Hij kan zondag een derde keer de Bretagne Classic winnen ...
Het fé-no-méén Oliver Naesen: no nonsense please !
Oliver Naesen werd vorige zondag tiende in de massaspurt van EuroEyes Hamburg, een manche in de World Tour.
Een fait divers?! Op zich wel maar toch een zoveelste parel aan de rijke kroon van zijn seizoen 2019. In de tussenstand van de World Tour bekleedt hij de vijfde plaats en in het aparte klassement van de ééndagskoersen neemt hij zelfs de pole position in. Daarmee doet hij zelfs beter dan Greg Van Avermaet, die in bedoelde rankings negende respectievelijk tweede staat. Hij kan zondag beide posities versterken door in Plouay voor de derde keer in vierjaar de Bretagne Classic winnen. Kras dat het, na een dagzege in de slotrit van de BinckBank Your, pas zijn tweede zege van het seizoen zou zijn. Een zoveelste bewijs dat uitblinken essentiëler is dan winnen.
Tom Boonen was zijn aansteker en Greg Van Avermaet zijn stichtend voorbeeld naar wie hij nog steeds opkijkt want ook de forward van de Parelvissers.
Oliver is ook een rolmodel inzake “hoe word ik coureur?”. Het komt ongeveer hierop neer: jezelf niet al te serieus nemen als koersende tiener tot je er achter komt dat je één van de beteren bent. Je kapt meteen met je hogere studies lichamelijke opvoeding & bewegingsleer en gaat koerieren voor een wasserij (à 1600 euro per maand). Dat je dat niet voor de lange rest van je dagen wenst te doen spoort je aan om alles op alles te zetten. Je bent nog net op tijd om de "trein" te nemen "die slechts één keer voorbijkomt".
Oliver was al 21 toen hij in 2012 zijn eerste drie koersen won. Die in Niel per 2 augustus was een specialleke. Met de vrienden Glenn De Ridder, Gregory Franckaert en Jori Van Steenberghen keerde hij pas in de late ochtend terug van Crammerock in Stekene, net op tijd om de koerstas klaar te maken, een broodje te verorberen spoorslags naar Niel te vertrekken. In de late namiddag stonden drie van de vier fuifnummers op het podium met Oliver op de hoogste trede. Die stunt zette hem aan het denken: wat zou dat geven indien hij er àlles voor deed? Zo gedacht, zo gedaan. In 2013 stoomde hij, als elite zonder contract, door naar de absolute bovenlaag met vijf regionale overwinningen en verre ereplaatsen in een rist mooiste koersen. Het volstond (nog) niet voor een doorstart naar de beroepscategorie. Cibel-Aliplast was in 2014 de laatste ultieme tussenstap die nam hij met zevenmijlslaarzen. Hij manifesteerde zich op nagenoeg alle belangrijke afspraken en dat weerspiegelde zich in een derde eindplaats in de Topcompetitie. Hij behaalde vier vroege en vier late overwinningen. Zijn slotakkoord was er één dat kon tellen: de Memorial Fred De Bruyne in eigen Berlare, waar een heus volksfeest losbarstte.
Eén en ander leverde hem een stagecontract op bij Lotto dat overstegen werd door een effectieve verbintenis bij Topsport Vlaanderen - Baloise. Het bracht hem in een volgende stroomversnelling met een lucratieve overstap naar IAM Cycling, waarmee hij in 2015 de internationale bühne besteeg en er zich ook waarmaakte. In 2016 reed hij zijn eerste Tour (uit), zijn kangoeroesprong als coureur. Aansluitend won hij Plouay en werd hij (na de beter omringde Niki Terpstra) tweede in de Eneco Tour. Het viel samen met de abdicatie van IAM Cycling zodat hij naadloos kon overstappen naar het betere gestructureerde AG2R dat meteen een kopman voor de lente had en zich gelijk beter kon positioneren in de ranking van de ploegen.
Kopman Romain Bardet kreeg er een slapie bij die hem enkele keren behoedde en zelfs redde van een zwak moment in de Tour. Het ging niet ten koste van zijn opmars. Oliver klom stelselmatig in de erg betrouwbare Cycling Quotient Ranking die àlle internationale koersen verhoudingsgewijs taxeert: 99ste eind 2015, 68ste eind 2016, 37ste eind 2017, 34ste eind 2018 en 19de in de tussenstand van dit seizoen.
In Antwerpen kampioen van België 2018 worden oversteeg alles. Een monumentale klassieker is het volgende objectief. Hij komt almaar dichter bij die zon, zo leerde de lente van 2019: tweede (na Julian Alaphilippe in Milano-Sanremo, derde in Gent-Wevelgem, zevende in de Ronde van Vlaanderen, dertiende in Paris-Roubaix,… Dan mag je in die sector van nòg meer dromen, net zoals van een dagzege in de Tour die hij al viermaal op een rij uitreed en waarin hij in de daguitslagen van 2019 viermaal een top tien liet noteren.
Niettegenstaande meer gegadigden dan uitverkorenen is Oliver niet weg te denken uit de Belgische selectie voor het WK op zijn gedroomd parcours in Yorkshire, waar hij er - indien alles er in de juiste plooi valt - voor de hoogste verrassing kan zorgen want remember: hij is de best prestérende klassieke coureur van 2019 remember.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten