Raymond POULIDOR de bestendigste
in de geschiedenis van de Dauphiné
Jacques ANQUETILs stunt
in 1965 overstéég àlles
Raymond Poulidor is de primus inter pares van het Critérium du Dauphiné. Toch was het pas bij zijn vierde poging raak in 1966 wat hij herhaalde in 1969. Hij werd ook nog driemaal tweede (in 1964 en 1965 na Jacques Anquetil / in 1974 na zijn kompaan Alain Santy). Hij werd één keer derde (in 1962) en tweemaal vierde (in 1971 en 1975). Poupou lijstte één en ander op met zes dagzeges en mag dus als ‘monsieur Dauphiné’ opgevoerd worden.
Jacques Anquetil won ‘slechts’ tweemaal won (in 1963 en 1965) waarvan de tweede een ophefmakend verlengstuk kreeg. Anquetil had in de Tour van 1964 bitter weinig overschot en dat deed hem beseffen dat een zesde eindzege niet meer aan de orde zou zijn. Hij verzaakte aan de Tour van 1965 en moest dus iets anders verzinnen om spraakmakend te blijven. Bordeaux-Paris winnen was een optie maar dat op zich leek hem te weinig. En wat indien hij dat nu eens combineerde met het daags voordien eindigende Critérium du Dauphiné? Dàt moest het zijn en dàt werd het ook.
Maître Jacques spoedde zich na de cérémonie protocolaire in Avignon naar een speciaal gecharterd vliegtuig dat hem een kleine zeshonderd kilometer verder in Bordeaux aan de grond zette. Hij nam er om 20 uur het avondmaal, begon aan een korte nachtrust om rond halfdrie aan de 557 km. lange ‘marathon van de weg’ te beginnen. Hij kreeg het nòg zwaarder dan hij realistisch had ingeschat en bij het ochtendgloren was opgeven nader dan doorzetten. Hij vermande zich evenwel en in de Vallée de Chevreuse, waar hij met de assistentie van Jean Stablinski (de regérende kampioen van Frankrijk en zijn ploegmaat bij Ford) Tom Simpson klein kreeg. Anquetil behaalde met een kleine minuut voorsprong één van zijn meest memorabele overwinningen.
Slechts één keer had de Normandische machine nòg méér gesputterd dan op 30 mei 1965. Dat overkwam hem op 1 november 1962 toen hij in de Trofeo Baracchi (een koppeltijdrit) zijn frère-ennemi Rudi Altig amper kon bijhouden. Anquetil beleefde un jour sans die Altig benutte om zijn hard feelings bot te vieren. De Duitser keek geregeld treiterend om zich afvragend waar Jacques bleef en die hij nu en dan een figuurlijk duwtje in de rug moest geven. Dat was hard nodig want het Italiaanse duo Ercole Baldini - Arnaldo Pambianco (de winnaar van de Giro 1960) hield gelijke tred en strandde op amper negen seconden. Voor Jacques Anquetil was het creperen zonder doodgaan. Hij moest met zuurstof bijgewerkt worden en geraakte niet eens tot aan het podium. De 111 km. werden afgelegd aan een uurgemiddelde van bijna ... 46 km. Altig was Anquetil in de lente over het hoofd gesprongen in de Vuelta nadat hij hem met één seconde had geklopt in de loodzware 82 km. lange tijdrit van Bayonne naar San Sebastian. Anquetil zette als een slechte verliezer niet meer aan in de slotrit zodat hij Altig niet moest feliciteren op het eindpodium. Altig nam het Anquetil bijzonder kwalijk en dat moet vijf en een halve maand later door zijn hoofd gespeeld hebben tijdens de Trofeo Baracchi.
Op basis van een puntentoekenning van 100 50 30 20 10 punten aan de respectieve top vijf van de 71 edities is dit mijn all time - palmares ranking.
POULIDOR Raymond
|
Fr.
|
420
|
Thévenet Bernard
|
Fr.
|
380
|
Hinault Bernard
|
Fr.
|
350
|
Lauredi Nello
|
Fr.
|
350
|
Ocana Luis
|
Sp.
|
350
|
Froome Chris
|
Gr.-Br.
|
340
|
Mottet Charly
|
Fr.
|
330
|
Moreau Christophe
|
Fr.
|
290
|
Armstrong Lance
|
V.St.
|
270
|
Mastrotto Raymond
|
Fr.
|
250
|
Dotto Jean
|
Fr.
|
240
|
Evans Cadel
|
Austr.
|
230
|
Anquetil Jacques
|
Fr.
|
220
|
Fuglsang Jakob
|
Deen
|
220
|
Millar Robert
|
Gr.-Br.
|
220
|
Hervé Pascal
|
Fr.
|
210
|
Dufaux Laurent
|
Zwits.
|
200
|
Indurain Miguel
|
Sp.
|
200
|
Valverde Alejandro
|
Sp.
|
200
|
Wiggins Bradley
|
Gr.-Br.
|
200
|
Leipheimer Levi
|
V.St.
|
160
|
LeMond Greg
|
V.St.
|
160
|
Hamilton Tyler
|
V.St.
|
150
|
Mayo Iban
|
Sp.
|
150
|
Contador Alberto
|
Sp.
|
140
|
Rolland Antonin
|
Fr.
|
140
|
Vinokourov Alexandre
|
Kaz.
|
140
|
Lazarides Lucien
|
Fr.
|
130
|
Pensec Ronan
|
Fr.
|
130
|
Van Garderen Tejay
|
V.St.
|
130
|
Porte Richie
|
Austr.
|
120
|
Robic Jean
|
Fr.
|
120
|
Bobet Louison
|
Fr.
|
110
|
Galdos Francisco
|
Sp.
|
110
|
Schmitz Jean-Pierre
|
Lux.
|
110
|
Zoetemelk Joop
|
Ned.
|
110
|
Agostinho Joaquim
|
Port.
|
100
|
Anderson Phil
|
Austr.
|
100
|
Anglade Henry
|
Fr.
|
100
|
Bölts Udo
|
D.
|
100
|
Brajkovic Janez
|
Slov.
|
100
|
Claveyrolat Thierry
|
Fr.
|
100
|
Close Alex
|
B.
|
100
|
De Las Cuevas Armand
|
Fr.
|
100
|
Fachleitner Edouard
|
Fr.
|
100
|
Klabinski Edouard
|
Fr.
|
100
|
Landaluze Inigo
|
Sp.
|
100
|
Laurent Michel
|
Fr.
|
100
|
Merckx Eddy
|
B.
|
100
|
Pingeon Roger
|
Fr.
|
100
|
Pollentier Michel
|
B.
|
100
|
Ramirez Martin
|
Col.
|
100
|
Robinson Brian
|
Gr.-Br.
|
100
|
Rohrbach Marcel
|
Fr.
|
100
|
Rominger Tony
|
Zwits.
|
100
|
Rostollan Louis
|
Fr.
|
100
|
Santy Alain
|
Fr.
|
100
|
Talansky Andrew
|
V.St.
|
100
|
Teisseire Lucien
|
Fr.
|
100
|
Thomas Geraint
|
Gr.-Br.
|
100
|
Uriona Valentin
|
Sp.
|
100
|
van der Velde Johan
|
Ned.
|
100
|
Zimmermann Urs
|
Zwits.
|
100
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten