dinsdag 18 augustus 2020

Jakob Fuglsang: als rijpe dertiger alsnog naar de absolute top
Na zijn teleurstellende 25ste plaats (op bijna elf minuten van de Fransman Julien Absolon in de Olympische mountainbikerace van Peking 2008 werd Jakob Fuglsang voltijds wegrenner. Hij was meer dan welkom bij Saxo-Bank, waar Bjarne Riis het voor het zeggen had. Hij maakte er nog Fabian Cancellara en de gebroeders Schleck mee. Inmiddels is hij aan zijn achtste campagne bezig bij Astana.
De Deen is een loyale strijder, die Greg Van Avermaet tijdens de Olympische wegrit in Rio 2016 voluit steunde in de achtervolging op de uitgebroken Michal Kwiatkowski. Zelf hield hij er, als de lachende tweede, zilver aan over. Dat was een scharniermoment in zijn carrière, al verliep zijn opmars in 2017 en 2018 nog traag maar gestaag. 
Helemaal anders werd het vanaf 2019. In het voorjaar was hij met Julian Alaphilippe de beste ééndagscoureur van het peloton: tweede in de Strade Bianche en in La Flèche Wallonne, waarna hij soeverein Liège-Bastogne-Liège won. Het was aandoenlijk om zien hoe hij (toch nog derde) en Alaphilippe het mekaar niet gunden in de Amstel, wat de onmogelijke zegevierende terugkeer van Mathieu van der Poel inluidde. Ook het Critérium du Dauphiné, de beknopte versie van de Tour, werd (een herhaling van 2017) zijn prooi zodat ook in le grand boucle een top vijf tot de mogelijkheden behoorde. Twee zware valpartijen stonden dat lelijk in de weg. In de Vuelta leverde hij zich uit aan Miguel Angel Lopez (die vijfde zou worden), wat Jakob niet belette om op Alto de La Cubilla een dagzege te behalen en een niet beoogde dertiende eindplaats. Het beste was er daarna af zodat hij op het WK in Harrogate, nochtans zijn parcours, op de twaalfde plaats bleef steken. Uit 2019 haalde hij ook het besef dat hij zijn seizoen behoedzamer moest indelen.
In 2020 werd hij daarbij geholpen door Covid-19. Na het monopoliseren van de Ruta del Sol was hij graag op zijn elan doorgegaan maar ook de lockdown bracht hij nuttig door, zelfs al moest hij zowel in de Strade Bianche (Wout Van Aert) als de Tour de Pologne (Remco Evenepoel) wijken voor een jonge Belg. Zijn conditiepiek had hij gepland voor de Giro di Lombardia. Hij overrulde de roekeloos dalende Vincenzo Nibali en bleef, met zijn jonge trawant Aleksadr Vlasov in steun, letterlijk én figuurlijk overeind in de finale nadat hij de uitval van George Bennett pareerde. 
Jakob Fuglsang is als late roeping een nazaat zijn van onder anderen Pino Cerami, Stan Ockers, Frans Verbeeck, … die ook pas na hun dertigste verjaardag het volste rendement uit hun carrière haalden.

Met één en ander is hij nu al de op één na beste Deen uit de wielerhistorie worden. Enkel de onvolprezen Rolf Sörensen deed globaal nòg (véél) beter.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten