maandag 30 januari 2023

De vice-wereldkampioen na Remco in Innsbruck

 

Marius MAYRHOFER

allicht een ééndagsvlieg

 

Het was meer dan een beetje het weekend van het omstreden Team DSM. Tussen de beide dagzeges van Sam Welsford door won Marius Mayrhofer de zevende Cadel Evans Race, een manche van de World Tour, waarin amper 98 renners aanzetten. Eigen schuld dikke bult voor het organiserende Events South Australia, dat het bestaat om tussen zijn Tour Down Under en de ééndaagse Cadel Evans Race een volle week te laten zodat nogal wat teams het vertikten om hun verblijf te rekken en aan de beide manches deel te nemen.


perempic@rchief - foto DSM

Het mangelde de zevende editie daardoor niet enkel aan kwantiteit maar evenzeer aan kwaliteit en dat weerspiegelt zich ook in de uitslag die meer weg heeft van die van een 1.1 wedstrijd dan van World Tour manche.

Het zal Marius Mayrhofer worst wezen. Hij zegt jou waarschijnlijk weinig of zelfs niets maar hij is wel de vice-wereldkampioen 2018 van de junioren in Innsbruck, waar hij de laatste prooi van Remco Evenepoel tijdens diens zogezegd uitzichtloze inhaalrace na dubbele brute pech in het begin van de koers. Remco liet Marius nog even in zijn hete spoor meedrijven zodat die de tweede plaats kon vrijwaren.

Veel kon de Duitser daar niet aan toevoegen. Als belofte kwam hij voor geen enkele overwinning in aanmerking. Toch mocht hij doorstarten in het World Tour Team van DSM met een negende plaats in de daguitslag van de Tour of Britain als beste resultaat in 2022.

In 2023 moest het dus het anders en dat werd het al meteen met vooral een triomf in de Cadel Evans (Great Ocean Road) Race, waarin hij in een groepssprint kansloos zou zijn geweest tegen Michael Matthews en Caleb Ewan en op wie hij dan maar in een scherpe afdaling de vlucht vooruitnam en de bolides zo afhield.

Of dit voor de 22-jarige Duitser de opstart betekent van een riante carrière durf ik sterk te betwijfelen, ik verwacht mij eerder aan een little one hit wonder.

Na 5 wereldtitels en 2 Olympische medailles op de baan

 

Sam WELSFORD

a new sprintkid in town

 

Francesco VAN COPPERNOLLE 

klopte hem in Drongen in 2016!


Sam Welsford werd vorig jaar derde in de Scheldeprijs. Hij werd een kleine halve minuut na de solerende Alexander Kristoff in de spurt voor de tweede plaats geklopt door Danny van Poppel. Het viel Welsford te beurt vijftien jaar nadat Mark Cavendish de Scheldeprijs won. Out of the blue want voor de Brit was het de allereerste overwinning van betekenis.


perempic@rchief.be - foto Peter REMMERIE

Sam Welsford, die tien dagen geleden 27 jaar werd, is net als Cavendish een adept van de baan, met de ploegenachtervolging als favoriete discipline waarin hij vijf wereldtitels behaalde (in 2013 en 2014 als junior; in 2016, 2017 en 2019 bij de elite. In 2019 veroverde hij ook de regenboogtrui van de scratch. 
Daar had hij graag een Olympische titel toegevoegd maar in Rio de Janeiro 2016 waren de vier Britten (onder wie Bradley Wiggins) de Australiërs te sterk af en in Tokyo 2020/2021 was het Italia (aangevoerd door Filippo Ganna) dat hen de das omdeed. Denemarken ontfuselde Australië ook nog het zilver. 

Op 26 mei 2016 maakte Welsford zijn opwachting in de 1.12 koers van Drongen (132 dln.), waar hij Francesco Van Coppernolle hem te vlug af was.

Vanaf 2022 schakelde Welsford, in de armen gesloten door Team DSM, volledig naar de weg en dat ging al meteen vrij goed af. Drie weken vòòr de Scheldeprijs werd hij al vierde in de Bredene Koksijde Classic en tien dagen na Schoten won hij van Jasper Philipsen de vijfde rit van de Tour of Türkiye. Daarna kwam Sam nog enkel in de ZLM Toer in aanmerking voor de vette prijzen.

Dat zal dit jaar anders zijn want Sam won de beide slotritten van de Vuelta a San Juan waarbij hij onder anderen Sam Bennett, Fernando Gaviria, Fabio Jakobsen, Giacomo Nizzolo, Elia Viviani, … over de knie legde. Dan heb je je naamkaartje afgegeven en mag je over anderhalve maand ook opnieuw in Vlaanderen verwacht worden. 


zondag 29 januari 2023

Ssst, hier rijpt een allrounder!

 

Lennert VAN EETVELT

dichte ereplaatsen mogen 

géén zure nasmaak hebben

 

Daags na zijn derde plaats in de Trofeo Andratx is Lennert Van Eetvelt tweede geworden in de Trofeo Serra de TramuntanaIndien het een rekenkundig rijtje betreft dan wint hij vandaag de Trofeo Palma. Hij mag evenwel ook met minder tevreden. Zijn entree in de beroepscategorie is nu al overgeslaagd.

Van Lennert Van Eetvelt zal men zich vooral herinneren dat hij in het EK en in het WK van 2021 Thibau Nys assistkoning was, die in Trento (Lennert werd daar zelf nog vijfde) won en Leuven het podium miste omdat Lennert door een val werd uitgeschakeld.


Lennert Van Eetvelt, hier in de driekleur van het BK tijdrijden 2021
die hij in Koksijde op zijn 19de verjaardag veroverde.

In 2022 kreeg men de ware Lennert nog meer te zien met. Behalve eclatante overwinningen in La Get UP Cup - Aywaille en bovenal in de Course de la Paix (ook een dagzege) voerde hij een recital van dichte ereplaatsen op: 6de in de Tour de Normandie, 2de (na het Franse toptalent Romain Grégoire) in Liège-Bastogne-Liège, 2de (na Leo broer van Ethan Hayter) in de Giro d’Italia u23, 2de (andermaal Grégoire) in La Flèche Ardennaise, 2de (na Thimo Willems) in de GP Vermarc, … Zijn Belgische titel in het tijdrijden (in Koksijde op zijn 19de verjaardag) kon hij niet verlengen maar door Alec Segaert (-15”) en Jonathan Vervenne (-14”) nipt geklopt worden was meer dan eervol. 

Zo sprankelend zijn lente was, zo tragisch verliep zijn zomer. Na de Course de la Paix en de Giro wilde hij ook op het podium van de Tour de l’Avenir maar die moest hij (als vierde in de tussenstand) na zes dagen met een keelontsteking verlaten. Dat was hem in juli in de Giro della Valle d’Aosta - Mont Blanc al overkomen na de eerste dag. Hij vermande zich nog in Tour Alsace (2de na de Brit Finlay Pickering) maar dat kon zijn zomer niet vergoelijken. De Tour of South Bohemia (13de) in september kwam hij nog goed door maar ook die voerde hem niet in optima forma naar het WK in Australië met matige 14de ( tijdrit) en 17de ( wegrit) plaatsen voor gevolg.

Die kommer en kwel van de (na)zomer 2022 werd deze maand helemaal van tafel geveegdLennert Van Eetvelt behoort tot de happy few die tijdrijden en hoogtemeters met bijval combineert en zo’n allrounder kan Lotto-Dstny uitstekend gebruiken.

Zijn programma (bron: procyclingstats.com) van de komende drie maanden oogt nogal (té) zwaar, dunkt mij: de Tour des Alpes, de Ardèche - en de Drome Classic, de Trofeo Laigueglia, de Strade Bianche, de Volta a Catalunya en het Ardens tweeluik.

Zijn gestarte universitaire ‘toegepaste informatica’ aan de UC Leuven-Limburg werden begrijpelijk ‘on hold’ gezet.  

zaterdag 28 januari 2023

Hij heeft al wat meegemaakt …

 

Kobe GOOSSENS:

het (on)tij lijkt eindelijk te keren

Kobe Goossens is van origine een adept van het terrein (eerst BMX, dan veldrijden). Zelfs een vijfde plaats op het WK voor junioren in Hoogerheide (twee rangen en 20” vòòr Eli Iserbyt) en een derde in de Wereldbeker hielden hem niet in het veld omdat hij als belofte de lijn niet kon doortrekken zoals hij dat voor ogen had. Zelfs zijn dorpsgenoot Sven Nys moedigde hem aan om voor de weg te kiezen. Kurt Van de Wouwer speelde daar vanaf 2018 op in en als belofte van Lotto-Soudal draalde Kobe niet om zich vooral op de hoogtemeters te onderscheiden. Een complexe enkelbreuk in Le Tour de Savoie Mont Blanc halveerde dat seizoen waarin hij eerder vooral tweede was geworden in de Tour du Jura, wat hij het jaar daarop oplijstte met een dag- en dé eindzege. In de Circuit des Ardennes (derde), de Tour du Loir & Cher (achtste) en de Vuelta a Navarra (tweede) waren hem dichte ereplaatsen weggelegd. 

perempic@rchief.be - foto Peter REMMERIE

Eén en ander volstond voor de grote oversteek naar de beroepscategorie en weer stond Kobe er van meet af aan met een 12de plaats op zijn openingsdag in de Trofeo Serra de Tramuntana (Sp.) gevolgd door een aanwezigheid in de langdurige aanval van de zware openingsrit der Ruta del Sol, waarmee hij een eerste keer de sporen drukt van zijn trekkend voorbeeld Thomas De Gendt.

Drie jaar later heeft Kobe een hele en vooral hobbelige weg afgelegd. Tegenslagen maakten hem alleen maar sterker  en weerbaarder.

Hij zou de drie verschillende grote ronden tot een goed einde volbracht hebben indien hij in de Giro niet zoveel brute pech had gekend.

In de eerste daarvan, de Vuelta, maakte hij de beste beurt met een 24ste eindplaats. Indien hij zich initieel op een klassement had toegespitst dan was hij vlotjes de top 20 binnengedrongen.

In de Giro 2021 viel hij, na een offensieve beginweek en een uitmuntende zesde plaats op Guardia Sanframondi, letterlijk uit met een zwaargeraakte rechterhand waarmee hij nog enkele dagen volhardde.

2022 beloofde meer en beter maar op de voorlaatste dag van de Itzulia Basque Country (waarvan hij veel verwachtte) werd hij door de roekeloze ex-mountainbiker Milan Vader in een zware val meegesleurd. Hij hield er een zware hersenschudding en een serieus geraakte rug aan over, die hem twee maanden aan de kant zette en zijn debuut in de Tour in het gedrang bracht. Het kwam alsnog goed via een meer dan behoorlijk Critérium du Dauphiné en een aansluitende stage in Livigno. 

In de Tour kende hij zijn opdracht: zijn kopman Louis Meintjes een derde keer in de top tien loodsenDat lukte: na achtste plaatsen in 2016 en 2017 werd het zelfs een zevende voor de 30-jarige Zuid-Afrikaan met wie Kobe een aantal vergelijkingspunten heeft, misschien kan hij zelfs diens rol als klassementsrenner overnemen of zou hij zich liever vinden in momenten zoals er hem gisteren één te beurt viel in de Trofeo Andratx? 

Geen volslagen verrassing want het tijdstip en de omgeving liggen hem. Vorig jaar werd hij in de Challenge Mallorca opeenvolgend zevende, vijfde en negende. Dat herhaalde hij dit keer in de overtreffende trap: twee dagen na een zevende plaats in de Trofeo Calvia won hij met een groot nummer de Trofeo Andratx met een aanval op 70 km. van de finish die enkel Cian Uijtdebroeks kon of wilde beantwoorden. De benjamin van Bora-Hansgrohe was evenwel minder bestand tegen de regen en de kou en kon Kobe almaar minder steun bieden en dus nam hij nog meer de vlucht vooruit om de versnellende uitgedunde groep achtervolgers af te houden.

Er wacht het competitiebeest in Kobe Goossens het komende halfjaar een copieus programma: de Algarve, Paris-Nice, het Baskenland, Romandië, het Critérium du Dauphiné en bovenal een tweede Tour de France. Deze marathon zal hem, aan de vooravond van zijn oogstjaren, duidelijk maken waar zijn doelen zich bevinden.

 

Beter dan over twee maanden …

 

Moge dit voor REMCO 

een leerzame tik zijn!

Remco Evenepoel zal met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de Vuelta a San Juan geen tweede keer winnen en al evenmin een elfde rittenkoers op zijn palmares bijschrijven.

Net het tegenovergestelde was een aangekondigde kroniek die Remco al meteen wilde afdwingen: hij voelde zich geroepen om al op ruim tien kilometer van de top van de Alto Colorado toe te slaan. Zoiets doe je enkel op een superdag zoals hij er één had in LBL en op het WK. Hij zal ook wel geweten hebben dat hij die gisteren niet had en dus had zijn onverhoedse uitval meer van the raid of the loser die het ook bleek te zijn want weinig kilometer verder kwam Remco zichzelf tegen en werd hij achtergelaten in plaats van achter te laten. De andere favorieten zullen ook wel not amused geweest zijn dat  hij hen al zo gauw wilde wegzetten. Ook Remco’s kompanen werden er niet vrolijk van dat hun onverdroten inzet te weinig rendement opbracht. Het enige positieve dat eraan vastzit, is dat Remco zich vermande in plaats van helemaal in te storten of het te laten lopen, wat hij trouwens nooit doet.

De bedenking dat de Colombianen (met hun zevenen in de top tien van de daguitslag) al meer gewoon waren aan de ijle lucht werd gerelativeerd door Filip Ganna (tweede op een halve minuut van Miguel Ángel López) van tafel geveegd. Remco had behoedzaam in het spoor van de gemetamorfeerde Italiaan moeten eindigen maar ook dat zou voor de brede publieke opinie als een nederlaag worden geëvalueerd.

Wat Remco gisteren overkwam, is een nuttige tik maar géén dreun van jewelste. Dat de perceptie daarbij wil dat hij (nog) te zwaar staat en dat dit de naweeën kunnen zijn van een overdrukke winter met allerlei verplichtingen en andere geplogenheden is niet onomkeerbaar en overkomt hem op het juiste moment, beter nu dan over een kleine twee maanden in Catalunya. Geen man overboord dus maar een wijzere Remco die nu wel zal beseffen dat het meestal beter is om zich zo lang mogelijk in de comfortzone van de favorietengroep te vertoeven.

Wat de cruciale rit van deze Vuelta a San Juan nog leerde: 

Filippo Ganna zal terug zien als een allrounder van wie er, behalve in de tijdritten, ook opnieuw hoogstandjes mogen verwacht worden zoals hij er één opvoerde op Camigliatello Silano in de Giro van 2020.

Yves Lampaert reed op dit vroege tijdstip nooit beter en is tuk op een spraakmakende lente. Op de Alto Colorado verloor hij geen twee minuten op Ganna en over zes weken zal dat in Paris-Roubaix veel minder zijn.

 

vrijdag 27 januari 2023

Theo Belmondo VERSCHUEREN 

de ongekroonde koning 

achter de zware motoren  

 

Theo Verschueren is vandaag aan zijn 80ste lente begonnen.

Hij werd in Nederland (Sint-Jansteen, Zeeland) geboren maar is een volbloed Vlaming uit het zoete Waasland. Zijn vader, een melkboer, trakteerde hem op een Spartaanse jeugd die hem een stalen karakter bezorgde. 

Theo maakte ophef toen hij begin mei 1963 na de Ronde van België voor liefhebbers (van onder anderen Jos Huysmans) drie weken later ei zo na (op 2” gestrand van Jan Boonen) ook die van de onafhankelijken won. De week daarop won hij de Trois Jours de Hénin-Liétard en werd hij aansluitend (na Ferdinand Deferm en Julien Haelterman maar vòòr Guido Reybrouck) derde in het lastige BK in het Naamse Waret was Frans Cools van Dr.Mann er als de kippen bij om hem in de armen te sluiten. Theo bedankte en won als 20-jarige neoprof meteen de kermiskoersen van Sint-Niklaas en Ekeren. Het jaar daarop won hij binnen de maand de Antwerpse Pijl, Wetteren en bovenal de GP d’Orchies (Fr.) maar eigenaardig had hij als wegrenner op zijn 21ste al het beste gehad nadat hij op training vol op een vrachtwagen knalde, waarna het langdurig voor geen meter meer liep. Pas twee jaar later kwam aan het licht dat hij bij die horrorcrash het levervlies had gescheurd. Misschien was dat zijn geluk bij een ongeluk.

Theo Verschueren bij een aflossing met René Pijnen
tijdens de door hen gewonnen zesdaagse van Antwerpen in 1972.

(perempic@rchief.be - Foto Peter REMMERIE)

Tijdens de winter 1964-65 werd Theo met Robert (vader van John) Lelangue eerst kampioen van België ploegkoers en vervolgens achter de derny. Daar zat meer genoegen en rendement aan vast dan op de weg, waarop hij enkel nog in Sint-Gillis-Waas 1966 en in Sint-Niklaas 1967 zou winnen. De toon was gezet voor het vervolg van zijn carrière dat zich nog uitsluitend op de ovalen zou afspelen. Het leverde hem een dozijn Belgische, vijf Europese (achter dernymotoren) en twee mondiale (stayeren in Varese 1971 en Marseille 1972) op. 

Toen de UCI besliste dat de coureur en de gangmaker dezelfde nationaliteit moesten hebben, waardoor Theo niet meer verder mocht met zijn vertrouwde Noppie Koch (Ned.), hoefde het niet meer voor hem, een beetje overacting toch want ook met een andere voorrijder had Theo nog enkele titels kunnen  behalen.

Theo verdrong Peter Post als de absolute grootmeester achter de dernymotoren, waarvan hij in 1970 met 64,546 km. de fiere werelduurrecordhouder werd.

Hij nam ook deel aan 67 zesdaagsen maar hield zich in die jungle meestal gedeisd en nam dus genoegen met twee overwinningen, beide in Antwerpen behaald: in 1968 met Sigi Renz en Emile Severeyns en in 1972 met Leo Duyndam en René Pijnen.

Zijn meest sprankelende moment viel hem allicht te beurt tijdens de zesdaagse van Köln in 1972 toen hij tijdens een dernyrace van een kwartier het gashendel helemaal opentrok en daarbij de Duitse coryfeeën Rudi Altig en Klaus Bugdahl op twaalf ronden knalde. Enkel Peter Post kon de ontketende Waaslander min of meer volgen maar hij bleef tenslotte hangen op vijftig meter en moest na zijn inspanning overeind worden gehouden. Wanneer Belmondo zijn momentum had dan viel er tegen hem amper wat te beginnen.

donderdag 26 januari 2023

Onthou toch maar zijn naam!

 

Marijn van den BERG

die zelfs Arnaud DE LIE klopte

 

Marijn van den Berg heeft in Alcudia de tweede manche van de Challenge Mallorca gewonnen. En het waren niet van de minsten die hij daar duidelijk achter zich hield maar wel Ethan Vernon (de gelegenheidsspits van Soudal-Quick.Step) én Binian Girmay!


Marijn van den BERG wint de openingsrit der Alpes-Isère Tour in 2021.
(perempic@rchief.be - Foto Zoé SOULLARD)

Marijn is voorlopig weinig gekend bij het brede publiek maar daar zou wel eens gauw kunnen veranderen want bij nader inzien blijkt dat zijn jonge verleden meer dan wat voorstelt.

Hij is 23-jarige Utrechter en aan zijn tweede campagne begonnen is bij EF Education-EasyPost, dat hem eind 2021 oppikte bij het opleidingsteam van Groupama-FDJ.

Marijn was in 2017 één van de betere tweedejaarsjunioren van Willebrord Wil Vooruit, hij profileerde zich op uiteenlopend terrein en kwam in de E3 Harelbeke het dichtst bij een overwinning: tweede na Edo Maas, die 2,5 jaar later tijdens de Piccolo di Lombardia in de afdaling van de Madonna del Ghisallo vol inreed op een auto die onverhoeds uit tegenovergestelde richting kwam. Edo hield er een dwarslaesie en bijgevolg een totale verlamming van de onderste ledematen aan over. Het gaat intussen weer relatief goed met Edo, die zich vanuit zijn definitieve rolstoel heeft hij opgewerkt tot een gewaardeerd kunstenaar.


Marijn kon zijn koersweg voortzetten. Hij won als neo-belofte in 2018 de slotrit van Olympia’s Tour en werd hij vijfde in het eindklassement en het jaar daarop, ook opgelijst met een dagzege, de Carpathian Race (Polen) alvorens na David Dekker en Nils Eekhoff derde te worden in het kampioenschap van Nederland. 

Het gebaldecorona seizoen 2020 was niet besteed aan Marijn die in 2021 toch van Metec naar Groupama-FDJ kon muteren om in nogal wat Franse koersen prominent aanwezig te zijn. 

Hij won met de Nederlandse selectie de Poolse tweedaagse Orien Nations GP (Nations Cup) maar bovenal twee ritten (annex eindwinnaar op punten) in de Tour de l’Avenir. Bij die eerste dagzege in Donnemarie-Dontilly haalde hij het zowaar van Arnaud De Lie en dat heeft op vandaag nog meer betekenis dan toen. Dat zal wel meegespeeld hebben bij EF Education-EasyPost om hem voor twee campagnes aan te werven.

Als neoprof hield Marijn het bij een rist verre ereplaatsen waarbij het mij opviel dat de vermelding DNF slechts één keer voorkwam op zijn uitgebreide prestatiestaat van 2022, een doorzetter dus die dit seizoen met de deur in huis valt. Hierna ruilt hij de Challenge Mallorca in voor de Franse openingskoersen in Marseille en Bessèges. Een ‘technische’ sprint aan het einde van een zware koers zal ook daar z’n ding zijn. 

Enkel Pogaçar benadert de drukke agenda’s van weleer …

 

Voeg de programma’s van Wout 

en Remco samen en je bekomt 

de standaard van vroeger

 

Remco Evenepoel, momenteel aan de slag in de Vuelta a San Juan (Arg.) rijdt over een kleine maand de UAE Tour en opnieuw een kleine maand later de Volta a Catalunya. De Italiaanse maart laat hij een zich voorbij gaan om op 23 april titelverdediger te zijn in Liège-Bastogne-Liège. Twee weken later volgt al de Giro waarmee hij zijn eerste seizoenshelft afsluit. De Belgium Tour (14-18 juni) zal er wellicht nog bijkomen om zes weken later te hernemen en de Clasica San Sebastian een derde keer proberen te winnen. Dan wenkt stilaan het (ten opzichte van de vorige jaren éénmalig anderhalve maand) vervroegde WK in Glasgow, waar Remco zowel de tijd- als de wegrit aansnijdt. 

Wout van Aert rijdt een totaal ander programma. Na een winter met 14 veldritten op het scherp van de snee begint hij aan een Italiaanse maand maart die hij voortzet in Vlaanderen en begin april reeds afsluit in Roubaix. De Amstel en L-B-L worden geskipt. Wout herbegint pas twee maanden later in de Tour de Suisse als aanloop naar de Tour, waarin hij de meeste ritten als een klassieker opvat. Daarna gaat hij er opnieuw voor een maand van tussen tot vervroegde WK in Glasgow, waar hij enkel de wegrit doet. Zonde van de tijdrit waarin hij gegarandeerd op het podium zou staan na een uniek duel met Remco (zoals in 2021 tussen Knokke-Heist en Brugge dat hij afgetekend won). Ook in de Giro di Lombardia, waaraan Wout overigens nog niet deelnam, komt er geen volgend duel, hoe jamer is dat!

 

De programma’s van beide Vlaamse antagonisten roepen het beeld op van kaas met grote gaten waarbij iets meer begrip voor Evenepoel, die tenslotte nog altijd maar 23 jaar is terwijl de 28,5-jarige van Aert in volle wasdom aan zijn oogstjaren bezig. 

 

Voeg de programma’s van Wout en Remco samen en nog bekom je de standaard niet die inzonderheid Eddy Merckx en meer anderen indertijd hanteerden.

Tadej Pogaçar benadert die overdrukke agenda nog het dichtst. Ook dit jaar werkt hij op zijn 24ste een copieus programma af met eerst de UAE Tour, vervolgens de Italiaanse maand maart waarna Waregem en Vlaanderen, het Ardens tweeluik, een exhibititie in eigen land, waarna al voor de vierde opeenvolgende keer de Tour, die hij tweemaal won en waarin hij vorig jaar door Jonas Vingegaard van zijn sokkel gestoten werd. 

De Sloveen trok zich niet uitgeblust in een donker hoekje terug maar zette door in San Sebastian, Plouay en het Canadees tweeluik (waarvan hij Montréal won). Hij reed vervolgens, met matig succes, de beide WK’s en voegde er nog een Italiaanse oktober aan toe met een tweede opeenvolgende triomf in de Giro di Lombardia als slotakkoord. Eén en ander leverde hem overterecht en voor het derde opeenvolgende jaar het predikaat ‘renner van het jaar’ op.

Tijdens de 20ste eeuw werd het welslagen van een coureur uitgedrukt in zijn palmares, nu in zijn bankrekening. Voor welk scenario zouden jij en ik kiezen? Onvoorstelbaar hoe relatief weinig Eddy Merckx, dé primus inter pares, heeft verdiend in vergelijking met de huidige toppers die op hun beurt nog onderbetaald zijn in vergelijking met andere sporten of wat daarvoor moet doorgaan.

Winnen doet hij nog slechts om de … drie jaar

 

Rui Alberto Faria da COSTA 

de vergeten wereldkampioen

 

… zo werd hij al genoemd aan het begin van het seizoen 2020 na winst in de openingsrit van de Tour of Saudi Arabia. Zijn vorig succes dateerde al van bijna drie jaar geleden in dezelfde buurt, de Abu Dhabi Tour, waarin hij een dagzege in de eindoverwinning verlengde. Nu won hij de eerste manche van de Challenge Mallorca en winnen, zijn Portugese titel buiten beschouwing gelaten, was alweer van drie jaar geleden. Ook inzake ereplaatsen was het de voorbije seizoenen een mager beestje zodat men zich afvroeg wat Intermarché-Circus-Wanty in deze 36-jarige uitboller nog zag. Het eerste antwoord kwam er al meteen maar of er nog meer volgen?

 

Hoevelen zouden zich nog herinneren dat Rui Alberto Faria da Costa in Firenze 2013 wereldkampioen werd, waarbij hij de rivaliserende Joaquim Rodriguez en Alejandro Valverde alsook de pechvolle Vincenzo Nibali afhield? Het viel hem te beurt aan het einde van zijn beste seizoen met een rist ereplaatsen in de mooiste koersen opgelijst met twee dagzeges en dé eindzege in Zwitserland maar bovenal twee bergetappes (in Gap en op Le Grand Bornand) in de Tour. Een spraakmakend klassement zat daar niet aan vast wel een 27ste plaats. Om veel dichter te eindigen is hij niet bestendig genoeg want de momenten overstijgen de regelmaat. 

Rui kon het dus ook in de ééndagskoersen, waarvan hij vooral de GP de Montréal in 2011 won (twee maanden nadat hij zijn naamkaartje afgaf in de Tour op Super-Besse) en het podium haalde als derde in de Giro di Lombardia 2014 en in Liège-Bastogne-Liège 2016. 

Rui Alberto Faria da Costa is na wijlen Joaquim Agostinho de beste Portugese coureur ooit. Die kon wel een spraakmakend klassement afdwingen en dat vooral in de Tour, waarin hij pas op zijn 26ste debuteerde maar wel een dozijn keer in de top vijftien eindigde, in 1978 en 1979 werd hij zelfs derde. In de Vuelta 1974 werd hij (+11”) tweede na Jose Manuel Fuente. Hij scoorde vanaf 1970 een loepzuivere hattrick in de ronde van zijn land. 

Portugal is géén traditionele wielernatie met toch vooral ook nog deze vier:

Acacio Da Silva (vijf dagzeges in de Giro en drie in de Tour, vijfde in Liège-Bastogne-Liège 1984 en in de Giro di Lombardia 1986);

Jose Azevedo (vijfde in de Giro 2001 en in de Tour 2004);

Jose Martins (een klassementsrenner die vooral in Spanje sporadisch in de tweede rijopdook).

De jongste jaren is daar de inmiddels 24-jarige JoãAlmeida bijgekomen. Die blinkt vooral uit in de Giro, waarin hij driemaal opeenvolgend rond de top vijf zou zijn geëindigd indien hij vorig jaar omwille van een covid-besmetting niet naar huis was gestuurd. In de plaats daarvan werd hij drie maanden later vijfde in de Vuelta.

dinsdag 24 januari 2023

Wie verzint het om een oubollig reglement te behouden én naar de letter toe te passen?

 

Topclub Isorex geweerd uit de Beker van België

 

Je houdt het niet voor mogelijk maar Isorex mag dit jaar nièt deelnemen aan de Beker van België voor junioren en nieuwelingen (waarmee ze in 2022 tweede werden). Wat betreft de junioren is dat, gezien de copieuze internationale kalender met een pak .1 manches in eigen land, minder erg dan bij de nieuwelingen die niet bulken van meerwaardige binnenlandse wedstrijden en waarvoor buitenlandse alternatieven worden opgezocht.

Isorex Gavere is een absolute topclub die zowat honderd youngsters ondersteunt: miniemen, aspiranten, nieuwelingen, junioren en voortaan ook meisjes jeugd. Meer rolmodel dan Isorex kun je dus niet zijn. Omdat ze per 31 oktober 2022 één miniem te weinig hadden worden ze tot nader order nièt als een jeugd(label)team aanzien. Dit is toch om je duim in je gat te breken?! Persoonlijk aandringen van voorzitter Jean-Jacques Mornie haalde niets uit. Voor hem, die inzake sponsoring een zware voetafdruk heeft en Belgian Cycling steunde bij de BK’s tijdrijden in Gavere, moet dit aanvoelen als een rake klap in het gezicht.


 Mauro Keppens, hier als aspirant nog in neutrale kleuren, wordt dit jaar dé eyecatcher
van de Isorex-nieuwelingen maar allicht niet in de manches der Beker van België. 

Isorex rekent nu op wildcards om met de nieuwelingen alsnog aan enkele van de amper vijf manches (Katjeskoers, Mouscron, Vanspringel, Escanafles en Glineur) van de Coupe de Belgique te laten deelnemen alsook sollicitaties voor buitenlandse koersen maar de ondervinding leert dat dit in eigen land veelal op een njet zal uitdraaien.

De nieuwelingen van Isorex zouden nochtans opnieuw een meerwaarde geweest zijn voor de vermaledijde Beker van België. Mauro Keppens, de primus inter pares der aspiranten van het bouwjaar 2008, komt erbij en ploegleider Franco Heyse heeft ook de goede gewoonte om er enkele Scandinaafse talenten in zijn selecties te integreren.

Indien de andere clubs het goed meenden met het niveau van de Beker van België dan hadden ze er en bloc moeten op aandringen dat Isorex alsnog gerehabiliteerd werd om het niveau der Beker van België koersen op peil te houden in plaats van te nivelleren. 

Ook de West-Vlaanderen Tour speelde Isorex vorig jaar parten. Bij beurtrol waren zij er, net als Avia-Rudyco, niet welkom in 2022 maar indien ze daarover niet teveel misbaar hebben gemaakt dan mogen ze dit jaar wel deelnemen.

Voorzitter-penningmeester Jean-Jacques Mornie (de zoon van créateur-fondateur Eugène) is not amused met de verbanning van zijn club. Men had dit kunnen anticiperen door de deadline te verleggen of de club te verwittigen dat ze één miniem te weinig hadden. Inmiddels tellen ze er acht en kunnen ze zelfs al met een … crèche beginnen.

Belgian Cycling zou één en ander nog eens herbekijken maar wees er maar bijna heel zeker van dat het niet meer wordt dan: ze dronken nog een glas, maakten een plas en alles bleef zoals het was. 

Het kan derhalve niet genoeg herhaald worden: in België kun je coureur worden niet dankzij doch ondanks de wielerbonden.

maandag 23 januari 2023

 Exit Halle-Ingooigem

Halle-Ingooigem zal volgens DirectVelo niet meer zijn in 2023, al was hij eigenlijk al niet meer vanaf de coronapandemie in 2020. Een nieuwe organisatie komt in de plaats, de Grote Prijs van de stad Hal op zondag 13 augustus, een 1.2 zoals de UCI het hen voor de eerste editie oplegt.


Dries De Bondt zal geboekstaafd worden als de ultieme winnaar van Brussel-Ingooigem in 2019.

Halle-Ingooigem heette tot 2005 Brussel-Ingooigem met start in Sint-Agatha-Berchem en telde 72 edities. Rik Van Steenbergen is de illustere opener van de erelijst, hij won op 13 juni 1945 vòòr Briek Schotte en Berten Sercu  en werd zo de voorloper van nog meer (overwegend Vlaamse) ronkende namen op de hoogste trede van het podium: Germain Derycke (1952), Roger Decock (1955), Leon Vandaele (1957), Noël Foré (1959), Benoni Beheyt (1962), Herman Vanspringel (1966), Daniël Van Ryckeghem (1967), Roger De Vlaeminck (1969), Patrick Sercu (1974), Walter Planckaert (1977), Eddy Planckaert (1983) en Eric Vanderaerden (1986). Ook de regionale helden lieten zich in de thuishaven van Stijn Streuvels niet onbetuigd: Georges Decraeye (1961), Romain Furnière (1968), Dirk Baert (1978) en Eric Van Lancker (1994). Door de naamverandering en de vèr verlegde startlocatie vanaf 2005 promoveerde het geesteskind van Yvegem Sportief van een veredelde kermiskoers naar een 1.1. Het traject werd bezwangerd enkele bekende Vlaamse hellingen met de Tiegemberg als ultieme scherprechter.

Hoewel het West-Vlaamse wielrennen best tegen een stootje kan voelt het wegvallen van Brussel-Ingooigem aan als een pijnlijke aderlating.

Jenthe BIERMANS eerste podium kan een nieuw begin zijn

 

Jenthe Biermans was een gevierd jeugdrenner die als junior in Tervuren 2013 kampioen van België werd en die twee maanden later in de driekleur de Ronde van Vlaanderen won van onder anderen Nathan Van Hooydonck.

Als belofte stak hij die prestaties naar de kroon met tweede plaatsen in Paris-Roubaix 2015 (na de Zwitser Lukas Spengler) en in 2016 (na Filippo Ganna) en (na Nathan Van Hooydonck) in het BK aan de Lacs de l’Eau d’Heure. 


 Jenthe BIERMANS was een veelgelauwerde jeugdrenner. 

Eén en ander leverde hem een stagecontract op bij Wanty-Gobert maar het was Katusha-Alpecin (met Alexander Kristoff als absolute kopman) dat hem voor drie seizoenen in de armen sloot. 

Jenthe BIERMANS, de voorbije drie seizoenen uitkomend voor Israel - Premier Tech.
(perempic@rchief.be - foto Peter REMMERIE)

Vanaf 2019 kwam hij even goed terecht bij Israel - Premier Tech met Sep Vanmarcke als vooruitgeschoven pion. 
Eigen resultaten waren ook daar niet aan de orde, al zag je hem in de uitslagen toch geleidelijk opschuiven, een trend die hij op zijn 27ste wil voortzetten met in Valencia eindelijk een eerste podium dat hij deelde met de piepjonge Arnaud De Lie en good old Edvald Boasson Hagen (35).
Nu is er een overgeslaagd debuut bij Arkéa-Samsic met landgenoot Amaury Capiot en met Warren Barguil, Nacer Bouhanni, Clément Champoussin, Hugo Hofstetter, … als voornaamste kompanen

Zijn nieuwe ploeg brengt hem in een kansrijkere uitgangspositie voor Paris-Roubaix, al lijkt de Ronde van Vlaanderen hem volgens een 26ste plaats in 2021 nog beter te liggen. Het komende voorjaar zal duidelijk maken of hij op zijn 27ste hogere aspiraties mag voeden.

Het zit er bovendien dik in dat hij na tweemaal in de Giro, die hij in 2019 en 2022 feilloos uitreed, mag opdraven in de Tour en wanneer alles in de juiste plooi valt is ook daar meer mogelijk dan op dit moment wordt ingeschat.

 

Daar is hij al: Arnaud DE LIE, die men hopelijk niet uitperst


Nog tien dagen vroeger dan een jaar geleden in de Trofeo Playa de Palma (1.1) heeft Arnaud De Lie zijn openingstreffer aangetekend. Hij haalde het in Valencia (1.1), van de uitgedunde hoofdgroep. Zelfs de de 18 km. lange Alto de Bixauca, met de kruin op 24 kilometer van de streep, kon hem niet vermurwen, wel  integendeel het was een natuurlijke bondgenoot om ruim het verschil te maken. Deze triomf is de vrucht van hard werken tijdens de winter met het almaar verder voor zich uitschuiven van zijn limieten. 


Deze foto dateert van nog maar acht jaar geleden:
Arnaud als drager van de driekleur der aspiranten.

Arnaud is meer dan een notoir sprinter, hij kan almaar beter zijn plan kan trekken op geaccidenteerd terrein. Dit zet de toon voor nog meer en beter, waarbij ik toch mijn hart vasthou dat men zijn kaars niet aan de beide uiteinden opbrandt. Arnaud maakt (volgens procyclingstats.com) de komende weken zijn opwachting in Marseille, Bessèges, Almeria, Kuurne en Le Samyn, waarna hij doorstoomt naar Paris-Nice en Milano-Sanremo. Ook daarna neemt hij geen adempauze in acht maar wordt hij aangekondigd in Gent-Wevelgem, Dwars door Vlaanderen in Waregem, Paris-Roubaix en de Brabantse Pijl maar niet in de Monseré (die hij vorig jaar won), Nokere (3de), Bredene-Koksijde (9de) en Brugge - De Panne (8ste). Vindt de ervaringsdeskundige ceo Stéphane Heulot dat ook niet ‘wat (te) veel en te zwaar’ voor iemand die tijdens Paris-Nice pas aan zijn 21ste levensjaar begint. 

Het is alsof Arnaud tijdens de eerste drie maanden zoveel mogelijk uci-punten moet sprokkelen om Lotto Dstny terug te brengen in de World Tour, dat het nochtans niet nodig heeft om een interessant programma af te werken? Mathieu van der Poel en de zijnen bivakkeerden al hun vorige seizoenen in de Pro Tour en toch misliepen ze weinig doelstellingen.