Leon Vandaele krijgt een uniek huldeboek
Leon Vandaele zou op 24 februari 2013 tachtig jaar zijn geworden. Hij bleef helaas steken op 67 verjaardagen want hij overleed al op 30 april 2000.
Leon was een reus uit Ruddervoorde, die niet al de mazzel van de wereld kende en bovendien over geen ijzeren gezondheid beschikte. In 1960, op zijn 27ste, had hij het beste reeds gehad. Wat hij tijdens de tweede helft van de jaren vijftig in de klassiekers neerzette, was niet niks. Moment suprême daarin was zondag 13 april 1958 toen hij de uitgedunde voorwacht op de roze piste van Roubaix achter zich hield zodat hij op het podium mocht neerkijken op Miguel Poblet en Rik Van Looy. Eerder al had hij Paris-Brussel (1957) gewonnen en naderhand ook Gent-Wevelgem (1959). In de Ronde van Vlaanderen (1956) en in Milano-Sanremo (1959) haalde hij ook het podium, weliswaar “slechts” de laagste trede.
Op een bescheidener niveau won hij tweemaal Kuurne-Brussel-Kuurne (1954 en 1961), Nokere Koerse (1961), de Omloop van Mandel-Leie-Schelde van en naar Meulebeke (1962), de Elfstedenronde van en naar Brugge (1964). Last but not least lukte hij een loepzuivere hattrick in het Kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp (vanaf 1956), die hem nog het meest van al tot een regionale volksheld promoveerde.
De grote ronden waren daarentegen geenszins aan hem besteed. Slechts aan één nam hij deel, de Vuelta in 1958 waar hij het al na een week voor gezien hield. In kortere rittenkoersen hield hij het bij dagzeges in de Ronde van Nederland (1957), Paris-Nice (1958), Tour de Luxembourg (1959 en 1961), de Tour de l’Ouest (1955 en 1956). Een dagzege in de Trofee van Antwerpen (1957) verlengde hij zelfs in de eindzege.
Leon Vandaele behaalde globaal 88 overwinningen en toch had zijn carrière veel van een onvoltooide symfonie.
Hij reed tijdens twee (1957 en 1958) van zijn topseizoenen voor Faema, waar men hem tevergeefs in de schaduw probeerde te houden van zijne keizerlijke hoogheid Rik Van Looy. Leon werd geringschat als het ondergeschikte alternatief van de Kempenaar. Juist dat was het wat Leon de vereiste prikkels gaf om de subjectieve ploegleiding in het ongelijk te stellen. In 1957 won hij, behalve Paris-Brussel, ook Milano-Mantua, de Trofee van Antwerpen, een rit in de Ronde van Nederland en voor de tweede maal op rij het befaamde Kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp. Die kleine opeenstapeling van successen was ploegleider Lomme Driessens een doorn in het oog. Hij duldde slechts één uitgesproken kopman en dat was onverdeeld Rik Van Looy. Om Leon bij voorbaat uit te schakelen werd hem keer op keer opgedragen om de spurt in te leiden voor Rik, wat hij bijvoorbeeld feilloos deed in de Ronde van Nederland, wat de keizer vijf gemakkelijke dagzeges opleverde.
In Paris-Brussel 1957 kende Rik Van Looy un jour sans. Leon Vandaele nam het voortouw over en won van Raymond Impanis en Jan Adriaenssens.
Het had een averechts effect naar 1958 toe. De rijzige Ruddervoordenaar werd als de luis in de keizerlijke pels buiten de besprekingen gehouden en stond quasi geïsoleerd binnen zijn eigen ploeg. Het zou er hem niet van weerhouden om Paris-Roubaix te winnen. Zijn trouwe gabber Roger Decock zette hem uit de wind zodat Leon, zoals de andere kopmannen, behoorlijk uitgerust aan de finale kon beginnen. De outsiders Seamus Elliott (Ier) en Roger Verplaetse reden met kleine voorsprong de roze piste van Roubaix op. Geen van beiden durfde de spurt in te zetten, ze leken door overwinningsvrees bevangen. Hun weifeling kwam hen duur te staan, ze werden door de ijlende achtervolgers overspoeld. In een warrige spurt hield Leon er het Europese puikje onder: Miguel Poblet (in die periode bijna drie keer op rij winnaar van Milano-Sanremo), Rik Van Looy, Rik Van Steenbergen, Jean Forestier (Ronde van Vlaanderen 1956), Fred De Bruyne (de allerbeste klassieke coureur uit die periode), Marcel Janssens, Roger Hassenforder, Raymond Impanis,... werden in die orde geklopt.
Het bleef in de Faema-familie had je gedacht maar Vandaele’s putsch werd als majesteitsschennis ervaren. Lomme Driessens had liever dat Miguel Poblet won. Voor Vandaele was het de tweede klassieke zege in 51 weken. Dat stak. Zijn positie bij Faema werd onhoudbaar. Hij maakte er zich niet al te druk om. Zijn seizoen was reeds gemaakt en hij zou dat jaar nog vijftien andere successen boeken. Zijn succes inspireerde tot het in het leven roepen der wielerploeg Flandria vanaf 1959 met Leon Vandaele als expliciete kopman. Hij vulde de verwachtingen helemaal in met een dagzege in Paris-Nice, een derde plaats (na Poblet en Van Steenbergen) in Milano-Sanremo, een achtste in Paris-Roubaix en vooral een zege in Gent-Wevelgem. Daar wilde hij in Paris-Brussel nog iets aan toevoegen maar daar had hij beter van afgezien want het werd het tragische keerpunt in zijn car-rière. Frans Schoubben had het weifelende peloton verschalkt. Voor de tweede plaats wilde Vandaele zich nog wel eens schrap zetten. In een adembenemende spurt haakten hij en Poblet evenwel in mekaar en voor Leon waren de gevolgen verschrikkelijk. Hij werd opgeraapt met een zware schedelbreuk, die hem maanden uit competitie hield, zodat zijn seizoen er nagenoeg opzat.
Nog erger was dat het daarna met hem niet meer zou goed komen. De Leon Vandaele vanaf 1960 werd nog slechts de schim van die van ervoor. Hij hervatte te vroeg en zijn zwaarbeproefd hoofd bleef opspelen. Ook zijn lever liet het almaar meer afweten. In de klassiekers speelde hij niet meer mee en ook in de lager gekwoteerde koersen kromp zijn rendement.
Om zijn zegecijfer op peil te houden viel hij vooral terug op de West-Vlaamse kermiskoersen. Met zijn overwinning in de Elfstedenronde 1964 van en naar zijn geboortestad Brugge bracht hij zichzelf een mooi eresaluut. Hij was amper éénendertig jaar toen hij de koersfiets wisselde voor het statuut van hoofdverdeler van fietsen Flandria, waarvan hij het ontstaan als wielerploeg geprovoceerd had. Na die drukke dagtaak baatte hij met zijn echtgenote ook nog het drukbeklante Chalet “Vieux Temps” uit langs de Torhoutse steenweg in Zedelgem en veel later “De Gilde” in Oostkamp.
Eigenlijk kon je zeggen dat Leon Vandaele te zacht was voor de toen al harde wielerwereld. Hij ging de verbale controverse altijd uit de weg en antwoordde liever met de pedalen. Ook als afgevaardigde van de beroepsrenners in de Nationale Sportcommissie van de Wielerbond had hij niet graag dat er kritiek werd geuit op de federatie.
Brave Leon krijgt op donderdag 28 maart 2013, een maand na zijn 80ste geboortedag, in de Groene Meersen te Zedelgem en s anderendaags in de Hoofdbibliotheek van Oostkamp zijn oververdiend huldeboek in de vorm van een unieke fotografisch memorandum dat als een stuk wielererfgoed zal gekoesterd worden. Het is het geesteskind van dochter Ann Vandaele en van wieleradept Stefan Van Laere. Het boek bevat tal van prachtige foto’s, doorspekt met anekdotes en opmerkingen. De lezer wordt getrakteerd op een chronologische opbouw van zijn indrukwekkende carrière en een inventaris van zijn uniek palmares.
Het betreft een éénmalige uitgave in luxe-uitvoering met beperkte oplage. Het boek wordt thuisbezorgd na storting van 39,95 euro op rekeningnummer 979-5932740-31 / IBAN BE 04 9795 9327 4031 (BIC ARSPBE22) met vermelding: ex. Leon Vandaele.
Info: anntavernier@telenet.be
Het betreft een éénmalige uitgave in luxe-uitvoering met beperkte oplage. Het boek wordt thuisbezorgd na storting van 39,95 euro op rekeningnummer 979-5932740-31 / IBAN BE 04 9795 9327 4031 (BIC ARSPBE22) met vermelding: ex. Leon Vandaele.
Info: anntavernier@telenet.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten