vrijdag 19 april 2024

Met MERCKX en VALVERDE als grootmeesters

 

Liège-Bastogne-Liège

quelle riche histoire !

 

 

Liège-Bastogne-Liège, de oudste (eerste editie in 1892) én de jongste grote lenteklassieker (pas vanaf 1930 voor profs), heeft niet dezelfde uitstraling als de drie andere monumentale klassiekers van het voorjaar. Toch moet La Doyenne niet onderdoen voor Sanremo, Vlaanderen noch Roubaix. Integendeel: het is een exactere koers die zich meer tot allrounders dan tot specialisten richt. 

In mijn naoorlogse ranking van Liège-Bastogne-Liège verrassen Walter Godefroot (11de) en Frans Verbeeck (8ste) met hun hoge notering tussen klassementsrenners en andere allrounders.

Absolute grootmeesters zijn Eddy Merckx en Alejandro Valverde. Merckx won vijf keer, waarvan die van 1971 de minste was. 53 jaar geleden werd Eddy na een solo van 90 kilometer op tweeduizend meter van Rocourt achterhaald door Georges Pintens maar niet overstoken. Jommeke vond dat hij dat, in een mix van respect en beïnvloeding, niet kon maken. Merckx won toch maar het had veel van een Pyrrusoverwinning

Eddy maakte om de twee jaar iets speciaal mee in La Doyenne

In 1967 was Walter Godefroot de enige die Merckx kon volgen. In Rocourt werd niet op de verzopen piste maar wel op de belendende sintelbaan gespurt. Walter haalde het van Eddy maar in volle Merckx-mania kreeg de verliezer meer aandacht dan de winnaar. Walter is daar terecht kwaad om geweest, niet op Eddy maar wel op de media. 

Twee jaar later duldde Eddy opnieuw slechts één compagnon de route in zijn gezelschap, zijn eerste luitenant Vic Van Schil. Ze arriveerden in Rocourt minstens acht minuten vòòr de anderen. 

In 1973 kon er zich een dozijn in Merckx' hete spoor handhaven. Eddy was intrinsiek niet de snelste en toch won hij van Frans Verbeeck en Walter Godefroot

In 1975 had Bernard Thévenet zich bij het illustere Belgische trio kunnen handhaven. In een uitgesponnen krachtspurt knalde Merckx ze op de lange Boulevard de la Sauvenière allemaal sec uit zijn spoor. Op de aankomstfoto leek het dat hij met voorsprong had gewonnen want Thévenet werd op twee seconden afgevlagd. 

 

Merckx vormt met vijf overwinningen (waarin centraal een loepzuivere hattrick vanaf 1971), plus een tweede en een derde plaats de zwaarste rode draad doorheen de rijke geschiedenis van La Doyenne en alsnog werd hij, qua pure resultaten, overstoken door Alejandro Valverde met vier overwinningen, tweemaal tweede en derde, één keer vierde en zevende.

Moreno Argentin (ook een loepzuivere hattrick vanaf 1985, een vierde zege in 1991 en nog zesde in 1990) volgt op respectabele afstand. 

Davide Rebellin, hoewel slechts één zege (in 2004) wurmde er zich nog tussen dankzij tweemaal tweede en derde, hij werd ook een keer vijfde, zesde en negende.

 

Liège-Bastogne-Liège kende nog meer onvergetelijke momenten en figuren.

Zo werd Raymond Impanis viermaal tweede: (na Richard Depoorter) in 1947, (na Maurice Mollin) in 1948, (na Marcel Ernzer) in 1954 en (na Stan Ockers) in 1955.

In 1957 was er zelfs een door Germain Derycke en Frans Schoubben gedéélde eerste plaats. Derycke had onderweg met zijn medevluchters Louison Bobet, Marcel Buys en Angelo Miserocchi een overweg genegeerd. In het buitenland mocht dat, in België niet. Buys en Derycke moesten de allochtonen dus laten rijden en braafjes wachten tot de slagbomen zich heropenden. Germain had geen boodschap aan deze kafkaiaanse toestand en won met bijna drie minuten voorsprong. Schoubben liet dat niet over zich gaan en diende klacht in. De koersjury velde een Salomonsoordeel.

In 1968 won Valeer Van Sweevelt werd, dertien dagen na zijn 21ste verjaardag en werd daarmee de jongste winnaar van La Doyenne. Victor Fastre (in 1909) en Georges Ronsse (in 1925) waren nòg jonger maar wonnen als amateur. Valeer vloerde in Rocourt absolute toppers als Walter Godefroot, Raymond Poulidor, Jacques Anquetil en Herman Vanspringel. Voor Valeer was dit toch niet de aanzet van een duurzame carrière. Hij was een one hit wonder.

In 1980 was er de epische editie Neige-Bastogne-Neige die door Bernard Hinault met 9’24” voorsprong werd gewonnen op Hennie Kuiper, die daardoor net niet alle vijf de monumentale klassiekers op zijn palmares kon inschrijven.

Meest beklijvend zal voor velen de editie van 1999 blijven waarin Frank Vandenbroucke een voorbedacht grand numéro tot in de puntjes ten uitvoer bracht. Hij zou zelfs voorspeld hebben dat hij bij het huisnummer (-> 256) Michael Boogerd, zijn laatste aanklamper, op Saint-Nicolas zou overkillen en hij hield woord. Het was te mooi waar te zijn en dan is het meestal ook géén waar.

 

De naoorlogse edities leverden deze ranking 1946-2023 op a rato van 150 120 105 90 75 60 54 48 42 36 30 27 24 21 18 15 12 9 6 3 punten aan de respectieve top 20.


1239VALVERDE AlejandroSp.
1143Merckx EddyB.
867Rebellin DavideIt.
771Argentin MorenoIt.
771Boogerd MichaelNed.
762Rooks StevenNed.
735Bettini PaoloIt.
678Verbeeck FransB.
642Criquielion ClaudeB.
642Impanis RaymondB.
627Godefroot WalterB.
612Vanspringel HermanB.
564Kelly SeanIer
495Bartoli MicheleIt.
495Vinokourov AlexandreKaz.
489Anderson PhilAustr.
486Rodriguez JoaquimSp.
462Gilbert PhilippeB.
462Pintens GeorgesB.
456Planckaert JefB.
450Casagrande FrancescoIt.
450De Bruyne FredB.
444Hinault BernardFr.
438Jalabert LaurentFr.
432Schleck FränkLux.
429Woods MichaelCan.
426Kübler FerdiZwits.
420Alaphilippe JulianFr.
408Sanchez SamuelSp.
405Adorni VittorioIt.
405Schleck AndyLux.
402Bruyère JosephB.
402Sörensen RolfDeen
402Zagers JanB.
399Gianetti MauroZwits.
399Van Looy RikB.
396Thurau DidiD.
384Martin DanielIer
384van der Poel AdrieNed.
382Ernzer MarcelLux.
372De Vlaeminck RogerB.
369Kuiper HennieNed.
366Poulidor RaymondFr.
360Van Schil VicB.
357Schoubben FransB.
351Roche StephenIer
342Etxebarria DavidSp.
327Bardet RomainFr.
321Kreuziger RomanTsjech
312Geschke SimonD.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten