Hij verwierf vooral b(ek)lijvende bekendheid als ... ravijnduiker. Het overkwam hem tijdens de Tour van 1951, daags na zijn eclatante dagzege annex gele trui in de afzink van de col d'Aubisque. Het was Roger Decock die het voorval meldde, anders lag Wim daar bij manier van spreken nog. Uit die dagen dateert ook de reclameslogan:
- "Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil maar mijn Pontiac liep".
Wim van Est deed meer dan voor sensatie zorgen. Hij zou naderhand n`g twee ritten winnen in de Tour en in de Giro werd hij de eerste Nederlandse dagwinnaar en rozetruidrager.
Ook in de ééndagswedstrijden was hij spraakmakend. In 1950 won hij op zijn zevenentwintigste de marathon van de weg die de 586 km. tussen Bordeaux en Paris verbond. Wim won met bijna negentien minuten voorsprong op Maurice Diot en Jef Somers. een halfuur op André Declerck en zesendertig minuten op Emile Masson. Twee jaar later deed hij dat succes over. Maurice Diot werd opnieuw tweede maar eindigde veel korter (op "slechts" drie minuten). In 1961, op zijn 38ste, maakte Wim zijn "geen twee zonder drie" waar. Zelfs het Franse icoon Louison Bobet moest het, in een close game, ontgelden. Le célèbre inconnu, Camille Le Menn, vervolledigde het podium.
Wim was een late roeping. Pas op zijn 23ste stak hij van wal bij de amateurs. Aanvankelijk manifesteerde hij zich vooral als hardrijder op de kortere inspanning. Zo werd hij in 1949, 1952, 1953 en 1955 kampioen van Nederland achtervolging, een nationale titel die hij mooi uitdroeg naar het wereldkampioenschap waarin hij derde werd in 1949, tweede (na Antonio Bevilacqua) in 1950 en derde in 1955.
Wim van Est deed meer dan voor sensatie zorgen. Hij zou naderhand n`g twee ritten winnen in de Tour en in de Giro werd hij de eerste Nederlandse dagwinnaar en rozetruidrager.
Ook in de ééndagswedstrijden was hij spraakmakend. In 1950 won hij op zijn zevenentwintigste de marathon van de weg die de 586 km. tussen Bordeaux en Paris verbond. Wim won met bijna negentien minuten voorsprong op Maurice Diot en Jef Somers. een halfuur op André Declerck en zesendertig minuten op Emile Masson. Twee jaar later deed hij dat succes over. Maurice Diot werd opnieuw tweede maar eindigde veel korter (op "slechts" drie minuten). In 1961, op zijn 38ste, maakte Wim zijn "geen twee zonder drie" waar. Zelfs het Franse icoon Louison Bobet moest het, in een close game, ontgelden. Le célèbre inconnu, Camille Le Menn, vervolledigde het podium.
Wim was een late roeping. Pas op zijn 23ste stak hij van wal bij de amateurs. Aanvankelijk manifesteerde hij zich vooral als hardrijder op de kortere inspanning. Zo werd hij in 1949, 1952, 1953 en 1955 kampioen van Nederland achtervolging, een nationale titel die hij mooi uitdroeg naar het wereldkampioenschap waarin hij derde werd in 1949, tweede (na Antonio Bevilacqua) in 1950 en derde in 1955.
Zijn mooiste succes was evenwel de Ronde van Vlaanderen in 1953. Op 5 april van dat jaar was hij zonder discussie de beste. Apocalyptische weersomstandigheden waren zijn natuurlijke bondgenoot. Het regende oude wijven bij windkracht zeven à acht Beaufort. Na Fiorenzo Magni driemaal op rij lieten de Vlaamse coryfeeën zich opnieuw in de hoek drummen. Brusselaar Desiré Keteleer redde de Belgische eer maar ook hij kon tenslotte niet op tegen de suprematie van Wim Van Est, zijn ... ploegmaat bij Garin-Wolber. De Fransman Stanislas Bober en de Limburger Pol Schaeken deelden aanvankelijk hun gezelschap maar ze werden achtergelaten. De twee teamgenoten hadden het rijk voor zich alleen maar ploegleider Lomme Driessens speelde ze tegen mekaar uit, want hij zag liever zijn streekgenoot Keteleer winnen. Van Est, die zich al vaker geflikt voelde door het orakel van Vilvoorde, wilde er niet van weten. Hij stuurde aan op een open duel, dat hij met bravoure won door Dies in de laatste hectometers los uit de wielen te rijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten