vrijdag 29 maart 2024

De Ronde van Vlaanderen 

 werd vooral ingekleurd 

 door BRIEK en JOHAN  

 

Voor de die hards is er geen mooiere koers dan de Ronde van Vlaanderen. Johan Museeuw is de aanvoerder van die beweging en dat kan geen verwondering wekken: geen enkele coureur presteerde er beter in als hij: gewonnen in 1993, 1995 en 1998; tweede in 1991, 1994 en 2002; derde in 1996 en 1999; 13de in 1997, 14de in 1992, 15de in 2004 en 16de in 2001. Het leverde hem de eretitel ‘Leeuw van Vlaanderen’ op.

 

De edities vòòr 1946 meegerekend is Briek Schotte de tweede best prestérende: gewonnen in 1942 en 1948, tweede in 1944 en 1950, derde in 1940, 1946, 1949 en 1952. 

Brieks globale voetafdruk op de Ronde van Vlaanderen is nòg zwààrder die van Johan. Hij deed de Ronde twintigmaal als coureur en evenveel keer als ploegleider, die vier keer de winnende coureur aan boord had: Noël Foré in 1963, Walter Godefroot in 1968, Eric Leman in 1970 en Evert Dolman in 1971.

Om zijn betrokkenheid met de Ronde te finaliseren stierf hij op zondag 4 april 2004, op het moment dat de 88ste Ronde van Vlaanderen zich op gang trok. Kon het symbolischer?

 

Briek was ook de trait d’union tussen de periode vòor en die nà de Tweede Wereldoorlog. De Ronde van Vlaanderen kwam pas nà 1945 tot volle ontbolstering. Tot dan toe was het een door de krant Sportwereld (Karel Van Wijnendaeleovergehypte louter Belgische koers, die zowaar frequent op dezelfde dag werd gereden als … Milano-Sanremo. 

 

De Ronde van Vlaanderen groeide na de Tweede Wereldoorlog als kool. Aanvankelijk voerden niet de schaarse hellingen maar wel de overvloedige kasseistroken de boventoon. 

Via wielerflits.be kom ik er achter dat tot 1950 enkel de Kluisberg, de Kwaremont, de Kruisberg en de Edelare in het parcours werden opgenomen. In 1950 kwam de Muur er dus bij, vanaf 1974 de Oude Kwaremont en vanaf 1976 Koppenberg erbijgehaald. De 106de editie telt niet minder dan 18 hellingen, evenwel zonder de Muur en de Bosberg.

 

Opmerkelijk dat Eddy Merckx (1969 en 1975) en Roger De Vlaeminck (in 1977 met niet-winnaar Freddy Maertens als bijna letterlijke gangmaker) gezamenlijk de Ronde slechts drie keer (tegenover samen tienmaal Milano-Sanremo) wonnen wat Eric Leman in zijn eentje voor mekaar kreeg. Geen enkele coureur die zich beter op de Ronde kon focussen als Lemantje, die evenwel geen loepzuivere hattrick realiseerde zoals Fiorenzo Magni (vanaf 1949) wel deed.

De Belgische renners kunnen voor de 70ste keer een ‘sant in eigen land’ plegen, de Nederlanders hebben vorig jaar het dozijn gerond.

Met overwinningen in 2020 en 2022 na een vierde plaats in 2019 en tweede in 2021 (na Kasper Asgreen) en in 2023 (na Tadej Pogaçar) heeft Mathieu van der Poel zich opgewerkt tot één van dé coryfeeën van de Ronde. Indien hij zondag zou winnen dan behoort hij tot de naoorlogse Biggest Five van Vlaanderens (zelfverklaarde) mooiste en kan hij op termijn Johan Museeuw alsnog in verlegenheid brengen als primus inter pares. 

Doodjammer dat Wout van Aert door zwaar tegenzittende omstandigheden (ziekte respectievelijk zware val) voor de tweede opeenvolgende keer uit deze debatten moet blijven.  

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten