dinsdag 21 januari 2025

Na vijf wereldtitels en drie Olympische medailles op de baan

 

Sam WELSFORD rondt de kaap van 

tien uci-overwinningen op de weg


Zoals de kroniek aankondigde, won de Australiër Sam Welsford vandaag opnieuw de openingsrit van Tour Down Under. Het viel hem te beurt in Gumeracha, twee dagen na zijn 29ste geboortedag en het zal, evenmin als vorig jaar, wel niet bij die ene voltreffer blijven, waarmee hij de kaap rondt van tien overwinningen op de uci-kalender.

 

Sam Welsford werd derde in de Scheldeprijs 2022 en tweede in die van 2023. Volgens een logisch wiskundig rijtje moest hij vorig jaar winnen maar hij bleef steken op de zevende plaats. Hij zat al meer met zijn gedachten bij de Olympische ploegenachtervolging in Parijs die hij acht jaar na zijn tweede plaats in Rio de Janeiro (na de Britten, onder wie Bradley Wigginsen vier jaar na zijn derde in Tokyo (waar Italia, aangevoerd door Filippo Ganna, won) eindelijk zou winnen met zijn onbekende landgenoten Oliver Bleddyn, Conor Leahy en Kelland O’Brien als sidekicks.

Vanaf 2022 schakelde Welsford, in de armen gesloten door Team DSM, meer over naar de weg en dat ging hem al meteen vrij goed af. Drie weken vòòr de Scheldeprijs werd hij vierde in de Bredene Koksijde Classic en tien dagen na Schoten won hij van Jasper Philipsen de vijfde rit van de Tour of Türkiye. Daarna kwam Sam nog enkel in de ZLM Toer in aanmerking voor de vette prijzen. 

Dat veranderde in 2023 want Sam won de slotritten der Vuelta a San Juan van onder anderen Sam Bennett, Fernando Gaviria, Fabio Jakobsen, Giacomo Nizzolo, Elia Viviani, ... Hij stoomde zich ook klaar voor Belgische koersen: winnaar van de vervroegde Criquielion, derde in de Monseré en in de Bredene Koksijde Classic, tweede in de Scheldeprijs. In de ZLM Toer moest hij in Olav Kooij nog zijn meerdere herkennen maar niet meer in de vierde rit van de Renewi Tour in Peer, waar Sam behalve Kooij ook Jasper Philipsen, Tim Merlier, Arnaud De Lie en Dylan Groenewegen over de knie legde.

 

Eén en ander leverde Welsford vanaf 2024 een lucratieve overstap naar Red Bull - Bora - Hansgrohe op, die hij al op de openingsdag van Tour Down Under verzilverde. Hij haalde het drie dagen vòòr zijn 28ste verjaardag, in Tanunda vrij gemakkelijk van Phil Bauhaus, Biniam Girmay en Caleb Ewan. Daar werd op de derde en de vierde dag nog ééntje aan toegevoegd. Begin mei won hij de openingsrit van de Tour of Hongrie. 

 

Dagzeges behalen in de drie grote ronden wordt Sam's volgend groot objectief. De Tour van 2023 reed hij alvast netjes uit met een tiende plaats in Moulins als hoogste goed. Dit jaar zal hij in zijn eerste Giro allicht spraakmakender zijn.

 

Matthew BRENNAN & Simon DEHAIRS

 

In de massaspurt van Gumeracha werd Matthew Brennan tweede. De 19-jarige Brit is een goede bekende van bij ons, want in 2023 eindwinnaar van de Guido Reybrouck Classic in Damme en een half jaar later ook van de Keizer van Pittem - Koksijde. Beide tweedaagsen kunnen dus met een ferme referentie uitpakken.

 

Zesde en eerste Vlaming in Gumeracha werd Simon Dehairs (Zoutleeuw), de vergeten BK van 2023 in Putte, die na drie campagnes met het Devo Team (waarmee hij dagzeges behaalde in de Course de Solidarnosc, de Loir & Cher en Olympia’s Tour; de GP Rik Van Looy won en ei zo na ook de Veenendael Classic) nu voltijds contractrenner is bij Alpecin - Deceuninck. Mijn intuïtie zegt dat deze trage maar gestage groeier dit seizoen minstens één keer zal verrassen in de sprinten. 


zaterdag 18 januari 2025

Zilveren Tour Down Under schiet met een best aardige bezetting 

de World Tour 2025 op gang


Tour Down Under (Austr.) is uiteindelijk aan zijn zilveren editie toe in weerwil van de onderbreking in 2021 en 2022, omwille van Covid-19.

De 25ste editie (van dinsdag 21 tot en met zondag 26 januari) schiet meteen ook de 15de UCI World Tour, de laatste in zijn huidige vorm, op gang.

De 28-jarige Brit Stephan Williams (Israel - Premier Tech), die drie maanden later ook La Flèche Wallonne won en begin september de Tour of Britain, is titelverdediger en opnieuw niet kansloos met vooral George Bennett, Simon Clarke en good old (38) Michael Woods in steun. 


Het wordt voor Israel - Premier Tech vooral optornen tegen het sterke blok van het UAE Team Emirates - XRG, waarvoor Rune Herregodts zijn allereerste koers rijdt. Jammer voor hem dat er naar traditie een individuele tijdrit ontbreekt. Hij zal zich dus uitsloven voor Jay Vine (de eindwinnaar van 2023). Van dat topteam maakt ook de amper 19-jarige Pablo Torres, de Spaanse hoop in almaar bangere dagen, deel uit. 

 

Andere grote favoriet voor de eindzege is Luke Plapp, het kerstekind van 2000 dat onlangs voor de derde keer kampioen van Australië tijdrijden werd en bijna voor de vierde keer op de weg. De eyecatcher van Jayco AlUla zette in 2024 na de zesde eindplaats in Paris-Nice ook mooie stappen in de Giro, waarna hij zich focuste op de Olympische tijdrit in Parijs. Hij liet bij het eerste tussenpunt een veelbelovende tijd noteren waarna hij vol op een dranghekken knalde en met een ernstige buikwonde niet verder kon. Die vergde zelfs een medische ingreep waardoor hij voor de rest van het seizoen aan de kant moest blijven. 

     

Tour Down Under 2025 telt twee vlakke etappes en vier heuvelritten, en is met zijn globaal zowat 12.500 vertikale meters geen eitje maar of de tijdsverschillen hoog zullen oplopen is onwaarschijnlijk.

Wanneer het op sprinten aankomt dan zal vooral de Australiër Sam Welsford (vorig jaar drie dagzeges) te duchten zijn. Van zijn landgenoot Caleb Ewan, die in deze race al negen dagzeges behaalde, zal hij alvast geen last hebben want op de startlist in geen velden te bekennen, waarbij men zich zelfs afvraagt of hij nog koerst. Zijn manager beweert van wel en hij staat inderdaad nog op de loonlijst van Jayco-AlUla maar hoelang nog? De voorlaatste rit van de Tour de Pologne op 17 augustus 2024 was de laatste koers die hij (anoniem) uitreed. Ook Lotto - Dstny was eind 2023 blij dat ze van hem af waren. Op zijn 30ste lijken zijn koersdagen al geteld. Voor Arne Marit (foto) kan de bevrijdende eerste voltreffer nabij zijn. 

 

Bizar toch dat weer pas de zondag daarop de Cadel Evans (Great Ocean Road) Race wordt gehouden. Dat betekent dat de respectieve deelnemersvelden nogal van mekaar verschillen wat extra verblijfs- of verplaatsingskosten met zich brengt voor dezelfde WorldTeams of betaalt het organiserende Events South Australia alles terug misschien? Ik dacht van niet.

donderdag 16 januari 2025

Almaar meer u19 in de piramide van WorldTeams 

 

Het statement van Jef ROBERT doet er zeker en vast toe 


 

Jef Robert, reeds ruim 20 jaar de trotse voorzitter van Acrog-Tormans, heeft bij Wielerverhaal door Hans Fruyt een interessant statement laten optekenen.

 

Jef was verrast toen Soudal - Quick-Step tijdens de nazomer van 2024 aankondigde dat het vanaf 2025 een u19 aan zijn piramide zou toevoegen, meer bepaald een negental onder leiding van talentscout Johan Molly

Jef was behalve verrast ook not amused en briefte daarover op het juiste moment Jürgen Foré, de opvolger van Patrick Lefevere. Uit dat onderhoud ontstond het nodige begrip. Meerdere WorldTeams gingen The Wolfpack daarin voor dat dus niet kon achterblijven indien het niet nog meer dreigde buitenlandse talenten dreigde te mislopen.

 

Deze nieuwe ontwikkeling staat de lopende samenwerking tussen Acrog-Tormans en Soudal - Quick-Step evenwel niet in de weg. Beide actoren zullen in meerdere 1.1- & 2.1-wedstrijden met een gemengde ploeg opdraven. Een win-winsituatie voor beide partijen dus die zich ook voordoet inzake recrutering. De respectieve scouts zullen mekaars ontdekkingen op het terrein niet van mekaar afvangen maar juist plaatsen.

Jef Robert toont minder begrip voor de algemene tendens van de WorldTeams om een eigen u19-team in het leven te roepen. Jef ziet de opleiding van koersende tieners als een specifieke missie, waarin zijn stichting ruim 75 jaar ervaring heeft. De overgrote meerderheid van WT kunnen daar niet op terugvallen en zullen zich volgens Jef baseren op de werkwijze van hun hoofdmacht. Die strookt inderdaad niet altijd met de ontvankelijkheid van 17- en 18-jarigen. 

Er zijn trouwens twee Vlaamse voorbeelden van een niet optimaal verlopen samenwerking: Senne Brys bij JEGG - De Jonge Renner Academy (Visma - Lease a Bike) en Thibaut Van Damme bij Team Grenke - Auto Eder (Red Bull - Bora - Hansgrohe).

Jef vreest dan ook dat dit opzet geen lang leven zal beschoren zijn en is ervan overtuigd dat zijn manier van werken en die van de andere betere clubs in België de juiste is. 

Acrog-Tormans beschikt over een dertigtal junioren, waarvan de ene helft al tot de beteren wordt gerekend terwijl de andere mag rijpen in een comfortabele wachtkamer. Voor elk van hen blijven de studies prioritair, daar wordt constant op gehamerd. Zich voortvarend opbranden is totaal niet aan de orde. 

Daarvoor vreest Jef wel bij u19 teams die gelinkt zijn aan WT: dat die talenten na hun 18de meteen zullen doorstarten in de beroepscategorie ofwel verloren zullen zijn én voor het wielrennen én voor het onderwijs.

Er zit zeker waarheid in maar zo zwart-wit wens ik het zelf toch niet te zien. De omkadering van de meeste WT zal ook wel begaan zijn met de algemene ontwikkeling van hun groeibriljanten, die ook vanuit hun opvoeding een normenbesef zullen meegekregen hebben om hun studies niet zomaar laten schieten. Zij die dat laatste helaas wel doen zijn trouwens niet uitsluitend coureurs.  

Het statement van Jef Robert is zeker niet ongepast noch misplaatst. Beter teveel dan te weinig gewaarschuwd voor de excessen van futiele lauweren en uitstervend applaus. 17 en 18 jaar zijn inderdaad moeilijke leeftijden maar dat geldt niet uitsluitend voor coureurs, die (zeker indien ze goede studenten zijn) over het algemeen volwassener zijn dan hun tijdgenoten.

Toch volhardt Jef dat voor een Belgische junior een WorldTeam niet incontournable is om van een volwaardig u19 collectief deel uit te maken. Jasper Schoofs (foto) is daar een mooi voorbeeld van. Behalve zijn eigen stichting is er vooral ook het Crabbé-Dstny van Jo Van Gossum en meer anderen die een optimale omkadering, begeleiding en programmatie garanderen.

Vraag is evenwel of een ouder het zijn ambitieuze getalenteerde zoon kan ontzeggen om op zijn minst gevleid te zijn door de sollicitatie om van de piramide van een WorldTeam deel uit te maken. Goede afspraken (maar in géén geval ten koste van studies) kunnen dat in de juiste banen leiden.

woensdag 15 januari 2025

 R.EV Brussels Cycling Team u19. 

wordt een absolute méérwaarde


Remco Evenepoel begint over tien dagen aan zijn 25ste levensjaar als, behalve toprenner, de op één na de jongste wielerpatron ooit. Zowaar Patrick Lefevere was 46 jaar geleden nòg iets jonger nadat hij half mei 1979 gestopt was met zelf te koersen, iets wat Remco nog lang niet van plan is, anders bevond hij zich zondagmorgen vroeg niet in het LAB Antwerp van Thijs Hertsens voor zijn dagelijkse kinesessie. Vanop die pijnbank moedigde Remco de renners en de stafleden van ‘zijn’ R.EV Brussels Cycling Academy Team aan om het beste uit zichzelf te halen.

Dat collectief werd op hetzelfde moment boven de doopvont gehouden in één van de bollen van het Atomium als een uitvloeisel van het vorig jaar opgestarte sociale project R.EV Brussels Cycling Academy, met als initiële doel de Brusselse jongeren tot recreatief of competitief fietsen te bewegen als een ‘way of life’ om zo goed op te gaan in de brede maatschappij.

De kern van tien uitverkoren junioren, onder wie Rayane Arifi en Mathieu Levaque gerecruteerd uit de eigen Academy, wordt gemanaget door ex-renner Kenny Terweduwe en sportief geleid door ex-prof Dimitri Peyskens. En met nieuwelinge Lobke Spinnoy uit Schepdaal wordt reeds gedacht aan een u19-meisjesteam vanaf 2026.

“Remco is de créateur-fondateur”, benadrukt papa Patrick“Aan ons uit te voeren zoals hij het ziet. Inmiddels werden er al ruim 200 kinderen gerecruteerd in de buurthuizen, om en bij de 48 zijn in de Academy opgenomen waarvan er vorig jaar 26 in competitie traden als aspirant of als nieuweling.”

Remco mag dan nog zelf koersen, hij is even nauw betrokken als een dagelijks bestuurder, die de lijnen uitzet, die iedereen bij naam kent, die meegaat op teambuilding en tijdens het seizoen meer dan even zal komen piepen. Hij benut het WhatsApp-groepje, van waaruit hij zijn discipelen met trainings-, voedings- en materiaaladvies oplijst. En of ze vereerd zijn om dat allemaal van hun idool te mogen ontvangen!

Zoveel mogelijk koersen winnen is geen issue maar zegevieren is uiteraard niet verboden. Toch primeert de prestatie op het resultaat, al hoeft het één het ander niet uit te sluiten. Zoveel duurzamer dan het behalen van Pyrrusoverwinningen is het doorstromen naar een Development Team.

Specifieke doelstelling op middellange termijn: in 2030 met minstens één jongen en/of meisje uit de Academy aan de start staan van het WK in Brussel. Hooggegrepen, dat zeker maar geen conditio sine qua non om het Project in zijn totaliteit te zien slagen.

Deze Tien om te Zien krijgt tijdens het nakende seizoen een attractieve agenda af te werken vanaf Kuurne alover de Guido Reybrouck Classic in Damme naar Gent-Wevelgem en de Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Het team solliciteerde ook voor een deelname aan de Ain Bugey Valromey Tour ofte Tour de France u19.

De tien bofkonten zijn, qua blote resultaten, niet allemaal toppers van de bouwjaren 2007 en 2008. Matthias Bogaert en Yasu Vervoort (beiden komende van Isorex) zijn dat wel. Ze zijn éérstejaars net als Rayane Arifi en Mathieu Levaque.

Rayane Arifi is een discipel van eigen kweek die in vergelijking met 2023 (driemaal bescheiden top 10) in 2024 mooie stappen zette met achtmaal podium, zij het zonder hoogste trede maar dat kon de algemene voldoening niet temperen. 

 

Mathieu Levaque is the special one want hij kwam begin mei 2024 over uit het hockey. Veel rodage had hij niet nodig want eind mei deed hij in de zware koers van Kester (bijna 100 dln.) al mee voor de vette prijzen. Matthias Bogaert en Rayane Arifi flankeerden hem op het podium.

 

Mathias De Keersmaeker (Heist CT) en Oskar De Meester (Onder Ons Parike) zijn tuk op revanche na een moeilijk 2024. Ze zijn wel nog wat zoekende als coureur. Hun nieuwe team helpt hen op de juiste weg. Indien dat niet lukt dan houden ze aardig wat anders achter de hand. Mathias heeft een jaar boni in zijn studies rechten, Oskar is een virtuoos die latijn-wiskunde studeert. 

 

Hugo Percque muteerde als neo-junior van Cureghem Sportief naar Acrog-Tormans maar komt nu als Schepdaalnaar thuis. Behalve aan de lokale verankering dankt hij dat ook aan zijn mooie maand juli 2024. Op een dichtste ereplaats (na de Australiër Finlay McRobbie, die zijn twee volgende koersen won) in Brakel volgden overwinningen in het golvende Bogaarden en in het vlakke Veldegem. Tijdens die zalige periode vierde hij zijn 17de verjaardag.

 

Tuur Verbeeck (Dijlespurters Mechelen), in 2019 de Vlaamse kampioen der 12-jarige aspiranten, won vijf jaar later de zware Tour de Condroz in Ougrée-Haut van onder anderen Wout Hemeryck, Nicolas Aernouts, Thor Michielsen, Axel Van den Broek en Tristan Jannes. Wie dat reeds kan als neo-junior mag best één en ander verwachten van zijn tweede campagne.

 

Arnaud Noirhomme (Lux.) en Erik Rege (Noor) vervolledigen het mooie tiental. Hun aanwerving is eerder gebeurd op basis van testen dan van resultaten, maar beiden zijn jongens met een meerwaarde als persoon want van goeden huize.


dinsdag 14 januari 2025

Met Koen CHRISTIAENS als aanjager …


Belgian Chrono Challenge

onderstreept het impact van het tijdrijden

 

De melding dat Belgian Cycling een Chrono Challenge in het leven roept sloot ik als een sportief kerstgeschenk in de armen. Massimo Van Lancker beloofde als Directeur Sport innovatie en is van zijn woord, ik had het niet anders verwacht.

De Belgian Chrono Challenge wil de nationale tijdritten bestendigen omdat het van cruciaal belang is dat jonge ambitieuze renners/rensters voldoende kaansen krijgen om de kunst van het meten is weten te beoefenen en de specifieke skills verder te ontwikkelen. 

Tijdrijden is niet enkel een doel maar ook een middel om zich als jonge coureur te verbeteren en zijn limieten voor zich uit te schuiven. 

In eerste instantie kwamen deze manches in aanmerking: Borlo (30 maart), Poperinge (26 april), het BK in Heusden-Zolder (1 mei) en de Memorial Igor Decraene in Waregem (7 september). 

Die laatste moet het evenwel voor gezien houden omdat voor de ouders van Igor tien jaar eerbetoon aan hun illustere zoon volstaan. 

Sterkhouder Koen Christiaens wilde met een aardige oorlogskas nog verder, desnoods onder een andere naam op een andere locatie, maar stond er alleen voor. Belgian Cycling liet hem evenwel niet vallen. 

Op de Belgian Cycling Youth Evening in Oosterzele werd de Trofee Igor Decraene de ultieme keer uitgereikt in het bijzijn van onder anderen Massimo Van Lancker, Serge Pauwels en Angelo Declercq. Bij die gelegenheid had men het over die nationale tijdritten en hun nieuwe formule naar een idee van Christiaens om er een Klavertje Vier van te maken en er geldprijzen aan te verbinden. Het kwam in Koen op omdat een respectabel renners aan de afsluiter in Waregem verzaakten. Het idee belandde dus niet in dovemansoren maar het werd behartigd en dus doe ik er dus goed aan om de eerste zondag van september vrij te houden op een nog onbekende locatie, de habitat van één van ’s lands beste tijdrijders. Een goede verstaander heeft meteen begrepen dat het over Schepdaal (Remco Evenepoel) of Lendelede (Alec Segaert) moet gaan.

 

De Belgian Chrono Challenge richt zich tot 50 jongens en 15 meisjes van de bouwjaren 2009 en 2010 (nieuwelingen), 35 jongens en 15 meisjes van de bouwjaren 2007 en 2008 (junioren) en 30 jongens en 15 meisjes van de bouwjaren 2003, 2004, 2005 en 2006 (u23).

 

In het BK zullen logisch beduidend meer punten te verdienen zijn dan in de drie overige tijdritten. Voor het eindklassement worden van elke renner de drie hoogste behaalde puntenaantallen samengeteld. 

 

De Belgian Chrono Challenge is onweerlegbaar een prachtig initiatief, waarbij toch deze kanttekening. Biedt het vrijkomen van zondag 7 september 2025 niet de opportuniteit om het BK tijdrijden naar die datum op te schuiven? In functie der internationale kampioenschappen komt het op 1 mei véél te vroeg. Idealiter zou dus zijn het vier maanden te verlaten zodat men tijdrijders in bloedvorm kan selecteren voor het het WK (eind september 2025 in Kigali-Rwanda) en het EK (begin oktober 2025 in de Ardèche).


zondag 12 januari 2025

Arrigo PADOVAN was een (nòg) bétere en merkwaardiger coureur dan eerst gedacht

 

 

Arrigo Padovan is een week geleden overleden. Hij zou daags vòòr Eddy Merckx’ tachtigste verjaardag 98 jaar zijn geworden. Toch verdient hij postuum een postuum eresaluut want hij was een (nog) merkwaardiger coureur dan eerst ingeschat.


Hij was een relatief late roeping die pas op zijn 23ste prof werd en bijna 24 jaar toen hij op 1 mei 1951 de GP Industria & Commercio di Prato won aan de vooravond van zijn eerste Giro, waarin hij in Pescara bijna zijn eerste tappa won maar Giuseppe Minardi, de aanstaande winnaar van Il Lombardia (1952) tussen tweede plaatsen in Milano-Sanremo door, was hem daar te vlug af. Arrigo legde een bijzondere regelmaat aan de dag en kwam uit op de achtste eindplaats op nog geen kwartier van Fiorenzo Magni die Rik Van Steenbergen, Ferdi Kübler, Fausto Coppi, Giancarlo Astrua, Hugo Koblet en Louison Bobet afhield. Padovan was the best of the rest in wie men als klassementsrenner een wissel op de toekomst zag maar dat was te hooggegrepen. Hij vond zijn toevlucht in dagzeges maar hij moest geduldig zijn. De eerste liet vijf jaar op zich wachten tot de zesde dag die eindigde in Pescara, waar hij revanche nam op zijn dichtste ereplaats in 1951.

De twee volgende in 1959 respectievelijk 1960 waren dubbel en dik. De eerste daarvan werd in Genua behaald op André Darrigade, die twee en een halve maand later in Zandvoort (Ned.) de regenboogtrui zou grijpen. In de Giro daarop won Arrigo de slotrit in Milano en dat opnieuw vòòr een WK in spe, Rik Van Looy. Behalve drie keer winnen werd Padovan in de grote ronde van zijn land ook nog zesmaal tweede.

In de Tour was hij er, in een dienende rol voor de squadra Italia, slechts viermaal bij, goed voor twee victoires d'étapes: in Rouen 1956 (vòòr Gilbert Desmet, die er in het bezit kwam van le maillot jaune) en in Bordeaux 1958 (vòòr André Vlayen, de drager van de volle Belgische driekleur).

 

1956 was zijn speciaal jaar, waarin hij tussen 26 april tot 28 juli of in 93 dagen de drie grote ronden voltooide. De Vuelta was toen nog voorjaars, meteen na de klassiekers waarin Arrigo zich beperkte tot Milano-Sanremo die in 1956 zijn beste uitslag (8ste) opleverde.


In elk van de drie samengebalde grote ronden was Arrigo tuk op een dagzege. Die leek hij al meteen te behalen in de Vuelta maar op de voorlaatste dag had le regional de l’étappe Benigno Azpuru de vlucht vooruitgenomen, hij arriveerde aan een moyenne van nog geen 30 km./u. met grote voorsprong in Vitoria, waar Padovan zich uit de slappe greep van het nog amper 40 koppen tellende peloton waarvan Rik Van Steenbergen (die zes van de 18 ritten won, winnaar op punten werd en vijfde in het tijdklassement) de spurt voor de derde plaats regelde. 


Het ontmoedigde Arrigo niet om een week later in Milano aan de Giro te beginnen en de zesde rit te winnen in Pescara. 

In de Tour lukte hem dat al op de derde dag in Rouen, de habitat van Jacques Anquetil die het jaar daarop zijn debuut zou maken in de Tour om die op zijn 23ste meteen te winnen.


Eén van Padovans sterkste prestaties is wat tussen de plooien van de rest gevallen. Eind oktober 1952 werd hij derde in de 46ste Giro di Lombardia. Hij maakte er deel uit van een ruime kopgroep en werd in Milano enkel geklopt door Giuseppe Minardi en de amper 20-jarige Nino Defilippis

 

Toch werd Arrigo niet de klassieke coureur die men in hem wilde zien. Hij was al evenmin één veelwinnaar maar werd toch met aanzien opgeslagen in de annalen van het ciclismo italiana tussen 1951 en 1960. Daarna werd hij een geslaagd ondernemer in zijn thuishaven Masi (Padua, regio Veneto) en een rolmodel voor die gemeenschap.


zaterdag 11 januari 2025

Milan NIJS, nu al een naam om in het geheugen op te slaan


Milan Nijs (Nieuwrode) rijdt als eerstejaarsbelofte het hele seizoen als 18-jarige benjamin van het bonte gezelschap van DL Chemicals - Experza  dat steeds kan verrassen maar nooit teleurstellen. 

Milan werkte als tweedejaarsjunior een degelijk seizoen af, weliswaar zonder zegepralen. Winnen is zijn regel niet, wel hard werken om zichzelf stelselmatig te verbeteren als ambitieuze coureur, aangemoedigd door de waarden die hij bij testen liet optekenen. 

Hij is vooral tuk op hoogtemeters en dat sprak in 2024 nadrukkelijk uit zijn resultaten: 10de (op 133) in Orroir, 3de (op 141) in Neerijse, 2de Nandrin, 12de Liège-Bastogne-Liège, 9de Herbeumont, 3de Couvin, 12de in La Gilbert en zelfs in de Ain Bugey Valromey Tour (Fr.) werd hij als de jongste deelnemer niet zoekgereden. Op locaties waar het voor Milan onvoldoende op en af ging, ontpopte hij zich tot smaakmaker. Het tijdrijden is dan weer een niet te veronachtzamen werkpunt. 

Milan ziet de overstap naar de beloften onbevangen tegemoet. Bij DL Chemicals - Experza komt hij uitstekend terecht met kansen op deel-name aan een dozijn buitenlandse rittenkoersen en aan de Road Series. Een programma dat aan zijn desiderata ruim tegemoetkomt. Hij zal er, met zijn ervaringsdeskundige mentor Gunther Stockx in steun, helemaal klaar voor zijn. 

Milan zet wijselijk (nog) niet alles op de koers maar houdt er toch al afdoende rekening mee. Aan het Vives van Kortrijk is hij net vòòr zijn 18de verjaardag aan afstandsonderwijs bedrijfsmanagement begonnen. Geen willekeurige maar een bewuste keuze in de nabijheid der uitvalsbasis van zijn team.

 

DL Chemicals - Experza kan steeds verrassen maar nooit teleurstellen

 

Geert Mortier en DL Chemicals zijn helemaal terug van nooit helemaal weggeweest. De samenwerking met Basso Bikes werd beëindigd, maar niet die met Rudy Vandenheede die als beslagen voorzitter en als flamboyante ploegleider dé sterkhouder blijft.

Het brengt met zich dat na 17 jaar met andere fietsen zal koersen want met Francis Verspeelt van Fietsen Maes (Hooglede-Gits) werd een overeenkomst bereikt om het team de komende drie jaar te voorzien van de Cervélo Soloist, uitgerust met Shimano Ultegra Di2.


Experza, het uitzendburo van de eminente Tieltse  Sylvie Anraed, komt er als medesponsor (terug) bij en de troepen ondergingen een drastische verjongingskuur met Jakov Beirlaen, Stan (broer van Lotto-renner Lars) Craps, Jean-Baptiste Declercq, Gerben Dewinter, Ferre Geeraerts, Liam Hawkins, Milan Kuypers, Seppe Leman, Henri Naessens, Maurits Neele (Ned.), Milan Nijs, Cisse Pauwels, Tibo Vancompernolle, Louis Vandenbroucke, Seppe Vercammen en Wies Verdonck zorgen ervoor dat het team voor 80% bestaat uit u23. 

Arthur De Jaeger (geopereerd aan de beide liezen nadat hij een kwakkeljaar fraai afsloot in de Piccolo di Lombardia), Thijs Van Looveren (altijd uitstekend in de Ardennen) en Obie Vidts (jonger dan gedacht en ook in 2024 op zijn best in zware ééndagskoersen: 5de in Eschborn-Frankfurt, 2de in Romsée, 8ste in Plouay) zijn als eerstejaars eliten 2 maar (nog) niet af te schrijven. Voor Thibaut Ponsaerts is het onderhands vijf nà twaalf maar indien hij zichzelf in de hand houdt zijn er steeds mogelijkheden om er alsnog meer dan wat van te maken.  

Ook de veelbelovende Miel Dekien zou van deze squadra deel hebben uitgemaakt maar hij liet op 8 november 2024 het leven bij een onverkwikkelijk ongeval.

Tenslotte is er de Cyprioot Lampros Athanasiou (acht dagen ouder dan Milan Nijs) als surprise van de chef: met podia in de kampioenschappen van zijn land maar niet aan zet daarbuiten, ziet Ken Vanmarcke alvast iets in hem.

 

DL Chemicals - Experza is een expansief team, waarin Milan Kuypers de eyecatcher bij uitstek is die dit seizoen een stek in de beroepscategorie wil afdwingen, net als zijn leeftijdsgenoot Ferre Geeraerts. Beide zijn trage maar gestage groeiers waarop dus nog steeds aardig wat rek zit.

woensdag 8 januari 2025

Ronduit stuitend hoe Hans Vandeweghe 

over Patrick Lefevere denkt én uitleidt 

 


Sporza’s spreekbuis is niet de enige die zich geroepen voelt om Patrick Lefevere te relativeren. Ook Hans Vandeweghe kan er in De Morgen van zaterdag 14 december 2024 niet aan weerstaan. Hans weigert om Lefevere te aanzien als de grootste wielermanager ooit, alsof dat afmeetbaar is. Toch is Patrick, qua palmares, onmiskenbaar de méérvoudige Eddy Merckx van het wielermanagement.

Groot, dat wel moet Vandeweghe ootmoedig toegeven maar misschien niet zo groot als hij had kunnen zijn, inventariseert Hans. Lefevere’s team en zijn expertise verdienden volgens hem beter dan wat Patrick uit de commerciële vijver opviste. Jawadde dadde … Leg er zijn 23-jarig sportief palmares annex de vele tientallen decennialange gedroomde omkaderende tewerkstellingen maar eens bij. 

Toch gaat VDW op zijn toch wel gefrustreerd elan door: hij vraagt zich af waarom Lefevere’s team bestond bij de gratie van een mecenas, waarom de echte grote internationale sponsors nooit aan boord kwamen en waarom is hij nooit het UAE of het Team Sky van België geworden, dominant in de klassiekers én dominant in de wedstrijden die internationaal meer aanspreken, de grote rondes? Wat een onnozele vraagstelling! 

 

Wedervraag: waarom gaf Vandeweghe, intrinsiek één van de beste sportjournalisten, nooit een eigen sportmagazine uit in plaats van zich altijd veilig in te dekken bij solvabele opdrachtgevers? Waarom kreeg hij de buitenwacht bij Cycling Vlaanderen? Toch dramt hij, als was hij zelf de perfectie in persoon, door en vraagt zich gratuit af:

 

Waarom greep Lefevere naast twee van de grootste renners die tien jaar geleden al in zijn voortuin furore maakten? Met andere woorden, waarom rijden Wout van Aert en Mathieu van der Poel voor andere ploegen? 

Wat betreft het mislopen van Wout van Aert, die niet tien maar zeven jaar geleden als veelbelovende wegrenner onder contract lag bij het Veranda’s Willems - Crelan van Nick Nuyens. Lefevere had ook toen niet de gewoonte om een gewenste renner tot een contractbreuk aan te sporen. Jumbo-Visma deed dat wel en de zaaj is in beroep nog steeds niet definitief geregeld.

Aangaande het rateren van Mathieu van der Poel, die eind 2016 géén aanstalten maakte ook een volle wegrenner te worden en had, via zijn vader Adrie, persoonlijke belangennemers. Een match met Lefevere was dus niet aan de orde, zoals wel met Christop Roodhooft, met wie hij de van der Poels al langer connecties onderhielden. 

Hoe dat het in Vandeweghe niet is opgekomen dat Lefevere ook naast Tadej Pogačar greep om maar die te noemen. Vandeweghe weet nochtans ook dat je niet iedereen kunt hebben die je wil en al zeker niet met een gelimiteerd budget waarmee moeten keuzes gemaakt worden.

Vandeweghe zag dat anders en voegde er nog fijntjes aan toe:  

Bij Lefevere moet je je altijd afvragen of hij zijn team groot heeft gemaakt, dan wel net zo groot dat het voor hem nog bevattelijk bleef. 

Als dat al zo zou zijn, wat is daar fout aan? Moest hij zich als risicopatiënt (na pancreaskanker!) nog meer te buiten gaan?

Het weerhoudt VDW niet om tuk te zijn op zijn slotbedenking: 

Voor wie meer wil weten over zijn exit, hoe dat in zijn werk ging, of dat wel met de volle goesting was en wat dat schoof, hij blijft een West-Vlaamse boekhouder en dus zullen we het fijne daar nooit van weten. Dat nieuwe leven is hem overigens van harte gegund. Het is te hopen dat het hem bevalt. (alleszins dat laatste meent Hans nièt!)

Wedervraag: welke derden hebben er zaken mee hoe zijn exit exact verliep? 

De nalatenschap van Patrick LEFEVERE 


SOUDAL - QUICK STEP blijft

verhouding kostprijs/rendement 

de numero uno van de wielerteams

 

Soudal - Quick-Step zonder Patrick Lefevere, dat wordt wennen maar eens moest het gebeuren. 

“Zijn geest zal uiteraard nog over de ploeg zweven”, orakelt Sporza en wat klinkt dat pejoratief zoals het meeste wat erop volgt. 

De eerste van een reeks foute bedenkingen: voornamelijk vanaf de zijlijn zal Lefevere toezien of zijn levenswerk de hoogste ambitie (de Tour winnen) kan waarmaken en hoe de toekomst zich verder zal ontvouwen. Niet dus; Patrick zal de eerste zijn om de kronkels van Sporza te dimmen, hij weet dat één en ander in de bekwame handen van zijn opvolger Jürgen Foré  ligt.

Voornamelijk vanaf de zijlijn? Helemaal vanaf de zijlijn (en dan nog) zal het zijn want Lefevere zal niet als een schoonmoeder over de schouder van Foré loeren. Enkel wanneer men hem advies vraagt, zal hij zich roeren, zo ken ik hem. Misschien doemt er wel eens een angeltje op in zijn zaterdagse column in Het Nieuwsblad, dat zal hij niet laten liggen.

Voor de éminence grise is de handrem onverbiddelijk, wist de woordvoerder van Sporza, volgens wie er van het jaartje te veel zelfs voor zijn grootste tegenstanders geen sprake was, al wil men hem (bij gebrek aan iets anders) afrekenen op het aantal overwinningen dat in 2024 van 55 naar 34 reduceerde. Overigens is het van 58 in 2023 naar 42 in 2024, nog altijd evenveel als het rijkere Lidl-Trek. Enkel het UAE Team Emirates deed véél beter met bijna het dubbele. Jumbo-Visma won in 2023 het vaakst (66x) maar zag dat in 2024 als Visma - Lease a Bike gehalveerd. Dergelijke scorebordjournalistiek slaat dus nergens op.


En néén, Lefevere lachte de absentie van zijn discipelen in het voorjaar nooit weg maar dat het meer dan een kras op zijn ziel was ... daar is in zijn geval méér en érger voor nodig!

 

Sporza heeft het over de uitbehandelde Kasper Asgreen, die de voorbije jaren veel pech kende, er toch nog meer dan wat van maakte en op zijn 30ste lucratief naar EF Education - EasyPost overstapt zoals Julian Alaphilippe op zijn 32ste naar Tudor. Beiden mochten blijven maar niet aan de lopende voorwaarden en nog minder aan die van hun betaalheer 2025.

Werden ze gericht vervangen? Alvast niet door Ethan Hayter en de terugkerende Maximilian Schachmannallrounders die ook op andere momenten kunnen verrassen zoals de Duitser deed met dubbele eindwinst in de coronajaren van Paris-Nice maar die ook scoorde in de zwaarste ééndagskoersen. En de nog maar 26-jarige Brit begint pas nu aan de klassiekers nadat hij 3-4 jaar geleden vooral hoog scoorde in korte rittenkoersen.

Pascal Eenkhoorn (Lotto-Dstny) en Dries Van Gestel (TotalEnergies) hebben zich al elders bewezen maar houden het beste nog in petto

Toch zocht Soudal - Quick-Step ook verder naar hoogtewerkers en dat bracht hen bij Valentin Paret Peintre die kickt op vertikale meters en voor wie zelfs een dagzege en een goed klassement in de Giro 2024 niet te hooggegrepen waren. Toch kan ruggensteun aan Remco hem nog veel meer voordeel opleveren.

Tenslotte ziet Sporza de jonge Italianen Gianmarco Garofoli en Andrea Raccagni als goedkope gokjes, wat hun data zullen weerleggen en qua verloning zijn ook zij gediend door de lucratieve tarieven. Jammer dat ze het laagdunken van Sporza wellicht niet kunnen lezen, het zou hen extra vooruitbranden. Waren er een jaar geleden geen gelijkaardige ongegronde twijfels over Luke Lamperti en Paul Magnier?

Het zijn dit soort nieuwkomers die Soudal - Quick-Step zuurstof geven in zijn ongelijke strijd tegen de financiële tyconen. Ook Gil Gelders, Antoine Huby (Fr.), William Lecerf, Pepijn Reinderink (Ned.), Martin Svrcek (Tsj.), Warre Vangheluwe, … droegen daartoe ruim bij, net als het loslaten van de dure Gianni Moscon.

En wat een onnozele praat debiteert Sporza over afwerker Tim Merlier: neem zijn 16 zeges weg van de 34 globale en het label "succesvol" bengelt aan een flinterdun draadje. Mijn reactie daarop: neem de 25 van Tadej Pogačar weg en het UAE Team parkeert op evenveel zeges als in 2023, waarmee het pas derde werd in de Team Victory Ranking.

 

De spreekbuis van Sporza breekt een lans om Merlier aan de Tourstart te krijgen in Lille en contreien alsof het team niet uit zichzelf weet dat Tim de beste garantie kan zijn op een dagzege annex maillot jaune in schril contrast met 2024 toen men meteen de Italiaanse heuvels introk. 

 

Sporza doet zich ook tegoed aan voortschrijdend inzicht. Hij heeft zowaar opgemerkt dat nogal wat wolven einde contract zijn. Merlier is één van hen, net als onder anderen Luke Lamperti en Ilan Van Wilder. Contractverlengingen lijken een exclusiviteit voor The Wolfpack waarvoor Jürgen Foré zich volgens Sporza schrap zal moeten zetten.

Wat Lefevere decennialang kon, zal Foré ook wel onder de knie hebben toch want de onontbeerlijke financiële steun van eigenaar Zdenek Bakala werd allicht nog wat opgetrokken en indien Remco Evenepoel al of niet voortijdig zou vertrekken dan komt er een groot budget vrij voor een volgende metronoom.


maandag 6 januari 2025

Van wat goed is, blijft men beter zoveel mogelijk af

 

2025 wordt het 80ste naoorlogse seizoen 

en het ultieme in die vorm, waarna ...  

 

One Cycling va foutre le bordel?!

 

Het naoorlogse wielrennen is in 2025 aan zijn 80ste jaargang toe, niet toevallig dat waarin de absolute grootmeester Eddy Merckx op zijn beurt aan zijn 80ste levensjaar begint. Kan het symbolischer?! 

De UCI-kalender zou er daarna totaal anders uitzien, ik vrees dat we er eerder in shock dan in trance van zullen raken. 

De inbreng van de Copenhagen Sprint (al) op 22 juni 2025 (slotdag van de Tour de Suisse en twee dagen na het einde van het Critérium du Dauphiné) is een vingerwijzing van dat soort surprises van de chefs, gestoeld op de platte inhaligheid van peperdure licenties, waarvan we er dus nog meer mogen vrezen.

 

Zelfs bij een verantwoorde restyling van de WorldTour vanaf 2026, vraag ik mij af hoe de UCI dat geregeld krijgt. 

Er zal behalve geschoven ook gecanceld worden, het kan haast niet anders! En koersen van datum veranderen zal bijna uitsluitend kunnen naar vroeger (februari) of naar later (oktober).

 

“Vanaf 2026 geen overlappende manches meer”, orakelde de minzame Peter Van den Abeele enkele jaren geleden namens de UCI in de podcast Cross van Play Sports. En dat werd nog enkele keren gratuit herhaald maar het slaat nergens op.

 

Thans worden een aantal topkoersen gelijktijdig gereden, al is de Volta a Catalunya geen stoorzender voor het triumviraat De Panne - Harelbeke - Wevelgem, waarin de klassementsrenners weinig of niets te zoeken hebben. Behalve overlappen zijn er ook manches die te kort op mekaar aansluiten zoals het triumviraat Amstel-Flèche-LBL ten opzichte van de Tour de Romandie, die vanaf 2026 devaluatie mag vrezen.

Paris-Nice en Tirreno-Adriatico  in plaats van op mekaar lijkt mij een utopiewant in dat geval is er geen egale aanloop naar Milano-Sanremo, waarmee beide rittenkoersen onlosmakelijk verbonden zijn. 

Idem dito voor het Critérium du Dauphiné en de Tour de Suisse in juni. Dat ze op mekaar aansluiten, was nooit een probleem. In Zwitserland kunnen de renners, die de Giro reden en aan de Tour verzaken, de competitie hervatten maar dat doen ze lang niet allemaal.

En wat met de Renewi Tour en de Vuelta, die in mekaars vaarwater zitten en het trio Plouay-Québec-Montréal overlappen?


En dan is er nog het vermaledijde kampioenschap van de wereld in Kigali (Rwanda) op 28 september 2025, twee zondagen na het einde van de Vuelta en twee weekends vòòr de Giro di Lombardia. Qua opkomst zou het wel eens een herhaling kunnen worden van Duitama (Col.) dertig jaar geleden.

One Cycling (al hoor en lees je dat begrip almaar minder) heet het onding als het heruitgevonden warm water van het hoogste wielrennen vanaf 2026 wanneer de licenties van de huidige WorldTour - manches niet meer gelden. Die worden herbekeken en met sterk verhoogde tarieven opgelijst als een lucratief alibi om de Champions League van de koers te saneren maar op die manier zie ik dat nooit lukken. 

Er was de overweging om het aantal ritten in korte rittenkoersen naar zes (van de dinsdag tot en met de zondag) in te korten. Dat zou men beter doen met de grote ronden naar drie blokken van 5 in plaats van 7 dagen. Dat kon een respectabel aantal renners er toe bewegen om minstens twee of zelfs de drie grote ronden te rijden.

De bestaande WorldTour is niet de perfectie maar wel een goede basis voor bijsturing en innovatie. Een tabula rasa is in géén geval aan de orde. Men zou beter eens te rade gaan bij de architecten van het vermaledijde internationale voetbal, dat wonderwel in mekaar steekt. Dat zou wat geven.

En wat met de ProSeries die ook in 2025 in aantal toenemen: 37 ééndaagse (1.Pro) en 22 méérdaagse (2.Pro), waarbij op een overlapping meer of minder niet wordt gekeken?

Frappant hoe nieuwkomer Copenhagen Sprint ze één voor één sans gêne over de kop mocht springen terwijl een resem langer bestaande mooiere koersen daar veel meer voor in aanmerking kwamen. 

Er werd wel vaker geëxperimenteerd met dat soort nieuwkomers die een kort bestaan beschoren waren, de Prudential RideLondon-Surrey Classic (2017-2019) was de laatste in dat korte rijtje.

Frappant is het kennelijk definitief wegvallen van de Meisterschaft von Zürich (Kampioenschap van Zürich) die vanaf 1917 onafgebroken werd georganiseerd tot die na 2006 abrupt ophield te bestaan, nochtans in de schaduw van het UCI-bolwerk in Aigle. Het minste wat je had kunnen verwachten was dat de vroede vaderen dat zouden voortzetten maar dat doen ze al 20 jaar niet, misschien is het de volgende surprise van de chefs in hun revolutionaire kalender vanaf 2026.