dinsdag 5 januari 2021

Een Willy DE BOSSCHER avant-la-lettre

 

Roger ‘le fou’ HASSENFORDER

de clown van de Elzas

waande zich on-aan-tast-baar

 

Tussen 1952 tot 1961 stond hij geboekstaafd als de Pierrot van het peloton met als koosnaampjes "dolle Hassen" en "clown van de Elzas", die zich meer attractie dan uitblinker voelde tijdens de goede verloonde naTourcriteriums.

De Tour was zijn bestaansreden als coureur en uit die missie haalde hij de leukste brokken: vier gele truien bij zijn debuut in 1953, acht dagzeges (waarvan de helft in 1956) en tweemaal (1955 en 1957) sant in eigen Colmar, waar hij vorige zondag op 90-jarige leeftijd overleed. Standvastigheid was geen deugd want hij voltooide amper één (1950) van zijn zes deelnames. In tegenstelling tot de vertrouwde Vogezen waren de Alpen en de Pyreneeën hem veel te hoog(gegrepen).

Hij begon er, kort vòòr zijn 23ste verjaardag, aan in 1953, kwam in Caen meteen dicht bij een dagzege die hij aan Jean Malléjac moest laten maar de verovering van le maillot jaune  maakte veel goed. Hij peddelde vier dagen als een gele God door Frankrijk. Hij was meer dan een sterke finisher, anders werd hij geen zevende in de 73 km. lange tijdrit van Saint-Etienne naar Lyon. Bij zijn vierde voltreffer in 1956 bereikte hij Montluçon acht minuten eerder dan de eerste anderen.

Roger waande zich incontournable en meende zich alles te kunnen veroorloven. De avant-la-lettre vergelijking met Willy Debosscher gaat meer dan een beetje op. Die richtte zijn pijlen op Patrick Sercu maar bezondigde zich niet aan grensoverschrijdend gedrag. Roger Hassenforder deed dat wel. Zelfs de jonge Jacques Anquetil moest het ontgelden en een koerscommissaris incasseerde enkele rake klappen. De Franse sportcommissie kon niet anders dan hem voor de rest van 1957 te schorsen. Het daardoor rateren van de gebruikelijke criteriumtournee kostte hem een klein fortuin.

1958 werd een maat voor niets maar in 1959 was hij tijdelijk terug met een ultieme dagzege in de Tour, anderhalve maand nadat hij in Bordeaux-Paris enkel had moeten wijken voor Louison Bobet, die er zijn laatste kunstje mocht opvoeren. Roger telde op zeker ogenblik twintig minuten achterstand die hij na een sterke finale naar zeven reduceerde, daarbij illustere Belgen als Guillaume Van Tongerloo, Fred De Bruyne, Frans Aerenhouts, Pino Cerami, Frans Schoubben en Noël Foré vèr achter zich latend.

Voor de andere koersen dan de Tour kon Roger zich veel minder opladen, al won hij zowel in 1956 als in 1958 het Critérium National en eindigde hij viermaal in de top twintig van Paris-Roubaix. Hij behaalde ook een dagzege in het Critérium du Dauphiné 1953 en in de Vuelta 1957. 

Roger Hassenforder had er na 1959 beter un point final achter gezet. Als dertiger was hij nog slechts een schim van zichzelf en dat kon hij moeilijk hebben. Hij zocht zijn toevlucht in alcohol tot zijn familie de rangen sloot en met hem in Kaysersberg (Alsace-Lorraine) naast het geboortehuis van Albert Schweitzer een hotel-restaurant-brasserie opstartte. Het leek ‘de kat bij de melk zetten’ maar ‘Chez Roger Hassenforder’ werd een onnoemelijk succes toeristisch trefpunt, waar niet in het minst (ook Vlaamse) wielerliefhebbers graag op afkwamen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten