woensdag 11 september 2024

Het ‘net niet’ van het Iberische wielrennen

 

De Spanjaard Enric Mas (°1995) en de Portugees João Almeida (°1998) werden als jonge twintiger ontdekt door talentscout Johan Molly, die eerder ook al Julian Alaphilippe recruteerde en aan de man gebracht bij Patrick Lefevere.

Daar maakten zij meteen goede sier. Mas werd voor Quick-Step Floors in 2018 een eerste keer tweede in de Vuelta, Almeida werd voor Deceuninck-Quick.Step in zijn eerste Giro (in 2020) meteen vierde.

Een overwinning in één van de grote ronden leek een aangekondigde kroniek. Léék want zoveel jaar later lijken beiden tot stilstand gekomen om niet te zeggen al op de terugweg.

Ze werden voor een meervoud van hun aflopend contract weggehaald door Movistar respectievelijk UAE Team Emirates.

Lefevere kon of wou tegen die bedragen niet opbieden, moedigde hen zelfs aan om die financiële stappen te zetten, hij zei het niet met die woorden maar die renners waren hem alvast niet zoveel waard als de rijkere concurrenten hen boden. Dat dit geen inschattingsfout was blijkt uit de realiteit vijf jaar later. Mas en Almeida zijn nog steeds top als klassementsrenners maar verbeteren doen ze niet meer. Eén van de drie grote ronden winnen is verder weg dan ooit, een top vijf wordt voortaan hun hoogste goed

 

Winnen is alvast hun regel niet.

Mas heeft amper zes zegestreepjes achter zijn naam, waaronder geen enkele rittenkoers die ertoe doet tenzij je de Tour of Guangxi 2019 als dusdanig aanziet.

De nochtans 3,5 jaar jongere Almeida won al ruim dubbel zo vaak. In 2021 won hij, opgelijst met enkele dagzeges, zowaar twee rittenkoersen: de Tour de Luxembourg (2.Pro) en bovenal de Tour de Pologne (WT). In 2022 kwam daar een dagzege in de Vuelta a Catalunya bij, in 2023 één in de Giro en in 2024 twee in de Tour de Suisse. Ook in de grote ronden steekt hij Mas naar de kroon, al haalde hij enkel in de Giro het eindpodium (derde in 2023) na vierde en zesde plaatsen. In de Vuelta werd hij vijfde in 2022 en negende in 2023. Dit jaar wenkte het podium tot hij door Covid-19 werd uitgeteld. Gelukkig was hij voorafgaandelijk vierde geworden in de Tour, weliswaar met tien minuten teveel om voor het eindpodium in aanmerking te komen.

 

Lefevere liet Mas en Almeida los maar hield Evenepoel vast

 

Conclusie: Mas noch Almeida waren voor Lefevere incontournable om een grote ronde te winnen. Hij liet ze dan ook niet ongaarne naar een rijker team vertrekken. Die oefening weigerde hij uit te voeren met Remco Evenepoel, wiens koersdagen nochtans in gevaar waren na een levensverachtende val in Il Lombardia 2020. Toen Remco in 2021 almaar performanter uit de koersdood opstond, overschreed Lefevere zijn financiële rode lijn om zijn godenkind vijf jaar langer aan zich te binden. Het was géén overacting! Behalve exquise in de grootste ééndagskoersen sloeg Remco ook ongenadig toe in de grote ronden: eindwinst in de Vuelta 2022 en podium in de Tour 2024, waarin hij enkel door Tadej Pogačar en Jonas Vingegaard, de winnaars van de jongste vijf edities, overtroffen werd. 

Men gaat er dus geredelijkerwijs van uit dat de Brusselaar de eerstvolgende jaren haasje over doet met zijn illustere concurrenten, vandaar dat enkele van de rijkste ploegen hem kost wat kost in de rangen willen om de hegemonie van UAE Team Emirates en Team Visma | Lease a Bike te slopen. Remco ligt evenwel nog tot 2026 bij Soudal-Quick.Step vast en het team dat die termijn wil inkorten zal een gigantische afkoopsom moeten dokken. Red Bull – Bora – hansgrohe lijkt daarvoor het best gewapend. Als het al zover komt dan zal Patrick Lefevere een zoetzure bevoorrechte betrokkene zijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten