Roeselaarse zwaluw maakt zijn lente niet maar ...
Alexys BRUNEL kan zich laten inspireren door Frans VERBEECK
Als tiener behoorde Alexys Brunel, geboren in Boulogne-sur-Mer, tot ’s werelds besten maar dat hield hij niet lang vol.
In 2015 won hij, een maand vòòr zijn 17de geboortedag, in Remouchamps de toen nog ééndaagse La Philippe Gilbert met anderhalve minuut voorsprong op de eerste zes achtervolgers onder wie Bjorg Lambrecht en Jasper Philipsen. Het viel hem te beurt als de Franse vice-kampioen van de tijd- én de wegrit. Die status bevestigde hij op het WK in Richmond: 10de in de tijd- en 12de in de wegrit met als toetje een vierde plaats in de Chrono des Nations, die hij het jaar daarop zou winnen.
Tijdens dat jaar daarop ging het hek helemaal van de dam. In Ieper won hij vòòr Ethan Hayter en Marc Hirschi met 25” voorsprong de GP André Noyelle, de eerste manche van de Nations Cup. Als titelverdediger werd hij in La Gilbert door Tom Pidcock van de zege gehouden, maar door niemand in het EK in Plumelec. Vier dagen later reed hij de Keizer van Koksijde (foto) en werd vierde in de korte tijdrit van Wulpen.
Als neo-belofte verging het hem een stuk minder maar als tweedejaars werd dat dubbel en dik goedgemaakt zodat er vanaf 1 augustus 2019 een lucratief tweejarig contract op hem wachtte bij Groupama-FDJ, waarvoor hij meteen bedankte met winst in de openingsrit van de Etoile de Bessèges. Veel meer kwam daar niet meer bij want Alexys gedijde niet binnen dat team waarbij hij vooral overhoop lag met de volgens hem vreselijke David Gaudu, die hij ronduit haat(te) in schril contrast met Thibaut Pinot, voor wie hij graag op kop reed omdat die grote dankbaarheid uitte. Ook met Arnaud Démare kon Brunel moeilijk door éénzelfde deur.
Toch werd Alexys Brunel als groot en amper 23-jarig talent niet meteen afgeschreven. Het was zelfs UAE Team Emirates dat zich tevergeefs over hem ontfermde met DNS en DNF als meest voorkomende vermeldingen op zijn portfolio van 2022. Eind juni verbrak Alexys zelf zijn contract en muteerde naar Uni Sport Lamentinois om te kunnen deelnemen aan de Tour de la Guadeloupe. Zowel in de openings- als in de slotrit werd hij tweede maar in de tijdrit van 31 km. was Alexys onklopbaar.
Van een voorziene doorstart als clubrenner bij Dunkerque Grand Littoral kwam amper wat in huis. Op zijn 24ste leek hij een renner-af die zich amuseerde in de triatlon en het gravelen dat hem wel in conditie hield. Hij was nog maar net 26 jaar geworden en dat deed een belletje rinkelen. TotalEnergies was zowaar bereid om daarop in te spelen maar aanvankelijk zag het er niet naar uit dat het iets zou uithalen. In de eerste uitslagen van 2025 werd hij pas in de onderste regionen teruggevonden. Dat hij in de GP Jean-Pierre Monseré tot de vroege vlucht behoorde, werd als een fait divers genoteerd tot hij met een vermetele uitval in de lokale ronden voldoende voorsprong nam én overhield om vijf jaar en een maand later nog eens een overwinning te behalen die ertoe deed.
Eén zwaluw maakt evenwel ook zijn lente niet. Er zal véél meer nodig zijn om Alexys Brunel te recupereren als een duurzame meerwaarde voor het Franse cyclisme, maar het kan. Hij kan zich daarbij laten inspireren door de inmiddels bijna 84-jarige Frans Verbeeck, die 55 jaar geleden uit de rennersdood opstond om vanaf zijn 28ste alsnog uit te groeien tot (overwinningen en dichte ereplaatsen opgeteld) één van de tien beste naoorlogse klassieke renners. Frans laafde zich tijdens zijn tussenstop niet aan het vrijwel nog onbestaande triatlon en het gravelen maar begon een melkronde die hij bij zijn heroptreden als coureur nog een tijdlang voortzette. Hij is een lévende legende en ook voor het actuele rennersheir een blijvend voorbeeld.
Dat TotalEnergies, zijn huidige ploeg, vanaf 2026 de shirtsponsor zou worden van de Ineos Grenadiers kan Alexys Brunel extra impulsen bezorgen maar of hij zestig jaar later een remontada à la Verbeeck realiseert is quasi totaal uitgesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten