Eddy MERCKX
primus inter pares
van de grote ronden
20 mei 1967, de dag van de openingsrit van de Giro, Eddy Merckx’ eerste grote ronde waarin hij zou uitkomen op een bemoedigende negende plaats;
24 juli 1977, de datum van de slotetappe van de Tour, Eddy’s allerlaatste grote ronde, die een ontmoedigende zevende plaats opleverde.
De zowat 3640 dagen daartussen vulde Eddy Merckx onder meer op met elf (record!) eindoverwinningen (Giro 1968 1970. 1972 1973 1974 / Tour 1969 1970 1971 1972 1974 / Vuelta 1973) en (24 + 34 + 6) 64 dagzeges in de grote ronden, hetzij tweemaal de absolute primus inter pares. Niemand deed ooit beter en zal al evenmin ooit nog beter doen. In die all time - ranking van de grote ronden komt Bernard Hinault uit op de tweede en Jacques Anquetil op de derde plaats. Door het leeftijdsverschil heeft Eddy ze allebei kunnen ‘ontlopen’: Jacques ging, Bernard kwam, al koerste Eddy nog eventjes mèt hen. In dat verband zijn er twee cruciale momenten.
16 maart 1969: tijdens de slottijdrit van Paris-Nice op op de Col d’Èze haalde Merckx de anderhalve minuut vòòr hem vertrokken Jacques Anquetil bij en liet hem achter. Het geneerde Eddy want Jacques was een idool naar wie hij opkeek. Toch was het géén absolute blamage want de 35-jarige Normandiër werd in die tijdrit alsnog vijfde en derde in het eindklassement.
Merckx won op 5 september 1976 in Ostuni (het door Freddy Maertens gewonnen wereldkampioenschap) van Bernard Hinault de spurt voor de vijfde plaats.
Raymond Poulidor werd in Paris-Nice 1969 derde na Eddy Merckx en Jacques Anquetil. Hij bevond zich aan de vooravond van een mooie nazomer als coureur. In 1970 en in 1971 leek hij nochtans bij Fagor aan uitbollen toe maar niet meer vanaf 1972 toen hij bij Gan-Mercier in een andere wereld terecht kwam, die hem nieuwe impulsen schonk. Bernard Sainz maakte daar deel uit van het management en dat relanceerde kennelijk Raymond Poulidor, die Eddy Merckx in 1972 en in 1973 versloeg in Paris-Nice. In 1974 was Poupou zowel in de Tour als in het wereldkampioenschap tweede na Merckx.
Poulidor kon Anquetil in de jaren zestig nooit in verlegenheid brengen zoals Merckx dus wel in de jaren zeventig. En in 1976 haalde Raymond, véértig jaar en ruim vier maanden jong, alsnog het eindpodium van de Tour.
Poulidor kon Anquetil in de jaren zestig nooit in verlegenheid brengen zoals Merckx dus wel in de jaren zeventig. En in 1976 haalde Raymond, véértig jaar en ruim vier maanden jong, alsnog het eindpodium van de Tour.
Eén en ander zegt veel over de kwaliteit van de lichting die door Merckx gedomineerd werd. Dat lag niet aan Eddy zelf, wiens soevereiniteit nog meer uitgesproken zou zijn geweest indien hij op 9 september 1969 tijdens een pistemeeting in Blois (Fr.) niet vreselijk was gecrasht en waarbij zijn gangmaker Fernand Wambst het leven liet. Eddy hield er een blijvend litteken op het linkerhoofd aan over maar veel ingrijpender was dat zijn zwaar geraakte rug van dan af permanent opspeelde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten