woensdag 27 mei 2020

Zo hoor je het ook eens van ‘een ander’

S.O.S. Jeugdwielrennen (bis)

Dat zelfs de ‘koers is van ons’ zich zorgen over maakt over de continuïteit van het jeugdwielrennen, waarvoor het op andere dagen de neus ophaalt op zijn nationale bladzijden, het moet er dus héél érg mee gesteld zijn,

Outsider Wim Vos liet er zijn licht over schijnen met als titel “Zonder jongeren vandaag, geen profs morgen. De toekomst van het Belgische wielrennen is in het gedrang”.  Slim bedacht toch en Vos’ intelligentie gaat nog verder want hij biedt zelfs ‘oplossingen’. Hij copieert onder meer het plan dat insider Jochen Deweer hier op maandag 13 april ontvouwde om de jonge coureurs tot half 2021 te laten uitkomen in de categorie die hen in 2020 voor vijf maanden ‘ontzegd’ werd. Persoonlijk vrees ik dat de vroede wielerinstanties (Belgian Cycling en nog minder de UCI) daar open zullen voor staan, het kan inderdaad ook nog (meer dan) wat rompslomp met zich brengen. ‘Reglementitis’ màg geen obsessie maar moét een begeleidend instrument zijn want het is de coureur die telt, dat is het ‘eindproduct’ waaraan de omkadering ondergeschikt moet zijn.

De doorgang naar de hoogste niveaus van de beroepscategorie (de World Tour en de Pro Series) zal almaar versmallen want het valt hoegenaamd niet uit te sluiten dat, omwille van een budgetverlaging, de manschappen zullen krimpen maar dan moeten ook de respectieve kalenders gesaneerd worden en ook dat zal allicht op een natuurlijke wijze gebeuren.


Het Vlaamse wielerlandschap dan. Vooral Michel Pollentier (EFC-L&R-Vulsteke) en Kurt Van de Wouwer (Lotto-Soudal u23) optimaliseren de laatste tussenstap naar de beroepscategorie. Neem hen weg en veel Vlaamse tieners worden meer dan ooit de woestijn ingestuurd. In de andere landen zal het wel niet veel beter zijn. Het jeugdwielrennen zal almaar meer kosten en almaar minder opbrengen. Je kunt het meer dan een beetje vergelijken met het studeren. Ook de ouders van studenten moeten zwaar investeren in de professionele toekomst van zoonlief en dochterlief met dat grote verschil dat de slaagkansen in een algemene richting aanzienlijk groter zijn dan die in een specifiek vak als het wielrennen. Ook voor de vele honderden die er niet in slagen om tot de beroepscategorie door te stoten (en er zich naderhand in te handhaven) is koersen geen verloren tijd maar een belangrijk onderdeel in hun vorming tot edele mens die meer dan de meeste anderen tegen een stootje zal kunnen.
Behalve het hiernamaals is er evenwel ook het niet onoverbodige hiernumaals van de jeugdcategorieën. De lente ging in (corona)rook op en ook de aansluitende zomer is gehypothekeerd. Hopelijk volgt er nog een revaliderende nazomer en herfst. Het is evenwel niet te vatten waarom Belgian Cycling (bij de vaststelling van het openstellen van jeugdkampen en de speelpleinwerking) niet harder aandrong op een competitieve hervatting in juli, waarvan men de maand van het tijdrijden had kunnen maken. Die hadden als instuif én als basis kunnen dienen voor selecties in augustus. En waarom worden er geen midweekse koersen in het leven geroepen als alternatief voor afgelaste koersen van maart, april, mei, juni en juli? En waarom wordt het gehalveerde seizoen niet verlengd tot eind november zoals eerst vooropgesteld? 

Augustus, september en oktober zullen cruciaal zijn voor de continuïteit van het jeugdwielrennen. Misschien worden de nadelen dan tot enige voordelen omgebogen. De top mag de basis niet uit het oog verliezen, anders dreigt de instroom van nieuw talent op te drogen.
De vertwijfelde voorbije maanden bieden misschien de opportuniteit voor een fikse oplijsting van de bestaande structuren. Ook de verpletterende druk op de sponsorsbudgetten zou men kunnen verzachten door het sponsoren van één categorie aan te moedigen. En waarom er vanaf de eliten zonder contract zelfs geen privésponsoring aan toevoegen? Bezie maar hoe Kevin Van Impe dat verging: voor Woonbemiddeling - Vyverman Screeds - S-Bikes rondde hij in 2019 als einzelgänger de kaap van tien overwinningen.

Het niet professionele wielrennen is aan een grondige restyling toe. Weg met de vastgeroeste structuren, de uitgebluste verantwoordelijken die bivakkeren in een ivoren toren en vanuit daaruit alles dirigeren met veel te weinig terreinkennis. Ook hun voorbestemde opvolgers die zichzelf belangrijker achten dan hun missie en zich liever vastklampen aan hun ‘niet onaardig’ verloonde job.
Vooral het in leven roepen van een kwalitatieve competitie én voor junioren én voor nieuwelingen én zelfs voor aspiranten dringt zich op. De Beker van België heeft compleet afgedaan wegens hopeloos oubollig en genereert enkel een neerwaartse nivellering. Zoveel beter zou een interprovinciale competitie, waaraan buitenlandse delegaties worden aan toegevoegd, zijn. Dat hoeft de wielerclubs niet te overrulen want men kan er altijd een interclubklassement (op basis van de opgetelde uitslagen der beste drie renners) aan verbinden. De prijzenpot kan opgetrokken worden met beloningen in natura (sportvoeding, accessoires, reizen al of niet naar een stagebestemming,…).

Dat het Vlaamse wielrennen door de eeuwen heen een duurzame hoogbloei heeft gekend was eerder ‘ondanks’ dan ‘dankzij’ de manke muurvaste structuren van de wielerbond(en). Gelukkig waren er door de decennia heen wakkere clubleiders om het niveau van hun betere discipelen naar internationale quota op te tillen. Ook deze mooie traditie is helaas aan het uitdunnen. Tussen de ‘afgestudeerde’ junioren en de beroepscategorie dreigt een onoverbrugbaar vacuüm te ontstaan. Het kunnen niet allemaal Evenepoels of Simmonsen zijn die de beloftencategorie overslaan.
Het voetbal geniet, welk een wespennest het anders ook weze, een betere officiële overkoepeling om jong talent te laten doorstromen naar het internationale niveau.
Indien corona voor één iets goed is geweest dan moet het dit zijn: het doorgroeiende besef van een tiener dat hij, alvorens voluit te proberen om ‘coureur’ te worden, ten volste inzet op hogere studies. Zelfs na een geslaagde wielercarrière moet hij na zijn 35ste à 40ste the rest of his life kwalitatief ingevuld krijgen.  

1 opmerking:

  1. Mijnheer Bernard, Duidelijke taal weeral … Ik heb ook op Fb. gereageerd op het bewuste artikel "SOS Jeugdwielrennen : Kunnen wij misschien niet terug, wat meer naar de BASIS, naar de tijd van toen (K.S.V.Deelijk, WSC. Torhout, de Groeningepurters, de K.Brugse Velosport, de Zeemeeuw … en zovele wielerclubs meer doorheen Vlaanderen... - ECHTE pioniers, die zich hebben ingezet voor de opleiding van duizenden Jeugdwielrenners én het organiseren van honderden jeugdkoersen in alle Vlaamse (en ook Waalse) regio's. Dank zij de gewaardeerde sponsorhulp van de bakker, de beenhouwer, de garagist en zovele plaatselijke neringdoeners meer ... was dit alles "vroeger" steeds weer mogelijk … tot het geld én de soms wat overmoedige prestige de bovenhand haalden … Terug naar de basis dus, kleinschaliger, spontaner dus ! Even de moed hebben om er over na te denken en te doen !

    BeantwoordenVerwijderen