Ons baanwielrennen: geen doel maar een middel
Dominique Cornu, Kenny De Ketele, Jonathan Dufrasne en Gijs Van Hoecke hebben in de series van de Olympische achtervolging bij de mannen zwaar teleurgesteld. Ze eindigden negende en voorlaatste. Vooral een slechte start was daar debet aan en dat kon niet meer rechtgezet worden zodat ze uitkwamen op 4'04"53, ruim twee seconden boven het Belgische record (4:02.317), dat ze eerder dit jaar neerzetten. Enkel Zuid-Korea deed het nòg slechter.
De zelfverklaarde Directeur Sport - hoe heet ie ook weer? - had op de top acht gerekend, allez gij. Toch weigert hij vanuit zijn zelfverheerlijkende koppigheid zijn conclusie te trekken. Hij wijt het debacle zowaar aan stress, alsof dat element voor de andere kwartetten niet meespeelde.
En dan begint hij zijn strenge analyse met zowaar een sneer aan Kenny De Ketele, die volgens hem te traag startte en waardoor de rest het tempo niet meer kon optrekken. Doodjammer, maar toch gaan we door met dit project, liet hij aan zijn omstaanders in London weten. Zegt hij dat gratuit of beslist hij daar in zijn eentje over? Kan hij dat zomaar, is hij soms de Joseph Stalin van ons wielrennen? The Plan, ziedaar het overdonderende begrip achter het succes van het Australische en het Britse wielrennen. Ook Team Belgium heeft, naar eigen zeggen, een plan(netje) want de middelen en de basis zijn niet zo groot. Alles zou begonnen zijn na een bezoek van de zelfverklaarde Directeur Sport aan het Australian Institute of Sports in Canberra in 2004, waar hij met lede ogen aanzag dat ons land twintig jaar achterop lag. Hoeveel maanden van die achterstand is inmiddels overbrugd?
De koe werd vanaf 2005, na de Spelen van Athene, bij de horens gevat, praat de zelfverklaarde Directeur Sport zich verder moed in of is hij zo dwaas het zichzelf wijs te maken. Hij pocht vooral met het driestappenplan (nu, dan en nooit?) dat onder de Nederlandse coach Peter Pieters werd uitgestippeld. Peking 2008 kwam te vroeg maar London 2012 mocht wel al een doel zijn. De harde feiten wilden het helemaal anders.
Natuurlijk ziet Pieters, vanuit zijn eigenbelang, nog een grote progressiemarge. Indien hij het anders zegt dan is hij zijn job kwijt.
Er moet een tweede overdekte wielerbaan bijkomen in Zolder. Larie en apekool!
Wat er essentieel moet veranderen is onze wielercultuur. De meeste tieners, die als coureur door hun club verkeerd opgevoed zijn, halen hun neus op voor de piste. Ik doe ze van vandaag op morgen allemaal op de piste rijden. Door haalbare kwalificatietijden op te leggen voor deelname aan interclubs en kampioenschappen. Sommige jongeren zullen bij die gelegenheden ontdekken dat ze het graag doen en het goed kunnen. Het zal evenwel niet gebeuren want de in de bondsstructuren verenigde traditionele clubs zullen hun veto stellen.
En och ja er wordt op onze buitenpistes wel degelijk gekoerst. Deze week waren er zowaar vier meetings: Hulshout (20 aspiranten voor de drie leeftijdscategorieën) en Wilrijk (26 aspiranten) op dinsdag; Elewijt en Oostende (23 aspiranten en 11 nieuwelingen) op donderdag. Niet de helft van de deelnemers oversteeg het recreatieve niveau. Die meetings bieden dus geen enkele meerwaarde. Per week mag er slechts aan één meeting worden deelgenomen. Beter zou zijn één meeting per kalenderdag of twee per week waaraan telkens mag deelgenomen worden. Er wordt liever gedoogd dat Hulshout en Wilrijk mekaar kapot concurreren door steevast op dezelfde kalenderdag te organiseren en de reeds dunne bezetting nogmaals te halveren. Wanneer wordt daarop ingegrepen?
Maar zelfs bij een optimale pistewerking zal ons landje qua budget nooit kunnen optornen tegen de rijke landen. Ons baanwielrennen zal enkel dienstig kunnen zijn om onze wegrenners te finetunen en dat zou al heel wat zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten