De setting lacht REMCO toe
Ab-so-luut, het was een groot nummer dat Egan Bernal op het steile geitenpad van Campo Felice neerzette maar de opbrengst was gering: 7” op Giulio Ciccone en Aleksandr Vlasov, 10” op Remco Evenepoel en Dan Martin, 12” op negen anderen onder wie Damiano Caruso en Simon Yates.
De 24-jarige Colombiaan bewerkstelligde het op zijn terrein. Zijn terrein? Inderdaad, want als junior werd hij in 2014 tweede en in 2015 derde in het WK mountainbike, dat telkens door de onbekend gebleven Deen Simon Andreassen gewonnen werd.
Op Campo Felice herontwaakte de mountainbiker in Bernal. Beweren dat hij daar slechts een Pyrrusoverwinning behaalde is overdreven zijn maar feit is dat Remco uit de korte: openingstijdrit meer voordeel puurde: 24” op Vlasov, 32” op Caruso, 39” op Bernal, 56” op Ciccone en 57” op Martin.
Dat belooft voor de afsluitende tijdrit van ruim dertig kilometer in Milano maar eer we daar landen moeten nogal wat ‘luchtzakken’ getrotseerd worden. Het begint al daags na de eerste rustdag met een soortement Strade Bianche van Perugia naar Montalcino van 162 km. waarvan 35 km. over witte grindwegen, die eindigen op een hoge … via Roma met tot 12% stijgende stroken.
Voor die opdracht wordt Remco niet tot de favorieten gerekend maar of dat betekent dat ze hem daar zomaar zullen wegrijden?
Woensdagavond kan een eerste balans worden opgemaakt over verloren veldslagen die nog niet de uitkomst van dé oorlog zullen bepalen zoals wel (vanaf zaterdag) de Dolomieten en de Alpen.
Nooit gedacht dat Egan Bernal na een faliekant seizoen 2020 zo sterk zou terugkeren. Hij stelde zichzelf al meteen op zijn gemak in de Tour de la Provence (3de), de Trofeo Laigueglia (2de), de Strade Bianche (3de) en Tirreno-Adriatico (4de). Zijn rug speelde hem niet langer parten. Johan De Muynck sprak in Het Laatste Nieuws van vorige zaterdag als een docent girologie. Volgens hem waren Bernals rugpijnen vermeend en de dekmantel voor meer structurele problemen: het zot in de kop gekregen, een andere vriendin genomen, verhuisd en de familie achtergelaten. Die nieuwe vlam is veearts in Bogota en behoort er tot de hogere klasse, waarin het wielrennen wereldvreemd is. Bernal wist niet meer waar hij het had. Muizenissen doen voor niemand goed voor. Egan vermande zich en werd opnieuw de renner die hij was: iemand die fanatiek voor zijn sport leeft en daar de vruchten van plukt.
Remco Evenepoel moest een langere lijdensweg afleggen en vanuit het niets terugkeren, helemaal verhakkeld als hij was na een levensbedreigende duik in het ravijn tijdens de afdaling van de Muro di Sormano. Nadat hij op de goede weg leek, moest hij kort na nieuwjaar weer van de fiets blijven en dus halvelings terug naar af. Maar alles kwam goed met als bizarre beslissing dat Remco vòòr de Giro geen enkele dag in competitie zou komen. Dat deed geen goed doen aan zijn koersritme zodat je na tien dagen Giro bijna kunt stellen: Remco is still under construction.
Het moet aanvaardbaar zijn dat Evenepoel meer tijd nodig heeft om zijn inhaalmanoeuvre op Bernal te volbrengen. Veel spreekt in het voordeel van de Colombiaan: hij is drie jaar ouder, heeft bijna twee grote ronden (Tours) op de beter gerodeerde teller, hij kan terugvallen op de sterkste (duurste) ploeg van het peloton. Dat laatste kan ook in het voordeel van … Remco zijn.
Herinner u in dat verband het verloop en de ontknoping van de twee jongste Tours:
• Laurens De Plus reed zich in 2018 uit de naad om de podiumplaats van Steven Kruijswijk te vrijwaren en wie schoof in het kielzog van Jumbo-Visma mee? Juist, Egan Bernal!
• Wout Van Aert reed zich in 2018 te pleuris om de pole position van Primož Roglič te consolideren en wie schoof in het kielzog van Jumbo-Visma mee? Juist, Tadej Pogačar!
De Ineos Grenadiers bevinden zich in deze Giro in dezelfde situatie als Jumbo-Visma in de Tour van 2019 en 2020. Zij hebben een nog straffere lokomotief aan boord, de genaamde Filippo Ganna die de voordeur stevig op slot kan houden, waaruit niet in het minst Remco voordeel kan halen, want de bétere tijdrijder dan Bernal.
Toch blijft het onredelijk om er van uit te gaan dat Remco Evenepoel de 104de Giro d’Italia wint maar helemaal uitgesloten is het toch ook niet. Het mag dus wat minder zijn en daarbij nog eens verwijzen naar het debuut van de een half jaar oudere Eddy Merckx in de Giro van 1967: negende na het behalen van twee dagzeges. Wees er maar zeker van dat Remco beduidend dichter zal eindigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten