zaterdag 30 mei 2020


Met (on)dank aan Greg LeMond 

Fantast François LAMBERT
pimpte het grote geld, waarover hij
zelf niet beschikte, in het wielrennen

In de tweede helft der jaren tachtig van vorige eeuw stond er in wielerland een onwaarschijnlijk fenomeen op: ‘zakenman’ François Lambert die het bescheiden wielerteam van zijn goede vriend Guido Reybrouck vanaf 1987 een fikse dreun in de rug gaf. Fangio werd A(ll)D(rive)R(enting) - Fangio. Almaar betere coureurs werden aangeworven: Gregor Braun, Francis Castaing, Luc Colyn, Dirk Demol, Fons De Wolf, René Martens, William Tackaert, Ferdi Van den Haute, … in 1987; Frank Hoste, Johan Museeuw, Eddy Planckaert, Pol Verschuere, … in 1988; Johan Lammerts, Greg LeMond, Ronny Van Holen, … in 1989.
De successen lieten niet op zich wachten. Eddy Planckaert won op zijn dertigste eindelijk de Ronde van Vlaanderen en Dirk Demol rondde de week daarop een monstervlucht af in Paris-Roubaix. Zoals bij de jaarlijkse ploegvoorstelling in het mondaine Casino van Knokke was het die zondagavonden couckenbak avant-la-lettre in de Siphon langs de Damse Vaart, nocturnes om nimmer te vergeten. Het strafste moest evenwel nog komen. José De Cauwer gooide drenkeling Greg LeMond (die tijdens een jachtpartij door hagel geraakt en in 1987 en in 1988 geen uitslagen van betekenis had behaald) een reddingsvest toe dat de Californiër met de beide benen greep. Voor de Tour was hij eigenlijk niet klaar maar hij verbeterde dag na dag en vooral Johan Museeuw consolideerde Gregs kansen op de eindzege. Hij begon in diep verloren positie (50” meer dan Laurent Fignon) aan de afsluitende tijdrit van 24,5 km. naar de Champs Elysées. LeMond deed over elke kilometer ruim twee tellen minder zodat hij zijn mali in 8” boni omboog. José De Cauwer zat daar voor veel tussen; hij had bij nacht en ontij van de fuivende commissarissen bekomen dat Greg zich van een triatlonstuur mocht bedienen. 
Tot overmaat van weelde werd Greg LeMond vijf zondagen later in Chambéry wereldkampioen. Het betekende dat ADR zowel de Tourwinnaar als de wereldkampioen in de rangen had. Hàd want dat bleef niet zo. Door de onorthodoxe wijze waarop hij betaald werd, voelde LeMond nattigheid en bovendien opgevrijd door opbiedende andere teams pleegde hij laffelijke vaandelvlucht. Z, een merk van kinderkleding(winkels), haalde tenslotte zijn slag thuis met Peugeot als cosponsor. Lambert en De Cauwer bleven verweesd achter. José was de laatste die zich schuldig moest voelen. Toch liet hij zijn renners niet vallen en ruïneerde (bijna) zichzelf om hun hachjes te redden.
Met Tulip Computers (Ned.) werd nog een mooie constructie in de steigers gezet die vooral in 1991 rendeerde: met Luc Roosen werd de Tour de Suisse gewonnen en met Michel Zanoli werd een dagzege behaald in de Vuelta. Na een teleurstellend 1992 was het voorbij. Het had zoveel mooier kunnen zijn indien Greg LeMond half zoveel geduld aan de dag had gelegd als José De Cauwer met hem. From Zero to Hero als coureur werd From Hero to Zero als mens. In LeMonds toenmalige verblijfplaats Marke zullen er dat velen graag beamen.

François Lambert, die ermee koketteerde een brave naïeve Brugse jongen te zijn, heeft het betaalde wielrennen onbedoeld in een volgende stroomversnelling gebracht. Greg LeMond was voor de andere toprenners de referentie om hun looneisen bij de sponsors kracht bij te zetten. Bernard Tapie was als zelfverklaarde mecenas de tien jaar eerder ranziger versie van François Lambert. De Franse doos van Pandora was nòg groter dan de Vlaamse.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten