Lomme VAN DEN MEERSSCHE komt bij Mini Discar meer dan goed terecht

 

Lomme Van den Meerssche (Tielt) bekloeg er zich niet ten onrechte over dat hij, in weerwil van een enorme staat van verdienste als tweedejaarsjunior, geen onderkomen vond bij een Devo Team. Half september kwam dan de leuke melding dat hij vanaf 2025 deel zal uitmaken van het Mini Discar Cycling Team van Gregory Habeaux. 

Geen onderdak waarmee je de goegemeente omverblaast maar dat misschien beter past bij Lomme's ietwat introverte persoonlijkheid en zijn karakteristiek van trage maar gestage groeier. Dat laatste wordt door het verloop van zijn seizoen bevestigd: matig begonnen maar spraakmakend geëindigd met vooral eclatante winsten in de GP du Haut-Pays de Montignies-sur-Roc en in de Pittemse Vlaamse Ardennenrit van de Keizer van Koksijde. Ook op de Waalse hoogtemeters was hij meermaals present en in het tijdrijden zette hij beduidende stappen. 

Toch behoorde Lomme in een ijzersterke lichting niet tot de happy few die door een Devo Team gesolliciteerd werd, ook al omdat hij onder de radar bleef van bondscoach Serge Pauwels, waarvoor Lomme zuur begrip opbracht:

“In het najaar waren er inderdaad geen selecties meer, maar op het WK in Zürich had ik iets kunnen betekenen. Ik zou niet de mindere geweest van de meeste landgenoten die er daar wel bij waren.”

Zijn opmars vanaf de Ain Bugey Valromey Tour (Fr.) werd evenwel te laat ingezet, althans voor dit seizoen maar er volgen de cruciale jaren.

Overigens: eind goed, al goed: Lomme komt uitstekend terecht bij het Mini Discar CT van Grégory Habeaux, waar prestatiedwang niet aan de orde zal zijn, een restrictie die hij zich heeft opgelegd als student bio-ingenieur, waarvoor hij toch niet meteen alle studiepunten opneemt en waardoor hij dus extra koerstijd verwerft.

Lomme krijgt bij Mini Discar Nicolas Bastin, Celian Deweerd, Ibe Dhondt, Teis Luiten (Ned.), Thor Stuer, William Van Biene en Dries Van Meenen aan zijn zijde. 

Toon DE ZUTTER zal vanuit de luwte opveren

Toon De Zutter (Stekene) zegevierde bij de 14-jarigen vaker dan bij de 12- en de 13-jarigen samen. Hij won dertien van zijn 22 koersen, werd 7 x 2de, derde in het BK op de weg en vijfde in de tijdrit. Toon mocht het dus zonder voorbehoud hebben over een premier grand cru 2021, dat zich niet gauw zou herhalen.

Als nieuweling werd zijn zegepad inderdaad veel korter, zelfs al won hij als eerstejaars al meteen in Kemzeke van zowaar Matijs Van Strijthem, Louis Weyts en 80 anderen. Het volgende succes liet in Ursel vijf weken op zich wachten maar loonde het geduld want gewonnen van Thibaut Van Damme en Jasper Verbrugge, korter gevolgd door zijn kroonzege in de tweede rit van de Tour de la Basse Meuse, waarin hij het haalde van de Denen Theodor Clemmensen en Anton Larsen (de aanstaande eindwinnaar), Matijs Van Strijthem, Arthur Van den Boer, Lomme Van den Meerssche, … Daarmee kun je onder de mensen komen.

Van dan af leek Toon de knip op de pedalen te hebben gezet maar het waren vooral valpartijen die hem parten speelden. In augustus koerste hij nog amper maar in september zorgde hij er wel voor dat hij met een geruststellend gevoel aan het winterreces kon beginnen. 

Als tweedejaars zou het allemaal in een stroomversnelling komen, werd verondersteld en dat gebeurde ook al  weerspiegelde zich dat niet meteen in het aantal overwinningen (drie) maar des te meer in zijn ereplaatsen ook in de mooiste koersen maar the big bang bleef een beetje achterwege.

Uitblinken is evenwel essentiëler dan winnen en jezelf verbeteren het duurzame opzet. 

Ziedaar het termijnplan bij zijn doorstart als junior, dat zegeloos verliep maar opgelijst werd door een rist ereplaatsen, waarvan de dichtste na Wout Bosmans in de Vlaams-Brabant Classic te Zemst de meest spraakmakende was.

In zijn prestatiestaat ontbreekt het begrip tijdrijden, waarvoor hij niet de neus ophaalt maar waarvan hij wel een koele minnaar is. Zo deed hij over de 11,3 km. tijdrit der Sint-Martinusprijs van Kontich anderhalve minuut meer dan winnaar Cas Hermans. Een momentopname die zich wel niet meer zal herhalen want Toon wil er voortaan met specifieker materiaal werk van maken, dat heeft meerdere goede redenen.

Mentor Michel Geerinck (zeldzame bezitter van een diploma Trainer A algemeen) zag in Toon De Zutter van meet af aan een interessante complexloze tiener waarmee te werken viel want even luisterbereid als nieuwsgierig. 

Ook aan ploegleider Thomas Chamon zal Toon veel hebben want het siert hem dat hij als tweedejaars, net als Matijs Van Strijthem een jaar geleden, bij zijn oorspronkelijke club bleef in tegenstelling tot wat Senne Brys en Thibaut Van Damme na 2023 deden. Van Thibaut weten we inmiddels hoe dat uitdraaide, van Senne mag het kennelijk (nog) niet geweten zijn.

In 2025 krijgen we een ambitieuzere Toon te zien die initieel een seat wil afdwingen bij een Devo Team om verder na te gaan hoe vèr zijn intrinsieke mogelijkheden reiken. Die ambitie zal evenwel niet ten koste gaan van zijn ASO humane wetenschappen in het OLVP Sint-Niklaas en waarop sowieso hogere studies zullen volgen. 

Zelfs een geslaagde coureur ben je slechts voor meer dan even, gegradueerde ben je voor het leven. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten, gelukkig maar.