Costante Girardengo, de eerste campionissimo & numero uno di Milano-Sanremo
... was gedurende een kwarteeuw beroepsrenner. Hij was ook de eerste die gregari (helpers) inhuurde om zijn zegepad nog comfortabeler te plaveien. Zijn populariteit was zo immens dat de machinist van de trein tussen Milano en Genoa speciaal stopte in het onooglijke plaatsje Novi Ligure opdat Costante in zijn woonplaats zou kunnen stappen. Idiolatrie ten top.
Reeds op zijn twintigste lukte hij zijn eerste voltreffer. In 1913 won hij de Gran Fondo in Milano, de Italiaanse versie van Bordeaux-Paris, eveneens ruim zeshonderd kilometer lang.
Costante Girardengo werd geboren op 18 maart 1893, daags vòòr St. Jozefsdag, decennialang de vaste datum van Milano-Sanremo. Ook Rudi Altig en Miguel Poblet werden op een 18de maart geboren en zij zouden Milano-Sanremo één (1968) respectievelijk twee keer (1957 en 1959) winnen.
Costante Girardengo deed dat, net als Eddy Merckx, zeven keer maar zijn eerste succes (één minuut voorspong op Ezio Corlaita) in 1915 werd hem ontnomen omdat hij in Porto Maurizio (onvrijwillig) van het uitgestippelde parcours afweek. Dat hij daarbij geen hoek afsneed maar een lus extra maakte, kon hem niet redden.
Door de oorlogsomstandigheden kon Costante pas in 1918 revanche nemen met kleine voorsprong op Gaetano Belloni. Dat succes herhaalde hij in 1921, 1923, 1925, 1926 en 1928 en tussendoor werd hij nog driemaal tweede en tweemaal derde.
De Giro werd Girardengo's tweede wingebied. Hij won in 1919, de eerste naoorlogse editie, zeven van de tien ritten en over de totaalafstand deed hij een vol uur minder dan Gaetano Belloni en in weerwil van buitenlandse deelnemers als onder anderen de Zwitser Oscar Egg (de aanstaande werelduurrecordhouder) en de Belg Marcel Buysse. Vier jaar later deed hij dat over door acht van de tien ritten in de spurt te winnen, waardoor hij in het tijdklassement amper 37" minder telde dan Giovanni Brunero. In de Giro kwam hij globaal uit op dertig dagzeges. Enkel Mario Cipollini (42), Alfredo Binda (41) en Learco Guerra (31) behaalden er nog meer.
Grensoverschrijdend stelde Costante Girardengo beduidend minder voor. De Tour in 1914 en Paris-Roubaix in 1924 reed hij niet eens uit en daarmee oogstte hij veel kritiek, niet in het minst van Henri Pélissier, de Franse toonaangever tijdens dat tijdvak. Girardengo gaf hem lik op stuk tijdens een omnium op de Parijse wielerbaan.
Zijn - naar eigen zeggen - mooiste zege viel hem in 1924 te beurt in de G.P. Wolber, het officieuze wereldkampioenschap met aankomst in Paris. Een kopgroep van twintig survivors spurtten voor de podiumplaatsen. De meesten waren er op uit om de illustere Italiaan een hak te zetten. Die nam zijn lot in eigen handen door al vanop vierhonderd een krachtspurt in te zetten en één luttele banddikte op Henri Pélissier over te houden. De Fransman had stilzwijgend begrepen wie 's werelds beste wegrenner van die periode was.
Ook de Giro di Lombardia (1919, 1921 en 1922) werd Gira's prooi. Zelfs in de zesdaagse van Milano liet hij zich gelden: hij won in 1927 (+ Alfredo Binda) en in 1928 (+ Pietro Linari).
Tijdens het eerste officiële wereldkampioenschap, in 1927 op de Nürburgring, incasseerde hij een dreun van jewelste. Zonder pardon moest hij zijn meerdere erkennen in zijn opvolger, de negen jaar jongere Alfredo Binda die hem (toch nog tweede) op volle zeven minuten reed.
Nog had Girardengo niet begrepen dat zijn tijd van gaan gekomen was. Il Vecchio (de oude) ging door tot zijn 43ste levensjaar in 1936. Hij handhaafde zich in de wielrennerij en werd in 1938 de ploegleider van Gino Bartali. Na de Tweede Wereldoorlog sponsorde hij het team van de jonge Rik Van Steenbergen, die Girardengo tot zijn peetvader uitriep. Zijn affiniteit met de eerste campionissimo maakte van hem een driekwart Italiaan. Tijdens zijn duel met Fiorenzo Magni voor de Girozege in 1953 mocht hij zich van het Italiaanse publiek evenwel duwtjes laten welgevallen als de Italianen. Het voerde Rik I naar een onwaarschijnlijke dichtste ereplaats in het tijdklassement.
Costante Girardengo overleed op 9 februari 1978, hij werd net geen vijfentachtig jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten