zondag 16 augustus 2020

Een poëtisch pareltje ...


Het mooiste wat ik las over de rampspoed, die Remco Evenepoel in de afzink van de Colma di Sormano trof, komt van Wielerverhaal van Yves Brokken, al zal Joeri De Knop dat morgen in Het Laatste Nieuws wellicht naar de kroon hebben gestoken. Een pareltje, ik kon het niet half zo goed verwoorden. Ik laat jullie graag meegenieten en nogmaals: dit komt nièt van mij maar van Bieke PurnelleZij is co-directeur bij de vzw Rosa, het kenniscentrum voor gender. Ze werkt als freelance journaliste en is schrijfster. Ze is ook koersgek, of wat had u gedacht?


Daar stond zijn fiets, tegen het muurtje – dat iedereen nu maar eens rond de tafel gaat zitten


Wonderkind. Goudhaantje. ‘Eddy’ Evenepoel. Toptalent. Vleesgeworden hoop in bange Belgische koersdagen. Z’n achternaam is overbodig geworden. Remco volstaat. Maar wat was dat allemaal vandaag in de Ronde van Lombardije?

Hij moest alleen maar starten vandaag. Winnen zou hij vanzelf. Omdat dat dat het enige logische en denkbare scenario was. Gewoon trappen, Remco. En recht blijven, jongen, dacht ik er in stilte bij. Een paar uur later stond daar een fiets. Een fiets zonder renner is wat je niet wilt zien in de koers. Toch stond daar die fiets, zijn fiets, zonder Remco. Dat de koers over was voor hem, dat hij vandaag geen monument zou winnen, het deed er niet toe. Het enige wat er toe deed, was dat hij ok was.
Terwijl wij bang wachtten op geruststellend nieuws, kwekten commentatoren doodgemoedereerd verder, over ditjes, datjes en allerhande, alsof er niet net een renner angstwekkend diep in een ravijn was gevallen. Terwijl wij ons hart vasthielden kregen we reclame. Ik ben vergeten waarvoor, maar herinner me mijn verbijstering. Ik zag hoe de man die een week geleden door Remco op minuten werd gereden triomferend over de meet kwam en het kon me niets meer schelen.

Geen voyeurs

Wat een feestdag voor het vaderlandse wielrennen moest worden, werd een donkere dag om heel snel te vergeten, of liever nog, om heel veel uit te leren. Dat koers becommentariëren een stiel is, en weinigen gegeven. Een goede commentator speelt en goochelt met woorden, weet waarover hij of zij het heeft, leest en analyseert een wedstrijd beter dan de kijker op de bank, herkent sporters van ver aan hun stijl, weet wanneer hij/zij beter even kan zwijgen, en begrijpt bovenal wat kijkers voelen wanneer 1 van hun helden een doodsmak maakt. We zijn gezegend met uitstekende en vakkundige commentatoren op onze openbare omroep, een luxe waarvan we ons pas bewust worden wanneer we ze moeten missen.
Dat je als zender niet vrijblijvend uitzendrechten op sportwedstrijden zou mogen kopen als de sport zelf, uitgerekend op 1 van haar meest dramatische momenten, niet voorgaat op reclame. Dat het tijd is voor wat ethiek in de sportverslaggeving. Wat ben je eigenlijk aan het doen als je als een aasgier over de reling gaat hangen waaronder een gewonde renner ligt, om toch maar dat ene dramatische plaatje te schieten, en dat plaatje vervolgens meteen de wereld instuurt. Vraag je jezelf misschien eens af wat je zelf al dan niet zou willen zien terwijl je doodsbang afwacht of je kind ok is. Je bent sportverslaggever, geen voyeur.

Genoeg!

Dat dit alweer de val te veel, te driest, te dramatisch was. Want dat zeggen we elke keer. Vorige week nog, na de gruwelijke crash van Fabio Jakobsen. We zeggen het al jaren en we blijven het zeggen. Intussen blijven renners vallen; steeds sneller, harder, dieper en vaker. Ik denk dat ik voor veel koersliefhebbers spreek als ik zeg dat het genoeg geweest is. Levensbedreigende valpartijen, ambulances, gebroken ploegleiders en collega’s zijn niet wat we willen zien. We hebben ze al te vaak gezien. Ze zijn nefast voor de vreugde en het plezier die de sport te bieden heeft. Ze zijn het allerlelijkste uithangbord voor een sport die zoveel moois in zich heeft.

Het moet beter

Terwijl ik wachtte op hoopgevend nieuws over Remco, en aan zijn ouders dacht, prees ik mezelf gelukkig dat mijn kinderen niet de minste interesse vertonen om wielrenner te worden. Ik zou het hen overigens met alle mogelijke en onmogelijke argumenten uit hun hoofd praten. Ga rond de tafel zitten, beste ploegleiders, managers, wielerbonden, organisatoren, verslaggevers en renners, en vraag jullie samen af hoe het beter kan. Want dat het beter moet, daarover kan geen twijfel meer bestaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten