Grote ronden - model is hopeloos passé
September play-offs zullen bepalend zijn in 76ste Vuelta
Kijkcijfers moeten verontrustend zijn
De 76ste Vuelta a España zal (zeker door mij) niet als een grand cru worden opgeslagen: té lang (net als de Giro en de Tour 21 ritten), te hoog (zes aankomsten bergop) en té steil (stijgingen van ruim 20%).
Het peloton laat zo’n opgelegde overdaad niet zomaar over zich gaan! De sterkhouders doen er subtiel het hunne mee: tijdens de eerste twee weken werd voor geen enkele trui gebikkeld zoals je dat mocht verwachten.
De soevereiniteit van Primoz Roglic stak vanaf de openingstijdrit de ogen uit. Enkel een val zou hem van zijn sokkel krijgen. En hij viel, gelukkig zonder kwalijke gevolgen, en mocht van dan af geamuseerd toekijken hoe vooral Odd Christian Eiking zeven dagen het voortouw overnam.
Het klavertje vier de Ineos Grenadiers verwelkte snel. Roglic nam genoegen met nog een dagzege in Valdepeñas de Jaén, vier dagen nadat hij die in Balcón de Alicante aan de verbazende Michael Storer liet. De Australiër won niet één maar twee keer, net als Magnus Cort. Dat het hen éénmaal te beurt valt, tot daar nog aan toe, maar elk twéémaal (en voor de Deen zelfs bijna een derde keer) is er toch goed over.
Het laatste weekend van augustus luidde de revival in van Romain Bardet en van Rafal Majka, twee beslagen coureurs die evenwel al niet meer gewonnen hebben sedert de Ardèche 2018 respectievelijk de Vuelta 2017. Een gemotiveerd peloton gooit die dagzeges in Zuid-Spanje nooit te grabbel. Dit betekent geen geringschatting van Bardet en Majka die hun loodzware inspanningen nog altijd moet opbrengen, al wist men bij voorbaat dat zij de besten van de échappée bidon waren.
Primoz’ aangekondigde concurrenten voor het klassement dunden, net als in 2020, gauw uit: Romain Bardet en Alejandro Valverde (door een val), Hugh Carthy (al na een week huistoe), Richard Carapaz (mentaal op), Maximilian Schachmann (kennelijk ongeschikt voor een grote ronde) en Mikel Landa (uit eigen onmacht door Jack Haig verdrongen). Ook Giulio Ciccone viel er, daags na de tweede rustdag, letterlijk van tussen maar een nipte top tien zou zijn hoogste goed geweest zijn.
In alfabetische orde blijven over niet om Roglic alsnog in verlegenheid te brengen maar om de top tien te stofferen: Egan Bernal (+2’45”), Jack Haig (+1’59”), Miguel Angel Lopez (+1”28”), Guillaume Martin (-42”), Enric Mas (+35”), Aleksandr Vlasov (+4’18”), Adam Yates (+2’58”), …
Zij beginnen aan de … play-offs van september met ruim 17000 hoogtemeters waarna een afsluitende tijdrit van 33,7 km. als onbedoeld toetje. Hoeveel dagzeges voegt Roglic er nog aan toe of profileert hij zich als een milde heerser en verdeler?
Dat Odd Christian Eiking, de 77ste van de Vuelta 2016 en de 111de van de Tour 2019, zelfs nog daags na de tweede rustdag zijn amarillotrui vrijwaarde, is significant voor de geringe spankracht van deze Vuelta. Hoeveel genade zal hij er in Santiago de Compostela aan overhouden? Whatever: hij heeft zijn almaar expansievere sponsors Intermarché-Wanty-Gobert al heel erg verblijdt en misschien verrast hij door een ereplaats uit de (september)brand te slepen.
Dit was een oersaaie Vuelta maar het zou, gelet op de dagelijkse hoge uurgemiddelden, ongepast zijn om met een beschuldigende vinger naar de renners te wijzen.
Het heeft alles te maken met het overcopieuze rittenschema. In de meeste volkscafé’s stond de televisie niet eens op. De kijkcijfers van deze Vuelta zullen nog verontrustender zijn dan die van de verlate Tour 2020 waaruit bleek dat het wielrennen vooral een kijksport voor gedateerde mensen aan het worden is.
De cumul vanaf maandag met de flitsende en compacte Benelux Tour deed de interesse in de koers heropleven, men kan zich meer optrekken aan zeven dagen spankracht dan aan drie weken van een meer aan- dan meeslepende grote ronde, die naar mijn (herhaald) gevoelen drie blokken van vijf in plaats van zeven dagen zou moeten tellen. Het grote ronden - model met zijn 21 koersdagen is hopeloos passé maar dat zal niet gauw veranderen want hoe vaker ze ‘van geld naar geld rijden’ hoe luider de kassa rinkelt voor de organisatie. En waarop het onderbetaalde peloton lijdzaam toeziet. Hallo CPA, ‘the only association for riders recognized by the UCI’, een instantie die enkel dient om zijn bestuurders, aangevoerd door Gianni Bugno, te honoreren terwijl ze het peloton liever monddood houden dan het aan beter (verloond)e arbeidsvoorwaarden te helpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten