zondag 16 mei 2021

Julian ALAPHILIPPE verzaakt aan Tokio

 

Dat moesten àlle toprenners doen!

 

Velen onder ons weten nog waar ze op die zonovergoten zaterdagnamiddag van 6 augustus 2016 waren terwijl Greg Van Avermaet in Rio de Olympische wegrit won. Omdat het ons chauvinisme mondiaal streelde … 


Pascal Richard (Atlanta 1996), Jan Ullrich (Sydney 2000), Paolo Bettini (Athene 2004), Samuel Sanchez (Peking 2008) en Alexandre Vinokoerov (Londen 2012) gingen Greg als contractrenner voor maar zijn ons minder bijgebleven dan het brons van Axel Merckx in Athene 2004. 


The Olympic Games spreken mij vooral aan voor atletiek en zwemmen, de twee multivalente sporten bij uitstek. Mijn schuchtere kennismaking met de Olympiade dateert van Rome 1960 en de affiches die her en der aan de vensters van privéwoningen geëtaleerd werden. Onwetend dacht ik dat het een mondiale jamboree van jeugdbewegingen was.

 

Met jaren vertraging kwam ik er achter dat André Noyelle in Helsinki 1952 (vòòr Robert Grondelaers, Lucien Victor werd vierde) Olympisch wegkampioen werd, gevolgd door Ercole Baldini in Melbourne 1956 en Viktor Kapitanov in Rome 1960 (waar Willy Vanden Berghen brons pakte en Benoni Beheyt zevende werd). 

Tastbaarder werd het voor mij vanaf 1964 in … Tokio, waar Vlaanderens rijkste lichting ooit opstond: Patrick Sercu won de kilometer, Walter Godefroot pakte zilver in de wegrit (de kakelverse wereldkampioen Eddy Merckx werd elfde). Behalve de Russische staatsamateur Kapitanov waren het allemaal jonge twintigers al of niet op de drempel van een professionele loopbaan. 

Remco Evenepoel zou ruim een halve eeuw later ideaal in dat rijtje gepast hebben ware het niet dat hij reeds een topper is in de beroepscategorie. Toch wil hij er alsnog naartoe net als onder anderen Wout Van Aert en Mathieu van der Poel, die zelfs zo ver gaat dat hij een Olympische medaille in het mountainbiken prefereert boven drie dagzeges in de Tour.

 

Julian Alaphilippe ziet dat, nochtans vierde geworden in Rio, helemaal anders. De Tour blijft zijn core business en daarna wil hij gas terugnemen en zich heropladen voor de herfst, waarin hij titelverdediger is op het WK in Vlaanderen op een parcours tussen Antwerpen en Leuven dat hem volgens zijn resultaten in de Brabantse Pijl (tweede in 2019 en gewonnen in 2020) bijzonder goed moet liggen. Zou Paris-Roubaix aan hem besteed zijn zoals wel de Giro di Lombardia, waarin hij in 2017 (na Vincenzo Nibali) tweede werd?

 

Ach de moderne (roggen)brood en spelen, ik word niet warm van de hypermoderne, overgecommercialiseerde versie. Moet het onderbetaalde professionele wielrennen daarin meegaan? Wat staat daaraan kijkgeld tegenover voor de renners en hun sponsors? Het zal geen vetpot zijn want het overbetaalde topvoetbal houdt zich wel afzijdig. 


De Geilige Graal (een cashmachine die miljarden euro’s produceert -> die van 2012 leverden de Britse economie ruim elf miljard op, wat zou de Brexit daar van gevonden hebben?) moèt plaatsvinden desnoods zal men de quarantaineplicht versoepelen. Niet de gezondheid van de atleten maar de wilsbeschikkingen van het almachtige International Olympic Committee primeren. De internationale sportbonden zijn partner in crime en likken omwille van dat dikke smeer gretig die kandeleer.

Bovenal straf dat de door de corona afgevoerde Spelen autonoom konden bepalen wanneer hun uitgestelde 32ste editie doorgaat. Zelfs de ASO boog ootmoedig het hoofd. Zo stond het WK tijdrijden in 2020 gebeiteld op de slotdag van de Tour. Het mocht niet van datum wisselen met de mixed team relay op woensdag. De gemengde ploegentijdrit godbetert, het heruitgevonden warm water van het IOC dat als een koekoeksjong in het UCI-nest gedropt werd, de instantie die de oneindig interessantere ploegentijdrit afvoerde.  

En wat een onnozel orakel dat baron Pierre de Coubertin, de geestelijke vader van de moderne(re) Olympische Spelen zou verkondigd hebben: "deelnemen is belangrijker dan winnen". Hij moet verkeerd begrepen zijn, het is de misvormde interpretatie van “het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden”. Ikzelf hou het liever bij "deelnemen is essentiëler dan winnen".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten