De schaarse toeschouwers, die zich de verre verplaatsing getroostten, keerden overtevreden terug. De bijwijlen moerassige omstandigheden haalden het niveau niet naar omlaag, wel integendeel. Het gerestylde parcours, verzwaard met een tamelijk bruuske overgang van het Kempens plateau naar de Maasvallei, maakte het nòg interessanter. En zoals in uitzicht gesteld werden de tijdopnames door de nationale commissarissen, inzonderheid Freddy Van Steen en vooral zijn zoon Kris in perfecte banen geleid. Murphy kreeg enkel op de weergoden enig vat.
Bij de junioren zette Nathan Van Hooydonck een exquise prestatie neer. Met zijn moyenne van 45,63 km./u. over dezelfde afstand zou hij bij de beloften twééde (!) zijn geworden met slechts 0,25 km. minder dan Kevin De Jonghe. Om die reden is het bijzonder jammer dat Michael Goolaerts er niet bij kon zijn. Stel dat hij Nathan naar de kroon steekt dan had hij misschien ook Kevin in verlegenheid gebracht. Hopelijk zijn ze over tien dagen in Borlo alle drie bij en kunnen ook daar hun tijden vergeleken worden, al zal de vorm van de dag ànders zijn. Voor Michael zal Borlo te vroeg komen.
Merkwaardig dat bij de junioren de eerste vier plaatsen worden ingenomen door evenveel eerstejaars. Jenthe Biermans haalde ook bijna 45 km./u. en zou daarmee vijfde zijn geworden bij de beloften, net vòòr de vertwijfelde contractrenner Jonathan Breyne. Ook Mathias Van Gompel en Brent Luyckx mogen met iets meer respectievelijk iets minder dan 44 km./u. glunderen. Een eind achter hen etaleerden Ruben Pols en Jan-Bart Opsomer hun progressie in dit hoofdvak. Jasper Dult bevestigde zijn derde plaats in de korte proloog der Ster van Zuid-Limburg.
Bij de nieuwelingen kwam de vooropgestelde kansenoverweging helemaal uit. Senne Leysen en Jordi Warlop. Senne beleefde een superdag en zette zijn eerste opponent op bijna driekwart minuut. Zijn uurgemiddelde overschreed de 44 km. en daarmee zou hij bij de junioren vierde zijn geworden.
Warlop was onnodig teleurgesteld. Hij is veel te streng voor zichzelf: in de lente van 2011 stelde hij in het tijdrijden weinig voor: dertiende in het BK en in Adinkerke. Nu is hij al 's lands tweede beste van het bouwjaar 1996 en misschien doet hij over tien dagen in Borlo nog beter. Wiebren Plovie heeft zichzelf (bijna) teruggevonden, hij mag niet ontevreden zijn met de laagste podiumplaats. Indien hij rustig blijft én vooral rustig wordt gehouden dan kan hij zijn hervonden elan in Borlo doorzetten. Het is ten andere de sereniteit die Igor Decraene vooruithelpt. De Henegouwse kampioen Antoine Loy werd een verrassende vijfde, hij deed "343 beter dan Enzo Wouters, die zijn soortgenoot Charlie Arimont (18de) ruim overtrof. Jonas Castrique, in 2011 wegkampioen van België bij de 14-jarige aspiranten en zesde in de tijdrit, werd de beste eerstejaars vòòr de niet over al zijn fysieke mogelijkheden beschikkende Robbe Ghys en Gilles Decaesstecker. Ook Franklin Six, het petekind van wijlen Frank Vandenbroucke, haalde mooi de top-tien.
Bij de beloften blijft Kevin De Jonghe geïnteresseerd in het tijdrijden en dat is maar goed ook. Zijn verdere ontwikkeling in het profpeloton kan hem eventueel ten goede komen op het WK tijdrijden voor beloften in Valkenburg. Tegen bijna 46 km. per uur zette hij een valabele prestatie neer. Christophe Sleurs en Jens Wallays mochten onder hem ongebreideld glunderen op het podium. Christophe blijft verbeteren. Indien hij dat volhoudt, kan hij verrassend vèr komen en verwerft hij er misschien een stek in de beroepscategorie mee. Jens Wallays (in 2011 slechts zestiende in het BK te Duisburg) heeft zichzelf ontdekt op dit waarheidsnummer en ontfutselde Frederik Frison de laagste podiumplaats. De komende weken en maanden zullen uitwijzen wie van hen in aanmerking komt voor de tweede WK-plaats in deze discipline. Borlo brengt, wat dat betreft, over tien dagen de volgende vingerwijzing.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten