dinsdag 11 juli 2023

In verband met ‘zijn’ Puy-de-Dôme zelfs op zijn 95ste verjaardag al helemaal doodgezwegen …


Het gaat op diverse vlakken niet bijster goed met Federico BAHAMONTES 

van wie er in Toledo weinig overblijft 

 

 

De Tour zette, 35 jaar later, eindelijk nog eens koers richting de iconische Puy-de-Dôme zowaar op de 95ste geboortedag van Federico Bahamontes, die er in 1959 daags na zijn 31ste verjaardag de basis legde voor zijn eindzege.

Federico maakte het niet vanop de eerste rij mee, zelfs niet vanop de tweede want het gaat niet bijster goed met hem. Onder de titel De Arend heeft zijn nest verlatenwijdt het onnavolgbare en naar hem genoemde magazine een uitgebreide reportage aan zijn patroonheilige. Hij, die naar eigen zeggen zowel in de koers als in het hele leven van al zijn rivalen heeft gewonnen, is helemaal in de ban geslagen door de 47 jaar jongere deerne Vicky, zijn nanny voor wie hij zelfs zijn (gedurende 70 jaar) boezemvriend Faustino Suarez de rug toekeerde. De fragiele negentiger blijkt sedert de zomer van 2021 permanent in het ziekenhuis van Valladolid (op 265 km. van Toledo) te vertoeven en Vicky waakt er als een kloek over hem zodat niemand te dicht bij zijn rolstoel aanschuift. Nog erger is dat men bij hem alzheimer en/of Parkinson vermoedt.

Whatever, de kans is vrijwel onbestaande dat er ooit nog van Ferderico Bahamonteseen glimp wordt opgevangen. Zou hij het nog beseft hebben dat op zijn 95ste verjaardag de Tour op ‘zijn’ Puy-de-Dôme aankwam en of het hem desgevallend nog interesseerde. Pobre Federico, de womanizer die er prat op ging dat hij op vèr gevorderde leeftijd nog de viriliteit had om veel jongere vrouwen te vergenoegen. Nu lijkt die luxe als een boemerang in zijn gezicht terug te keren. 

 

Ik zag Federico Martin Bahamontes in 2005, ruim 45 jaar later, in Koers(elare) terug na die eerste keer in Snaaskerke, ter Torhoutsesteenweg op de brug over het kanaal Passendale-Nieuwpoort, waar de Tour 1960 koers zette richting Dunkerque/Malo-les-Bains. De publiciteitskaravaan, met musettespeelster Yvette Horner (+11 juni 2018) als eyecatcher, baarde opzien in schril contract met Bahamontes, de titelverdediger,die een klein kwartier na het peloton voorbijstrompelde. Ik wist niet wat ik zag en deelde die verbazing met niet al te veel anderen want het was nog geen congé payé en in die tijd was er nog een werkende bevolking. Hooguit vijftig mensen keken ademloos toe. De ontredderde Federico zou even later opgeven en ’s anderendaags in zijn dooie eentje met de trein ziek naar Spanje terugkeren.

 

De tweede keer in oktober 2005 was het een echte ontmoeting in het Koers(elare), waar Bahamontes te gast was met Jan Wauters (+4 juni 2010), die ik toen eveneens een laatste keer zag.

 

 

Fe-de-ri-co Ba-ha-mon-tes, de Arend van Toledo, was een imposante verschijning en niet van ijdelheid gespeend. 1960 was één van zijn zwakste seizoenen met een dagzege in de Vuelta als enig noemenswaardig wapenfeit. Hij had allicht de hele winter de teugels gevierd na zijn triomf in de Tour van 1959, met onder meer een audiëntie bij dictator Franco. Ook 1961 werd een quasi nuljaar maar vanaf 1962 luidde hij een heropstanding met zowel in 1962 en in 1963 (telkens als bergkoning) naast JacquesAnquetil een trede op het eindpodium.  

 

Het stoort mij dat Bahamontes het nodig vond om er in vrijwel elk interview op te wijzen dat hij zuiver op de graat was terwijl de anderen zich (volgens hem) mateloos dopeerden, waardoor hij de Tour slechts één keer op zijn voorts schraal palmares kon bijschrijven. L’enfer, c’est les autres! Hij zag in alles en nog wat een complot: te weinig aankomsten bergop, té veel kilometers tijdrijden en te weinig omringd in het Spaanse team (dat laatste mocht hij wel beweren).

Zijn eigendunk was onbegrensd: vanzelfsprekend was hij de beste klimmer ooit, wie anders?! Volgens hem zeker Charly Gaul niet, over wie hij weinig goeds wist te vertellen. Lucien Van Impe misschien, die hij eind mei 1969 zag excelleren in de Vuelta a Navarra en die hij nadrukkelijk aanspoorde om een maand later alsnog deel te nemen aan de Tour, wat de Merenaar ook deed met gunstig gevolg. Federico Bahamontes was een adept  van Fausto Coppi en mede daardoor voelde hij zich als een Adelaar verheven boven het gewone gevogelte.

Bahamontes debuteerde in de Tour 1954. Louison Bobet, Ferdi Kübler, StanOckers, Fritz Schaer,… waren daar ook maar konden hem niet beletten om de eerste van zes keren de bergprijs te veroveren. Dat hij slechts 25ste werd in het tijdklassement op ruim anderhalf uur van Bobet, dat wimpelde hij af als een fait divers. Toch kreeg Coppi het van hem gedaan dat hij, nadat hij in 1956 vierde en in 1958 achtste werd, zich in 1959 wel focuste op de eindzege die hij toen ook behaalde met dank aan de verdeeldheid van de Franse nationalen die het de regionaal Henry Anglade niet gunden.

 

Federico Bahamontes werd vorige zondag 95 jaar. Drie jaar geleden feteerde hij in zijn thuishaven Toledo dagwinnaar Primoz Roglic, Dat deed hij dit jaar nièt met Michael Woods, de 27-jarige Canadese veroveraar van ‘zijn’ Puy-de-Dôme. Zou Baha er vanop verre afstand nog kennis van hebben genomen en er een boodschap aan hebben gehad? Ik vrees van niet. Pobre Federico …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten