarmee hij onderstreepte dat op professionalisme geen leeftijd staat. Als Lotto-Soudal de nòg een half jaar oudere Philippe Gilbert nòg twee jaar langer aan boord houdt, waarom zou de veel prijsvriendelijker en toch beter rendérende Iljo Keisse er niet nog minstens één seizoentje mogen bij doen? En daarop zal wel niet het zwarte wielergat volgen maar wel een andere functie binnen zijn decennialange biotoop of ergens anders? De wielrennerij zal Iljo niet gauw loslaten en hij al evenmin de wielrennerij.


Je voelt zo aan dat Iljo Keisse heimelijk hoopt om als bevoorrechte getuige een triomftocht van het exceptionele talent Remco Evenepoel mee te maken. Vanuit zijn bevoegde inschatting zou dit volgens Iljo reeds het geval geweest zijn in de net voorbije Giro.

“Als je zuiver naar het resultaat kijkt, en weet wat Remco kan bergop en in de tijdrit, dan kun je niet anders dan stellen dat dit een uitgelezen kans was voor hem om de Giro te winnen", liet Iljo Keisse door Sporza optekenen.


maandag 26 oktober 2020

Voor Deceuninck-Quick.Step

zat er véél méér in !

 

Sam BENNETT rondde vrijdag

de kaap van 40! … én van 100?!

 

Sam Bennett, één gekerstende West-Vlaming (Wervik) met Ierse ouders, heeft vrijdag voor Deceuninck-Quick.Step de kaap van véértig overwinningen gerond. Het zou voor Patrick Lefevere’s discipelen zelfs de 100ste dagzege in de grote ronden zijn.

Véértig zegestreepjes: dat zijn er in één coronagewijs gebald seizoen in verhouding méér dan de 73 en de 70 die in 2018 respectievelijk 2019 werden behaald. Om de kwantiteit van de successen was het The Wolfpack nooit te doen, al is de vaststelling wel één leuke bijkomstigheid.


De kwaliteit, dat was the spirit waaraan overvloedig werd tegemoet gekomen met (in chronologische orde):

één dagzege (Sam Bennett) in Tour Down Under, de Race Torquay (Sam Bennett), twee dagzeges en de eindoverwinning (Remco Evenepoel) in de Vuelta a San Juan, de Cadel Evans Race (Dries Devenyns), één dagzege in de Volta a Valenciana (Fabio Jakobsen), het kampioenschap van New Zealand (Steve Archibold), drie dagzeges (Fabio Jakobsen 1 en Remco Evenepoel 2) en de eindoverwinning (Remco Evenepoel) in de Volta ao Algarve, de Ardèche Classic (Rémi Cavagna), Kuurne-Brussel-Kuurne (Kasper Asgreen), de G.P. Jean-Pierre Monseré - Roeselare (Fabio Jakobsen); 

PLUS (na één lockdown van bijna vijf maanden):

twee dagzeges (Remco Evenepoel en Sam Bennett) en de eindoverwinning (Remco Evenepoel) in de Vuelta a Burgos, drie dagzeges (Fabio Jakobsen, die 's anderendaags voor de rest van het seizoen werd uitgeschakeld, Davide Ballerini en Remco Evenepoel) en de eindoverwinning (Remco Evenepoel) in de Tour de Pologne, één dagzege (Andrea Bagioli) in de Tour de l’Ain, één dagzege (Sam Bennett) in de Tour de Wallonie; het kampioenschap van Luxembourg tijdrijden (Bob Jungels), - van Frankrijk tijdrijden (Rémi Cavagna), - van Denemarken (Kasper Asgreen), de Druivenkoers - Overijse (Florian Sénéchal), drie ritten (Julian Alaphilippe, Sam Bennett 2, annex definitieve groene trui) in de Tour, twee ritten (ploegentijdrit en Andrea Bagioli) in de Settimana Coppi & Bartali, tijdrit & eindzege (Jannik Steimle) in de Tour de Slovaquie, het wereldkampioenschap - Imola (Julian Alaphilippe), het kampioenschap van Denemarken tijdrijden (Kasper Asgreen), de Brabantse Pijl (Julian Alaphilippe), Brugge - De Panne (Yves Lampaert) en een dagzege (Sam Bennett) in de Vuelta a Espana. 


Sam Bennett is zowel lijstopener als hekkensluiter, hoe is het mogelijk dat Bora-Hansgrohe deze betrouwbare afwerker losliet ondanks één nog lopend contract dat Patrick Lefevere respecteerde tot hij zijn vrijbrief voorlegde.

Met Sam Bennett is er trouwens nog meer ‘aan de hand’, zijn triomf in Ejea de los Caballeros zou zowaar de 100ste dagzege van Patrick Lefevere’s spuadra's zijn in de grote ronden. En indien dat nog niet helemaal zeker zou zijn dan zorgt Sam er tijdens de twee komende weken wel nog voor. Daarover kortelings meer in een aparte bijdrage.

Deceuninck-Quick.Step voelt bijna als vanzelfsprekend en met quasi onoverbrugbaar verschil de ploegenranking aan van de World Tour. En toch zat er ook hier nòg véél méér in. Ook daarover meer in een andere aparte bijdrage.

Het schitterend broederpaar

 IZAGIRRE 


Dikke coureurs zijn het, de broertjes Izagirre en de zonen van de bescheiden veldrijder José Ramon (toch tweede in na Ignacio Mayora in het kampioenschap van Spanje 1983).

Ingeleid door de anderhalf jaar oudere Gorka, die daarmee de premie van de strijdlust verwierf, heeft Ion in de Vuelta een precieuze dagzege behaald op het alternatieve traject naar het skistation van Aramon Formigal dat de tussenstand grondig dooreenschudde. Beide Izagirre’s waren aan boord van de vroege vlucht van 23, die almaar meer uitdunde en die zij naar hun pedalen konden zetten.

 

Ion Izagirre treedt daarmee toe tot het exclusieve clubje van iets meer dan honderd die in elk van de drie grote ronden minstens één dagzege behaalden. Hij liet er telkens vier jaar tussen: de 16de rit van de Giro 2012, de 20ste van de Tour 2016 en nu de zesde van de Vuelta 2020.

Ion heeft meer te bieden dan dit curiosum. Hij is een bestendige subtopper, een alleskunner zelfs zij het niet voor de hoogste regionen van de monumentale klassiekers (toch 5de in Liège-Bastogne-Liège 2017 en 6de in de Giro di Lombardia) noch van de grote ronden (toch 9de in de Tour 2018). 

De manches van de World Tour daar net onder vallen nog meer binnen zijn bereik met zelfs eindwinst in de Tour de Pologne 2015 en de Vuelta al Pais Vasco 2016 plus dagwinst in de Tour de Romandie (proloog) 2016 en in Paris-Nice 2019.

Zijn beide Spaanse titels (wegrit 2014 en tijdrit 2016) smukken zijn portfolio nog wat verder op.

 

Gorka Izagorre, die zich naar het voorbeeld van zijn papa eerst uitleefde in het veldrijden, doet het met beduidend minder maar behaalde toch ook een dagzege in de Giro van 2017 en werd bovenal, vier jaar na zijn broer, wegkampioen van Spanje 2017 in Bencassim, waar hij wegreed uit een omvangrijke kopgroep waardoor Alejandro Valverde, de aanstaande wereldkampioen van Innsbruck, slechts voor de tweede plaats kon spurten.

Won als nieuweling in 2011 

vier keer in West-Vlaanderen …

 

Tao GEOGHEGAN HART 

laat zeker nog van zich horen 

maar niet meer als hoog 

eindigende klassementsrenner

 

Tao Geoghehan Hart heeft het dus gehaald, waarmee de sportieve logica geëerbiedigd werd. Hij won ook twee etappes, deed over de drie tijdritten globaal ruim een minuut minder dan Jai Hindley, aan wie hij op de Etna 1’56” toegaf nadat hij zich bekommerde om zijn gevallen kopman Geraint Thomas. Misschien is dat zijn geluk geweest, anders kwam hij te vroeg in het bezit van la maglia rosa. Deze ontwikkeling lijkt wel een copy paste van die van Tadej Pogacar in de Tour, die in de waaierrit naar Lavaur 1’21” verloor en zich in de luwte van Jumbo-Visma kon koesteren zoals Tao Geoghehan Hart in die van Deceuninck-Quick.Step.


Toch blijf ik er bij dat Tao Geoghehan Hart met eindwinst in deze Giro als een éénoog koning was in het land der blinden. Hij zal ongetwijfeld nog (mooie) koersen winnen maar voor het eindpodium van een grote ronde zal een ‘one hit wonder’ blijven zoals onder anderen Oscar Pereiro en Carlos Sastre in de Tour van 2006 respectievelijk 2008. Hijzal zijn aflopend contract bij Ineos ongetwijfeld verlengen want hij zit er, wars van prestatiedruk, veilig geborgen en gebeiteld.

 

Tao Geoghehan Hart op 19 juni 2011 in actie in Poeke,
waar hij tweede zou worden na Edward Planckaert.

Tao Geoghehan Hart is een jonge bekende van bij ons die tijdens de lente van 2011 als tweedejaarsnieuweling frequent in West-Vlaanderen koerste. Hij won tweemaal in Krombeke, tussendoor in De Haan en tenslotte ook in Slypskapelle. Vooral Cil De Smaels, Seppe Dhont, Kevin Nobus, Edward Planckaert, Floris Thoré en Gauthier Vandevoorde kregen bij die gelegenheden met hem te maken. Ook speaker Gilbert Vandromme en Rudy Goethals (d’Heietrappers De Haan) willen zich hem nu graag herinneren.

Als junior werd hij (na Mads Pedersen en Nathan Van Hooydonck) derde in Paris-Roubaix 2013 en als belofte derde (na Anthony Turgis en Dylan Teuns) in Liège-Bastogne-Liège 2014. Die combinatie wijst op een benijdenswaardige veelzijdigheid voor het ééndagswerk maar als klassementsrenner heeft hij (hoewel 20ste in de Vuelta 2019) minder in zijn mars.


Tao Geoghehan Hart is een interessante duizendpoot. De overlevering leert dat hij als tiener niet voor één sportgat te vangen was: eerst voetballer en daarna kanaalzwemmer, die als 13-jarige deel uitmaakte van de Brits vijftal dat het Kanaal overzwom. Hij maakte deel uit van de Britse pisteschool maar hij kon er zich (nochtans tweede na Owain Doull in de Britse puntenrit 2011 en tweede met Jonathan Dibben, Christopher Latham en Samuel Lowe in de Europese ploegenachtervolging in Anadia 2012) niet helemaal in vinden. Mark Cavendish hielp hem switchen naar de weg en zie waartoe dat leidde én nog zal leiden maar allicht niet meer naar de hoogste regionen van een grote ronde, al mag hij mij altijd verrassen, vrij graag zelfs want mijn ongelijk is hem zeker gegund.